Ministerie van Buitenlandse Zaken

Evaluatie Memorandum of Understanding Rwanda - Nederland

Kamerbrief inzake Evaluatie Memorandum of Understanding Rwanda - Nederland (word)
Evaluatie Memorandum of Understanding Rwanda - Nederland

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag
Directie Sub-Sahara Afrika
Afdeling Midden- en Oost-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den HaagBezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den HaagBezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den HaagBezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum15 11 aprijunil 2005OpstellerdllldAnneloes Schueler KenmerkDAF- 426-237/05Telefoon070-348 57 75
Blad1/33Fax070-348 66 07
Bijlage3-daf@minbuza.nl
BetreftEvaluatie Memorandum of Understanding
Rwanda - Nederland

Zeer geachte Voorzitter,

Met verwijzing naar mijn brief aan uw Kamer van 11 april 2005jl. met het kenmerk DAFF-237434/05 inzake het op XXXX 11 maart 2005 tussen Rwanda en Nederland overeengekomen Memorandum of Understanding (MoU), Overeengekomen Memorandum of UnderstandingGraag bied ik u bijgaand aan, naar aanleiding van mijn brief aan uw Kamer van 29 september 2003 inzake de evaluatie van het MoU over het jaar 2002, het nieuwe Memorandum of Understanding (MoU) aan tussen Rwanda en Nederlandde belangrijkste punten uit het evaluatierapport aan over , opgesteld door een team van onafhankelijke consultants, inzake het functioneren van het oude voorgaande Memorandum of Understanding (MoU) tussen Nederland en Rwanda, dat in februari 2002 XXXX werd overeengekomen. aan. Met verwijzing naarDit naar aanleiding van in vervolg op mijn brief aan uw Kamer van 11 april jl. met het kenmerk DAF-434/05 wordt inzake de ondertekening van het op XXXX tussen nieuwe MoU tussen Rwanda en Nederland. Het rapport is opgesteld dfoor onafhankelijke deskundigen. De finale versie is op 12 mei 2005 afgerond.

Dit MoU is op 11 maart 2005 door de Rwandese Minister van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassadeur te Kigali ondertekend.

In deze brief worden achtereenvolgens zal allereerst worden ingegaan op het verloop van de onderhandelingen tussen beide partijen. Vervolgens zal de onderbouwing worden gegeven voor de inhoud van het nieuwe MoU. Tot slot zal de evaluatie van het 'oude' MoU over de jaren 2003/2004 ter sprake komen en zal worden ingegaan op de wenselijkheid en haalbaarheid van een gezamenlijk MoU tussen Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Nederland enerzijds en Rwanda anderzijds. een korte achtergrondsschets worden gegeven van s s , . Vervolgens zal worden ingegaan op de inhoud van het evaluatierapport en het en zal op basis van de bevindingen iets worden gezegd over het recent ondertekende nieuwe MoU besproken. Tevens wordt in gegaan zal op de toekomstige verhouding tussen Nederland en Rwanda. in het licht van het gegeven commentaar worden bezien .

Omdat

1. Verloop van de onderhandelingen

Net als in voorgaande jaren is ook over 2004 een externe evaluatie uitgevoerd. Aangezien van het functioneren van het MoU door de toenmalige consultant en methodologisch voldoende bevredigend nieuw nieuw team van nieuwe deskundigen aangezocht om de activiteiten in de jaren 2003 en 2004 te evaluerennieuwe consultants ingehuurd. Deze consultants heeftbben naast 20043 tevens het jaar 20034 onder de loep genomen..sbruikbaar rapport, dwat is rapport dat en breed groot Naar aanleiding van mijn brief aan uw Kamer van 29 september 2003 inzake de evaluatie van het MoU over het jaar 2002 (DAF-644/03), is door mij toegezegd het MoU met Rwanda te zullen herzien, aangezien de inhoud van het oude MoU was gedateerd en Rwanda na de verkiezingen van 2003 een nieuwe fase is ingegaan. De ervaringen met het MoU zijn positief. Zo biedt het MoU een handvat voor het voeren van een beleidsdialoog en is het een kader voor de Nederlandse inzet in Rwanda, mede om de voorspelbaarheid hiervan te vergroten. Tevens draagt het MoU bij aan een inzichtelijke monitoring van de uitvoering van beleidsafspraken en activiteiten binnen de partnerschapsrelatie met Rwanda.

