PGGM
1,1 miljoen werknemers zorg en welzijn krijgen flexibele
pensioenregeling
Het bestuur van PGGM heeft vrijdag 17 juni, na een positief advies van
de PGGM Raad, ingestemd met een nieuwe, flexibele pensioenregeling
voor de sector zorg en welzijn. Daarmee kunnen werknemers kiezen
tussen eerder stoppen (gemiddeld rond 62 jaar) of langer doorwerken.
Met deze regeling is er optimale pensioenopbouw mogelijk in
collectiviteit en solidariteit en anderzijds alle ruimte voor
individuele keuzes.
Begin april nam het bestuur een principe-besluit over VUT, prepensioen
en levensloop naar aanleiding van het kabinetsbesluit in februari
2005. De afschaffing van de belastingvoordelen van het prepensioen
(FLEX-pensioen bij PGGM) heeft het bestuur aangegrepen voor een
vernieuwing van de pensioenregeling, in lijn met het Sociaal Akkoord
van november 2004.
De nieuwe pensioenregeling betekent:
* dat werknemers meer ouderdomspensioen gaan opbouwen (van 1,75%
naar 2,05%) over een groter deel van het salaris
* dat werknemers daarmee het pensioen eerder of later dan op 65 jaar
kunnen aanspreken. Wie later met pensioen gaat wordt financieel
beloond
* dat er binnen de pensioenregeling individuele keuzes mogelijk
zijn, zoals het verschuiven van partnerpensioen naar het
ouderdomspensioen en omgekeerd.
Voor werknemers geboren vóór 1950 blijft, als overgangsmaatregel, de
bestaande pensioenregeling van kracht.
De totale premie voor 2006 voor de nieuwe pensioenregeling zal 2,05%
lager zijn ten opzichte van de eerder verwachte premie. De sector
heeft aangegeven de ruimte die de lagere pensioenpremie biedt onder
andere te willen gebruiken voor een start van de levensloopregeling.
Dat is nog onderwerp van nader overleg in de sector. De
levensloopregeling wordt straks aangeboden door Careon, een
dochteronderneming van PGGM.
PGGM - 20 juni 2005