Vlaamse Regering in kort bestek - 17 juni 2005
Op voorstel van minister-president Yves LETERME en van
Vlaams minister Geert BOURGEOIS:
De Vlaamse Regering keurt het vacaturebericht en de
vooropgestelde selectieprocedure goed voor de invulling
van de vacante betrekking van algemeen directeur bij het
Centrum van Landbouwkundig Onderzoek (CLO). Deze functie
is vacant sinds 1 januari 2005, toen algemeen directeur
Herwig Keymeulen met pensioen ging. Sindsdien is Erik van
Bockstaele aangesteld als waarnemend algemeen directeur
van het CLO. De inhoudelijk bevoegde minister wordt nu
belast met het voortzetten van de aanwervingsprocedure.
Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN,
van vice-minister-president Frank VANDENBROUCKE en van
Vlaams minister Kris PEETERS:
Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse Regering
het besluit over de erkenning als energiedeskundige voor
woningen en de uitvoeringsvoorwaarden van de energie-
audit voor woningen definitief goed. Bij de hervorming
van de personenbelasting in 2001 werd een gedeeltelijke
belastingvermindering toegekend voor de uitgaven van een
energie-audit van een woning. Deze vorm van
belastingaftrek ging in voege vanaf 1 januari 2003. Het
ontwerp-KB ter zake vermeldt twee belangrijke elementen
wat de gewestelijke energie-aspecten betreft. Zo moeten
personen die de audit uitvoeren, erkend worden door één
der gewesten en moet het auditverslag beantwoorden aan de
door het gewest opgestelde voorwaarden.
Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN
en van Vlaams minister Geert Bourgeois:
De Vlaamse Regering keurt principieel het voorontwerp van
decreet goed over de overeenkomst tussen de Belgisch-
Luxemburgse Economische Unie (BLEU) en Azerbeidzjan. Deze
overeenkomst werd op 18 mei 2004 ondertekend door de
federale eerste minister en de president van Azerbeidzjan
en heeft als doel de wederzijdse bevordering en
bescherming van investeringen. Het voorontwerp van
decreet werd al positief beoordeeld door de SERV en wordt
nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
Op voorstel van vice-minister-president Frank
VANDENBROUCKE:
De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed
dat uitvoering geeft aan het decreet van 30 april 2004
over het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid.
Dit decreet heeft als doel een individu dat, waar dan
ook, aan een beroep verbonden competenties heeft
verworven, te verrijken met een titel van
beroepsbekwaamheid. Een titel van beroepsbekwaamheid is
een beloning voor gedane leerinspanningen en maakt
competenties zichtbaar. Een titel levert in het bijzonder
voor kansengroepen een opwaardering en versterkt de
positie op de interne en externe arbeidsmarkt. Het
uitvoeringsbesluit zet een structureel beleid ten aanzien
van het valideren van verworven competenties op de kaart.
Het uitvoeringsbesluit wordt nu voor advies voorgelegd
aan de SERV en de VlOR.
* * *
De Vlaamse Regering wijzigt principieel het besluit van
14 juni 1989 over de bekwaamheidsbewijzen, de
weddenschalen, het prestatiestelsel en de
bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs. Dit
besluit moet worden aangepast aan de nieuwe
reglementering, onder meer naar aanleiding van de
invoering van de Bachelor-Master-structuur in het hoger
onderwijs. Daarnaast zal ook de inzetbaarheid van
personeelsleden worden versoepeld en wordt het besluit
technisch op een aantal punten aangepast en
vereenvoudigd. Het besluit legt ook de maximumplage voor
alle ambten van het onderwijzend personeel vast op 1 uur
(met uitzondering van het ambt van leraar technische
vakken en beroepspraktijk, waar de maximumplage 2 uren
bedraagt). Het besluit wordt met het oog op
onderhandelingen voorgelegd aan de betrokken actoren en
vervolgens voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
* * *
Met het oog op onderhandelingen met alle betrokken
actoren hecht de Vlaamse Regering haar principiële
goedkeuring aan het besluit over een tijdelijk project
tot ondersteuning van sommige leerlingen in de optie
verzorging van de derde graad BSO van het gewoon voltijds
secundair onderwijs. Via een tijdelijk project gedurende
drie schooljaren wordt aan maximaal 10 leerlingen van het
buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) - opleidingsvorm
3 de kans gegeven om bijkomend opleiding te volgen in de
derde graad BSO van het gewoon voltijds secundair
onderwijs. Deze leerlingen krijgen daarbij extra
ondersteuning vanuit hun vroegere school voor BuSO. Dit
project wil de doorstroming bevorderen van leerlingen uit
het BuSO naar het gewoon secundair onderwijs binnen de
zorgsector door hen via extra ondersteuning de kans te
geven een diploma van het gewoon secundair onderwijs te
behalen.
