D66
Inbreng Lousewies van der Laan Debat Europese Top d.d. 22 juni 2005
Voorzitter. De fractie van D66 heeft vorige week gevraagd om een mea
culpa van de Europese Raad; een erkenning van de regeringsleiders dat
het echt anders moet, dat wij aan Europa moeten bouwen mét de
Europeanen in plaats van over hun hoofden heen. Ik citeer uit de
conclusies: "Wij zijn van oordeel dat de gehechtheid van de burgers
aan de opbouw van Europa niet ter discussie wordt gesteld." Men erkent
echter niet dat er een probleem is, maakt geen knieval en geeft geen
indicatie dat het anders moet. Wel is toegezegd dat het mobiliserend
debat over Europa zal worden voortgezet. De regeringsleiders komen
niet tegemoet aan het verzoek van de D66-fractie om een democratisch
gebaar te maken en er zal evenmin sprake zijn van extra transparantie
in de Raad. En dan zijn wij verbaasd als diezelfde Europeanen
vermoeden dat er niets verandert?
In principe is de lijn van de regering over het grondwettelijk verdrag
de juiste. Zij heeft aangegeven dat Nederland niet zal overgaan tot
ratificatie van het verdrag en dat zij een tweede referendum daarover
uitsluit. De fractie van D66 heeft om die duidelijkheid gevraagd en
het is prettig dat niet de indruk wordt gewekt dat wij dit
grondwettelijk verdrag alsnog via een achterdeur aannemen. Toch gaan
Luxemburg en waarschijnlijk ook Polen en Tsjechië door met het houden
van referenda. Dat wekt de indruk dat niet geheel duidelijk is dat dit
verdrag dood is. Die landen vragen hun bevolking om zich uit te
spreken over een lijk. Ik vraag mij af of de minister-president dat
kan duiden en of hij misschien niet duidelijk genoeg is geweest.
In de visie van de fractie van D66 moet de bezinningsperiode worden
aangegrepen om daadwerkelijk door te pakken en om concrete
verbeteringen door te voeren. Het voorstel voor een
subsidiariteitconferentie is dan ook goed. Wat is de reactie van de
collega's daarop? Met een conferentie is men er echter niet. Ook
Nederland moet leren om de subsidiariteittoets rigoureus te doen.
Vandaag heb ik vernomen dat er werd gesproken over financiële
solidariteit in geval van terroristische aanslagen. Dat klinkt
ongelooflijk sympathiek, maar ik vraag mij echt af of Nederland via
Brussel moet bijdragen aan de slachtoffers van bijvoorbeeld een
Griekse aanslag. Voldoet dat daadwerkelijk aan de subsidiariteittoets?
Mensen moeten weer vertrouwen krijgen in Europa en Nederland moet
tegelijkertijd leren omgaan met Europa. Voorbeelden die in onze optiek
hebben bijgedragen aan de vertrouwensbreuk, zijn het politieke
gekonkel over het stabiliteitspact, waardoor Duitsland en Frankrijk
fluitend over hun begrotingstekorten konden heen stappen, en het
maandelijks verhuizen van het Europees Parlement naar Straatsburg, dat
voor mensen keer op keer een weliswaar klein, maar concreet voorbeeld
is van hoe het allemaal mis gaat. Dat zijn punten waar D66 ook in het
verleden op heeft gewezen. Ook die punten moeten wij aanpakken als wij
dat vertrouwen willen herstellen. Dat vertrouwen kan echt alleen
herstellen als wij dat soort problemen oplossen. Een debat alleen is
niet voldoende. Ik vraag de premier daarom hoe hij zelf de brede
maatschappelijke discussie in Nederland ziet, want wij moeten
voorkomen dat wij de plank misslaan en straks voor lege zaaltjes staan
zonder echt concrete onderwerpen van discussie, want daar schieten wij
helemaal niets mee op.
Bij het gekissebis over de financiële perspectieven bekroop mij heel
sterk het gevoel dat de vorige generatie leiders aan het vechten is
over het beleid van de vorige eeuw. Terwijl D66 wil dat de Europese
financiën voldoen aan de behoefte van de Europeanen aan meer
veiligheid en meer banen, vindt een meerderheid van de Raad het nog
steeds normaal dat 40% van de begroting gaat naar een achterhaald
landbouwbeleid en dat de helft van de structuurfondsen gaat naar
rijke, oude lidstaten in plaats van naar arme, nieuwe lidstaten. D66
wil niet dat geld wordt weggehaald bij de landen die het juist het
hardst nodig hebben. Het is krankzinnig dat wij in de eenentwintigste
eeuw zeven keer zoveel uitgeven aan landbouwsubsidies dan aan
onderzoek, wetenschap, technologie, onderwijs en innovatie bij elkaar
opgeteld. Het is stuitend dat in de raadsconclusies met droge ogen
mooie woorden worden gesproken over Afrika en over het belang van geld
voor onderwijs voor ontwikkelingssamenwerking, terwijl onze subsidies
intussen dumping van producten op die markten nog steeds subsidiëren,
waardoor deze landen geen kans hebben om zich echt te ontwikkelen. Nu
ligt er echter een blokkade en nu moeten wij dit echt aanpakken om dat
beleid te veranderen. Onder het Britse voorzitterschap is er een kans,
maar alleen als wij duidelijkheid krijgen van de Nederlandse regering
over het feit dat zij voortvarend met die hervorming van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid aan de slag wil gaan. Het stelt mij
helemaal niet gerust dat ik in het Parool moet lezen dat minister
Veerman zal aftreden als de landbouwsubsidies verder omlaag gaan. Stap
dan maar op, zou ik zeggen. Dat is namelijk precies wat er moet
gebeuren tijdens het Britse voorzitterschap. Ik krijg de indruk dat
een Kamermeerderheid er zo over denkt. Ik hoor dus graag van de
premier wat precies de inzet van Nederland is ten aanzien van die
hervorming en of alle leden van de regering zich daarin kunnen vinden.
Wij zullen ook op zoek moeten gaan naar bondgenoten in die strijd. Het
stemt mij positief dat onze liberale vrienden in Duitsland nu ook
sterk op die hervorming aankoersen, maar mevrouw Merkel is nog lang
niet duidelijk genoeg. Aangezien zij een Europese partijgenote van
premier Balkenende is, vraag ik hem hoe hij de mogelijkheid inschat om
hier met de waarschijnlijke nieuwe Duitse regering wel iets aan te
doen en of hij bereid is om dit bilateraal aan te kaarten. Zo kunnen
wij dus iets doen voor Afrika én voor onze eigen
nettobetalingspositie.
Tot slot moet mij van het hart dat ik mij erger aan iedereen die maar
roept dat Europa in een diepe crisis is gestort. Als je dat maar lang
genoeg roept, heb je inderdaad een heel diepe crisis. Dat is slecht
voor onze economie en voor onze slagkracht in de wereld. Ik vraag de
premier of hij bereid is om er bij zijn collega's op aan te dringen om
dat niet meer te doen en om in plaats daarvan energie te steken in het
oplossen van de problemen in plaats van in het maken van een crisis.
23-6-2005 15:34