Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen over rapport inzake voortgang Joegoslavië Tribunaal

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag

|Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
N="Y" "Nederland" "" | |

|Datum |21 juni 2005                        |Auteur|DVF-PJ               |
|Kenmer|DZO/WB-123/05                       |Telefo|+31 (0) 70 348 54 26 |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |+31 (0) 70 348 48 17 |
|Bijlag|1                                   |E-ma|    dvf-pj@minbuza.nl    |
|e(n)  |                                    |il  |                         |
|Betref|Beantwoording van vragen van het lid|                             |
|t     |Karimi  (Groen Links) over een      |                             |
|      |rapport inzake de voortgang van het |                             |
|      |Joegoslavië-Tribunaal.              |                             |
|C.c.  |                                    |                             |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karimi (Groen Links) over een rapport inzake de voortgang van het Joegoslavië-Tribunaal. Deze vragen werden ingezonden op 13 juni 2005 met kenmerk 2040516390.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi (Groen Links) over een rapport inzake de voortgang van het Joegoslavië-Tribunaal.

Vraag 1
Heeft U het artikel 'Joegoslavië-Tribunaal niet op tijd klaar' gelezen ? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Wat betekenen de conclusies van het rapport van president Meron van het International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia (ICTY) voor de voortgang van het Tribunaal en het berechten van de verdachten na 2010?

Vraag 3
Wat zal er gebeuren met verdachten die eind 2010 nog niet berecht zijn ?

Antwoord
ICTY-president Meron stelt in zijn rapport dat het Tribunaal waarschijnlijk niet zal kunnen voldoen aan het streven om alle rechtszaken in eerste aanleg in 2008 af te ronden. Meron geeft tevens aan welke maatregelen worden genomen, waardoor de gestelde termijnen eventueel nog gehaald zouden kunnen worden, zoals bevordering van een snellere rechtsgang en overdracht van zaken naar lokaal niveau. Daarnaast worden de landen in de regio aangesproken op de plicht volledig samen te werken met het ICTY. Het is nog niet bekend wat zal gebeuren met verdachten die eind 2010 nog niet berecht zijn.

Vraag 4
Hoe staat het met de geldproblemen van het ICTY, waarover U de Kamer in juli 2004 berichtte ?

Antwoord

De financiële situatie is enigszins verbeterd. De betalingsachterstand in de contributies over het afgelopen jaar bedraagt USD 30 miljoen (11%); een forse daling ten opzichte van 2003 toen 41% van de jaarlijkse contributieaanslagen niet betaald was. Echter, de totale betalingsachterstand, d.w.z. sinds de oprichting van het Tribunaal, blijft zorgelijk: USD 150 miljoen verdeeld over 148 lidstaten.

Vraag 5

Wat is de inzet van de Nederlandse regering om te voorkomen dat verdachten eventueel niet berecht zouden kunnen worden ? Pleit de Nederlandse regering voor verlenging van de termijn van het ICTY, zodat verdachten van oorlogsmisdaden hun straf niet zullen ontlopen ? Zo niet, waarom niet ?

Antwoord

De regering blijft de landen in de regio, zowel bilateraal als in EU- en NAVO-kader, aanspreken op de plicht tot volledige samenwerking met het ICTY. Daarnaast draagt de regering bij aan de opbouw van lokale capaciteit op het gebied van berechting van oorlogsmisdadigers. De afgelopen maanden heeft een aantal aangeklaagden zich gemeld bij het ICTY. Tien ICTY-aangeklaagden bevinden zich nog op vrije voeten. Verlenging van de termijn van het ICTY is nu niet aan de orde. Wel deelt de regering de mening van ICTY-president Meron dat de activiteiten van het Tribunaal niet als afgerond kunnen worden beschouwd zolang de hoofdverdachten Mladic, Karadzic en Gotovina, op vrije voeten zijn.

Vraag 6
Hoe staat het met de zoektocht naar en de uitlevering van de hoofdverdachten Mladic en Karadzic ?

Antwoord
De autoriteiten in Servië en Montenegro en Bosnië-Herzegovina worden voortdurend aangespoord mee te werken aan het opsporen van Mladic en Karadzic. De EU-missie EUFOR zoekt actief naar Karadzic en daarnaast probeert de internationale gemeenschap de netwerken rond beide hoofdverdachten aan te pakken.

Vraag 7
Kunt U deze vragen vóór de plenaire afronding van het debat over de Eurotop beantwoorden ?

Antwoord

Ja.


-----------------------
de Volkskrant, 9 juni jl.
Aanghangsel-Handelingen, nr 1950, vergaderjaar 2003-2004


---- --