* * *
Na onderhandelingen met de representatieve
vakorganisaties en de inrichtende machten beslist de
Vlaamse Regering opnieuw principieel om, met ingang van
het schooljaar 2005-2006, de benaming van het algemene
vak 'wijsgerige stromingen' te vervangen door de benaming
'filosofie'. Deze meer actuele benaming stemt beter
overeen met de reële leerinhouden. In aansluiting op dit
besluit zal ook de regelgeving op de bekwaamheidsbewijzen
en corresponderende weddenschalen moeten wijzigen.
Voormelde onderhandelingen hebben geleid tot een tweede
aanpassing van vakbenaming. Het gaat om de omzetting van
'kleding' naar 'mode'. Deze wijziging zal eveneens ingaan
vanaf 1 september 2005. Op deze manier wordt er ook
gevolg gegeven aan een VlOR-advies. Het besluit wordt nu
voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
* * *
Met het oog op onderhandelingen met alle betrokken
actoren beslist de Vlaamse Regering principieel tot
wijziging van het besluit van 23 november 2001 over
sommige bezoldigingsaspecten van personeelsleden die een
wervingsambt in bijbetrekking uitoefenen in een Centrum
voor Volwassenenonderwijs (CVO). Het besluit van 23
november 2001 werd genomen wegens een tekort aan
leerkrachten en administratieve medewerkers in het
onderwijs voor sociale promotie. Hierin werd een
maatregel uitgewerkt waardoor het leraarsambt in cumul
niet langer werd bestraft. De toenmalige minimale
verloning van personeelsleden in bijbetrekking dreigde
tot ongewenste effecten te leiden. Daarom gebeurt de
vaststelling van de wedde(toelage) in bijbetrekking naar
rata van de opdrachtnoemer en de geldelijke anciënniteit
zoals bepaald voor een hoofdambt. Het huidige besluit
verlengt de bepalingen van het besluit van 23 november
2001 in afwachting van de hervorming van het
personeelsstatuut in het nieuwe decreet
Volwassenenonderwijs.
* * *
Op 15 april 2005 keurde de Vlaamse Regering een
uitvoeringsbesluit goed bij het decreet dat een aantal
aangelegenheden van het volwassenenonderwijs regelt. Het
uitvoeringsbesluit bepaalt forfaitair voor alle Centra
voor Volwassenenonderwijs (CVO) het hen toegekende
lestijdenpakket voor het schooljaar 2005-2006 op basis
van een historisch referentiecijfer. Teneinde voor een
aantal CVO's een te grote afwijking van het aantal
financierbare leraarsuren ten opzichte van het huidige
schooljaar te vermijden, wordt het maximale afwijkings-
percentage vastgelegd op 3,5%. Het uitvoeringsbesluit
werd voor onderhandelingen voorgelegd aan alle betrokken
actoren. Deze onderhandelingen werden op 10 mei 2005
gevoerd maar leidden tot een protocol van niet-akkoord.
Omdat CVO's zo snel mogelijk op de hoogte moeten worden
gebracht van het hun toegekende lestijdenpakket voor het
schooljaar 2005-2006, keurt de Vlaamse Regering het
uitvoeringsbesluit opnieuw principieel goed en legt het
voor advies voor aan de Raad van State. De bevoegde
minister wordt gemachtigd de inhoud van het besluit mee
te delen aan de centrumbesturen in het onderwijs voor
sociale promotie.