Ambassade Kigali heeft vorig jaar een nieuw concept MoU voorgelegd aan de Rwandese autoriteiten dat vergelijkbaar was met het oude MoU. In het hierop volgend overleg tussen Nederland en Rwanda kwam naar voren dat in het concept relatief weinig aandacht werd geschonken aan de langere termijn inzet van Nederland binnen de partnerschapsrelatie met Rwanda. Hierdoor zou het accent binnen de beleidsdialoog te veel komen te liggen op de voorwaarden die ten grondslag liggen aan de samenwerking, terwijl de dialoog zou moeten gaan over de uitvoering van de wederzijdse verplichtingen binnen de samenwerking gericht op de realisatie van gemeenschappelijke doelstellingen. De Nederlandse ambassade heeft daarop samen met de Rwandese autoriteiten een herzien MoU opgesteld dat:
1. Geënt is op het voeren van een politieke dialoog op basis van gelijkwaardigheid; en
1. Beter aansluit bij het MoU dat Rwanda heeft afgesloten met Zweden (met het VK is Rwanda nog in onderhandeling).


2. Inhoud van het nieuwe MoU

In vergelijking met het MoU 2002 geeft het nieuwe MoU meer ruimte voor een open en constructieve dialoog. Bovendien is het nieuwe MoU meer in balans voor wat betreft wederzijdse verplichtingen. Het nieuwe MoU bestaat uit een kaderovereenkomst die de wederzijdse intentie tot een langdurige bilaterale relatie tussen de twee landen benadrukt. Om het geheel van politieke, sociale en economische ontwikkelingen in kaart te brengen die samenhangen met de algemene afspraken binnen het MoU, is een lijst indicatoren opgesteld mede op basis van de afspraken gemaakt in het kader van OESO/DAC inzake 'goed donorgedrag'. Deze lijst dient voor Nederland als uitgangspunt voor bilaterale gesprekken over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het MoU en de daaruit volgende verplichtingen. Voor Nederland zijn enkele belangrijke punten zoals de relatie met de DRC en meer openheid en tolerantie in de Rwandese samenleving in deze indicatoren verwerkt.


3. Evaluatie over de jaren 2003-2004 / gezamenlijk MoU

Het rapport van de evaluatie van het MoU over de jaren 2003-2004 zal in mei 2005 gereed zijn. Het jaarlijkse bilaterale beleidsgesprek tussen de Rwandese autoriteiten en Nederland zal na deze evaluatie plaatsvinden.

Nadat tevens de evaluaties van het Zweedse en het Britse MoU zijn gemaakt, wordt bezien in hoeverre een gezamenlijk MoU tot de mogelijkheden behoort. Een MoU tussen deze drie landen en de Rwandese overheid kan voor alle partijen voordelig zijn. Zo zullen de Rwandese autoriteiten in mindere mate worden geconfronteerd met donoren die verschillende voorwaarden hanteren en wordt zo de schaarse capaciteit van de overheid minder belast. Tevens zal de politieke dialoog meer gewicht krijgen wanneer de drie landen samenwerken.


1. Inhoud van het rapport

Het rapport is goed onderbouwd en bestrijkt een groot aantal aandachtsvelden op grond waarvan de voortgang in Rwanda kan worden gemeten. Daarmee geeft het rapport een duidelijk en onafhankelijk beeld van de ontwikkelingen in Rwanda over de afgelopen twee jaren. Daarnaast geeft het rapport een beeld van de lange termijn committering van Nederland en komt eveneens de bilaterale relatie tussen Rwanda en Nederland ter sprake.

De algehele conclusie van het onderzoek, op basis van de zes hoofdpunten die in het MoU zijn opgenomen (National Unity and Reconciliation, Conflict Resolution, Good Governance, Poverty Reduction, Macro-Economic Stability en Human Resource Development), is dat er in de trend in Rwanda sprake is van ontwikkelingen die voorzichtig positief genoemd kaunnen n worden. De deskundigen consultants zietn duidelijke vooruitgang binnen op de zes terreinen, maar noemen tevens ondanks het feit dat er ook enkele kritiekpunten worden genoemd.. In het bijzonder Zo blijftft volgens de consultants de verruiming van burgerlijke en politieke vrijheden na de verkiezingen van 2003 achter bij de verwachtingen. Voorts zou.. wege en zulen dientengevolge op het gebied van goed bestuur en mensenrechten de verwachtingen voorlopig beperkt moeten zijnVoorts zou kan de Rwandese regering de beschikbare middelen effectiever moeten kunnen inzetten op m.b.t. armoedebestrijding en izisjn zouden zijn er nog een aantal aantoonbare zwakke plekken zijn op het terrein van de openbare financiën. die aandacht verdienen. Tevens adviseren de deskundigenconsultants dat dient de Rwandese regering beter gebruik dient te maken van de bestaande consultatiemogelijkheden die in het MoU worden geboden alvorens stappen te ondernemen op gevoelige beleidsterreinen.waarvan ze weet dat deze gevoelig liggen in de internationale gemeenschap. Ten aanzien van Nederland stelt het rapport dat Nederland voldoet aan haar lange termijn committering ten opzichte van Rwanda. Een substantieel deel van de hulp gaat naar de rurale productieve sector en ook de afspraak om een partner te zijn die opereert door constructieve betrokkenheid en open en transparante dialoog wordt volledig gehonoreerd. Ten aanzien van de hulpmodaliteiten stelt het rapport dat Nederland zou kunnen overwegen om een vorm van begrotingssteun te verlenen. Echter, de wens van Rwanda om de stap van project naar (sectorale) begrotingssteun te maken dient zorgvuldig te worden afgewogen door de Rwandese regering aldus de consultants, daar begrotingssteun niet persé in haar voordeel hoeft uit te vallen. deskundigenconsultantsop ten opzichte van m.b.t. het niet verlenen van macro-economische steun.om geen budgetsteun te overwegen.Sommige landen met wie Nederland een partnerschapstrelatie heeft doen het op bepaalde punten (bv. corruptie/ engoed bestuur openbare financiën) aanzienlijk slechter dan Rwanda. Toch komen zij wel in aanmerking voor budgetsteun. Derhalve is de Nederlandse gepolitiseerde 'politieke' visie ten aanzien van het wel of niet verlenen van budgetsteun soms moeilijk te begrijpen, aldus de consultants. w Kop .... juni (KIDe conclusies uit het rapport zullen worden besproken tijdens het jaarlijkse bilaterale overleg tussen Nederland en Rwanda.

