- - - - - - - - - - - - - - - - -
SP: tweede zeesluis nog steeds niet nodig
20-06-2005 * In de commissievergadering Wegen, Verkeer en Vervoer van
16 juni 2005 werd een presentatie gegeven over de Tweede Zeesluis.
Moet die sluis er nou komen of niet? Tijdens de vergadering werden
door de voorstanders een aantal opmerkelijke en zogenaamd feitelijke
uitspraken gedaan. Maar feitelijk zijn die uitspraken allesbehalve.
Wat er werd gezegd en wat de SP daaruit concludeert, leest u
hieronder.
1. "De haven levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van
de werkloosheid onder laaggeschoolden."
Maar de Monitor Werkgelegenheid Masterplan Noordzeekanaalgebied 2003,
opgesteld door Dienst Onderzoek en Statistiek in opdracht van het
Bestuursplatform zegt hierover op blz. 5: "De havengebonden
werkgelegenheid is tussen 1998 en 2003 met 1.951 personen afgenomen (-
7%). In 1998 en 1999 groeide de havengebonden werkgelegenheid, daarna
was er sprake van een lichte daling. In dezelfde periode groeide de
niet-havengebonden werkgelegenheid met 14.265 personen (+ 22%). Het
aantal havengebonden bedrijven verminderde met 105, een daling van
10%." Ook vóór 1998 nam de havengebonden werkgelegenheid al
structureel af; het gaat dus om een lange-termijn trend. Met andere
woorden: de stijging van de werkgelegenheid in het
Noordzeekanaalgebied heeft weinig of niets met havenactiviteiten te
maken en alles met andere (d.w.z. droge) activiteiten, zoals die in de
nieuwe kantoortorens rond Sloterdijk. Bovendien worden
havenactiviteiten steeds meer geautomatiseerd, dat vraagt om inzet van
goed geschoold personeel. Daarnaast is het goed om op te merken dat de
helft van de havengebonden werkgelegenheid voor rekening van Corus
komt, dat weinig of niets met de sluis van doen heeft. Wel heeft het
belang bij verdieping van de IJ-geul, wat in het pakket 'no regret'
maatregelen zit dat de minister financiert.
Conclusie van de SP: Ten onrechte wordt de suggestie gewekt als zouden
haven en sluis een rol spelen bij het verminderen van de
laaggeschoolde werkgelegenheid.
2. "Met name door de turbulente ontwikkelingen in China heeft
West-Europa de grootste moeite om alle containerstromen te kunnen
afhandelen. Extra, goed bereikbare overslagcapaciteit in Amsterdam is
daarom hard nodig."
De CPB-notitie Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden, een second
opinion van 29 maart 2005 zegt hierover op blz. 13: "Momenteel is er,
mede door de enorme toename van het vervoer van/naar China, enige
schaarste aan overslagcapaciteit. (...) In 2005 wordt in de
Beneluxhavens een totale overslag van 17 miljoen TEU verwacht.
Uitgaande dat dit jaar de capaciteit van de Beneluxhavens gelijk is
aan de overslag, brengen de `harde' geplande uitbreidingen (met name
in Rotterdam en Antwerpen, BA) de totale overslagcapaciteit van de
Beneluxhavens op ca. 42 miljoen TEU. Dit is gelijk aan de raming van
containeroverslag in de Beneluxhavens voor het (hoogste) GC scenario
in 2030."
Conclusie van de SP: Alleen op de heel korte termijn is er wellicht
even sprake van schaarste. Aangezien een evt sluis pas op langere
termijn in functie komt, heeft de aanleg van de sluis niets te maken
met de overslagschaarste van nu.
3. "De overslagprognoses voor 2020 worden nu al bijna gehaald, met
uitzondering van containers."