* * *
Na advies van de Raad van State hecht de Vlaamse Regering
haar definitieve goedkeuring aan het reglementaire kader
voor de projectsubsidiëring van Regionale Technologische
Centra (RTC). Er wordt gekozen voor een wedstrijdformule
waarbij elk RTC, na een projectoproep van de overheid,
maximaal twee projecten kan indienen met telkens een
vraag voor maximaal 50.000 euro. Deze projectoproep zal
ook het totaal te verdelen bedrag vermelden, zodat op een
duidelijke manier binnen de beschikbare
begrotingskredieten kan worden gebleven.
* * *
In uitvoering van een aantal bepalingen uit CAO II en CAO
VII over het onderwijs en na onderhandelingen met alle
betrokken actoren, keurt de Vlaamse Regering opnieuw
principieel het besluit goed over het toekennen van een
vergoeding aan de personeelsleden die houder zijn van
diploma's of getuigschriften buitengewoon onderwijs. Zo
wordt een reglementaire basis gecreëerd voor vergoedingen
die momenteel worden uitbetaald op basis van een
omzendbrief. Tevens maakt het besluit mogelijk dat de
personeelsleden deze vergoeding behouden, wanneer zij in
het kader van geïntegreerd onderwijs of wegens deelname
aan het experimentele project betreffende de
ondersteuning van kinderen met een matige of ernstig
verstandelijke handicap aan het werk worden gesteld in
het gewoon onderwijs of wanneer ze aangesteld worden als
beleidsmedewerker zorg in het gewoon basisonderwijs. Het
besluit beoogt een verbetering van de arbeidsvoorwaarden
van het personeel van het buitengewoon onderwijs en wil
bijscholing en het verwerven van bijkomende competenties
aanmoedigen. Het besluit wordt nu voor advies voorgelegd
aan de Raad van State.
* * *
Na onderhandelingen met alle betrokken actoren keurt de
Vlaamse Regering opnieuw het besluit principieel goed
dat, in uitvoering van CAO VII, een aantal bepalingen aan
een besluit over de toekenning van een bijwedde voor
bepaalde personeelsleden van het onderwijs toevoegt. Zo
wordt het recht op een toekenning van bijwedde verleend
aan de inspecteurs en aan de pedagogische adviseurs en
wordt het diploma van assistent inzake beroepskeuze,
behaald in het onderwijs voor sociale promotie vanaf 1
september 1995, eveneens beschouwd als een diploma dat
recht geeft op een bijwedde. Dit wijzigingsbesluit wordt
nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
* * *
Vanaf volgend schooljaar kunnen leerkrachten vlotter
onbetaald deeltijds verlof nemen. Tot nu kon dat alleen
als de leerkracht minstens halftijds en maximaal
viervijfde bleef werken. Voortaan is de enige voorwaarde
dat hij of zij minstens één uur per week lesgeeft. Dat
staat in een besluit dat is goedgekeurd door de Vlaamse
Regering. Wie om bepaalde redenen tijdelijk minder les
wil geven, heeft daarvoor verschillende formules ter
beschikking. Net als in andere overheidssectoren kunnen
leerkrachten beslissen om halftijds of voltijds
loopbaanonderbreking te nemen. Daarnaast kunnen ze ook
deeltijds verlof nemen. Dit verlof is onbetaald, maar het
telt onder bepaalde voorwaarden wel mee in de
dienstanciënniteit en voor het pensioen. Voldoet de
persoon aan de voorwaarden, dan heet het verlof 'verlof
voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of
familiale problemen'. Indien niet, dan gaat het om
'afwezigheid voor verminderde prestaties wegens
persoonlijke aangelegenheid'. De mogelijkheden van dit
onbetaalde verlof zijn vandaag begrensd: men kan niet
minder dan halftijds blijven werken en niet meer dan 80%.
Deze administratieve regel verhindert een soepel gebruik
van het verlof. Het besluit dat vandaag werd goedgekeurd
schrapt de maximumgrens en verlaagt de minimumgrens tot
één uur per week. De bevoegde minister voert met dit
besluit een afspraak uit van CAO VII, die in februari
werd afgesloten. De maatregel sluit aan bij één van de
vier speerpunten van het beleid: het flexibeler maken van
de loopbaan van leerkrachten. Hoewel niet alle
inrichtende machten akkoord gingen, hecht de Vlaamse
Regering toch opnieuw haar principiële goedkeuring aan
het besluit en legt het voor advies voor aan de Raad van
State.
