Groen!

PERSCONFERENTIE |

Brussel, 20 juni 2005

Eloi Glorieux Eloi Glorieux, Vlaams volksvertegenwoordiger Groen!!!

Persdienst Groen! Ron Hermans - woordvoerder Sergeant De Bruynestraat 78-82 | 1070 Anderlecht | tel 02 219 19 19 | fax 02 223 10 90 | gsm 0473 90 30 66

e-mail pers@groen.be | persteksten http://www.groen.be/pers/

Groen! wil slimme kilometerheffing

Vlaanderen moet resoluut kiezen voor een "slimme" kilometerheffing voor vrachtwagens. De maximumsnelheid voor vrachtwagens beperken tot 80 km per uur is goed voor het milieu en de verkeersveiligheid maar aanvullend is ook op fiscaal vlak een sturend beleid nodig. Europa werkt momenteel aan een richtlijn over de kilometerheffing voor vrachtwagens. Het getuigt van goed beheer daar nu al op in te spelen. Met de keuze voor een kilometerheffing zou de Vlaamse regering bovendien haar eigen studie volgen. "Een kilometerheffing is eerlijker dan een wegenvignet: wie minder rijdt, minder betaalt. Een "slimme" kilometerheffing heeft ook oog voor het milieu: de grootste vervuiler betaalt het meest," stelt Groen!-volksvertegenwoordiger Eloi Glorieux. Glorieux legt in het Vlaamse parlement een resolutie neer waarin hij de invoering vraagt van een kilometerheffing voor vrachtwagens in Vlaanderen. "Buitenlandse vrachtwagens mee laten betalen voor onze wegen is OK," meent Glorieux. "Maar de Vlaamse meerderheidspartijen moeten dan wel eens beslissen wat ze precies willen. Ik doe ze met deze resolutie een concreet voorstel."

In het voorstel van resolutie tot invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens in Vlaanderen vraagt Groen!-volksvertegenwoordiger Eloi Glorieux de Vlaamse regering dringend werk te maken van de vervanging van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling (BIV) enerzijds en het Eurovignet voor vrachtwagens anderzijds door een kilometerheffing voor vrachtwagens. "Buitenlandse vrachtwagens laten mee betalen voor het gebruik van onze wegen is OK. Vlaamse vrachtwagens betalen nu ook al voor het wegengebruik in Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Noorwegen, Oostenrijk en Tsjechië en straks ook in Groot-Brittannië. Hier raken de Vlaamse meerderheidspartijen het maar niet eens over de wijze waarop een veralgemeend systeem kan worden ingevoerd. Hoe langer ze discussiëren, hoe meer inkomsten Vlaanderen misloopt," meent Glorieux. Glorieux stelt voor resoluut te kiezen voor een "slimme" kilometerheffing. Concreet betekent dit dat de bestaande belastingen voor vrachtwagens worden vervangen door een kilometerheffing op alle Vlaamse wegen. "Kiezen voor een wegenvignet is kiezen voor een halfslachtige oplossing. Een slimme kilometerheffing heeft alleen maar voordelen, zowel voor het milieu als voor de belastingbetaler," zo meent Glorieux. "Buitenlandse vrachtwagens zullen mee betalen voor veiliger wegen en een beter leefmilieu in Vlaanderen. Door de kilometerheffing op alle Vlaamse wegen in te voeren, zullen vrachtwagens geen sluiproutes via woonkernen beginnen zoeken. Bij een kilometerheffing die enkel geldt op autostrades zal dat echter meer dan ooit gebeuren. Bovendien legt een slimme kilometerheffing ook de nadruk op de nood aan een duurzaam mobiliteitsbeleid. De vrachtwagens betalen zo niet enkel per gereden kilometer maar ook naarmate zij meer of minder vervuilen. Zo komen we tegemoet aan het Vlaamse Klimaatbeleidsplan. Dat voorziet tegen 2010 in een stabilisatie van de CO2-emissies door de transportsector ten opzichte van 1999. Willen we dat halen dan zullen we het aantal gereden vrachtwagenkilometers fors moeten verminderen en dus naar alternatieven moeten zoeken. Via het Eurovignet wordt nu een forfaitaire belasting geheven op vrachtwagens zwaarder dan 12 ton. Een heffing per gereden kilometer daarentegen beloont die transportfirma's die oplossingen zoeken via het spoor of via de binnenwateren. Een kilometerheffing wordt zo ook een wapen om ozonpieken te bestrijden."

