Gemeente Vlaardingen


College gaat bestemmingsplan voor Stationsgebied opstellen 22 juni 2005

Het college van Burgemeester en Wethouders heeft besloten voor elk deelgebied van de Rivierzone een bestemmingsplan op te stellen. Aanleiding hiervoor is de vernietiging van het Stap 3-besluit door de Raad van State op 23 mei 2005.

Bij het opstellen van de bestemmingsplannen wordt niet alleen de grenswaarde voor lawaai maar ook de fijn stof problematiek betrokken. Mede op basis van de bestaande Regionale Bestuursovereenkomst Rechtermaasoever, hoopt de gemeente alsnog tot goede afspraken te komen over woningbouw in de Rivierzone.

Woningbouwfunctie
Het College is er nog steeds voorstander van om in de Rivierzone de woningbouwfunctie te versterken. Paul Scheffer, projectwethouder Rivierzone, zegt hierover het volgende. "De woningbouw leidt tot een versterking van het sociaal-economische draagvlak van de stad. Niet alleen wordt daarmee voldaan aan de woningbouwopgave, ook wordt het woon- en leefklimaat in Vlaardingen aantrekkelijker".

Start Stationsgebied
Het stationsgebied is het eerste deelgebied waarvoor een bestemmingsplan zal worden opgesteld. Hierover wordt in de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en de Rivierzone van 22 juni gediscussieerd. Binnen deze procedure is ruimte voor belanghebbenden om gezamenlijk alsnog tot goede afspraken over woningbouw in de Rivierzone te komen.

Overige bestemmingsplannen Rivierzone
Naast een bestemmingsplan voor het Stationsgebied komen er bestemmingsplannen voor VOP-oost, de Maasboulevard en de Koningin Wilhelminahaven. Het College verwacht dat het doorlopen van de bestemmingsplanprocedures voor de vier deelgebieden niet tot vertragingen zal leiden.

Stap 3-besluit
Het Stap 3-besluit Stad en Milieu was bedoeld om de bouw van woningen mogelijk te maken in het gebied Koningin Wilhelminahaven Zuidwest, doordat hogere grenswaarden voor industrielawaai werden toegestaan.

Met het Stap 3-besluit had de gemeente vroegtijdig aan alle betrokken volstrekte duidelijkheid willen bieden over de mogelijkheden van woningbouw in het gebied. Wethouder Scheffer betreurt het dat deze vroegtijdige duidelijkheid, door de uitspraak van de Raad van State, nu niet gegeven kan worden.

Voor de andere drie gebieden in de Rivierzone waren gelijktijdig bij de provincie Zuid-Holland ontheffing aangevraagd voor hogere grenswaarden voor geluid. Het College overweegt nu dat verzoek op te schorten.