* * *
Met het oog op onderhandelingen met alle betrokken
actoren wijzigt de Vlaamse Regering principieel de
besluiten tot vaststelling en indeling van de ambten in
het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs. Om de taak
van zorg- en ICT-coördinatie in te vullen, werden met
ingang van het schooljaar 2003-2004 in de
personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend
personeel aparte ambten gecreëerd, met name 'beleids- en
administratief medewerker'. Uit de evaluatie van deze
nieuwe personeelscategorie bleek dat voornamelijk
onderwijzend personeel in het nieuwe ambt van
beleidsmedewerker werd aangesteld en dat er behoefte was
om de zorg- en ICT-opdracht ook te kunnen opnemen vanuit
het statuut van onderwijzend personeel. Deze mogelijkheid
wordt ingevoerd vanaf het schooljaar 2005-2006 samen met
de nieuwe ambtenstructuur waardoor er een apart ambt komt
voor administratief medewerker, zorg- en ICT-coördinator.
Het is echter de bedoeling dat het onderwijzend personeel
enkel de zorg en ICT-opdracht kan opnemen vanuit het
statuut van onderwijzend personeel. Aansluitend bij dit
besluit wijzigt de Vlaamse Regering principieel haar
besluit over de opdracht van het personeel in het
basisonderwijs. Die wijziging omvat de aanpassing van de
prestatieregeling van het onderwijzend personeel dat met
hogergenoemde taken wordt belast, gezien deze
personeelsleden niet langer op klas- maar op schoolniveau
-of zelfs op niveau van de scholengemeenschap- werkzaam
zijn. Om diezelfde reden wijzigt de Vlaamse Regering
principieel de besluiten over de personeelsformatie in
het gewoon basisonderwijs en over de ICT-coördinatie in
het onderwijs. Alle wijzigingsbesluiten worden, na de
onderhandelingen, voor advies voorgelegd aan de Raad van
State.
* * *
De Vlaamse Regering keurt, na advies van de Raad van
State, definitief het ontwerpdecreet goed betreffende het
onderwijs XV. Het bevat een aantal bepalingen die
noodzakelijk zijn voor de start van het schooljaar 2005-
2006. Het ontwerpdecreet heeft twee belangrijke
operationele doelstellingen: enerzijds uitvoering geven
aan een aantal afspraken nodig om het schooljaar 2005-
2006 te starten en die volgen uit de beleidsnota of de
recent afgesloten CAO's, anderzijds een aantal
verbeteringen aanbrengen aan bestaande decreten. Het
ontwerpdecreet wordt ingediend bij het Vlaams Parlement.
* * *
Na onderhandelingen met alle betrokken actoren keurt de
Vlaamse Regering opnieuw het besluit principieel goed
over het onderwijzend en het ondersteunend personeel in
het secundair onderwijs. Het besluit bepaalt de
technische werkwijze waarop de geplande besparingen op
het lestijdenpakket van de scholen zullen worden
doorgevoerd, evenals de manier waarop de 5%-besparing op
het ondersteunend personeel zal geschieden. Wat het
eerste betreft, wordt op het niveau Vlaanderen, de
leerlingenstijging in het komende schooljaar niet
doorverrekend in de aan de scholen toegestane
lestijdenpakketten. Leerlingenfluctuaties per school
worden wel in rekening gebracht. Wat het ondersteunend
personeel betreft wordt de 5%-besparing op het
ondersteunend personeel geschrapt voor alle scholen die
binnen hun leerlingenpopulatie een bepaald percentage
bereiken van leerlingen die voldoen aan gelijke-
kansenindicatoren. Het besluit wordt voor advies
voorgelegd aan de Raad van State.
Op voorstel van Vlaams minister Inge VERVOTTE:
Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse
Regering definitief het ontwerpdecreet over de
Geestelijke Gezondheidszorg. De wijziging voorziet in een
overgangsregeling wanneer de goedkeuring van
subsidieovereenkomsten met Centra voor Geestelijke
Gezondheidszorg vertraging oploopt. Het ontwerpdecreet
wordt ingediend bij het Vlaams Parlement.
Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN:
De Vlaamse Regering beslist principieel tot wijziging van
het besluit van 5 april 1995 over de vaststelling van het
premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde
monumenten. Het wijzigingsbesluit biedt een oplossing
voor de problematiek van het Casino Kursaal in Oostende,
doordat uitdrukkelijk wordt bepaald dat een premienemende
gemeente of provincie een monument mag overdragen aan
respectievelijk een autonoom gemeente- of provincie-
bedrijf, dat onder die respectieve gemeente of provincie
ressorteert. Zo kan de toegekende premie toch behouden
blijven. Voor oude dossiers waarvan de restauratiepremie
werd toegekend voor 19 januari 2002 blijft het oude
besluit van 5 april 1995 gelden. Het wijzigingsbesluit
wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
* * *
De Vlaamse Regering geeft de bevoegde minister opdracht
een buitengewone algemene vergadering van de NV VPM samen
te roepen om de nodige praktische schikkingen te treffen
in opvolging van de door VPM verkochte aandelen van de NV
Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen
(GIMV).
* * *
Op 17 september 2004 stelde de Vlaamse Regering het
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) "historisch
gegroeide bedrijven Deba NV en Nevelland VZW in Nevele"
voorlopig vast. De termijn voor de definitieve
vaststelling begint te lopen vanaf de einddatum van het
openbaar onderzoek, namelijk 15 januari 2005, en telt 180
dagen. Om voldoende tijd te voorzien voor het vragen van
advies aan de Raad van State over dit GRUP en om
eventuele aanpassingen te kunnen doorvoeren, beslist de
Vlaamse Regering de vervaltermijn met 60 dagen te
verlengen. Zo kan het GRUP "historisch gegroeide
bedrijven Deba NV en Nevelland VN in Nevele" definitief
worden vastgesteld in september 2005.
Op voorstel van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:
In het kader van het project Beter Bestuurlijk Beleid
(BBB) waarbij de beleidsdomeinen binnen de Vlaamse
administratie worden geherstructureerd, keurt de Vlaamse
Regering, na advies van de Raad van State, definitief een
besluit goed over de aanduiding en uitoefening van de
management- en projectleidersfuncties en van de functie
van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse
overheid. Het besluit omvat onder meer de
selectieprocedure en de rechtspositieregeling voor deze
ambten.
* * *
De Vlaamse Regering beslist tot goedkeuring en machtiging
tot ondertekening van het Aanvullend Protocol tussen het
Koninkrijk België en het Europees Defensieagentschap
(EDA). Dit Aanvullend Protocol (AP) kent aan de
personeelsleden van het EDA een 'vrijstelling van eerste
indiensttreding' toe. De personeelsleden genieten door
dit AP tevens van de voorrechten en immuniteiten die in
het basisbesluit van 10 november 2004 vermeld worden.
* * *
Artikel 14 van het besluit over de aanduiding en
uitoefening van de management- en projectleidersfuncties
en van de functie van algemeen directeur bij de diensten
van de Vlaamse overheid stelt: "De Vlaamse Regering
bepaalt het geldelijk statuut van de titularissen van een
management- of projectleiderfunctie en van algemeen
directeur." Met het oog op onderhandelingen met het
bevoegde sectorcomité wordt het besluit ter zake door de
Vlaamse Regering principieel goedgekeurd en gaat het voor
advies naar de Raad van State.
* * *
De Vlaamse Regering hecht haar goedkeuring aan het
opstarten van een openbare aanbesteding tot gunning van
een hospitalisatieverzekering voor de personeelsleden van
de diensten van de Vlaamse Regering en de 26 Vlaamse
openbare instellingen die ressorteren onder het sectorale
akkoord 1999-2000 van 6 juli 2000, voor de duur van 4
jaar op basis van het goedgekeurde bestek.
