Waterschap Peel en Maasvallei
Actualiteiten
22-06-2005
Vergunningaanvraag Horst Compost, Donkstraat 24 te Horst
Op 26 april 2005 is een verzoek binnengekomen van Ingenieursbureau van
Kleef optredende namens Horst Compost, Donkstraat 24 te Horst, om een
vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Grondwaterwet en de
Verordening Waterhuishouding Limburg 1997. Het verzoek is
geregistreerd onder nummer 2005-2638 (575 WO).
De aanvraag
Er wordt vergunning gevraagd voor het onttrekken van maximaal 45
m3/uur, 1080 m3/dag, 16.660 m3/maand, 35.000 m3/kwartaal en 42.000 m3
grondwater per jaar. De voorgenomen onttrekking is gelegen aan de
Donkstraat 24 te Horst, op het perceel kadastraal bekend als gemeente
Horst aan de Maas, sectie M, nummer 619.
Volgens de bij het aanvraagformulier overlegde bijlage wordt op
jaarbasis maximaal 30.000 m3 grondwater gebruikt ten behoeve van
koeling van bedrijfsruimten (circa 71%). Voor bevochtiging van de
voedingsbodem ten behoeve van de champignonteelt en reiniging van de
cellen waarin de voedingsbodem wordt geproduceerd wordt maximaal
12.000 m3 op jaarbasis gebruikt (circa 29%).
Terinzagelegging
De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking liggen gedurende 4
weken na datum van publicatie van het ontwerpbesluit ter inzage in het
waterschapshuis en in het gemeentehuis van de gemeente Horst aan de
Maas.
Het ontwerpbesluit en de kennisgeving kunnen in de genoemde periode
ook worden geraadpleegd via de internetsite van het waterschap
www.wpm.nl - onder actualiteiten.
Binnen deze termijn kunnen bedenkingen en adviezen worden ingediend.
ontwerpbesluit
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening
Waterhuishouding Limburg 1997
Nummer : 2005-2638 Venlo,
Bijlage(n) : 1
Op 26 april 2005 is een verzoek binnengekomen van Ingenieursbureau van Kleef
optredende namens Horst Compost, Donkstraat 24 te Horst, om een vergunning als
bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Grondwaterwet en de Verordening Waterhuishouding
Limburg 1997. Het verzoek is geregistreerd onder nummer 2005-2638 (575 WO).
De aanvraag
Er wordt vergunning gevraagd voor het onttrekken van maximaal 45 m3/uur, 1080 m3/dag,
16.660 m3/maand, 35.000 m3/kwartaal en 42.000 m3 grondwater per jaar. De voorgenomen
onttrekking is gelegen aan de Donkstraat 24 te Horst, op het perceel kadastraal bekend als
gemeente Horst aan de Maas, sectie M, nummer 619.
Volgens de bij het aanvraagformulier overlegde bijlage wordt op jaarbasis maximaal 30.000
m3 grondwater gebruikt ten behoeve van koeling van bedrijfsruimten (circa 71%). Voor
bevochtiging van de voedingsbodem ten behoeve van de champignonteelt en reiniging van
de cellen waarin de voedingsbodem wordt geproduceerd wordt maximaal 12.000 m3 op
jaarbasis gebruikt (circa 29%).
Terinzagelegging
De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking liggen gedurende 4 weken na
datum van publicatie van het ontwerpbesluit ter inzage in het waterschapshuis en in het
gemeentehuis van de gemeente Horst aan de Maas.
Het ontwerpbesluit en de kennisgeving kunnen in de genoemde periode ook worden
geraadpleegd via de internetsite van het waterschap - www.wpm.nl - onder actualiteiten.
Binnen deze termijn kunnen bedenkingen en adviezen worden ingediend.
Overwegingen
Locatie
De onttrekking is gelegen aan de Donkstraat 24 ten zuidoosten van Meterik. In de
omgeving van de onttrekking is het landgebruik voornamelijk ten behoeve van
landbouwkundige doeleinden. Het maaiveld ligt op circa 25 m+NAP.
Bodem en geohydrologie
Op het terrein van Horst Compost zijn een tweetal boringen verricht. Op basis van de
profielbeschrijvingen van deze boringen en de Grondwaterkaart van Nederland kan de
geohydrologische opbouw als volgt worden weergegeven:
Pakket Voorkomen
(m-mv)
Samenstelling Parameters
Deklaag 0 - 4,5 Fijne zanden met plaatselijk kleilenzen k*: circa 0,5 m/d
1e watervoerende pakket 4,5 - 13 Matig grove tot zeer grove zanden kD: 200 tot 500 m2/d
Scheidende laag 13 - 30 Klei met plaatselijk ingeschakeld fijne
zanden
-**
2e watervoerende pakket 30 - ? Matig grove tot zeer grove zanden met
plaatselijk fijn grind kD: 500 tot 1000 m2/d
* Geschat op basis van de profielbeschrijvingen van de op het bedrijfsterrein verrichte boringen
** Geen gegevens bekend in de directe omgeving van het bedrijfsterrein
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
De grondwatertrap ter plaatse van het bedrijfsterrein is VI. Dit betekent dat de GHG tussen
40 - 80 cm-mv ligt en de GLG dieper dan 120 cm-mv.
Onttrekking
Het onttrokken grondwater wordt grotendeels gebruikt ten behoeve van koeling van
bedrijfsruimten. Daarnaast wordt het grondwater ook gebruikt voor bevochtiging van
voedingsbodem ten behoeve van de champignonteelt en reiniging van de cellen waarin de
voedingsbodem wordt geproduceerd. De onttrekking vindt plaats door middel van twee
onttrekkingsputten waarvan de filters staan afgesteld op de een diepte tussen 8 en 13
meter beneden maaiveld (17 meter + NAP tot 12 meter + NAP) in het eerste
watervoerende pakket. De onttrekkingsputten zijn elk voorzien van een pomp met een
capaciteit van circa 20 m3/uur (samen ongeveer 40 m3/uur). Het onttrokken grondwater
wordt geloosd op een zaksloot en greppel ten zuidoosten van het bedrijfspand.
In de zomermaanden wordt gebruik gemaakt van de maximale capaciteit terwijl in de
wintermaanden nagenoeg geen grondwater wordt onttrokken. In de zomerperiode worden
maximaal acht wekelijkse cycli doorlopen waarin grondwater wordt onttrokken. Een cycli
omvat zeven dagen, waarin de eerste drie dagen 40 m3/uur wordt onttrokken, de vierde
dag 24 m3/uur, de vijfde dag 8 m3/uur en vervolgens 2 dagen geen grondwater wordt
onttrokken. De afname van het te onttrekken grondwater hangt samen met het
productieproces, waarin na 3 dagen de cellen één voor één worden leeggeruimd waardoor
met minder koelwater kan worden volstaan.
Belang van de onttrekking
De aanvrager is voornemens het onttrokken grondwater grotendeels te gebruiken voor
koeling van de bedrijfsruimten. Hiervoor is maximaal 30.000 m3 per jaar benodigd.
Daarnaast is maximaal 12.000 m3 per jaar nodig voor de bevochtiging van de
voedingsbodem ten behoeve van de champignonteelt en reiniging van de cellen waarin de
voedingsbodem wordt geproduceerd.
Er zijn twee varianten onderzocht voor alternatieve waterbronnen. De eerste variant omvat
de aanschaf van een koelinstallatie ten behoeve van de koeling van de bedrijfsruimten. Uit
een offerteaanvraag is gebleken dat een dergelijke investering bedrijfseconomisch niet
haalbaar en zeer inefficiënt is. De koeling is slechts enkele weken per jaar nodig. Tevens
dient voor de overige doeleinden nog steeds grondwater te worden onttrokken.
