Vlaamse overheid

Vlaamse Regering in kort bestek - 17 juni 2005

Op voorstel van minister-president Yves LETERME en van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

De Vlaamse Regering keurt het vacaturebericht en de vooropgestelde selectieprocedure goed voor de invulling van de vacante betrekking van algemeen directeur bij het Centrum van Landbouwkundig Onderzoek (CLO). Deze functie is vacant sinds 1 januari 2005, toen algemeen directeur Herwig Keymeulen met pensioen ging. Sindsdien is Erik van Bockstaele aangesteld als waarnemend algemeen directeur van het CLO. De inhoudelijk bevoegde minister wordt nu belast met het voortzetten van de aanwervingsprocedure.

Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN, van vice-minister-president Frank VANDENBROUCKE en van Vlaams minister Kris PEETERS:

Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse Regering het besluit over de erkenning als energiedeskundige voor woningen en de uitvoeringsvoorwaarden van de energie- audit voor woningen definitief goed. Bij de hervorming van de personenbelasting in 2001 werd een gedeeltelijke belastingvermindering toegekend voor de uitgaven van een energie-audit van een woning. Deze vorm van belastingaftrek ging in voege vanaf 1 januari 2003. Het ontwerp-KB ter zake vermeldt twee belangrijke elementen wat de gewestelijke energie-aspecten betreft. Zo moeten personen die de audit uitvoeren, erkend worden door één der gewesten en moet het auditverslag beantwoorden aan de door het gewest opgestelde voorwaarden.

Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN en van Vlaams minister Geert Bourgeois:

De Vlaamse Regering keurt principieel het voorontwerp van decreet goed over de overeenkomst tussen de Belgisch- Luxemburgse Economische Unie (BLEU) en Azerbeidzjan. Deze overeenkomst werd op 18 mei 2004 ondertekend door de federale eerste minister en de president van Azerbeidzjan en heeft als doel de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen. Het voorontwerp van decreet werd al positief beoordeeld door de SERV en wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van vice-minister-president Frank VANDENBROUCKE:

De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed dat uitvoering geeft aan het decreet van 30 april 2004 over het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid. Dit decreet heeft als doel een individu dat, waar dan ook, aan een beroep verbonden competenties heeft verworven, te verrijken met een titel van beroepsbekwaamheid. Een titel van beroepsbekwaamheid is een beloning voor gedane leerinspanningen en maakt competenties zichtbaar. Een titel levert in het bijzonder voor kansengroepen een opwaardering en versterkt de positie op de interne en externe arbeidsmarkt. Het uitvoeringsbesluit zet een structureel beleid ten aanzien van het valideren van verworven competenties op de kaart. Het uitvoeringsbesluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de SERV en de VlOR.


* * *

De Vlaamse Regering wijzigt principieel het besluit van 14 juni 1989 over de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs. Dit besluit moet worden aangepast aan de nieuwe reglementering, onder meer naar aanleiding van de invoering van de Bachelor-Master-structuur in het hoger onderwijs. Daarnaast zal ook de inzetbaarheid van personeelsleden worden versoepeld en wordt het besluit technisch op een aantal punten aangepast en vereenvoudigd. Het besluit legt ook de maximumplage voor alle ambten van het onderwijzend personeel vast op 1 uur (met uitzondering van het ambt van leraar technische vakken en beroepspraktijk, waar de maximumplage 2 uren bedraagt). Het besluit wordt met het oog op onderhandelingen voorgelegd aan de betrokken actoren en vervolgens voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

Met het oog op onderhandelingen met alle betrokken actoren hecht de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het besluit over een tijdelijk project tot ondersteuning van sommige leerlingen in de optie verzorging van de derde graad BSO van het gewoon voltijds secundair onderwijs. Via een tijdelijk project gedurende drie schooljaren wordt aan maximaal 10 leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) - opleidingsvorm 3 de kans gegeven om bijkomend opleiding te volgen in de derde graad BSO van het gewoon voltijds secundair onderwijs. Deze leerlingen krijgen daarbij extra ondersteuning vanuit hun vroegere school voor BuSO. Dit project wil de doorstroming bevorderen van leerlingen uit het BuSO naar het gewoon secundair onderwijs binnen de zorgsector door hen via extra ondersteuning de kans te geven een diploma van het gewoon secundair onderwijs te behalen.


