Vragen van de leden Veenendaal (VVD) en Eijsink (PvdA) aan de minister en de Staatssecretaris van Defensie over Srebrenica.
Den Haag, 22 juni 2005
1. Hebt u kennis genomen van de uitzending van NOVA van 20 juni jl. over het boek 'Herinneringen aan Srebrenica' en de conclusies van de auteurs?
2. Kunt u bevestigen dat van de uitgezonden Dutchbat militairen die in Srebrenica zaten tijdens de val van de moslimenclave, het percentage met PTSS (10%) ruim twee keer zo hoog is als normaal na een uitzending (zoals in het rapport van professor Gersons over militaire GGZ is aangegeven) en dat het percentage van de ondervraagde militairen dat een beroep deed op psychische hulp (40%) twee keer zoveel is als door uw ministerie is opgegeven? Welke verklaringen kunt u voor deze verschillen geven?
3. Welke van de conclusies die worden getrokken in het boek 'Herinneringen aan Srebrenica' kunt u onderschrijven en welke niet?
4. Bent u van mening dat Defensie onvoldoende geĂŻnteresseerd was in de uitgezonden militairen die terug zijn gekomen uit Srebrenica, zoals de auteurs van het boek veronderstellen? Zo ja, waar ligt dit aan? Zo nee, kunt u een overzicht verschaffen van alle inspanningen die Defensie heeft gedaan tot op heden ter ondersteuning van en met betrekking tot het aanbieden van hulp aan deze militairen?
5. Zijn bij Defensie alle actuele gegevens bekend van de ex-Dutchbat-militairen, die uit Srebrenica zijn teruggekeerd? Zo nee, waarom niet?
6. Welke inspanningen zal Defensie nog gaan ondernemen om deze (ex-)militairen te helpen en/of te onderzoeken?
7. Sinds wanneer bent u op de hoogte van het feit dat er twee fotorolletjes zijn verdwenen naast de eerder bekend geworden mislukte ontwikkeling van een ander fotorolletje? Welke betrokkenheid heeft Defensie gehad bij deze verdwijning?
8. Tot welke andere maatregelen van uw zijde geeft dit boek aanleiding?
Partij van de Arbeid