Persbericht
Afdeling Communicatie
nummer: 201
datum: 21 juni 2005
Tweede Amersfoortse Onderwijs- en Jeugdwelzijnsmonitor vastgesteld
Burgemeester en wethouders hebben de Onderwijs- en Jeugdwelzijnsmonitor 2003-2004 vastgesteld. Ieder jaar worden de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en jeugdwelzijn gevolgd en zichtbaar gemaakt in een rapportage. In juni 2004 kwam de eerste Onderwijsmonitor uit. Dit is de tweede rapportage. Pas als de monitor meerdere jaren is verschenen worden ontwikkelingen zichtbaar.
Voor- en vroegschoolse educatie (vve Liendert/Rustenburg)
In Liendert/Rustenburg doen drie basisscholen en drie peuterspeelzalen mee aan het vve-programma. Met dit programma leren kinderen van twee tot vier jaar (met verschillende sociale, economische en culturele achtergronden) met elkaar spelen en werken, zodat zij op de basisschool in staat zijn effectief in groepen samen te werken. Uit de monitor blijkt dat alle kleuters meedoen met het vve-programma. Over het bereik van de peuters zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om een betrouwbaar beeld te schetsen.
Vertraging
Een kwart van de leerlingen in groep 8 heeft in de basisschoolperiode een vertraging opgelopen. Bij de helft van deze leerlingen gebeurt dit in de eerste drie leerjaren. Dit zijn de kinderen die een jaartje extra hebben 'gekleuterd'. Van de allochtone leerlingen loopt gemiddeld 40% een vertraging op, van de autochtone leerlingen 18%.
Relatie tussen Cito-score en advies voor het Voortgezet Onderwijs
Uit gegevens in de monitor blijkt dat met name leerlingen van 16 en 17 jaar van onderwijstype wisselen. Allochtone leerlingen gaan vaker naar een hoger onderwijstype, terwijl autochtone leerlingen vaker naar een lager onderwijstype overstappen. Een mogelijke verklaring hiervoor ligt in het schooladvies dat kinderen in groep 8 krijgen. Een deel van de allochtone leerlingen blijkt toch een hoger niveau aan te kunnen. De onderwijsmonitor brengt dat in beeld.
Voortijdig schoolverlaten
Nieuw in de monitor zijn gegevens over het voortijdig schoolverlaten. Voor een goede aansluiting op de arbeidsmarkt is het van belang dat de schoolverlaters in het bezit zijn van een startkwalificatie. Dat is een afgeronde mbo-opleiding op minimaal niveau 2 of een havo- of vwo-diploma. Als jongeren op geen enkele school staan ingeschreven terwijl ze nog geen startkwalificatie hebben behaald of als ze langer dan één maand verzuimd hebben, worden ze tot de voortijdig schoolverlaters gerekend. Onder de 18- tot 23-jarigen heeft 25% geen startkwalificatie. Dat is meer dan het landelijk gemiddelde dat op 15% ligt volgens cijfers van het CBS over 2003. De verklaring van dit grote verschil ligt in het feit dat niet alle startkwalificaties zijn geregistreerd. Voor de volgende monitor wordt gewerkt aan een betere registratie.
Maatschappelijke participatie van scholieren
Voor het eerst is in deze monitor ook gekeken naar de vrijetijdsbesteding van scholieren. Meer dan de helft is lid van een sportvereniging, sportschool of fitnessclub. Bij autochtone scholieren is dat tweederde tegenover bijna 40% van de allochtone scholieren. Bijna één op de vijf jongeren is lid van een belangenvereniging of -organisatie zoals Greenpeace, het Wereldnatuurfonds, een politieke partij of Amnesty International. Dit zijn wat vaker meisjes dan jongens. Lidmaatschap van zo'n organisatie zegt iets over de betrokkenheid van jongeren bij de maatschappij en hun omgeving.
Scholieren tussen de 13 en 18 jaar participeren minder dan andere scholieren. Bijna een kwart van de niet-westerse jongeren is op maatschappelijk vlak niet actief, tegenover ééntiende van de jongeren van Nederlandse afkomst. Leerlingen uit de brugklas en van het vmbo participeren over het algemeen ook minder dan de havo/vwo-ers.
Informatie voor de redactie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bianca de Graaf, communicatiemedewerker van de sector Welzijn, Sociale Zekerheid en Onderwijs, telefoon 033 469 42 82 of e-mail b.degraaf-dewitte@amersfoort.nl.
---- --
Gemeente Amersfoort