* * *

Na onderhandelingen met de representatieve vakorganisaties en de inrichtende machten beslist de Vlaamse Regering opnieuw principieel om, met ingang van het schooljaar 2005-2006, de benaming van het algemene vak 'wijsgerige stromingen' te vervangen door de benaming 'filosofie'. Deze meer actuele benaming stemt beter overeen met de reële leerinhouden. In aansluiting op dit besluit zal ook de regelgeving op de bekwaamheidsbewijzen en corresponderende weddenschalen moeten wijzigen. Voormelde onderhandelingen hebben geleid tot een tweede aanpassing van vakbenaming. Het gaat om de omzetting van 'kleding' naar 'mode'. Deze wijziging zal eveneens ingaan vanaf 1 september 2005. Op deze manier wordt er ook gevolg gegeven aan een VlOR-advies. Het besluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

Met het oog op onderhandelingen met alle betrokken actoren beslist de Vlaamse Regering principieel tot wijziging van het besluit van 23 november 2001 over sommige bezoldigingsaspecten van personeelsleden die een wervingsambt in bijbetrekking uitoefenen in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO). Het besluit van 23 november 2001 werd genomen wegens een tekort aan leerkrachten en administratieve medewerkers in het onderwijs voor sociale promotie. Hierin werd een maatregel uitgewerkt waardoor het leraarsambt in cumul niet langer werd bestraft. De toenmalige minimale verloning van personeelsleden in bijbetrekking dreigde tot ongewenste effecten te leiden. Daarom gebeurt de vaststelling van de wedde(toelage) in bijbetrekking naar rata van de opdrachtnoemer en de geldelijke anciënniteit zoals bepaald voor een hoofdambt. Het huidige besluit verlengt de bepalingen van het besluit van 23 november 2001 in afwachting van de hervorming van het personeelsstatuut in het nieuwe decreet
Volwassenenonderwijs.


* * *

Op 15 april 2005 keurde de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit goed bij het decreet dat een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs regelt. Het uitvoeringsbesluit bepaalt forfaitair voor alle Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO) het hen toegekende lestijdenpakket voor het schooljaar 2005-2006 op basis van een historisch referentiecijfer. Teneinde voor een aantal CVO's een te grote afwijking van het aantal financierbare leraarsuren ten opzichte van het huidige schooljaar te vermijden, wordt het maximale afwijkings- percentage vastgelegd op 3,5%. Het uitvoeringsbesluit werd voor onderhandelingen voorgelegd aan alle betrokken actoren. Deze onderhandelingen werden op 10 mei 2005 gevoerd maar leidden tot een protocol van niet-akkoord. Omdat CVO's zo snel mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van het hun toegekende lestijdenpakket voor het schooljaar 2005-2006, keurt de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit opnieuw principieel goed en legt het voor advies voor aan de Raad van State. De bevoegde minister wordt gemachtigd de inhoud van het besluit mee te delen aan de centrumbesturen in het onderwijs voor sociale promotie.


* * *

Na advies van de Raad van State hecht de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het reglementaire kader voor de projectsubsidiëring van Regionale Technologische Centra (RTC). Er wordt gekozen voor een wedstrijdformule waarbij elk RTC, na een projectoproep van de overheid, maximaal twee projecten kan indienen met telkens een vraag voor maximaal 50.000 euro. Deze projectoproep zal ook het totaal te verdelen bedrag vermelden, zodat op een duidelijke manier binnen de beschikbare
begrotingskredieten kan worden gebleven.


* * *

In uitvoering van een aantal bepalingen uit CAO II en CAO VII over het onderwijs en na onderhandelingen met alle betrokken actoren, keurt de Vlaamse Regering opnieuw principieel het besluit goed over het toekennen van een vergoeding aan de personeelsleden die houder zijn van diploma's of getuigschriften buitengewoon onderwijs. Zo wordt een reglementaire basis gecreëerd voor vergoedingen die momenteel worden uitbetaald op basis van een omzendbrief. Tevens maakt het besluit mogelijk dat de personeelsleden deze vergoeding behouden, wanneer zij in het kader van geïntegreerd onderwijs of wegens deelname aan het experimentele project betreffende de ondersteuning van kinderen met een matige of ernstig verstandelijke handicap aan het werk worden gesteld in het gewoon onderwijs of wanneer ze aangesteld worden als beleidsmedewerker zorg in het gewoon basisonderwijs. Het besluit beoogt een verbetering van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van het buitengewoon onderwijs en wil bijscholing en het verwerven van bijkomende competenties aanmoedigen. Het besluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

