Zeven jaar strafkamp voor formeel-literaire subversie
Promotie Literatuurwetenschap
dinsdag 21 juni 14.00 uur
In 1966 werd Sovjet-Russische schrijver Abram Terc (pseudoniem van Andrej Sinjavski) in Moskou veroordeeld tot zeven jaar strafkamp met verzwaard regime. Zijn proces werd een internationaal schandaal en een juridisch cause célèbre. Terc werd beschuldigd van anti-Sovjetagitatie en -propaganda, hoewel zijn vermeende propaganda uit literaire fictie bestond. Martine Artz analyseerde de vroege verhalen van Terc en beschrijft vooral de literaire procédés die verklaren waarom zijn verhalen tot zo veel commotie hebben geleid en zo verschillend zijn geïnterpreteerd. Ze verdedigt de stelling dat er in deze verhalen, die geconstrueerd zijn rondom mystificaties op verschillende vertelniveaus, niet zozeer sprake is van politiek-ideologische als wel van formeel-literaire subversie. De merkwaardige geschiedenis van de ontvangst van dit oeuvre biedt tegenwoordige lezers de mogelijkheid om zich een beeld te vormen van de interpretatienormen die destijds gangbaar waren, en om na te gaan in welke opzichten Tercs schrijfwijze 'anders' was.
Mw. M.J. Artz: Fantasy and reality in Abram Terc's early prose. A documentary-narratological study. Promotor is prof. dr. W.G. Weststeijn.
Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam