Nog veel vragen tijdens spoeddebat affaire Wilhelm S.
16-06-2005 * De SP-fractie is geschokt door de moord op de 73-jarige
Amsterdamse man, naar alle waarschijnlijkheid gepleegd door de TBS'er
Wilhelm S. In de Tweede Kamer vindt deze middag een spoeddebat plaats
over deze affaire. Gisteren mochten de Kamerfractie al schriftelijke
vragen stellen, die door minister Donner per brief zijn beantwoord.
Maar ook na deze repliek blijven nog zeer veel vragen open staan.
Namens de SP voert Jan de Wit het woord. Voor de SP moeten tijdens dit
debat twee belangrijke vragen beantwoord worden. Ten eerste de vraag
of er fouten zijn gemaakt voorafgaand en tijdens de vlucht van S. Ten
tweede de vraag of, mede gezien de vreselijke afloop van deze zaak,
het TBS-beleid zoals wij dat tot nu gevoerd hebben, in stand kan
blijven.
De bijdrage van Jan de Wit aan de Eerste termijn van het debat:
Na beantwoording door de minister van de schriftelijke vragen is er op
een aantal punten nog geen duidelijkheid en daarom wil ik de
navolgende vragen aan de minister voorleggen:
De minister zegt dat het vonnis van de rechtbank betekent dat hij moet
overgaan tot resocialisatie en dus tot begeleid verlof. Uit de
informatie die de minister aan de Kamer heeft verstrekt blijkt echter
duidelijk dat de minister wel degelijk kan afwijken van de wens van de
rechtbank. Hij heeft dat in deze zelfde zaak gedaan door op 30 oktober
2003 géén machtiging te verlenen voor begeleid verlof, omdat hij de
veiligheidsrisico's te groot achtte. Dit gaat in tégen de strekking
van het vonnis van de rechtbank van 15 september 2003. We kunnen niet
om de constatering heen dat de minister ook bij de verlening van de
machtiging tot begeleid verlof in april 2004 anders had kunnen
besluiten.
Bovendien is de vraag gerechtvaardigd of de kliniek niet op een andere
manier aan de wens van de rechtbank tegemoet had kunnen komen? Was
begeleid verlof werkelijk de enige manier om inzicht te verschaffen in
de resocialisatie van S.?
Dan nog een vraag over risico-inschatting. Wordt bij de beoordeling
van aanvragen voor verlof het advies van de kliniek gevolgd of
beoordeelt de minister de aanvragen zelfstandig? Zo ja, op basis van
welke stukken?
Ook over de opsporing na de vlucht van S. heeft mijn fractie nog een
aantal vragen:
* Welke concrete opsporingsactiviteiten hebben plaats gevonden,
direct na de vlucht van S., anders dan het signaleren van zijn
vermissing bij de diverse politiecorpsen? Hoe serieus is er naar
S. gezocht?
* Over de telefoontap het volgende. Ik vind het bijzonder weinig
overtuigend dat pas op 11 en 12 juni printertaps zijn
geïnstalleerd omdat toen de telefoonnummers van de echtgenote van
S. bekend werden. Die hadden toch direct op 7 juni opgevraagd
kunnen worden? Veldzicht was op 7 juni al op de hoogte van het
feit dat S. met zijn echtgenote belde! Er mocht vooruitgelopen
worden op de wettelijke regeling, dus dat was geen beletsel. Wij
horen graag waarom niet direct op 7 juni werk is gemaakt van het
tappen van de echtgenote van S.
De minister schrijft in zijn beantwoording van mijn vraag over de
observatie van de woning van de echtgenote van S. dat er geen
aanwijzingen waren dat S. naar die woning zou komen en dat deze woning
daarom niet in de gaten werd gehouden. Daar wil ik een nadere
toelichting op. S. belde met zijn echtgenote, hij zocht contact met
haar. Waarop was de inschatting dat observatie niet nodig was
gebaseerd?
Bovendien schrijft de minister dat S. foto's uit zijn kamer in de
kliniek bij zijn echtgenote heeft achtergelaten. Wanneer is hij daar
geweest? Vóór zijn vlucht? Waarom heeft de kliniek dan niet opgemerkt
dat S. zijn kamer had leeggehaald? Tijdens zijn vlucht? Dan had het
huis van S. en/of haarzelf wel degelijk geobserveerd moeten worden.
Graag hierop een reactie van de minister.
Voor de SP-fractie is het antwoord van de minister op al deze vragen
van groot belang.
Maar los daarvan, zelfs als de minister zich aan alle regels en
protocollen heeft gehouden en zorgvuldig heeft gehandeld, dan is voor
de SP-fractie het cruciale punt: als dit de uitkomst is van het
TBS-beleid - te weten dat er iemand na onttrekking aan begeleid verlof
wordt vermoord - dan is er toch veel mis met het beleid. Dan nemen we
teveel risico's met de terugkeer in de samenleving van TBS'ers.
De SP is er voorstander van dat ook mensen die TBS hebben gekregen een
tweede kans moeten krijgen. Maar de risico's die dat oplevert voor de
samenleving moeten daarbij afgewogen worden. Dat is een dilemma. Maar
als er dingen kunnen gebeuren zoals de moord op deze 73 jarige man dan
worden die risico's blijkbaar nog steeds niet goed beoordeeld.
En dan rijzen toch vragen als:
* is het verantwoord dat de rechter ingaat tegen een duidelijk
negatief advies van de inrichting van betrokkene;
* is het wel juist dat de rechter over verlenging en
tenuitvoerlegging van de TBS-maatregel beslist;
* welke vrijheid heeft de minister om af te wijken van het
rechterlijk oordeel.
De SP-fractie is van oordeel dat het TBS-beleid opnieuw en grondig
bekeken moet worden.
Voor ons is daarbij van groot belang dat de risico-inschatting beter
moet. Laat specialisten op het terrein van psychische ziekten naar
deze vraag kijken en laat dat gebeuren in een breed samengesteld
pannel, vanuit verschillende disciplines. Mijn fractie is van mening
dat deskundigen beter toegerust zijn om beslissingen te nemen over
TBS'ers. Wat ons betreft wordt de rol van de rechter beperkt tot een
marginale toetsing van de gevolgde procedure.
En laat vervolgens de minister de ruimte nemen om zijn eigen
verantwoordelijkheid waar te maken en machtigingen tot verlof vooral
te baseren op het oordeel van de deskundigen.
Heel concreet betekent dat in dit geval dat de minister vooral had
moeten kijken naar het oordeel van de kliniek en minder waarde had
moeten hechten aan het oordeel van de rechter zoals hij dat in deze
zaak in 2003 trouwens al eerder had gedaan.
Voor de SP-fractie is het duidelijk dat ook het begeleid verlof zelf
verbeterd moet worden.
Meer waarborgen voor de veiligheid van de samenleving. Alleen nog met
een electronische enkelband en met bewaking erbij en vervoer per bus
en niet per openbaar vervoer.
Antwoorden van belang voor uiteindelijke positie van de SP-fractie.
Socialistische Partij