ChristenUnie


Bijdrage Spoeddebat TBS-beleid donderdag 16 juni 2005 - 14:46

Bron: ongecorrigeerd stenogram

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Voorzitter. Opnieuw is een tbs'er onstnapt met, naar het zich laat aanzien, zeer tragische gevolgen: een moord, een geschokte samenleving, grote onrust en de grootst mogelijke verontrusting bij mensen die zelf eerder slachtoffer zijn ge-weest van criminelen met tbs en bij hun families. Wij worden er opnieuw mee geconfron-teerd dat tbs'ers veelvuldig op verlof zijn voor hun resocialisatie en zich tijdens het verlof soms aan de begeleiding kunnen onttrekken of niet terugkeren van proefverlof. Tijdens hun ontsnapping ontsporen zij, niet vaak, maar wel te vaak, met gruwelijke gevolgen. Het pro-bleem van mensen die potentieel tot dit soort daden in staat zijn, staat opnieuw levensgroot op de politieke agenda.

De paradox is dat de tbs-maatregel juist is bedoeld als een antwoord op deze proble-matiek. Tbs wordt opgelegd in aanvulling op vrijheidsstraf, die sowieso aan de orde is bij een ernstig delict, juist omdat vrijheidsstraf alleen niet voldoet en in de meeste gevallen eindig is. Tbs is er mede omdat het, niet alleen ten behoeve van de betrokken persoon zelf, maar juist voor de waarborging van de veiligheid van de samenleving, nodig is om zicht te hebben op mensen van wie kan worden vermoed dat zij ook na het uitzitten van de straf gevaarlijk zijn en voor wie dus behandeling zeer gewenst en noodzakelijk is. Tbs kan dan ook in de praktijk neerkomen op levenslang vastzitten. Dat maakt de problematiek anders dan bij recidive van gewone criminelen, die overigens veel vaker voorkomt dan recidive van tbs'ers zonder tot zo'n enorme commotie te leiden. Het verschil is echter dat gedurende tbs, welke vorm die ook heeft, binnen de kliniek of daarbuiten bij een proefverlof, de minister verantwoordelijk kan worden gehouden voor de veiligheid van de samenleving. Met andere woorden: zomin als ontsnappingen zouden mogen voorkomen, zomin zou het mogelijk moeten zijn dat tijdens tbs misdrijven worden gepleegd. Op die verantwoordelijkheid moet de minister worden aange-sproken.

Dit algemeen geschetste dilemma is de kern van de problematiekk. Deze man had een delict gepleegd en was normaal gesproken al vrij geweest, maar vanwege de kans op herha-ling is tbs opgelegd, zodat hij inmiddels al vijftien jaar vastzat. Vervolgens begint de discus-sie, een gevecht tussen S. en de kliniek met in het verlengde daarvan het Openbaar Ministerie en de minister over de vraag wat wijsheid is. Is hij te gevaarlijk om los te lopen, of is zijn toestand zodanig verbeterd dat er moet worden gewerkt aan resocialisatie? Ik heb begrepen dat vanuit de kliniek is aangegeven dat betrokkene ongeneeslijk en onbehandelbaar was.

In het dossier zijn voor het ene en voor het andere standpunt aanknopingspunten te vinden. Zo heeft de heer S. een verleden van onttrekkingen, maar dat was in 2002 voor het laatst. Toen was hij inmiddels getrouwd, hetgeen nieuwe perspectieven bood. Tegelijkertijd staat het veiligheidsoogmerk voor de samenleving, in alle gevallen mede een doel van tbs, ook bij resocialisatiemaatregelen recht overeind. Daar komt dan nog bij dat de rechter per-spectief eist op resocialisatie en, naar wij aannemen, zelfs uiteindelijk beëindiging van tbs. De kliniek staat dan voor een dilemma. Hoe kun je daaraan werken als je geheel zou voorbijgaan aan begeleid proefverlof? Is die ruimte er überhaupt? Het is waar dat het woord proefverlof niet voorkomt in de beschikking. Maar hoeveel ruimte is er dan om de resocialisatiedoelstel-ling te bereiken zonder verlof, in dit geval begeleid verlof? Als de kliniek reden heeft om te geloven dat S. gevaarlijk bleef -- en daar lijkt het toch op -- welke mogelijkheid heeft zij dan om aan die zorg handen en voeten te geven? Ik leid dat af uit de geschiedenis. Ik pik er een paar puntjes uit.