Groen! weet zich in haar voorstellen tot de invoering van een kilometerheffing alvast gesteund door de Vlaamse MINA-Raad en door de studie Quickscan Wegenvignet van het Departement LIN van de Vlaamse administratie. "Een kilometerheffing is gewoon eerlijker," meent Eloi Glorieux. "De vaste forfaitaire kosten - de verkeersbelasting, de BIV, het Eurovignet - zijn voor elkeen gelijk, zowel voor arm als voor rijk. Die schaffen we af. In ruil komt er een heffing per gereden kilometer. Wie meer rijdt, meer betaalt. Wie minder rijdt en dus minder vervuilt, minder betaalt."
---

Voorstel van resolutie

Tot invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens in Vlaanderen

Het Vlaams Parlement

Heeft kennis genomen van het rapport Quickscan Wegenvignet van het departement LIN van april 2005, vraagt de Vlaamse Regering


1. Werk te maken van de vervanging van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling voor vrachtwagens enerzijds en het eurovignet voor vrachtwagens anderzijds door een sturende kilometerheffing voor vrachtwagens en dat in verschillende stappen :


1. Door in eerste instantie zo snel als mogelijk naar Duits model, een kilometerheffing voor vrachtwagens van meer dan 12 ton in te voeren met een ecologische modulering naargelang het type vrachtwagen en de milieuprestaties van het voertuig
2. Door deze kilometerheffing conform de voorziene aanpassing van de Eurovignetrichtlijn (1999/62/EG), vervolgens uit te breiden naar alle vrachtwagens van meer dan 3,5 ton

3. Door de veralgemeende kilometerheffing voor vrachtwagens vervolgens verder te moduleren, rekening houdend met het tijdstip (al dan niet spitstijden) en de zones (al dan niet congestiegevoelige zones) van de verplaatsing


2. Om te onderzoeken of bestaande en geplande tolheffingen voor tunnels of bruggen (m.n. de bestaande tolheffing voor de Liefkenshoektunnel en de geplande tolheffing voor de nieuwe Oosterweelverbinding, wat de vrachtwagens betreft, niet beter kunnen geïntegreerd worden in een stelsel van een veralgemeende kilometerheffing voor vrachtwagens. Het gebruik van een brug of tunnel kan als extra criterium opgenomen worden voor de berekening van een gemoduleerde kilometerheffing. Dit deel van de opbrengst van de Vlaamse kilometerheffing kan toegewezen worden aan de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel.


3. Het Vlaams Parlement vraagt aan de Vlaamse Regering om bij deze fiscale omzetting de aanbevelingen op te volgen van de studie Quickscan Wegenvignet van het departement LIN, met name :


1. De kilometerheffing voor vrachtwagens toe te passen voor het hele wegennet en niet enkel op het hoofdwegen en primaire wegen, om ontwijkverkeer naar secundaire of lokale wegen te voorkomen,
2. Bij de keuze van de controle-technologie rekening te houden met de kostprijs van het systeem, de flexibiliteit van het systeem, de mogelijke fraudegevoeligheid, de afstemming op systemen in het buitenland en de bescherming van de privacy van de chauffeurs. Om inz. ook rekening te houden met de noden van occasionele gebruikers van onze wegen. Uiteraard mogen geen sytemen gekozen worden die het congestierisico verhogen.

3. Om op tijd onderhandelingen te starten met de federale overheid wat de inning van de bestaande verkeersbelastingen betreft en het handhavingsbeleid,

4. Om op tijd onderhandelingen te starten met de andere gewestoverheden om uit het nationale Eurovignet te stappen en om in de mate van het mogelijke tot een uniform systeem te komen of op zijn minst overeenstemming te bereiken over de systemen die men per gewest wil invoeren.

5. Om op Europees niveau aan te dringen op een nieuwe eurovignetrichtlijn die zoveel mogelijk mogelijkheden biedt om naast aanleg-, onderhouds- en ongevallen-kosten ook andere kosten (zoals kosten voor milieu en gezondheid) door te rekenen, zodat de mogelijke besteding van de opbrengst van de heffing ook aanzienlijk kan verruimd worden (cf. ook de met redenen omklede motie stuk 315 van 4/5/2005).


4. Het Vlaams Parlement onderschrijft de beslissing van de Vlaamse Regering om het Quickscan-rapport te bespreken met het maatschappelijk middenveld. Anderzijds dringt het Parlement er op aan dat de Regering zo snel mogelijk zelf een positie zou innemen, zodat ambtelijk overleg én overleg met het middenveld op basis van concrete voorstellen kan verlopen, zodat men op korte termijn tot een technisch onderbouwde en breed gedragen oplossing komt.

Toelichting

Op vraag van de Vlaamse Regering werd een eerste studie opgemaakt over de mogelijke invoering van een wegenvignet. In deze Quickscan worden alle mogelijkheden geschetst op basis van reëel bestaande buitenlandse voorbeelden. En er worden concrete aanbevelingen gedaan. De conclusie van de studie is niet dat een vignet of tol op de Vlaamse wegen niet mogelijk zou zijn. Wel dat men vanuit het beleid heel goed moet weten wat men wil, wat het doel is van de invoering van een vignet of tol. Wil men de mobiliteit sturen? De verkeersruk verminderen? Of de milieudruk van het verkeer omlaag brengen? De spitsuren spreiden en zo de files minder lang maken? Of wil men vooral geld om (nieuwe) autowegen te financieren?

Als men in deze duidelijk durft te kiezen, staat niets de invoering van een veralgemeend systeem voor Vlaanderen in de weg. Mits men omzichtig te werk gaat bij de invoering ervan, rekening houdend met grote en kleine fouten die in andere landen gemaakt werden.

Buitenlandse vrachtwagens mee laten betalen voor het gebruik van onze wegen? OK, waarop wachten we?

De CD&V-fractie wees er vroeger reeds op dat door de invoering van een Vlaams wegenvignet men ten minste het voordeel heeft dat men buitenlandse vrachtwagens mee kan laten betalen voor het gebruik van onze wegen. Vlaamse vrachtwagens betalen immers nu reeds voor het gebruik van het wegennet in Frankrijk, Italië, Duitsland, Zwitserland, Spanje, Noorwegen, Oostenrijk en Tsjechië en straks ook in Groot-Brittannië (cf. resolutie Decaluwé/Caluwé van 30 oktober 2003). De tegemoetkoming aan Vlaamse chauffeurs die in Duitsland tol moeten betalen, biedt weinig soelaas op langere termijn.

Talmen met de invoering van een wegenvignet of een vergelijkbare heffing, betekent dus dat we de nodige inkomsten inde tussentijd mislopen. Als de enige reden daarvoor is, dat men het binnen de Vlaamse meerderheid niet eens geraakt over de wijze waarop een veralgemeend systeem kan ingevoerd worden, dan is dit wel bijzonder schrijnend.

Kiezen voor duurzaamheid

De Groen!-fractie wil bij de keuze van een verrekening van kosten duidelijk de nadruk leggen op de nood aan een duurzaam mobiliteitsbeleid. De gebruiker van wegen dient te betalen, maar ook de vervuiler. Een verschuiving binnen de Vlaamse verkeersbelastingen moet voor ons vooral gericht zijn op het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen : minder verkeer minder uitlaatgassen die onze gezondheid bedreigen (bv. dieselroet), minder uitstoot van broeikasgassen. Dat is voor ons de prioriteit en duidelijk niet het genereren van nieuwe middelen om de aanleg van nieuwe wegen (missing links) te financieren. Als er nieuwe inkomsten zijn, geven we de voorkeur aan besteding van die middelen om er alternatieven voor het wegtransport mee te financieren. Het wegwerken van files is een secundaire doelstelling, waarbij voor ons de externe effecten (op gezondheid en milieu) van files ook in rekening dienen gebracht te worden. Ten slotte is de verkeersveiligheid voor ons de prioritaire randvoorwaarde (bv. het vermijden van nieuw sluipverkeer op secundaire of locale wegen).

Om al die redenen kiest Groen! voor een verschuiving (geen verhoging) van verkeersbelastingen :


1. de afschaffing van de bestaande belastingen (eurovignet voor vrachtwagens boven de 12 ton verkeersbelasting belasting op de in verkeersstelling)


2. vervanging van deze belastingen door een kilometerheffing op alle Vlaamse wegen


3. deze kilometerheffing wordt in stappen ingevoerd, rekening houdend met de evolutie in andere Europese landen en de regelgeving van de EU : eerst voor zware vrachtwagens, dan voor alle vrachtwagens.


4. de kilometerheffing wordt ecologisch gemoduleerd (een lagere heffing voor vrachtwagens die minder vervuilen) en kan aangepast worden aan plaats, tijd en wegvak/kunstwerk.

Kyoto

In het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2002-2005 wordt wat de sector mobiliteit betreft veel verwacht van de implementatie van het Vlaams Mobiliteitsplan. In het Mobiliteitsplan zelf wordt erop gewezen dat de reductie van de CO2-uitstoot in andere maatschappelijke sectoren wordt tenietgedaan door de stijging van de CO2-emissie in de transportsector.

Daarom wordt voor de transportsector in Vlaanderen gestreefd naar een stabilisatie van de CO2-emissies in 2010 ten opzichte van 1999. Dit veronderstelt dat de overeenkomst met de Europese autoconstructeurs (ACEA) tot de verwachte vermindering van brandstofverbruik leidt en dat een modale verschuiving wordt verwezenlijkt overeenkomstig het voorgesteld duurzaam mobiliteitsscenario (ontwerp mobiliteitsplan, p. 291). In het trendscenario zouden de CO2-emissies echter fors toenemen tegen 2010.

Om het duurzame scenario te benaderen, zal in elk geval het aantal gereden auto- en zeker het aantal gereden vrachtwagenkilometers fors dienen te verminderen. Een modal shift naar meer vervoer van goederen over het spoor of het water is noodzakelijk.

Van een forfaitaire naar een ecologisch sturende belasting

Dat kan mee bereikt worden door de inzet van fiscale instrumenten. De forfaitaire belasting die nu geheven wordt op vrachtwagens van meer dan 12 ton (het eurovignet) kan vervangen worden door een heffing die meer kansen biedt om ecologisch te sturen. Een heffing per gereden kilometer zal het afleggen van lange afstanden over de weg eerder ontmoedigen en de alternatieven (spoor, binnenwater) competitiever maken. Korte ritten per vrachtwagen, in het kader van multimodaal vervoer bv., worden dan relatief minder belast.

De Vlaamse MINA - Raad pleit voor de invoering van een kilometerheffing:

Via een kilometerheffing kan de regering tegemoetkomen aan het principe van volledige en

correcte kostentoerekening. De tijd- en plaatsgebonden congestiekosten kunnen berekend

worden en gedifferentieerd in functie van de milieukarakteristieken van de voertuigen.

Tenslotte belast een kilometerheffing ook het transitverkeer en niet alleen de eigen

weggebruikers.

(cf. advies over het voorontwerp van programmadecreet ter aanpassing van de begroting 2003, 9 mei 2003)

Variabilisering

De invoering van een heffing per kilometer is ook een concrete toepassing van het principe van de variabilisering van de autokosten voor vrachtwagens. In feite is er al lang consensus over het feit dat gekozen dient te worden voor een variabilisering van de autokosten. Zelfs Febiac is vragende partij. De variabilisering was opgenomen in het federale paarsgroene regeerakkoord en in het paarse regeerakkoord, maar er is voorlopig nauwelijks een stap vooruit gezet. Als we de geleidelijke vermindering van de inschrijvingstaks in combinatie met een lichte accijnsverhoging even buiten beschouwing laten. Dit was vooral een financieringsoperatie.

De invoering van een kilometerheffing is wél een geloofwaardige en concrete toepassing van het principe van de variabilisering : het (veel) rijden met een voertuig (variabele kost) wordt relatief meer belast door een heffing per kilometer. Maar in ruil worden dan wel de vaste kosten sterk verminderd : door de afschaffing van de verkeersbelasting, de BIV, het eurovignet.

Door niet te kiezen voor een sturing via accijnzen op de brandstof, blijft de variabiliseringsoperatie grotendeels op gewestniveau. Hoewel toch afspraken zullen nodig zijn met de federale overheid (die deze belastingen int en ook verantwoordelijk is voor het toezicht) en de andere twee gewesten (via een samenwerkingsakkoord).

Ecologische modulering van belastingen m.b.t. verkeer

Een bijkomend ecologisch effect kan bereikt worden door verkeersbelastingen van welke aard ook ecologisch te moduleren, d.w.z. dat oudere types van voertuigen (vrachtwagens) die meer vervuilen of zwaardere voertuigen (met minimaal 4 assen bv.) zwaarder belast worden. Een dergelijke differentiatie is reeds voorzien in de bestaande Eurovignetrichtlijn van 17 juni 1999 en overgenomen in de Belgische wetgeving.

Bij de inwerkingtreding van het Kyotoverdrag op 16/2/2005 pleitte milieuminister Peeters voor de invoering van een groen wegenvignet, d.i. een vignet voor alle types van (vracht)wagens dat bovendien ook ecologisch zou gemoduleerd worden. Mobiliteitsminister Van Brempt onderschreef deze visie. Ook Spirit pleitte recent nog voor een slim wegenvignet.

Interessant is bovendien dat minister Peeters op 15/2 verwees naar het Duitse voorbeeld. Daar is de volgende modulering voorzien :

LKW über 12 Tonnen

Kategorie A

Kategorie B

Kategorie C

bis 3 Achsen

9 Cent

11 Cent

13 Cent

4 oder mehr Achsen

10 Cent

12 Cent

14 Cent

Er wordt rekening gehouden met het aantal assen en met drie verschillende categorieën Schadstoffklassen (overeenkomstig emissieniveaus).

Deze modulering wordt echter toegepast op de sinds 1 januari van dit jaar ingevoerde kilometerheffing, niet langer op een vignet.

Een ecologische modulering kan zowel toegepast worden op heffingen voor het gebruik van infrastructuur (vignet, tolheffing, kilometerheffing) als op niet-gebruik-gebonden belastingen op verkeer (verkeersbelasting, belasting op de inverkeerstelling of BIV).

Voor de BIV werd een dergelijke ecologische modulering reeds doorgevoerd door het ontwerp van decreet tot wijziging van de artikelen 98 en 100 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, goedgekeurd in het Vlaams Parlement op 8 mei 2002.

In een op 5 mei 2004 plenair goedgekeurde resolutie (stuk 2243) werd gevraagd een soortgelijke modulering te onderzoeken voor de verkeersbelasting, inz. voor wagens die rijden op LPG en voor wagens die al voldoen aan de Euro V - norm.

Stappenplan

Het lijkt aangewezen om bij een grondige verschuiving van belastingen op het verkeer in Vlaanderen niet over één nacht ijs te gaan.

In het rapport Quickscan Wegenvignet van het departement LIN wordt gewezen op het volger- voordeel dat Vlaanderen heeft doordat men kan leren uit goede en slechte voorbeelden uit andere Europese landen. Vooral het gestuntel met de invoering van de Duitse kilometerheffing vorig jaar is een goede illustratie van hoe het best niet moet. De randvoorwaarden (zowel op juridisch als op technisch vlak) werden in het rapport uitvoerig in kaart gebracht. Er zijn geen wezenlijke beletsels om een heffingensysteem ook in de typisch Vlaamse situatie (met een heel dicht wegenwet en veel op- en afritten) in te voeren. Mits men de juiste keuzes maakt van toepassingswijzen en technieken. Toch is een geleidelijke aanpak te verkiezen. Zodat men modellen die in het buitenland al veelvuldig beproefd werden, in de Vlaamse praktijk effectief kan toetsen.

Daarbij ligt het voor de hand eerst het voorbeeld van onze Oosterburen te volgen en Duitsland te volgen in de overstap van Eurovignet naar kilometerheffing.

De volgende stap kan best gezet worden conform de nieuwe versie van de Eurovignetrichtlijn. Daarbij zouden dan alle vrachtwagens boven de 3,5 ton kunnen gevat worden.

In een laatste stap kan een en bijkomende sturing naar tijdstip en plaats doorgevoerd worden. De transactiekosten mogen dan niet te zwaar doorwegen. Bovendien moeten chauffeurs op voorhand weten hoe de tarieven bepaald worden, zodat ze hun rijgedrag eventueel kunnen aanpassen.

