Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Donderdag 16 juni 2005
Jaarbeurs
Utrecht
Dames en heren,
Harriët heeft zes kinderen. Na de dood van haar man in 1993, leefde deze Oegandese vrouw van dag tot dag. Zonder opleiding, zonder werk proberen te overleven. Geen middelen van bestaan. Voor het slapen gaan zat Harriët vaak even voor haar hut, uitkijkend over een stukje land. "Als ik eens de kans kreeg om dat stuk land daar te kopen", dacht ze dan. Dan kan ik mijn inkomsten verhogen. Maar al snel werd zij weer in beslag genomen door de zorg voor de dag van morgen. Hoe zou ze haar gezin voeden?
Verder dan die gedachte, verder dan die volgende ochtend, reikte haar toekomsthorizon op dat moment niet.
Vandaag de dag is alles anders. Vandaag de dag heeft Harriët een inkomen waarmee ze niet zes, maar wel twaalf kinderen te eten kan geven. Door een kleine lening van een Oegandese instelling kon ze het stuk land voor haar hut kopen. Zo kreeg ze de kans om haar bestaan en dat van haar gezin in een ander daglicht te plaatsen. De opbrengsten uit het stukje land vult ze aan door pannenkoeken en donuts te verkopen. Ze kan nu zelf het hoofd boven water houden en helpt ook anderen: naast haar eigen zes
kinderen, heeft ze de zorg op zich genomen voor zes AIDS-wezen uit haar dorp. Ook staat Harriët nu aan het hoofd van een groep vrouwen die met microfinanciering een bedrijfje hebben opgericht en gezamenlijk sparen en leningen terugbetalen.
Dames en heren,
Tijdens een handelsmissie naar Oeganda, Tanzania en Kenia in februari dit jaar, waar prinses Máxima ook aan deelnam, heb ik veel vrouwen als Harriet ontmoet. Vrouwen vol veerkracht en wilskracht. De verre voorvader van alle economen, de Schot Adam Smith, wist in de 18e eeuw al, dat een economie is gebouwd op de zelfredzaamheid van mensen. In zijn beroemde boek "The Wealth of Nations" heeft hij beschreven dat een ieder de kracht in zich heeft om de eigen situatie te verbeteren. In de 19e eeuw
kwam de Duitser Friedrich Wilhelm Raiffeisen, een verre voorvader van de Rabobank, op het idee om die krachten van afzonderlijke individuen te bundelen en samen te brengen in gemeenschappen en coöperaties. De heer Heemskerk stond hier in zijn inleiding al bij stil. Met zijn boerenleenbank mobiliseerde Raiffeisen maatschappelijk wil voor duurzame armoedebestrijding.
Dames en heren,
Die missie van duurzame armoedebestrijding is nog lang niet voltooid. Zonder een nieuw elan, zonder hernieuwde maatschappelijke en politieke wil, zullen we de Millennium Ontwikkelingsdoelen niet halen. Dit zijn de doelen voor armoedebestrijding die 189 wereldleiders vijf jaar geleden hebben afgesproken, waaronder het halveren van het aantal mensen dat honger leidt, het terugdringen van de HIV/AIDS-epidemie, en alle kinderen in de klas vóór het jaar 2015. Vooral Afrika heeft de steun van de
wereldgemeenschap nodig om de Millennium Ontwikkelingsdoelen te halen in 2015. Natuurlijk zal ook Afrika zelf hierbij voldoende politieke wil moeten tonen door beter te besturen en door corruptie te bestrijden.
Met wereldgemeenschap bedoel ik uitdrukkelijk niet alleen overheden. Zeker in een globaliserende wereld, zijn overheden steeds minder belangrijk, steeds meer de spelverdeler in plaats van de spelbepaler. Maatschappelijke organisaties en bedrijven hebben het internationale toneel betreden en spelen volop mee. Een land als India kent al meer dan een miljoen niet-gouvernementele organisaties. Een bedrijf als Exxon-Mobil legt een groter economisch gewicht in de schaal dan een land als Pakistan.
Bedrijven en banken zien steeds scherper in, dat hun positie ook maatschappelijke verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Dat het niet alleen is voor de winst gaan. Ook voor de Rabobank geldt dat. Tijdens een congres van ICCO en Oikocredit afgelopen maart, zei Bert Heemskerk, en ik citeer: "Vier miljard mensen op onze wereld hebben geen toegang tot financiële dienstverlening. Ik zie het als een belangrijke missie voor de Rabobank om dat euvel te bestrijden met de middelen die wij hebben.".
Einde citaat. Ook zojuist bevestigde hij dit commitment weer. Gezien de staat van dienst van de Rabobank in dit deel van de wereld, is deze bank bij uitstek geschikt om deze missie te volbrengen. Als geen ander weet de Rabobank wat kleine ondernemingen zijn en wat die nodig hebben om te kunnen floreren. Bij datzelfde congres gaf de voorzitter van uw raad van bestuur aan, graag met de Nederlandse overheid samen te blijven werken op dit punt. Samenwerken is natuurlijk altijd al "core business"
van de Rabobank geweest.
Dames en heren,
Op mij kunt u rekenen. Vanaf mijn eerste dagen op het ministerie, heb ik de deur wijd opgezet naar het bedrijfsleven en de banken. Omdat ik ervan overtuigd ben, dat armoedebestrijding zonder economische groei niet kan. En omdat ik geloof dat het Nederlands bedrijfsleven hierbij een belangrijke rol kan spelen: als handelspartner, als investeerder, als kennismakelaar.
Binnen de private sector neemt de financiële sector een bijzondere plaats in. Zonder financiële instellingen die spaargeld mobiliseren, kapitaal alloceren, managers controleren en risico spreiden, kunnen ondernemers niet ondernemen. Minder dan 2% van alle armen heeft toegang tot deze financiële diensten en dit terwijl juist zij die toegang zo hard nodig hebben. Uit onderzoek in Oeganda blijkt, dat mensen die toegang hebben tot de formele financiële sector, driemaal zoveel sparen dan anders.
In Bangladesh slaagt slechts 4% van de mensen zonder toegang tot krediet erin, om aan de armoede te ontsnappen. Onder diegenen die gebruik kunnen maken van de diensten van de bekende Grameen Bank, evenals de Rabobank een pionier op dit gebied, komt de helft definitief uit de armoede. Benin kende de afgelopen vijf jaar een economische groei van maar liefst 5%, omdat de overheid het financieel systeem beter op de behoeften van kleine boeren heeft afgestemd.
Dames en heren,
Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar u hoef ik niet te overtuigen van het belang van financiële diensten. Het zou goed zijn, als ook de gehele internationale gemeenschap zich op dit punt duidelijk zou committeren. In september, vijf jaar na de Millenniumtop, komen wereldleiders wederom bij elkaar om nieuwe afspraken te maken over het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen. Ik zal bij die bijeenkomst in New York pleiten voor een stevige uitspraak in de slotverklaring over het belang van
toegang tot financiële diensten. Zonder die toegang kunnen landen zich niet ontwikkelen, kunnen mensen zich niet ontwikkelen. Daarnaast vind ik, dat de jaarlijkse Wereldbank-publicatie "Doing Business", over het bedrijfslevenklimaat in alle landen en wat uitstekend werkt als vergelijking, voortaan ook meer indicatoren en aanbevelingen voor een goed lopende financiële sector van landen zou moeten bevatten. Het politiek commitment van wereldleiders en de wetenschappelijke kennis van de Wereldbank
moeten natuurlijk wel in de praktijk worden gebracht. Het moet niet blijven bij een dode letter. Daarom ben ik voorstander van de oprichting van een nieuwe VN-werkgroep met experts, een zogenaamde High-Level Taskforce, die op de ontwikkeling van de financiële sector toeziet. De Taskforce zou het werk kunnen voortzetten van de huidige groep VN-adviseurs op dit terrein, waarvoor prinses Máxima zulk uitstekend werk heeft gedaan.
Dames en heren,
De Nederlandse regering zal haar commitment aan een gezonde private sector en aan toegankelijke financiële diensten in ontwikkelingslanden op daadkrachtige wijze in de praktijk blijven brengen. Mijn strategie berust op vijf pijlers:
Ten eerste, een beter ondernemingsklimaat. Onze ambassades hebben in de 36 partnerlanden een plan van aanpak gemaakt om overheden hierin te ondersteunen. Deze steun betreft onder meer het digitaliseren van landregistratie in Ghana en de versterking van de financiële sector in Tanzania. De reorganisatie van de Egyptische staatsbank PBDAC door de Rabobank, waaraan ik 2 miljoen euro bijdraag, is een goed voorbeeld van een beter ondernemingsklimaat aldaar.
Ten tweede, het bedrijfslevenprogramma. Nederland stelt een aantal instrumenten ter beschikking, zoals PSOM en ORET, om investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven in ontwikkelingslanden te stimuleren. Hiervoor is in 2005 ongeveer 230 miljoen euro beschikbaar.
Ten derde, maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Rabobank mag zich met recht ook op dit terrein een pionier noemen. Niet alleen publiceert u een apart maatschappelijk jaarverslag, ook besteedt het reguliere jaarverslag ruimschoots aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. En dat is nog afgezien van wat lokale Rabobanken daarnaast allemaal nog doen. Ik zou graag zien, dat bankieren in Afrika meer en meer ook echt onderdeel van uw "core business" wordt, evenals van de andere
Nederlandse commerciële banken. Kapitaal is nodig.
Ten vierde, internationale handel. Een verdere liberalisering van de wereldhandel en opening van onze markten, waarover we eind dit jaar tijdens de WTO-top in Hongkong zullen praten, kan nog eens 500 miljoen mensen van de armoede verlossen.
Ten vijfde, publiekprivate partnerschappen. Door krachten te bundelen, kunnen de overheid en partijen uit de samenleving toegevoegde waarde creëren. Onlangs is bijvoorbeeld de Netherlands Financial Sector Development Exchange, NFX, van start gegaan. Via dit partnerschap van commerciële banken, waaronder de Rabobank, en de overheid kunnen ontwikkelingslanden profiteren van de Nederlandse expertise op het gebied van public finance management. Zo helpt NFX in Tanzania een aantal lokale banken bij
het beter bedienen van het midden- en kleinbedrijf. De Rabobank maakt ook deel uit van het Nederlands Platform Microfinanciering en het partnerschap Agri-Profocus, waarmee we landbouwproducenten in ontwikkelingslanden met raad en daad bijstaan. Momenteel werkt Agri-Profocus in West-Afrika aan een programma ter ondersteuning van katoenproducenten.
Dames en heren,
Partnerschap, daar moet je niet teveel over praten, dat moet je gewoon doen. Daarom ben ik blij, dat we later deze maand onze handtekening kunnen zetten onder een nieuw partnerschap: het Sustainable Coffee Guarantee Fund. Drie handtekeningen: van de Rabobank, Solidaridad en van mij. Het doel van dit partnerschap is om voor 100.000 kleine en middelgrote koffieproducenten in Afrika, Azië en Latijns Amerika de toegang tot financiële diensten te vergroten. Met dit garantiefonds zullen we drie jaar
lang financiële instellingen daar ondersteunen, zodat zij hun commercieel krediet tegen een lagere rente beschikbaar kunnen stellen aan de boeren. Maar alleen aan boeren die op sociaal en milieubewuste wijze produceren. Ik draag 1 miljoen euro bij aan dit partnerschap. Bijzonder is, dat naast de Rabobank Foundation ook uw commerciële tak Rabobank International aan boord is. U rekent dit partnerschap dus tot uw "core business" en dit past ook uitstekend bij de filosofie van Raiffeisen, de
filosofie van de Rabobank: ideëel, maar zakelijk.
Dames en heren,
Ik sluit af. We hebben de kennis en we hebben de middelen om armoede wereldwijd duurzaam te bestrijden, het komt er nu vooral op aan om politieke en maatschappelijk wil te tonen. Dit jaar komen wereldleiders op verschillende momenten bij elkaar om nieuwe afspraken te maken over armoedebestrijding. Over een paar weken vergadert de G8 in het Schotse Gleneagles, zo'n 60 kilometer van de geboorteplaats van Adam Smith, Kirkcaldy. Ik hoop dat de G8, in de geest van Adam Smith, naast
schuldkwijtschelding ook concrete besluiten neemt voor een vrijere handel en meer markttoegang voor arme landen. Maar hoe belangrijk dergelijke internationale bijeenkomsten ook zijn, uiteindelijk moet het op het lokale niveau gebeuren. Op dat niveau moeten we aansluiten bij wat ondernemende mensen nodig hebben om zichzelf en hun gemeenschap te ontwikkelen. De Rabobank weet als geen ander, dat financiële diensten hierbij onmisbaar zijn. Ik weet dat ook, en dat maakt ons tot strategische
partners.
Voor Harriët in Oeganda betekende een kleine lening het grote verschil tussen dag en nacht. Nadat ze haar kinderen naar bed heeft gebracht, zit ze nu af en toe 's avonds nog wel eens even voor haar hut, terwijl ze uitkijkt over haar akker. Als ze nu naar de horizon tuurt, kijkt ze verder dan die volgende ochtend. Harriet maakt plannen om haar bedrijfje uit te breiden en een huis te kopen. Maar haar horizon reikt nog verder. Als ze goed kijkt, als ze haar ogen dichtknijpt, dan ziet ze een mooie
toekomst weggelegd voor al haar twaalf kinderen.
Dank u.
Ministerie van Buitenlandse Zaken