College van Beroep voor het bedrijfsleven
Geen schending hoorplicht
De rechtbank heeft overwogen dat de gemachtigde van betrokkene in de
gelegenheid is geweest op de hoorzitting het woord te voeren. Dat hij
daartoe inhoudelijk onvoldoende in staat was omdat hij het
dienstenrapport nog niet met betrokkene had kunnen bespreken, dient
naar het oordeel van de rechtbank voor rekening en risico van (de
gemachtigde van) betrokkene te blijven. Betrokkene had haar visie op
dit rapport schriftelijk aan de gemachtigde kenbaar kunnen maken. De
termijn van ruim twee weken die daarvoor beschikbaar was is niet
zodanig kort dat een dergelijke reactie niet mogelijk was. Voorts komt
ziekte van een secretaresse van de gemachtigde voor diens
ondernemersrisico. Tenslotte is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat
betrokkene niet in staat is geweest tot mondelinge communicatie. De
Raad onderschrijft dit standpunt van de rechtbank op grond waarvan is
geoordeeld dat er geen sprake is van schending van artikel 7:2 van de
Awb.
LJ Nummer
AT6011
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 20 juni 2005 Naar boven