Europa

De Europese Commissie sprak reeds de wens uit om op middellange termijn over te gaan tot de invoering van een elektronische kilometergebonden heffing voor vrachtwagens in haar Witboek (Een eerlijke vergoeding voor het infrastructuurgebruik) van 1998. In richtlijn 2004/52/EG betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingensystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap worden normen voorzien inzake de technische voorwaarden waaraan elektronische tolheffingensystemen zullen moeten voldoen.

De aan gang zijnde bijsturing van de Eurovignetrichtlijn gaat ook al in die richting.

De Europese Ministerraad van 21/4/2005 besliste namelijk tot een wijziging van de Eurovignetrichtlijn (1999/62/EG) waarin de criteria vastgelegd zijn voor het belasten van vrachtwagens voor het gebruik van wegen. De grote lijnen van de ministerraad:


* Heffingen mogen variëren zowel rekening houdend met de uitstoot (emissieklassen), als met tijdstip, plaats, dag of seizoen. De twee soorten variaties kunnen ook gecombineerd worden.
* De richtlijn is in eerste instantie bedoeld voor wegen in het TEN (Trans Europees Netwerk), maar lidstaten mogen ook heffingen instellen op andere wegen

* Enkel infrastructuurkosten (constructiekosten voor de laatste 30 jaar) en niet door de verzekering gedekte ongevallenkosten kunnen verrekend worden

* Een verhoging met 25% (mark-up) is enkel mogelijk in berggebieden
* De besteding van de opbrengsten is geheel vrij (principe van de subsidiariteit). De ministerraad heeft een voorkeur voor besteding van de opbrengsten binnen de sector transport.

Vanuit Vlaanderen kwam de vraag om ook voor stedelijke gebieden een verhoging (mark-up) toe te staan dit werd voorlopig niet weerhouden. De Vlaamse bekommernis slaat vooral op de tolheffing die voorzien wordt in het kader van de BAM-constructie. Als men zich strikt moet beperken tot het doorrekenen van de kost van de bouw van de Oosterweelverbinding, wordt de financiering van andere projecten van het Masterplan (bv. tramverlengingen, opwaardering Albertkanaal, fietswegen,..) bemoeilijkt.

Dit voorstel gaat nu naar het Europees Parlement voor een tweede lezing. Waar zeker nog pogingen zullen ondernomen worden om het bij te sturen.

De belangrijkste eis vanuit de milieubeweging is dat in het voorstel van de raad geen mogelijkheid voorzien is om externe kosten (milieuvervuiling) door te rekenen.

Als deze mogelijkheid er toch komt, verruimt dat de mogelijkheden om ook andere mobiliteitsprojecten mee te financieren.

Tegelijk is de vraag of de eerste Vlaamse reactie niet te veel ingegeven was vanuit een fixatie op enkel de BAM-financiering. Als men ruimer denkt, in termen van de invoering van een heffingen - systeem over heel Vlaanderen, worden de mogelijkheden om ook alternatieve vervoersmodi mee te financieren ook veel groter.

Integratie bestaande en geplande tolheffingen

Op dit ogenblik bestaat er al één tolheffing in Vlaanderen : aan de Liefkenshoektunnel.

Met volgende tarieven:

Tarieven per 1 januari 2005

Huidige tarieven

Per 01.01.2005

Manueel

Teletol

Categorie 1


5.00 EUR

2.85 EUR

Categorie 2

15.00 EUR

11.35 EUR

Inclusief BTW (21%)

Tijdens de werken aan de Ring lag het tarief voor teletol voor vrachtwagens iets lager.

Buiten het onderscheid personenwagens (lager dan 2 meter) en vrachtwagens, is er van enige (bv. ecologische) modulering geen sprake.

Er is ook geen variatie naargelang het tijdstip voorzien. Enkel, bij calamiteiten is het gebruik van de tunnel gratis en wordt een schaduwtol betaald door de Vlaamse overheid.

Voor de nog aan te leggen Oosterweelverbinding wordt ook een tolheffing voorzien :

Geïndexeerde toltarieven van 2 voor personenwagens en van 13 voor vrachtwagens in 2001 (2,4 en 15,6 EUR in 2010) (cf. presentatie in het Vlaams Parlement van 15/2/2005).

