Nederlands 'nee' noopt tot herbezinning over Europa
donderdag 16 juni 2005
Bij het beleidsdebat over de begrotingen van buitenlandse zaken (BZ)
en ontwikkelingssamenwerking (OS) is in de Eerste Kamer dinsdag 14
juni 2005 onder andere uitgebreid stil gestaan bij het 'nee' van
Nederland en Frankrijk tegen het grondwettelijk verdrag voor de
Europese Unie, de armoedebestrijding in de wereld en de mogelijkheden
om de structuur van de Verenigde Naties aan te passen aan nieuwe
eisen.
Als woordvoerder van de grootste oppositiepartij, hield de PvdA-er Van
Thijn de ministers Bot (CDA, buitenlandse zaken) en mevrouw Van
Ardenne (CDA, ontwikkelingssamenwerking) voor dat zij als gevolg van
het Islam-debat in Nederland handen vol werk hebben om in het
buitenland de 'reputatieschade' die ons land zou hebben opgelopen, te
herstellen. Volgens Van Thijn is deze schade verder versterkt door de
negatieve uitkomst van het referendum over het grondwettelijke verdrag
voor de Europese Unie. De PvdA-er vond het beschamend dat in het debat
voorafgaand aan het referendum vrijwel uitsluitend de nationale
invalshoek aan bod kwam. CDA-senator Van Gennip sprak over de noodzaak
van gezagsherstel van Nederland in internationale fora. Hij wenste de
ministers veel vindingrijkheid toe om uit de impasse van de huidige
crisis in Europa te komen. VVD-woordvoerder Dees vroeg om een grondige
analyse van de oorzaken en motieven en dit zegde minister Bot ook toe.
De woordvoerders van de tweede grootste regeringspartijen CDA en VVD,
Van Gennip en Dees, vroegen aandacht voor de op handen zijnde
hervorming bij de Verenigde Naties.
Van Gennip betoogde dat het jaar 2005 wat betreft de veiligheid en de
ontwikkeling van de wereld een beslissend jaar, een keuzejaar, wordt
voor Europa, voor de VS en voor de meerderheid van de leden van de
Verenigde Naties. De CDA-senator maakte zich tot tolk van de met
rapporten onderbouwde opvatting dat de huidige globalisering de lasten
en lusten in de wereld hoogst ongelijk verdeelt, dat de bedreigingen
van de veiligheid sterk toenemen en dat instrumenten die de mensheid
ter beschikking heeft, zoals de Veiligheidsraad van de VN, dringend en
ingrijpend hervormd dienen te worden. Van Gennip pleitte voor een
grotere rol van de Europese Unie op het wereldtoneel. Hij dacht "dat
een eigen Europees antwoord op het globaliseringsproces het echte
nieuwe motief is voor verdieping van het eenheidsstreven".
VVD-er Dees putte uit een verhaal in Liberaal Reveil, waarin de
mankementen van het VN-systeem worden aangeduid en suggesties voor
verbeteringen worden gedaan. Zo geeft het uit 1945 daterende Handvest
van de VN geen solide basis voor militaire interventies in geval van
falende staten, genocide en etnische zuiveringen. Het voorstel van
secretaris-generaal Kofi Annan om de Commissie voor de mensenrechten
van de VN te vervangen door een Human Rights Council sprak Dees aan.
Ook minister Bot bleek voor zo'n nieuwe raad te voelen die op gelijke
voet zou kunnen functioneren als de Veiligheidsraad voor vraagstukken
van vrede en veiligheid en de Ecosoc voor ontwikkelingsvraagstukken.
"Mensenrechten blijven core business", zei PvdA-er Van Thijn en ook
hij sprak steun uit voor de hervormingen die Kofi Annan bepleit. In
een Veiligheidsraad met een andere samenstelling dan nu zou Duitsland
moeten zitten, betoogde Van Thijn. Hij vond dat Nederland meer oog
voor Duitsland moet tonen dan blijkt uit de paar
'beleefdheidsbezoekjes' sinds de hereniging in 1990.