Na onderhandelingen met alle betrokken actoren keurt de Vlaamse Regering opnieuw het besluit principieel goed dat, in uitvoering van CAO VII, een aantal bepalingen aan een besluit over de toekenning van een bijwedde voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs toevoegt. Zo wordt het recht op een toekenning van bijwedde verleend aan de inspecteurs en aan de pedagogische adviseurs en wordt het diploma van assistent inzake beroepskeuze, behaald in het onderwijs voor sociale promotie vanaf 1 september 1995, eveneens beschouwd als een diploma dat recht geeft op een bijwedde. Dit wijzigingsbesluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

Vanaf volgend schooljaar kunnen leerkrachten vlotter onbetaald deeltijds verlof nemen. Tot nu kon dat alleen als de leerkracht minstens halftijds en maximaal viervijfde bleef werken. Voortaan is de enige voorwaarde dat hij of zij minstens één uur per week lesgeeft. Dat staat in een besluit dat is goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Wie om bepaalde redenen tijdelijk minder les wil geven, heeft daarvoor verschillende formules ter beschikking. Net als in andere overheidssectoren kunnen leerkrachten beslissen om halftijds of voltijds loopbaanonderbreking te nemen. Daarnaast kunnen ze ook deeltijds verlof nemen. Dit verlof is onbetaald, maar het telt onder bepaalde voorwaarden wel mee in de dienstanciënniteit en voor het pensioen. Voldoet de persoon aan de voorwaarden, dan heet het verlof 'verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale problemen'. Indien niet, dan gaat het om 'afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid'. De mogelijkheden van dit onbetaalde verlof zijn vandaag begrensd: men kan niet minder dan halftijds blijven werken en niet meer dan 80%. Deze administratieve regel verhindert een soepel gebruik van het verlof. Het besluit dat vandaag werd goedgekeurd schrapt de maximumgrens en verlaagt de minimumgrens tot één uur per week. De bevoegde minister voert met dit besluit een afspraak uit van CAO VII, die in februari werd afgesloten. De maatregel sluit aan bij één van de vier speerpunten van het beleid: het flexibeler maken van de loopbaan van leerkrachten. Hoewel niet alle inrichtende machten akkoord gingen, hecht de Vlaamse Regering toch opnieuw haar principiële goedkeuring aan het besluit en legt het voor advies voor aan de Raad van State.


* * *

Met het oog op onderhandelingen met alle betrokken actoren wijzigt de Vlaamse Regering principieel de besluiten tot vaststelling en indeling van de ambten in het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs. Om de taak van zorg- en ICT-coördinatie in te vullen, werden met ingang van het schooljaar 2003-2004 in de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel aparte ambten gecreëerd, met name 'beleids- en administratief medewerker'. Uit de evaluatie van deze nieuwe personeelscategorie bleek dat voornamelijk onderwijzend personeel in het nieuwe ambt van beleidsmedewerker werd aangesteld en dat er behoefte was om de zorg- en ICT-opdracht ook te kunnen opnemen vanuit het statuut van onderwijzend personeel. Deze mogelijkheid wordt ingevoerd vanaf het schooljaar 2005-2006 samen met de nieuwe ambtenstructuur waardoor er een apart ambt komt voor administratief medewerker, zorg- en ICT-coördinator. Het is echter de bedoeling dat het onderwijzend personeel enkel de zorg en ICT-opdracht kan opnemen vanuit het statuut van onderwijzend personeel. Aansluitend bij dit besluit wijzigt de Vlaamse Regering principieel haar besluit over de opdracht van het personeel in het basisonderwijs. Die wijziging omvat de aanpassing van de prestatieregeling van het onderwijzend personeel dat met hogergenoemde taken wordt belast, gezien deze personeelsleden niet langer op klas- maar op schoolniveau
-of zelfs op niveau van de scholengemeenschap- werkzaam zijn. Om diezelfde reden wijzigt de Vlaamse Regering principieel de besluiten over de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en over de ICT-coördinatie in het onderwijs. Alle wijzigingsbesluiten worden, na de onderhandelingen, voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering keurt, na advies van de Raad van State, definitief het ontwerpdecreet goed betreffende het onderwijs XV. Het bevat een aantal bepalingen die noodzakelijk zijn voor de start van het schooljaar 2005- 2006. Het ontwerpdecreet heeft twee belangrijke operationele doelstellingen: enerzijds uitvoering geven aan een aantal afspraken nodig om het schooljaar 2005- 2006 te starten en die volgen uit de beleidsnota of de recent afgesloten CAO's, anderzijds een aantal verbeteringen aanbrengen aan bestaande decreten. Het ontwerpdecreet wordt ingediend bij het Vlaams Parlement.


* * *

Na onderhandelingen met alle betrokken actoren keurt de Vlaamse Regering opnieuw het besluit principieel goed over het onderwijzend en het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs. Het besluit bepaalt de technische werkwijze waarop de geplande besparingen op het lestijdenpakket van de scholen zullen worden doorgevoerd, evenals de manier waarop de 5%-besparing op het ondersteunend personeel zal geschieden. Wat het eerste betreft, wordt op het niveau Vlaanderen, de leerlingenstijging in het komende schooljaar niet doorverrekend in de aan de scholen toegestane lestijdenpakketten. Leerlingenfluctuaties per school worden wel in rekening gebracht. Wat het ondersteunend personeel betreft wordt de 5%-besparing op het ondersteunend personeel geschrapt voor alle scholen die binnen hun leerlingenpopulatie een bepaald percentage bereiken van leerlingen die voldoen aan gelijke- kansenindicatoren. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Inge VERVOTTE:

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief het ontwerpdecreet over de Geestelijke Gezondheidszorg. De wijziging voorziet in een overgangsregeling wanneer de goedkeuring van subsidieovereenkomsten met Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg vertraging oploopt. Het ontwerpdecreet wordt ingediend bij het Vlaams Parlement.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN:

De Vlaamse Regering beslist principieel tot wijziging van het besluit van 5 april 1995 over de vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten. Het wijzigingsbesluit biedt een oplossing voor de problematiek van het Casino Kursaal in Oostende, doordat uitdrukkelijk wordt bepaald dat een premienemende gemeente of provincie een monument mag overdragen aan respectievelijk een autonoom gemeente- of provincie- bedrijf, dat onder die respectieve gemeente of provincie ressorteert. Zo kan de toegekende premie toch behouden blijven. Voor oude dossiers waarvan de restauratiepremie werd toegekend voor 19 januari 2002 blijft het oude besluit van 5 april 1995 gelden. Het wijzigingsbesluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering geeft de bevoegde minister opdracht een buitengewone algemene vergadering van de NV VPM samen te roepen om de nodige praktische schikkingen te treffen in opvolging van de door VPM verkochte aandelen van de NV Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (GIMV).


* * *

Op 17 september 2004 stelde de Vlaamse Regering het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) "historisch gegroeide bedrijven Deba NV en Nevelland VZW in Nevele" voorlopig vast. De termijn voor de definitieve vaststelling begint te lopen vanaf de einddatum van het openbaar onderzoek, namelijk 15 januari 2005, en telt 180 dagen. Om voldoende tijd te voorzien voor het vragen van advies aan de Raad van State over dit GRUP en om eventuele aanpassingen te kunnen doorvoeren, beslist de Vlaamse Regering de vervaltermijn met 60 dagen te verlengen. Zo kan het GRUP "historisch gegroeide bedrijven Deba NV en Nevelland VN in Nevele" definitief worden vastgesteld in september 2005.

Op voorstel van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

In het kader van het project Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) waarbij de beleidsdomeinen binnen de Vlaamse administratie worden geherstructureerd, keurt de Vlaamse Regering, na advies van de Raad van State, definitief een besluit goed over de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleidersfuncties en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid. Het besluit omvat onder meer de selectieprocedure en de rechtspositieregeling voor deze ambten.


* * *

De Vlaamse Regering beslist tot goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Aanvullend Protocol tussen het Koninkrijk België en het Europees Defensieagentschap (EDA). Dit Aanvullend Protocol (AP) kent aan de personeelsleden van het EDA een 'vrijstelling van eerste indiensttreding' toe. De personeelsleden genieten door dit AP tevens van de voorrechten en immuniteiten die in het basisbesluit van 10 november 2004 vermeld worden.