Naast deze variant is ook de Waterleiding Maatschappij Limburg benaderd. Zij kunnen niet
garanderen dat de temperatuur van het leidingwater in de zomermaanden voldoet aan de
gestelde eisen van de afnemer, waardoor een extra investering moet worden gedaan voor
een aanvullende koelinstallatie. De kosten voor het aanpassen van het leidingnet en de
aanschaf van een aanvullende koelinstallatie zijn bedrijfseconomisch niet haalbaar.
Verlaging van de grondwaterstand
De onttrekking vindt plaats in het eerste watervoerende pakket. De grondwaterstands-
verlaging is in het bij de aanvraag behorende rapport berekend met behulp van het eindige
elementenprogramma "Microfem". De berekening is uitgevoerd voor een gemiddelde
onttrekking in de zomermaanden, met twee onttrekkingen van elk 261 m3/dag (totaal 522
m3/dag). Tevens is de infiltratie van water in de zaksloot en greppel ingevoerd in het model.
Uitgaande van deze gegevens geeft dit het volgende verlagingsbeeld, voor een stationaire
situatie.
Afstand tot onttrekkingbronnen
(mtr)
Verlaging van de
grondwaterstand (m)
0 2,2
80 1
300 à 350 > 0,5
900 0,05
Bovengenoemde verlagingen betreffen een stationaire situatie oftewel een "worst-case"
situatie. Aangezien de onttrekking niet continu (5 dagen onttrekken en 2 dagen niet) en
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
alleen in de zomermaanden plaatsvindt, zal de stationaire situatie in de praktijk niet worden
bereikt. Het invloedsgebied en de verlagingen zullen derhalve in de praktijk minder zijn.
Belang natuur
Volgens de "Ecohydrologische atlas van Limburg" is binnen het invloedsgebied van de
onttrekking geen hydrologisch gevoelige vegetatie gelegen. Het belang natuur zal dan ook
niet worden geschaad.
Belang land- en tuinbouw
In de omgeving van de onttrekking is het grondgebruik voornamelijk ten behoeve van
landbouwkundige doeleinden. Aangezien de onttrekking relatief kortdurend is en de
Gemiddelde Laagste Grondwaterstand (GLG) op meer dan 80 cm-mv ligt, zal de
grondwaterstandsdaling geen tot zeer geringe invloed hebben op de landbouw. Als gevolg
van de onttrekking is dus geen noemenswaardige schade te verwachten.
Belang bebouwing
Binnen het invloedsgebied van de onttrekking zijn enkele gebouwen gelegen. Gezien de
bodemopbouw en de korte duur waarin grondwater onttrokken zal worden, zal er geen tot
nauwelijks zetting optreden ter plekke van de bebouwing. Het belang bebouwing zal dus
niet worden geschaad.
Oppervlaktewater
In de omgeving van de onttrekking komen een aantal kleine sloten voor, welke in de
wintermaanden een ontwaterende werking hebben en in de zomermaanden een (beperkte)
infiltrerende werking hebben. Aangezien de bodem van deze sloten veelal bedekt is met
slib en plantenresten en derhalve een geringe doorlatendheid hebben, zal de onttrekking
geen noemenswaardige effecten hierop hebben.
Belang andere onttrekkers
Binnen het invloedsgebied van de onttrekkingen zijn geen andere relevante onttrekkingen
gelegen. Het belang van andere onttrekkers zal dus niet worden geschaad.
Verspreiding verontreiniging
Binnen het invloedsgebied van de onttrekking komen geen verontreinigingen voor.
Grondwaterbeleid
In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg is het beleid ten aanzien van
grondwateronttrekkingen in het algemeen en industriële onttrekkingen in het bijzonder
vastgelegd.
Algemeen:
1. Primair rekening houden met het tegengaan van schade aan de grondwaterafhankelijke
natuur. Concreet betekent dit dat geen vergunning wordt verleend als
dit leidt tot een permanente verlaging in een hydrologisch gevoelig gebied (inclusief
bufferzone) t.o.v. 1989. Bij de beoordeling wordt uitgegaan van een modelonnauwkeurigheid
van 0,05 meter.