De rechter eist op 15 september 2003 het perspectief dat ik eerder noemde, dus ook het perspectief op resocialisatie, maar de aanvraag voor begeleid verlof wordt op 30 oktober van 2003 toch in eerste instantie afgewezen. Na een second opinion op 14 april 2004 wordt die aanvraag alsnog gehonoreerd en pas in augustus gepraktiseerd. Ondanks dat wordt op 14 september 2004 toch weer twee jaar verlenging van tbs gevraagd. Dan zit hij dus al veertien jaar vast. Maar dit wordt één jaar, na opnieuw een second opinion. Op z'n minst tegengestelde inschattingen mogen uit deze overwegingen blijken.

Kennelijk wordt weinig tegen dit soort contraire besluiten in beroep gegaan. Waarom eigenlijk? Als die zorg er is bij zo'n instelling, dan is dat toch het minste wat je kan doen? Of is er reden om bang te zijn voor een tegengesteld effect bij de betrokkene, in de zin van: zie je wel, ze willen me niet vrij? Ik krijg graag nader inzicht in de overwegingen die eraan ten grondslag liggen om niet in beroep te gaan. Is er reden om het systeem van rechterlijke toetsing te veranderen? Nu beslist een rechter op aangeven van het Openbaar Ministerie met daarachter uiteraard de expertise van de kliniek met de mogelijkheid van een second opinion. Die tweede opinie lijkt wel per definitie zwaarder te wegen. Is dat zo? Is het verstandig om dit aan hetzelfde instituut te vragen? Zou er bij tegenstrijdige opvattingen geen ruimte moeten zijn voor een derde maar dan doorslaggevende opinie bij bepaalde categorieën tbs'ers? Wie de beschikking van de rechtbank Amsterdam nog eens goed doorleest en de overwegingen doorneemt bovenaan pagina 2 van het advies op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering en daarnaast de beslissing van de rechter legt, ziet een geweldige discrepantie. Bij dit soort contraire besluiten moeten wij toch stil blijven staan?

Ik kom daarmee terug op datgene waarop de minister aanspreekbaar is. Met name het veiligheidsaspect dus. Is gedaan wat gedaan had kunnen worden? De minister, verantwoor-delijk voor de tbs-klinieken en het Openbaar Ministerie, staat ervoor dat er professionele vrees was voor de gevaarlijkheid van deze man, maar er is niet voor gekozen om in beroep te gaan tegen de uitspraak. Er is evenmin voor gekozen om het werken aan perspectief nog lang-duriger binnen de muren van de kliniek vorm te geven. Er is, voorzover ik kan zien, evenmin voorzien in bijzondere veiligheidsmaatregelen tijdens het begeleid verlof. Zijn er nu echt geen technische voorzieningen om bij een onttrekking de betrokkene direct in de kraag te kunnen grijpen? Ik zeg daarbij dat ik besef dat handboeien of iets dergelijks niet dé oplossing kunnen vormen, omdat er bij resocialisatie, als wij die doelstellingen overeind willen houden, altijd een moment komt dat ze af zullen moeten. Maar er moet toch ruimte zijn om in ieder geval voor, naar de taxatie van de tbs-instelling gevaarlijk tbs'ers, extra voorzieningen te treffen, in elk geval tijdens het vervoer, dan wel extra begeleiding of weet ik wat, teneinde de risico's tot een minimum te beperken? Op deze punten mogen wij nadere verantwoording verwachten. Niet omdat een systeem denkbaar is dat nooit faalt, wel omdat de minister van Justitie tijdens de duur van de tbs politiek verantwoordelijk is voor gebreken in het waarborgen van de veiligheid van de samenleving. Wat mij betreft hangt een eindoordeel in dit debat ook af van een genoegzaam antwoord op genoemde drie punten.

Over de opsporing zijn reeds vele vragen gesteld. Ik noem de afwegingen en de mo-menten waarop er wel of niet is opgetreden rondom het tappen, de communicatie met de echt-genote en het opsporingsbericht. Ik sluit mij kortheidshalve bij die vragen aan omdat ze rele-vant zijn bij de beoordeling van zowel het verhaal van het begeleid verlof als hetgeen er daar-na is gedaan bij de opsporing. Het komt neer op de vraag of alles is gedaan wat gedaan moest worden om op te sporen. Ook ik heb de parallel, die van vele kanten is aangereikt, met de poema op de Veluwe voor ogen. Is alles uit de kast gehaald om op te sporen? Valt de kliniek wellicht iets te verwijten, omdat de ontsnapping kennelijk was voorbereid? Waarom reageert de minister niet voortvarender op het probleem van die contraire verloven, bijvoorbeeld door de procedure aan te passen of door in beroep te gaan, gezien de risico's?

---