* * *

Artikel 14 van het besluit over de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleidersfuncties en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid stelt: "De Vlaamse Regering bepaalt het geldelijk statuut van de titularissen van een management- of projectleiderfunctie en van algemeen directeur." Met het oog op onderhandelingen met het bevoegde sectorcomité wordt het besluit ter zake door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurd en gaat het voor advies naar de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering hecht haar goedkeuring aan het opstarten van een openbare aanbesteding tot gunning van een hospitalisatieverzekering voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse Regering en de 26 Vlaamse openbare instellingen die ressorteren onder het sectorale akkoord 1999-2000 van 6 juli 2000, voor de duur van 4 jaar op basis van het goedgekeurde bestek.

Op voorstel van Vlaams minister Kris PEETERS:

De Vlaamse Regering stemt in met een wetsontwerp dat instemt met twee internationale akten: enerzijds het "Protocol tot consolidatie van het Internationaal verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart 'Eurocontrol'" en anderzijds het "Protocol tot toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart 'Eurocontrol'".


* * *

De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed over de evaluatie en de beheersing van het omgevingslawaai en tot wijziging van het besluit met algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne. Het gaat om de omzetting van een Europese Richtlijn die een gemeenschappelijke Europese aanpak wil invoeren met het oog op het vermijden, voorkomen of hoe dan ook verminderen van schadelijke effecten van blootstelling aan omgevingslawaai. Deze richtlijn maakt het mogelijk dat tegen midden 2007 de geluidsimpact van grote wegen, belangrijke spoorwegen en luchthavens en van grote stedelijke gebieden in kaart wordt gebracht. In de praktijk zullen hiertoe (strategische)
geluidsbelastingskaarten dienen te worden opgemaakt op basis waarvan een geluidsplanning kan worden opgemaakt en geluidsactieprogramma's kunnen worden ontwikkeld. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State. De bevoegde minister wordt gelast de nodige afspraken te maken over de verdeling van de kosten voor het opmaken van de strategische geluidskaarten tussen de partners die samen het bestuur uitmaken.


* * *

Gevolggevend aan het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale staat en de gewesten over de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijk stoffen betrokken zijn, worden de minister- president en de bevoegde minister gelast de onderhandelingen over de bestemming/verdeling van de opbrengsten van de Sevesoheffingen te agenderen op het Overlegcomité. De inning en verdeling van de Seveso- opbrengsten is volledig federaal gebleven, daar waar de taken die voortvloeien uit het samenwerkingsakkoord verdeeld zijn over de federale overheid en de drie gewesten.

Op voorstel van Vlaams minister Marino KEULEN:

De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed dat de inwerkingtreding van het decreet Huizen van het Nederlands regelt op 1 juli 2005. Door de implementatie van het decreet van 7 mei 2004 'Huizen van het Nederlands' op 1 juli 2005, dus na afloop van de huidige projectfase, verkrijgen de Huizen van het Nederlands na vijf opeenvolgende experimentele fasen een structurele, decretale verankering. Op die manier kan de werking van en de dienstverlening door de Huizen zonder onderbreking worden gecontinueerd. Daarnaast kan de procedure van besluitvorming met betrekking tot de uitvoering van een aantal decretale bepalingen worden verdergezet. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State. De Vlaamse Regering beslist tevens om het resterende bedrag van het forfaitaire bedrag per Huis van het Nederlands te vereffenen na de inwerkingtreding van het decreet.

Op voorstel van Vlaams minister Kathleen VAN BREMPT:

De Vlaamse Regering stemt in met een wijziging van het koninklijk besluit houdend algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en de openbare weg en met het ontwerp van ministerieel besluit over de medische parkeerkaart. Ze vraagt de federale minister van Mobiliteit wel een aantal bijkomende verduidelijkingen in het betrokken MB en KB toe te voegen, met name over de beperking van het gebruik van de parkeerkaart bij dringende medische interventies op verplaatsing, de mogelijkheid dat de betrokken parkeerkaart ook in andere gemeenten kan gebruikt worden bij dringende medische interventies en een meer sluitende definitie met betrekking tot 'natuurlijke personen die uit hoofde van hun beroep dringende medische hulp verstrekken'. De gemeenten kunnen een parkeerkaart uitreiken die tijdens huisbezoeken vrijstelling verleent van het gebruik van een parkeerschijf, van het betalend parkeren en toelating geeft om op gehandicapten- en bewonersplaatsen te parkeren.


-----
einde

-----


---