szijn hun oude voorgaande op daarmee samenhangende bilaterale dwIn het rapport komt het oudvoorgaande MoU uit 2002 naar voren als onevenwichtig, c.q. te 'one-sided'. Deze asymmetrische benadering is niet meer in overeenstemming met een moderne 'good donorship' relatie. Daarentegen wordt het MoU uit 2005 als in bij voorwaarden de conditionaliteiten stelt stelt zou past heden ten dagen past meer in in . passen.Gelijkwaardigheid dient hierbij voorop te staan. Voorts zou het MoU teveel zijen gericht (.... Zin loopt niet ... ) op (regionale) politieke (regionale) kwestiesfactoren, wat soms tot onrealistische eisen leidt aan de kant van Nederland. consultantsnieuwe deskundiger consultants zijismeer realistisch beschouwd. De balans tussen de wederzijdse verplichtingen is duidelijk evenwichtiger.

.
en er worden minder conditionaliteiten gesteld aan de kant van Nederland. 2. Toekomstige relatie Nederland - Rwanda

Al met al kan ik mij vinden in Dde conclusies van het rapport, dat waarbijover het algemeen voorzichtig positief , weliswaar voorzichtig, over het algemeen positief over de Rwandese ontwikkelingen wordt geoordeelt, d.worden door mij onderschreventeund???. Het evaluatierapport geeft een beeld van een land waar hard wordt gewerkt aan een betere toekomst. Uiteraard verlies ik de mensenrechtensituatie hierbij niet uit het oog. Dit onderwerp blijft voor mij een punt van centrale zorgaandacht en zal door middel van bilaterale en multilaterale initiatieven consequent op de agenda een zaak van aandacht blijven.

Evenwel mag niet worden vergeten dat Rwanda sinds 1994 de nodige hervormingen heeft doorgevoerd die er dit jaar zelfs toe hebben geleid dat het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank de Rwandese schuld hebben kwijtgescholden ter hoogte van USD 1.4 biljoenmiljard. De schuldverlichting moet worden gezien als een internationale erkenning voor het verstandige economische beleid en de jarenlange inspanningen van de Rwandese regering om het land verder te ontwikkelen en het verstandige economische beleid. Gezien het feit dat Rwanda nog maar sinds kort uit een post-conflict fase is, kan dit als een flinke opsteker worden gezien. (hm, dit is niet zo'n heel sterk stukje vind ik... misschien meer iets in de trant van "respect voor de enorme inspanningen die verricht zijn sinds 1994 . Daar waar democratische hervormingen van het staatsbestel en versterking van zowel overheid als maatschappelijk middenveld nog onvoldoende uit de verf zijn gekomen, is en blijft Nederland een belangrijke donor. Ook andere donoren zijn ervan overtuigd dat Rwanda op de goede weg is, getuige o.a. de recente unanieme goedkeuring van het HIPC-completion point.

Gezien de voorliggende evaluatie ben ik dan ook gesterkt in mijn mening dat Rwanda zich op de goede weg bevindt, ondanks het feit dat er nog veel moet gebeuren. TevensDaarom kanzal door middel van het nieuwe MoU een meer op basis van een meer gelijkwaardige relatie de open en constructieve dialoog met de Rwandese regering worden aangegaan voortgezet, die de. partnerschapsrelatie zeker ten goede zal komen.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


------------ (MS Word document geconverteerd naar platte tekst)