Andere moduleringen (bv. ecologisch) of variaties (bv. naar tijdstip) zijn niet voorzien.

Er blijft discussies over mogelijke vrijstellingen (voor bewoners, voor intern havenverkeer,..)

Los van de vraag wat het eventuele impact zal zijn van de Eurovignetrichtlijn op de hoogte van de tol die kan geheven worden, moet wellicht de vraag gesteld worden of het zin is deze beide tolheffingen apart aan te houden, los van een nieuw in te voeren systeem van vignet of kilometerheffingen voor heel Vlaanderen. In het voorstel van resolutie Decaluwé/Caluwé (stuk 1932 (200-2004)) werd bv. ook al gesuggereerd dat de invoering van een wegenvignet tolheffingen op nieuwe infrastructuurwerken (zoals bijvoorbeeld die van het Masterplan) overbodig zou maken, omdat ze met de opbrengst van het Wegenvignet gefinancierd kunnen worden.

Het lijkt niet meer dan logisch om te onderzoeken of bestaande en geplande tolheffingen voor tunnels of bruggen inderdaad niet beter kunnen geïntegreerd worden in (bijvoorbeeld) een stelsel van een veralgemeende kilometerheffing voor vrachtwagens. Het gebruik van een brug of tunnel kan als extra criterium opgenomen worden voor de berekening van een gemoduleerde kilometerheffing. Dit deel van de opbrengst van de Vlaamse kilometerheffing kan toegewezen worden aan de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel.

Voor personenwagens die gebruik maken van tolwegen (i.c. de Liefkenshoektunnel en de Oosterweelverbinding) kan daarnaast gewerkt worden met een systeem van automatische nummerplaatherkenning (ANPR of Automatic Number Plate Reader). Hoe dan ook dringt de Europese richtlijn 2004/52/EG rond de interoperabiliteit van elektronische tolsystemen aan op de veralgemening van systemen gebaseerd op satelliet positionering en mobiele communicatie (GSM/GPRS).

Technische randvoorwaarden

De randvoorwaarden voor de invoering van een kilometerheffing zijn van groot belang. In de Quickscan-rapport werden ze voldoende aangegeven.


* De kilometerheffing kan best toegepast worden over het hele wegennet en niet enkel op het hoofdwegen en primaire wegen, om ontwijkverkeer naar secundaire of lokale wegen te voorkomen. Een sterk argument tegen rekening rijden was klassiek dat uit Nederlandse studies bleek dat daardoor meer verkeer zou plaats vinden op kleinere wegen meer overlast zou ontstaan en bovendien meer ongevallen zouden gebeuren. Dit kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Minister Van Brempt stelt terecht dat een nieuw heffingensysteem niet tot nieuwe vormen van overlast mag leiden.
* Bij de keuze van de controle-technologie (transponders bv. on board units enerzijds en bakens op of langs de weg of GPS-detectiesystemen anderzijds) dient rekening te worden gehouden met de kostprijs van het systeem, de flexibiliteit van het systeem, de mogelijke fraudegevoeligheid, de afstemming op systemen in het buitenland en de bescherming van de privacy van de chauffeurs. Bijzondere aandacht is nodig voor een efficiënte registratie van occasionele gebruikers zonder dat dit leidt tot een buitensporige meerkost.. Uiteraard mogen geen systemen gekozen worden die het congestierisico verhogen. Maar zoals hierboven al aangegeven heeft Europa de marges terzake al sterk vastgelegd.

Beslissen samen met de federale overheid en de gewesten.

Vlaanderen kan een dergelijke verschuiving van verkeersbelastingen niet op haar eentje beslissen. De beslissing om uit de huidige Eurovignetregeling te stappen moet genomen worden samen met de andere gewesten. Als men op korte tijd een nieuwe regeling wenst, is het zaak bijna onmiddellijk met onderhandelingen te starten met de federale overheid wat de inning van de bestaande verkeersbelastingen betreft en het handhavingsbeleid na invoering van het nieuwe systeem. Het zou een goede zaak zijn moesten de drie gewesten het kunnen eens worden over één geïntegreerd systeem. Als men rekening houdt met de richting die Europa uit wil op middellange termijn, moet dit perfect mogelijk zijn.