Advies Raad voor Cultuur over ondersteuning cultuursector
16.06.2005 / 09:31 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Raad voor cultuur
DEN HAAG - De Raad voor Cultuur heeft zijn advies over de ondersteuningsstructuur cultuursector aangeboden aan staatssecretaris
M. van der Laan. Het advies bestaat uit 81 individuele beoordelingen van ingediende plannen en dertien sectorale inleidingen. De Raad constateert dat in verschillende sectoren, zoals Muziek en Muziektheater en Amateurkunst, stappen zijn gezet op weg naar nieuwe samenwerkingsverbanden. Hij adviseert de staatssecretaris het traject naar een efficiënte ondersteuningsstructuur zo snel mogelijk te doen verlopen. Dat is niet alleen belangrijk voor de betrokkenen maar ook voor het optimaal functioneren van de cultuurproducerende instellingen, die door reorganisatieperikelen mogelijk minder ondersteuning krijgen dan zij nodig hebben.
Het advies ondersteuningsstructuur cultuursector maakt deel uit van de Cultuurnota-advisering 2005-2008 en is het vervolg op de Schets ondersteuningsstructuur die de Raad in januari van dit jaar heeft uitgebracht. De Raad adviseerde op verzoek van Van der Laan over de subsidie-aanvragen van ondersteunende instellingen die van de staatssecretaris voor een jaar subsidie hebben gekregen. In totaal was voor de ondersteunende instellingen een budget beschikbaar van 34.780.000 euro. De Raad adviseert de staatssecretaris subsidies te verlenen voor een bedrag van ruim 38 miljoen euro.
De staatssecretaris had de Raad gevraagd bij de beoordeling van de plannen rekening te houden met het onderscheid in besteltaken, opdrachttaken en producerende taken en te voorkomen dat overlap ontstaat bij functies van ondersteunende instellingen. De Raad heeft bij zijn beoordeling vooral gekeken naar de mate waarin en de wijze waarop de primaire processen in een sector worden ondersteund. De ingediende beleidsplannen boden onvoldoende mogelijkheden om gedetailleerde uitspraken te doen over doelmatigheid op instellings- of sectoraal niveau. De Raad adviseert dan ook andersoortige instrumenten in te zetten om het functioneren van ondersteunende instellingen te toetsen, teneinde in de toekomst wél meer inzicht in de efficiëntie binnen en tussen de sectoren te genereren. Te denken valt aan bedrijfskundige vergelijking en visitatie. Op basis daarvan kunnen prestatieovereenkomsten tussen departement en instellingen worden opgesteld.
De Raad concludeert dat het voornemen om te komen tot een sectorinstituut in een aantal sectoren, te weten Muziek en Muziektheater; Film; Amateurkunst, nog niet heeft doorgewerkt in de beleidsplannen van de afzonderlijke instellingen. Instellingen blijven doen wat ze al deden en vragen daar subsidiebedragen voor aan die gelijk zijn aan of hoger liggen dan de subsidiebeschikkingen voor 2005. De Raad beveelt aan om zowel in de sectoren Muziek en Muziektheater, Amateurkunst als de sector Film stappen te zetten om te komen tot een sectorinstituut. Om de ontwikkeling van deze nieuwe samenwerkingsverbanden te stimuleren en de kans van slagen te vergroten, beschouwt de Raad het als een essentiële voorwaarde dat voldoende frictiemiddelen beschikbaar zijn om de doelstellingen te bereiken.
De Raad constateert verder dat de ondersteuning op het gebied van digitalisering van cultureel erfgoed verbetering behoeft. Juist op dit terrein ligt een kans de krachten te bundelen en verspilling tegen te gaan. Volgens de Raad moeten de kosten voor digitalisering aan het Cultuurnotabudget worden toegevoegd.
Noot voor de redactie (