2. Het grondwater uit de grondwatervoorraden in onder meer het Mergelland en de
diepe pakketten in de Roerdalslenk en Venloschol dient ingezet te worden voor
hoogwaardige toepassingen, dit zijn toepassingen waarvoor wettelijke
kwaliteitseisen gelden. Hiervan wordt alleen afgeweken indien er een aantoonbare
noodzaak is voor een eigen bron en het belang voor Limburg zeer groot is.
3. Voor alle onttrekkingen geldt dat met het grondwater doelmatig en spaarzaam
moet worden omgegaan.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Industriële onttrekkingen:
1. Er wordt alleen vergunning verleend voor hoogwaardige toepassingen. Daar waar
ruimte is in de beschikbare hoeveelheid zal de Provincie die ruimte reserveren voor
de toekomstige hoogwaardige gebruiker. De Provincie wil het gebruiken van
alternatieven voor laagwaardig gebruik van grondwater door de industrie
bevorderen. De alternatieven worden beoordeeld in het licht van duurzame inzet
van grondstoffen en energie.
2. Slechts in bepaalde gevallen is een onttrekking van grondwater voor laagwaardige
toepassingen acceptabel. Dat kan alleen dan als er geen negatieve effecten op het
grondwater optreden (b.v. een winning van oeverfiltraat of een
oevergrondwaterwinning).
ad. Algemeen 1
Er treedt geen verlaging van de grondwaterstand op in een hydrologisch gevoelig gebied.
Hiermee is de onttrekking niet in strijd met het genoemde onder het eerste punt.
ad. Algemeen 2
Het onttrokken water wordt niet voor hoogwaardige doeleinden toegepast. Er zijn immers
geen wettelijke kwaliteitseisen gesteld aan het water dat voor dergelijke toepassingen
wordt gebruikt.
De onttrekkinglocatie is weliswaar in de Venlo Schol gelegen, maar de filters van de
onttrekkingsbronnen zijn in het eerste watervoerende pakket gesitueerd. Het ondiepe
pakket maakt geen deel uit van de grondwatervoorraden, welke gereserveerd zijn voor
hoogwaardige toepassingen. Hiermee is de onttrekking niet in strijd met het genoemde
onder het tweede punt.
ad. Algemeen 3
Bij de voorgestelde wijze van onttrekken wordt met grondwater doelmatig en spaarzaam
omgegaan. De aangevraagde onttrekking is in overeenstemming met het onder 3 gestelde.
ad. Industriële onttrekkingen 1
Het watergebruik door Horst Compost is laagwaardig. Daarom is gezocht naar alternatieve
bronnen. Hieruit is gebleken dat er geen reële alternatieven zijn, omdat deze
bedrijfseconomisch en deels technisch niet haalbaar blijken (zie onder "Overwegingen",
belang onttrekking).
ad. Industriële onttrekkingen 2
Aangezien er geen belangen worden geschaad is de onttrekking niet in strijd met het onder
2 gestelde.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande en gezien het belang van de onttrekking, kan de gevraagde
vergunning onder voorwaarden worden verleend.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
BESLUIT
Gelet op de Grondwaterwet, artikel 14, lid 1, de Verordening Waterhuishouding Limburg
1997 en het Provinciaal Omgevingsplan 2001, besluiten wij:
Aan Horst Compost, Donkstraat 24 te Horst, een vergunning te verlenen voor het
onttrekken van water aan de bodem. Het grondwater mag worden onttrokken op het
perceel kadastraal bekend als gemeente Horst aan de Maas, sectie M, nummer 619.
Maximaal mag 45 m3/uur, 1080 m3/dag, 16.660 m3/maand, 35.000 m3/kwartaal en
42.000 m3/jaar grondwater worden onttrokken. Het grondwater mag worden onttrokken ten
behoeve van het koelen van de bedrijfsruimten, bevochtigen van de voedingsbodem ten
behoeve van de champignonteelt en het reinigen van de cellen waarin de voedingsbodem
wordt geproduceerd.