Prof. Koopmans gaf in zijn rapport al aan dat de overslagcijfers zeer
wisselend zijn van jaar tot jaar, zodat er op basis van cijfers over
twee jaar nog niet van trend kan worden gesproken. Daar komt bij dat
in het geval van steenkool het klimaatbeleid in Duitsland zeer
bepalend zal zijn. Als het klimaatbeleid strenger wordt (wat tamelijk
waarschijnlijk is gezien de problemen met de luchtkwaliteit van nu),
zal de vraag naar steenkool afnemen. Nog veel belangrijker is dat de
overslag vooral groeit in sectoren die bijzonder weinig opleveren,
zoals steenkool. Wel zijn de schepen die deze droge bulk vervoeren van
belang in het wachttijdendossier. Aangezien kolenschepen vaak niet op
afspraak bij de sluizen aankomen, zitten zij schepen in het vaarwater
die wel volgens een dienstrooster varen, zoals containerschepen. En
deze laatste schepen leveren nu juist wel wat op. De ontwikkeling van
de containervaart bepaalt in hoge mate de grootte van de baten, niet
de kolenschepen. Dat is een rapport. Het andere, de CPB-notitie
Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden, een second opinion van 29
maart 2005, zegt hierover op blz. 24: "Het negatief resultaat wordt
verklaard door het feit dat een groot deel van de overslag in de
Amsterdamse havens bulkgoederen betreft, waarvan de wachttijdkosten
laag zijn en de baten in grote mate in het buitenland neerslaan. Voor
de containerstromen die meer baten met zich brengen, is een zeer goed
substituut aanwezig via de Rotterdamse haven. De ontwikkeling van de
containersector is zeer bepalend voor de grootte van de baten. De
ontwikkeling van deze sector in Amsterdam is vooralsnog onzeker."
Conclusie van de SP: door groei van steenkooltransport moeten
containerschepen langer wachten. De baten zullen daar navenant door
dalen. Die realiteit is bij de laatste prognoses niet meegenomen. De
kosten-batenanalyse zal vrijwel zeker nog negatiever uitvallen.
4. "Het gaat goed met overslagterminal CERES in Amsterdam"
Na 4 jaar rust en roest hebben zich anno 2005 twee klanten aangediend
Hoewel het nieuws dat er zich twee klanten hebben aangediend, een
zekere psychologische doorbraak inhoudt die de groei van CERES zou
kunnen bevorderen, is het belangrijk om dit nieuwsgegeven in
perspectief te plaatsen. Met deze klanten is CERES (CCTE) niet uit de
structurele problemen. In de uitspraak van 9 juni 2005 in het kort
geding tussen de twee eigenaars van CCTE, CNK (van oprichter Kritikos)
en NYK (Japanse rederij) staat over die problemen o.a. het volgende:
" bevindt zich in een uiterst moeilijke positie. Met
ongesecureerde leningen ten bedrage van EUR 65 miljoen en staande
garanties voor nog eens EUR 33 miljoen loopt zij een zeer hoog risico.
CCTE verwacht alleen al dit jaar nog een EUR 11 à 12 miljoen nodig te
hebben. Het bedrag van de leningen die NYK thans heeft verstrekt
aan CCTE en de leningen die CCTE nog nodig heeft, zijn een veelvoud
van het bedrag waarmee partijen rekening hielden, toen zij de
joint-venture tot stand brachten Zij hielden rekening met enige
aanloopverliezen, niet met structurele verliezen van een dergelijke
omvang. NYK is in beginsel bereid CCTE na 6 juni 2005 verder te
financieren, maar niet onvoorwaardelijk. Zonder nieuw
financieringsarrangement zal CCTE niet langer aan haar verplichtingen
kunnen voldoen. De pogingen CCTE te verkopen zijn door CNK
gefrustreerd, CNK heeft volslagen onrealistische verwachtingen ten
aanzien van de waarde van CCTE."
Conclusie van SP: Ceres balanceert op het randje van de afgrond.
Eigenaar NYK wil er vanaf. Twee klanten veranderen daar niets aan.
5. "Een grote sluis is het beste alternatief"
In de kosten-batenanalyse van SEO komt aanleg van grote sluis als
verliesgevend uit de bus, in de second opinion van het CPB idem dito.
Conclusie van de SP: Het is niet het beste alternatief maar het minst
slechte.
6. "Het CPB zegt dat het rendement optimaal is als de sluis wordt
aangelegd tussen 2013 en 2017"
De CPB-notitie zegt niets over het jaar 2017; in het persbericht
staat: "Eerder dan 2017 is een tweede zeesluis zeker niet nodig; of
dat daarna wel het geval is, valt later te bezien."
Conclusie van de SP: Uitstel is goed, afstel nog beter. De provincie
heeft vast een kleine 30 miljoen op de plank gelegd voor de aanleg van
de zeesluis. Maar de zeesluis lost niets op. De SP is van mening dat
de provincie die 30 miljoen aan iets anders moet besteden, iets wat
wel maatschappelijk rendabel is, zoals jeugdzorg.
Socialistische Partij