Erasmus Universiteit Rotterdam

Gebruik medicinale stent bij dotteren aanzienlijk patiëntvriendelijker

Het gebruik van een nieuw type stent met een medicinale coating blijkt ook bij patiënten met een acuut hartinfarct goed te werken en veilig te zijn. Dit vraagt om aanpassing van de huidige internationale richtlijn van cardiologen voor de behandeling van deze acute patiënten. Verder lijkt dit nieuwe type stent de kans op hervernauwingen na het dotteren aanmerkelijk te verkleinen. Deze conclusies beschrijft Sjoerd Hofma in zijn proefschrift Vaatwandreactie na implantatie van metalen stents en medicijn-gecoate stents in de kransslagader, waarop hij 22 juni 2005 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Bij dotteren wordt een vernauwde kransslagader opgerekt met een ballonnetje. Op die opgerekte plek wordt tegenwoordig in meer dan 90% van de gevallen een stent geplaatst, een soort smal kokertje dat ervoor moet zorgen dat de ader opgerekt blijft. Door het dotteren raakt de vaatwand van de ader altijd wat beschadigd. Wanneer dit geneest ontstaat littekenweefsel. Bij 20 tot 25% van de patiënten met een gewone stent resulteert dit opnieuw in een vernauwing van de ader waardoor een deel van hen nog eens moet worden behandeld. Medicinale stents zijn een nieuw type stent, gecoat met een medicijn dat zorgt voor minder littekenweefsel na de vaatwandbeschadiging en zodoende de kans op hervernauwing vermindert tot rond de 5%. Dit betekent dat aanzienlijk minder patiënten opnieuw een behandeling moeten ondergaan. Hofma vond dat de vaatwandgenezing na implantatie van deze stents na zes maanden nog niet geheel compleet is. Bij normale stents duurt dat één maand. Dit onderstreept het belang van nabehandeling met aanvullende bloedverdunnende tabletjes gedurende minstens zes maanden, wat voor deze stents al gebruikelijk is. Vele internationale studies tonen aan dat ondanks deze vertraagde wondgenezing de klinische resultaten van de nieuwe stents zeer goed zijn. Het Thoraxcentrum van het Erasmus MC in Rotterdam en het Hartcentrum van het MCL in Leeuwarden, waar Hofma nu werkzaam is, maken daarom zoveel mogelijk alleen gebruik van deze medicinale stents.

Daarnaast deed Hofma onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van medicinale stents bij patiënten met een acuut hartinfarct. Van de ruim 320 behandelde patiënten kwam na één jaar nog geen 3,5% terug voor een nieuwe behandeling vanwege een hervernauwing. Bij gebruik met een gewone stent ligt dit percentage op 13 tot 20%. Aangezien er tot nu toe nog erg weinig bekend was over het gebruik van medicinale stents bij deze acute patiënten, was in internationale richtlijnen voor cardiologen afgesproken deze patiënten nog niet met medicinale stents te behandelen. De overtuigende resultaten uit het onderzoek van Hofma vragen echter om een aanpassing van deze richtlijn.

Promotor: prof.dr. P.W.J.C. Serruys, Interventiecardiologie