Van het onttrokken grondwater mag maximaal 30.000 m3 op jaarbasis worden gebruikt
voor koeldoeleinden. Voor het bevochtigen van de voedingsbodem ten behoeve van de
champignonteelt en het reinigen van de cellen waarin de voedingsbodem wordt
geproduceerd mag op jaarbasis maximaal 12.000 m3 worden onttrokken.
Voorschriften
Aan deze vergunning verbinden wij de volgende voorschriften.
Gegevens over de grondwateronttrekking
1. De houder van de vergunning mag uitsluitend grondwater onttrekken uit het eerste
watervoerende pakket op een diepte van ongeveer 8 meter tot 13 meter beneden
maaiveld (ongeveer 17 meter + NAP tot 12 meter + NAP);
Inrichten pompputten
2. De houder van de vergunning is verplicht tot het volgende:
t.a.v. pompputten
a. het daadwerkelijk inrichten van de pompputten moet gebeuren volgens de
richtlijnen in bijlage 1. De aanvang van het inrichten en de diepte waarop de
pompputten wordt gemaakt moet uiterlijk 1 week voor de aanleg schriftelijk zijn
gemeld aan:
De projectleider van de eenheid Grondwater van het waterschap Peel en
Maasvallei;
Postbus 3390,
5902 RJ VENLO
b. de exacte locatie van de nieuwe pompputten moet uiterlijk 1 week na het
beëindigen van de boorwerkzaamheden schriftelijk zijn gemeld aan de genoemde
projectleider van de eenheid Grondwater;
t.a.v. grondmonsters en boorbeschrijvingen
c. bij boringen voor een pompput, zoals bedoeld onder 2a, moeten grondmonsters
worden genomen en een boorbeschrijvingen worden gemaakt volgens de
richtlijnen in bijlage 1;
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
d. boorbeschrijving en afwerkstaat moeten binnen 1 maand na beëindiging van de
boorwerkzaamheden zijn toegezonden aan de genoemde projectleider van de
eenheid Grondwater;
Meten en registreren
3. De houder van de vergunning is verplicht tot het volgende:
t.a.v. hoeveelheid onttrokken grondwater
a. Het grondwater dat wordt onttrokken, moet worden gemeten met één of
meerdere deugdelijke watermeters. Tevens moeten de deelstromen voor
koelwater en bevochtiging\reiniging apart worden gemeten. De wijze van meten
van deze twee deelstromen moet zodanig zijn dat kan worden vastgesteld
hoeveel water voor de toegestane doeleinden is gebruikt.
Binnen 3 maanden na het van kracht worden van de vergunning moet de plaats
waar de meter(s) in het leidingschema wordt ingebouwd en het type
meetinstrument de goedkeuring van de voornoemde projectleider van de eenheid
Grondwater hebben;
b. vóór de aanvang van de grondwateronttrekking moet de beginstand van elke
watermeter zijn geregistreerd. Daarna moet de stand van elke watermeter op de
eerste dag van iedere maand worden geregistreerd. Indien deze dag op een
zon-, feest- of zaterdag valt, mag de stand de dag ervoor of erna worden
geregistreerd;
c. het Meetbesluit (AMvB, 27 augustus 1985, Stb. 531), als onderdeel van de
Grondwaterwet, is van toepassing op het meten en registreren van het onttrokken
water en de waterstromen;
t.a.v. registratie
d. er moet worden gezorgd dat de registratie, zoals bedoeld onder 3a en 3b, in een
tabel wordt gezet en dat hiervan elk jaar een afschrift wordt gestuurd aan de
genoemde projectleider van de eenheid Grondwater.
Deze gegevens dienen tevens bij de houder van de vergunning ter
beschikking te staan voor de controlerende ambtenaren van het waterschap.