Op voorstel van Vlaams minister Kris PEETERS:
De Vlaamse Regering stemt in met een wetsontwerp dat
instemt met twee internationale akten: enerzijds het
"Protocol tot consolidatie van het Internationaal verdrag
tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de
luchtvaart 'Eurocontrol'" en anderzijds het "Protocol tot
toetreding van de Europese Gemeenschap tot het
Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van
de veiligheid van de luchtvaart 'Eurocontrol'".
* * *
De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed
over de evaluatie en de beheersing van het
omgevingslawaai en tot wijziging van het besluit met
algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.
Het gaat om de omzetting van een Europese Richtlijn die
een gemeenschappelijke Europese aanpak wil invoeren met
het oog op het vermijden, voorkomen of hoe dan ook
verminderen van schadelijke effecten van blootstelling
aan omgevingslawaai. Deze richtlijn maakt het mogelijk
dat tegen midden 2007 de geluidsimpact van grote wegen,
belangrijke spoorwegen en luchthavens en van grote
stedelijke gebieden in kaart wordt gebracht. In de
praktijk zullen hiertoe (strategische)
geluidsbelastingskaarten dienen te worden opgemaakt op
basis waarvan een geluidsplanning kan worden opgemaakt en
geluidsactieprogramma's kunnen worden ontwikkeld. Het
besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van
State. De bevoegde minister wordt gelast de nodige
afspraken te maken over de verdeling van de kosten voor
het opmaken van de strategische geluidskaarten tussen de
partners die samen het bestuur uitmaken.
* * *
Gevolggevend aan het samenwerkingsakkoord van 21 juni
1999 tussen de federale staat en de gewesten over de
beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij
gevaarlijk stoffen betrokken zijn, worden de minister-
president en de bevoegde minister gelast de
onderhandelingen over de bestemming/verdeling van de
opbrengsten van de Sevesoheffingen te agenderen op het
Overlegcomité. De inning en verdeling van de Seveso-
opbrengsten is volledig federaal gebleven, daar waar de
taken die voortvloeien uit het samenwerkingsakkoord
verdeeld zijn over de federale overheid en de drie
gewesten.
Op voorstel van Vlaams minister Marino KEULEN:
De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed
dat de inwerkingtreding van het decreet Huizen van het
Nederlands regelt op 1 juli 2005. Door de implementatie
van het decreet van 7 mei 2004 'Huizen van het
Nederlands' op 1 juli 2005, dus na afloop van de huidige
projectfase, verkrijgen de Huizen van het Nederlands na
vijf opeenvolgende experimentele fasen een structurele,
decretale verankering. Op die manier kan de werking van
en de dienstverlening door de Huizen zonder onderbreking
worden gecontinueerd. Daarnaast kan de procedure van
besluitvorming met betrekking tot de uitvoering van een
aantal decretale bepalingen worden verdergezet. Het
besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van
State. De Vlaamse Regering beslist tevens om het
resterende bedrag van het forfaitaire bedrag per Huis van
het Nederlands te vereffenen na de inwerkingtreding van
het decreet.
Op voorstel van Vlaams minister Kathleen VAN BREMPT:
De Vlaamse Regering stemt in met een wijziging van het
koninklijk besluit houdend algemeen reglement op de
politie van het wegverkeer en de openbare weg en met het
ontwerp van ministerieel besluit over de medische
parkeerkaart. Ze vraagt de federale minister van
Mobiliteit wel een aantal bijkomende verduidelijkingen in
het betrokken MB en KB toe te voegen, met name over de
beperking van het gebruik van de parkeerkaart bij
dringende medische interventies op verplaatsing, de
mogelijkheid dat de betrokken parkeerkaart ook in andere
gemeenten kan gebruikt worden bij dringende medische
interventies en een meer sluitende definitie met
betrekking tot 'natuurlijke personen die uit hoofde van
hun beroep dringende medische hulp verstrekken'. De
gemeenten kunnen een parkeerkaart uitreiken die tijdens
huisbezoeken vrijstelling verleent van het gebruik van
een parkeerschijf, van het betalend parkeren en toelating
geeft om op gehandicapten- en bewonersplaatsen te
parkeren.
-----
einde
-----
---
Vlaamse overheid