Gemeente Utrecht


Commissiebrief Wet Maatschappelijke Ontwikkeling

|                 |                                                      |
|                 |                                                      |
|Aan              |de (plv) leden van de commissie voor Maatschappelijke |
|                 |Ontwikkeling                                          |
|                 |                                                      |
|Onderwerp        |Wet maatschappelijke ondersteuning/Pilot meervoudige  |
|                 |huishoudelijke verzorging                             |
|                 |                                                      |
|Doel             |Ter bespreking                                        |
|                 |                                                      |
|Behandeld door   |Wouter Rust                                           |
|                 |                                                      |
|Datum            |8 juni 2005                                           |
|                 |                                                      |
|Bijlagen         |Geen                                                  |
|                 |                                                      |
|                 |                                                      |
|                 |                                                      |
|                                                                        |

Geachte dames en heren,

In deze brief informeer ik u over de pilot meervoudige huishoudelijke verzorging die in Utrecht wordt uitgevoerd. Het betreft hier een andere pilot dan de proeftuin in West waarover u separaat geïnformeerd wordt.

Tussen de staatssecretaris, de landelijke politiek, de VNG en de G4 is de afgelopen periode intensief overleg gevoerd over de zogenaamde knip in de huishoudelijke verzorging. Deze knip ontstaat als gevolg van de motie Vietsch. In deze motie, die door de Kamer is aangenomen, wordt het kabinet opgedragen om wat betreft huishoudelijke verzorging een onderscheid te maken tussen de enkelvoudige en de meervoudige huishoudelijke verzorging. De motie draagt het kabinet op om voorlopig alleen de enkelvoudige huishoudelijke verzorging onder de Wet maatschappelijke ondersteuning te brengen (WMO)

Het is in dit verband belangrijk om op te merken dat de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) het onderscheid tussen enkelvoudige en meervoudige huishoudelijke verzorging niet kent. De begrippen enkelvoudige en meervoudige huishoudelijke verzorging zijn door de motie Vietsch zelf in het leven geroepen. De motie Vietsch maakt namelijk een verschil tussen mensen die alleen maar een beroep doen op huishoudelijke zorg (enkelvoudig) en mensen die behalve op huishoudelijke verzorging ook een beroep doen op andere functies binnen de AWBZ (meervoudig). Hierbij wordt aangetekend dat er als gevolg van deze terminologie verder niets verandert in de aard van de werkzaamheden die uitgevoerd worden in het kader van huishoudelijke verzorging.

Tegen deze knip in de huishoudelijke verzorging maken de VNG en de G4 ernstig bezwaar. Het betekent namelijk dat burgers wiens zorgbehoefte zich in een bepaalde periode wijzigt afwisselend een beroep moet doen op de WMO dan wel op de AWBZ. De consequentie hiervan zijn wissellende indicatietrajecten, discontinuïteit in de zorgverlening en uitvoeringsfricties. In de praktijk gaat het om een grote groep burgers.

Zowel een groot deel van de Kamer als de staatssecretaris tonen zich ontvankelijk voor deze bezwaren tegen de knip in de huishoudelijke verzorging. Dat wil echter niet zeggen dat de knip hiermee definitief van tafel is. De Kamer heeft de staatssecretaris gevraag om aan de hand van pilots aan te tonen dat de meervoudige huishoudelijke verzorging bij de gemeente in goede handen is.

De staatssecretaris heeft de Kamer toegezegd om samen met een aantal gemeenten pilots rond de meervoudige huishoudelijke verzorging te organiseren. Utrecht is een van die gemeenten waar een pilot meervoudige huishoudelijke verzorging uitgevoerd wordt. Andere gemeenten zijn Groningen, Alkmaar, Enschede, Goes Doetinchem en een gemeentelijke samenwerkingsverband in Noord-Holland.

De belangrijkste doelstelling van de pilots is:"Laten zien dat gemeenten met lokale partijen contracten kunnen sluiten die leiden tot een zorgvuldige levering van meervoudige huishoudelijke verzorging". Bij deze doelstelling moet een belangrijke kanttekening geplaatst worden. De staatssecretaris heeft de Kamer laten weten dat huishoudelijke verzorging een verzekerd recht is en dat hiermee niet geëxperimenteerd kan worden. Dit betekent dat de doelstelling van de pilots alleen op papier gerealiseerd kan worden - "droogzwemmen".

Het is de bedoeling van de staatssecretaris om de uitkomsten van de pilots in te brengen in het debat tussen Kamer en staatssecretaris over de WMO. Naar alle verwachting vindt dit debat in september plaats. Dit betekent dat de pilots in de maanden juni, juli en augustus worden uitgevoerd.

In Utrecht wordt de pilot als volgt uitgevoerd. De komende drie maanden wordt gewerkt aan een document waarin beschreven wordt hoe in Utrecht de uitvoering van de meervoudige huishoudelijke verzorging georganiseerd wordt. Dit document bestaat uit een aantal onderdelen:
. Beleidskader;
. Werkproces;
. (model) contracten en aanbestedingscriteria.

Bij het opstellen van dit document worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
. Inwoners van Utrecht mogen geen nadelige gevolgen ondervinden van de overgang van meervoudige huishoudelijke verzorging naar de gemeente;
. Zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande uitvoeringspraktijk en infrastructuur
. Zichtbaar maken van sturingsmogelijkheden van de gemeente (contract, inkoop, kwaliteit, administratie etc);
. Meerdere aanbieders van huishoudelijke verzorging om marktwerking te stimuleren en de kwaliteit van dienstverlening hoog te houden;
. Aanbieders van huishoudelijke verzorging moeten een bijdrage leveren aan het in stand houden van een zorg/welzijns infrastructuur in de wijken;


N.B.: Dit document komt interactief tot stand. Zowel uitvoeringsorganisaties (bijvoorbeeld thuiszorg, GG&GD, sociale zaken, CIZ) als patienten- en consumentenorganisaties worden bij het opstellen van dit document betrokken.

Tenslotte nog een opmerking. De uitkomst van de pilot is een document, dat interactief is vastgesteld, en waaruit moet blijken dat de meervoudige huishoudelijke verzorging bij de gemeente in goede handen is. Ik heb het ministerie van VWS nadrukkelijk laten weten dat het hier gaat om een mogelijk scenario in het kader van een pilot en niet om een door de Raad vastgesteld besluit over de uitvoering van de meervoudige huishoudelijke verzorging.

Hoogachtend,

T. Gispen.


---- --