Algemene bepalingen
4. Afwijken van de gegevens, welke schriftelijk zijn gemeld aan de genoemde
projectleider van de eenheid Grondwater, is alleen toegestaan als de genoemde
projectleider dit schriftelijk heeft goedgekeurd;
5. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het meten en registreren van het
onttrokken grondwater;
6. De vergunninghouder moet een logboek bijhouden waarin alle voorvallen staan die
van invloed kunnen zijn geweest op de registratie van onttrokken hoeveelheden
grondwater. Dit logboek moet bij het bedrijf ter inzage liggen voor de controlerend
ambtenaar van het waterschap;
7. Bij een beëindiging van de grondwateronttrekking die te voorzien is, is de houder van
de vergunning verplicht, minimaal 6 maanden voor het beëindigen, schriftelijk
mededeling te doen aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater;
8. Wanneer de inrichting geheel of gedeeltelijk buiten werking wordt gesteld, moet dit
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
terstond worden gemeld aan de genoemde projectleider van de eenheid
Grondwater. De pompputten, die tot de inrichting of gedeelte van de inrichting
behoren en die definitief buiten gebruik worden gesteld, moeten worden afgedicht of
afgewerkt volgens de richtlijnen in bijlage 1, indien de genoemde projectleider van de
eenheid Grondwater deze pompputten niet geschikt acht om te gebruiken als
peilbuizen;
9. De omgeving van de pompputten moet zodanig schoon worden gehouden dat
verontreiniging van het watervoerende pakket wordt voorkomen. Tevens moet
worden voorkomen dat verontreinigd water via de pompinstallatie in het
watervoerende pakket stroomt;
10. Het waterverbruik moet waar mogelijk worden beperkt. Verspilling van water moet
worden voorkomen.
Voor informatie over de voorschriften kunt u zich wenden tot dhr. Stevens van het
waterschap Peel en Maasvallei, projectteam Grondwater (tel. 077 - 3891 115).
Afschriften
Een afschrift van dit besluit hebben wij gezonden aan:
- Horst Compost, Donkstraat 24, 5964 AJ Horst, als beschikking op de aanvraag;
- Ingenieursbureau Van Kleef, Julianalaan 15, 6040 AG Roermond, ter kennisneming;
- Burgemeester en Wethouders van de gemeente Horst aan de Maas, Postbus 6005,
5960 AA Horst aan de Maas, ter kennisneming;
- NV Waterleiding Maatschappij Limburg, postbus 1060, 6201 BB Maastricht, ter
kennisneming.
Namens het dagelijks bestuur van
het waterschap Peel en Maasvallei
P.F. Willemse
projectleider grondwater
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Bijlage 1
De richtlijnen voor het inrichten en vervangen van de pomp- en infiltratieputten:
- bij een nieuwe pomp- of infiltratieput moet ter plaatse van de slecht doorlatende lagen
vanaf 0,5 meter boven tot 0,5 meter onder deze laag een afdoende kleiafdichting
worden aangebracht;
- het boorgat moet van af maaiveld of de werkvloer tot 3 meter diepte of tot de bodem van
het puthuisje worden afgedicht met bentoniet, cementspecie of klei;
- bij het inrichten of vervangen van een pompput mag de pompput slechts uit één
watervoerend pakket grondwater onttrekken;
De richtlijnen voor het definitief buiten gebruikstellen van een pomp- of infiltratieput:
- het filter alsmede het traject tot 3 meter boven het filter moet worden volgestort met
bentoniet, cementspecie of klei;
- het traject van 1 tot 4 meter beneden maaiveld moet worden volgestort met bentoniet,
cementspecie of klei;
- ter plaatse van slecht doorlatende lagen moet vanaf 0,5 meter boven tot 0,5 meter
onder deze laag bentoniet of cementspecie worden aangebracht;
of
- de pompput moet worden volgestort met bentoniet, cementspecie of klei;
De richtlijnen voor het nemen van grondmonsters en beschrijven van boringen:
- grondmonsters moeten worden genomen volgens de geldende NEN-norm (thans: NEN
5119:1991) voor boren en monstername in de grond en boorbeschrijvingen moeten
worden gemaakt volgens de geldige NEN-norm (thans: NEN 5104:1989/C1:1990) voor
classificatie van onverharde grondmonsters en moeten zodanig zijn dat een juist beeld
wordt verkregen van de doorboorde grondlagen.