De grove schending van de mensenrechten in de Soedanese provincie
Darfur kwam in vele toonaarden ter sprake tijdens het debat. Nederland
levert zijn bijdrage aan de logistieke hulp die EU en NAVO hebben
toegezegd aan de Afrikaanse Unie die orde op zaken wil stellen.
Senator Van Middelkoop (ChristenUnie mede namens de SGP) kruiste de
degens met minister Bot over de 'definitiekramp' die optreedt bij het
beantwoorden van de vraag of er in Darfur nu wel of geen sprake is van
volkerenmoord (genocide). Als genocide is vastgesteld zou er militair
moeten worden ingegrepen. Volgens de EU is er geen sprake van
genocide, maar volgens het Amerikaanse Congres wel. Van Middelkoop:
"Het genante van dit soort meningsverschillen is dat de slachtoffers
er niets aan hebben". De kwestie is omzeild, doordat de regering van
Soedan de Afrikaanse Unie heeft gevraagd in te grijpen.
PvdA-woordvoerder Rabbinge zette in het debat over
ontwikkelingssamenwerking vraagtekens bij de euforie over het besluit
van de rijke landen om de achttien armste landen hun schuldenlast
kwijt te schelden. "De beeldvorming is anders dan de werkelijkheid",
zei Rabbinge. Zo wees hij erop dat de VS minder dan een dollar per
Afrikaan aan ontwikkelingshulp besteden. Volgens de PvdA neemt de
kloof tussen arm en rijk in de wereld toe. "De vijf rijkste personen
van deze wereld verdienen gezamenlijk meer dan de dertig armste landen
gezamenlijk met zo'n 200 miljoen inwoners" zo stelde Rabbinge. De
senator kreeg van minister Van Ardenne gelijk met zijn becijfering dat
de Nederlandse hulp dit jaar 0,73% van het BNP bedraagt in plaats van
de 0,8% die is afgesproken. "Maar over vier jaar gemeten komen we op
0,8% uit", aldus de minister van ontwikkelingssamenwerking. De dip dit
jaar ontstaat doordat India geleend geld terugbetaalt.
In antwoord op vragen van CDA-senator Franken (die mevrouw
Vedder-Wubben verving) zei minister Van Ardenne dat met landen als
Kaapverdië, Suriname en Sri Lanka een andere vorm van
ontwikkelingssamenwerking wordt opgezet. Dit past in een
accentverschuiving die de regering nastreeft: meer accent op
productiestructuren, het benutten van particuliere initiatieven en
meer ruimte voor marktmechanismen. Franken en ook VVD-senator De Graaf
pleitten voor meer deelname bij ontwikkelingssamenwerking door lokale
overheden. "Veranderingen in Afrika kunnen alleen door Afrikanen zelf
te weeg worden gebracht", betoogde Franken. Vrijwel alle sprekers
waren bezorgd over het niet halen van de millenniumdoelen, zoals het
halveren van de armoede in 2015.
GroenLinks-senator Pormes ging in zijn kritiek op de Verenigde Staten
het verst. Hij pleitte ervoor dit land scherper op zijn verplichtingen
te wijzen en anders andere middelen te zoeken. Het door Pormes
bepleitte 'noodsscenario' wees minister Van Ardenne van de hand. Zij
zei dat de millenniumdoelen al een noodscenario vormen en dat de
regering er alles aan doet om ze te realiseren.. Pormes vond het een
schande dat de VS als voorwaarde voor hulp aan een land als Kenia
eisen dat dit land het Internationaal Strafhof afwijst. Minister Bot
vond dit 'ook niet kunnen'. SP-senator Kox zei dat het 'nee' tegen het
grondwettelijk verdrag tot het aftreden van de regering zou moeten
leiden. Kox vond dat de 'nee'-stemmers volkomen gelijk hebben. Hij
vond ook dat de regering meer uit de kast moet halen om de
millenniumdoelstellingen van de VN inzake het tegengaan van armoede en
het schenden van mensenrecht te bereiken. Andermaal klaagde hij de VS
aan voor de schending van mensenrechten in de gevangenis Guantanamo
Bay op Cuba.
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal