Team Communicatie
Ridderstraat 250
4101 BK Culemborg
Telefoon 0345 477720/477721
PERSBERICHT Culemborg, 20 juni 2005
Onderzoeksbureau Berenschot:
Val college Culemborg niet noodzakelijk geweest
De val van het college van burgemeester en wethouders in de gemeente Culemborg was, naar de
mening van onderzoeksbureau Berenschot, niet noodzakelijk geweest. De overschrijdingen van
budgetten op het project Nieuwstad, zijn ook vergeleken met andere gemeenten in het land niet
zodanig ernstig dat ze `voldoende basis vormen voor die val'.
Wel concludeert Berenschot in het onderzoeksrapport dat op donderdag 23 juni a.s. in de raad van de
gemeente Culemborg zal worden besproken, dat het politieke verantwoordingsproces door het
college `niet adequaat is gemanaged'. `Het college is niet bij machte gebleken het OSVdossier in
goede banen te leiden. Dit kwam met name', schrijven de onderzoekers, `doordat de hoofdrolspelers
(portefeuillehouder OSV wethouder Marringa en de burgemeester, mevrouw Van Vugt) buiten spel
stonden of zichzelf buiten spel hadden gezet.'
Alhoewel het onderzoeksbureau zich niet nadrukkelijk uitspreekt over de rol van de gemeenteraad,
concludeert het wel dat `de raad zich lange tijd tevreden heeft laten stellen met de informatie die het
college over het OSV verstrekte, en feitelijk pas vanaf de zomer van 2004 actief inhoud gegeven heeft
aan zijn controlerende rol.'
Ambtelijk management
Naar het oordeel van de onderzoekers kende de projectorganisatie die onder verantwoordelijkheid
van het college aan het OSVproject heeft gewerkt `weeffouten'. Het ambtelijk management heeft
`onvoldoende afstand genomen van bestuurlijk verantwoordelijken en onvoldoende professioneel
tegenwicht geboden in termen van verantwoordings en beheersingsprocessen'. Berenschot geeft aan
dat het ambtelijk apparaat met name had moeten letten op de verantwoording van kosten en de
kostenbeheersing. Hierdoor zijn, aldus het onderzoeksrapport, overschrijdingen ontstaan.
Opzeggen van vertrouwen
In het onderzoeksrapport wordt uitgebreid stilgestaan bij het opzeggen van het vertrouwen in
wethouder Marringa. Het zijn met name de kostenoverschrijdingen en de geringe aanspreekbaarheid
van Marringa op dat feit die tot die stap leidden. De onderzoekers schrijven over de PvdAwethouder:
`... hij was niet aanspreekbaar door zijn ziekte, hetgeen door hemzelf en het college niet tijdig is
erkend'. Berenschot concludeert: `Wanneer de burgemeester en de overige collegeleden het
vertrouwen verliezen in wethouder Marringa en vervolgens besluiten (op 12 oktober) om dit eenzijdig
en publiekelijk op te zeggen, geven zij in politiek opzicht het heft uit handen.' Men raakt
overgeleverd, aldus de onderzoekers, aan de politieke dynamiek in de raad.
Burgemeester
In het rapport wordt afzonderlijk stilgestaan bij de rol van de burgemeester. De onderzoekers
concluderen: `De burgemeester heeft zichzelf als waarnemend portefeuillehouder OSV in de periode
vanaf april 2004 door haar polariserende stijl van opereren `uit positie' gebracht ....' Zij stond
daardoor, aldus het onderzoeksbureau, niet langer `boven de partijen' en was daardoor niet in staat
het proces in goede banen te leiden.
Behoorlijk bestuur
In het slothoofdstuk van het rapport worden stuk voor stuk de vragen beantwoord die door de raad
aan de onderzoekscommissie zijn gesteld. Cruciaal is de vraag of er in Culemborg sprake geweest is
van `onbehoorlijk bestuur'. Berenschot beantwoordt die vraag kort en kernachtig. `Ondanks
tekortkomingen zien wij geen aanleiding voor de constatering dat op het OSVdossier sprake is
geweest van schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.'
Raadsonderzoek OSV Culemborg, door onderzoeksbureau Berenschot, onder leiding van Drs. M.E. Hulshof in
opdracht van de Onderzoekscommissie OSV van de gemeenteraad van Culemborg.
Gemeente Culemborg