Persbericht
Beschikkingen uitgereikt aan drie radicale imams
16 juni 2005
Minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft de
beschikkingen uitgebracht om de verblijfsvergunning van één in
Nederland verblijvende radicale imam in te trekken en diens aanvraag
om verlenging af te wijzen. Met betrekking tot de andere twee imams
(van wie nog één in Nederland verblijft) is besloten de
verlengingsaanvraag af te wijzen. De drie imams zijn tevens tot
ongewenst vreemdeling verklaard. De beschikkingen hebben tot gevolg
dat betrokkenen niet langer rechtmatig in Nederland verblijven. Indien
betrokkenen Nederland niet zelfstandig verlaten, kunnen zij worden
uitgezet.
De intrekking van de verblijfsvergunningen door de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) is gebaseerd op het feit dat de imams een
gevaar vormen voor de openbare orde en/of nationale veiligheid. Op 21
februari jl. werd door minister Verdonk al het voornemen uitgebracht,
conform de geldende procedure in de Vreemdelingenwet, waarop
vervolgens de zienswijze van de advocaat van betrokkenen volgde. In de
vandaag uitgereikte beschikkingen wordt uitvoerig ingegaan op de
zienswijze van de advocaat, maar deze heeft niet tot een ander oordeel
geleid.
Op basis van individuele ambtsberichten van de Algemene Inlichtingen-
en Veiligheidsdienst (AIVD) wordt geoordeeld dat betrokkenen een
gevaar voor de nationale veiligheid vormen. Volgens de AIVD dragen de
imams bij aan de radicalisering van moslims in Nederland. Ook hebben
de imams het rekruteren voor de jihad binnen hun moskee getolereerd.
In de Al Fourkaan moskee wordt door de imams het salafitische
gedachtegoed uitgedragen, een sterk tegen de Westerse samenleving
gekante stroming binnen de islam.
Volgens het ambtsbericht van de AIVD laten de betreffende imams van de
Al Fourkaan moskee duidelijk hun afkeuring blijken over de Westerse
samenleving en dragen zij in hun preken gedachten uit over vergaande
afzondering en mijding van andersgezinden. Daarmee worden moslims er
volgens de AIVD toe aangezet om zich van de Nederlandse samenleving te
isoleren. Bovendien kan de afwijzing van ongelovige buitenstaanders
leiden tot intolerantie tegenover iedereen die niet de streng
puriteinse salafitische geloofsleer aanhangt en tot tendensen om de
islamitische wetgeving boven de Nederlandse wetgeving te stellen.
Op grond van bovenstaande komt de AIVD tot de conclusie dat de imams
willens en wetens bijdragen aan de radicalisering van moslims in
Nederland en dat zij mede verantwoordelijk zijn voor het creëren van
een voedingsbodem voor de jihad.
Tegen de beschikking van de minister voor Vreemdelingenzaken en
Integratie kan binnen een termijn van vier weken bezwaar worden
aangetekend. Dit bezwaar mag niet in Nederland worden afgewacht.
Ministerie van Justitie