CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 21
Datum: 16 juni 2005
CPB beoordeelt investeringsvoorstellen kennis, milieu en ruimtelijke economie
Hogere aardgasbaten maken een nieuwe investeringsimpuls in de economische structuur mogelijk. In het Paasakkoord is afgesproken het accent hierbij relatief sterk op kennisinvesteringen te leggen. De helft van de extra gelden voor het Fonds Economische Structuurversterking (FES) is bestemd voor kennisprojecten. Op basis van de ingediende investeringsvoorstellen zijn in potentie goede bestedingsmogelijkheden voor de investeringsimpuls. De efficiëntie van veel voorstellen kan echter worden verbeterd door een hogere eigen bijdrage van belanghebbende instituten en bedrijven. Ook meer aandacht voor selectiviteit en het beperken van de omvang van projecten, met benutting van de mogelijkheden voor fasering, kunnen het maatschappelijk rendement van diverse projecten verder vergroten. Een ander belangrijk aandachtspunt is het gebrek aan overzicht. Op de meeste terreinen zijn in het verleden al veel initiatieven ontplooid, maar bestaat er nog geen inzicht in de effecten van die eerdere initiatieven.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document Leren van investeren: analyse van investeringsvoorstellen in kennis, milieu en ruimtelijke economie. Het CPB heeft op verzoek van de Interdepartementale Commissie voor de Ruimtelijke Economie (ICRE) 21 investeringsvoorstellen beoordeeld. Het gaat onder meer om projecten over de luchtkwaliteit, de aanleg van wegen, bodemsaneringen, natuur in de Westerschelde, de oprichting van een farmaceutisch instituut, voeding en gezondheid, nanotechnologie, VMBO-huisvesting en ICT bij de overheid.
Een meevaller bij de aardgasbaten van ca 1 mld euro (de zogenaamde FES-gelden) maakt de nieuwe investeringsimpuls mogelijk. De toetsing van de ingediende investeringsvoorstellen door het CPB draagt informatie aan voor een afweging door het Kabinet. Het Natuur- en Milieuplanbureau (MNP) en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) en ook enkele private onderzoeksbureaus hebben bijgedragen aan de beoordeling. Naar verwachting zal de besluitvorming over de besteding van de FES-gelden binnenkort plaatsvinden.
Aanpak
Centraal in de analyse staat de vraag in hoeverre projecten de maatschappelijke welvaart vergroten. Het CPB hanteert een breed welvaartsbegrip, waarbij niet alleen financieel-economische effecten, maar ook andere zaken waar mensen waarde aan toekennen, zoals natuur, milieu en gezondheid, een rol spelen.
De gebruikte beoordelingscriteria zijn:
Legitimiteit/subsidiariteit: ligt overheidsingrijpen in de rede? En in hoeverre is er een taak weggelegd voor de rijksoverheid, of ligt betrokkenheid van andere overheden meer in de rede?
Effectiviteit: in hoeverre draagt een project bij aan de met dit project beoogde doelen?
Efficiëntie: hoe verhouden de verwachte baten van een project zich tot de kosten?
Het CPB beschikt niet over de kennis om de wetenschappelijke kwaliteit van de voorstellen te beoordelen.
Positief beoordeelde projecten
Voorstellen (of delen daarvan) die als gunstig zijn beoordeeld, zijn het plantkundig onderzoek naar nieuwe detectietechnieken, onderzoek naar milieurisico's van transgene gewassen, huisvestingsverbeteringen voor VMBO-scholen, een project om venture capital leningen te verschaffen aan investeringsfondsen, wegverbredingen rond Utrecht en enkele maatregelen om de uitstoot van fijn stof te reduceren, zoals roetfilters en de stimulering van euro 4- en 5-technologie voor vrachtwagens en bussen. Deze projecten hebben een duidelijk gedefinieerd doel, waarbij overheidsingrijpen gelegitimeerd is en waar de maatschappelijke baten naar verwachting in een redelijk goede verhouding staan tot de maatschappelijke kosten. De projecten zijn vrij goed onderbouwd en redelijk gedimensioneerd.
Kennisinstituten
In meerdere voorstellen wordt ingezet op een zeer grootschalige aanpak, soms via de instelling van compleet nieuwe kennisinstituten (Farmaceutisch instituut, Holst centrum voor nanotechnologie). De indieners overwegen zelden een aanpak van fasering van projecten in de tijd, door bijvoorbeeld te beginnen met een van thema's en dan na evaluatie te besluiten of er volgende stappen gezet moeten worden. Vaak wordt ingezet op maximale omvang en maximale snelheid, ongeacht de meerkosten en extra risico's die dit met zich mee kan brengen.
Verder is de relatief geringe eigen bijdrage van belanghebbende instituten en bedrijven aan de projecten een aandachtspunt dat bij verschillende projecten naar voren kwam (onder meer de verhuizing TNO Automotive, de versnelling van de transitie van de 3 Technische Universiteiten, het Holst centrum en een zogenaamde cleanroom voor nanotechnologie, het farmaceutisch instituut). De projecten worden door de indieners vrijwel zonder uitzondering als zeer belangrijk en zeer urgent getypeerd. Desondanks is - ook in situaties waarin belangrijke baten bij diezelfde partijen neerslaan - de eigen bijdrage vaak zeer gering. Dit vergroot niet alleen het beslag op de publieke middelen, maar het roept ook vragen op omtrent de effectiviteit en efficiency van de projecten.
Selectiviteit is nodig voor een gerichte besteding van middelen
Net als in eerdere ICES-rondes is een gebrek aan selectiviteit bij de projectvoorstellen een aandachtspunt. Diverse voorstellen zijn te verbeteren door tevoren heldere criteria vast te leggen op basis waarvan een selectie kan worden gemaakt wat je aanpakt en wat niet. Dergelijke criteria zouden betrekking moeten hebben op baten en kosten. Dit aandachtspunt geldt in het bijzonder voor het project van bodemsaneringen, maar ook voor de lokale ISV (investeringsbudget stedelijke vernieuwing)-maatregelen uit het voorstel luchtkwaliteit.
Negatief beoordeelde projecten
Ongunstig scoorden onder meer een project met betrekking tot ICT bij de overheid en een project om warmte te koppelen in het Rijnmondgebied. De warmtekoppeling is geen efficiënt instrument om emissies (CO2 en stikstofoxiden) te reduceren. Bij het ICT-project is geen goede probleemanalyse gemaakt. Het gaat hier vooral om coördinatieproblemen waar het project niet duidelijk op aangrijpt.
CPB Document 86, Leren van investeren: analyse van investeringsvoorstellen in kennis, milieu en ruimtelijke economie, ISBN 90-5833-221-7, is te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
De volledige publicatie is tevens (gratis) beschikbaar als PDF-bestand op de website van het CPB (www.cpb.nl).
In de CPB Nieuwsbrief van juni 2005 staat een sterk verkorte samenvatting van dit CPB Document met daarin opgenomen een kader over innovatie in Finland.
Inlichtingen bij: Annemiek Verrips (070-3383493), Taco van Hoek (070-3383396), of Jacqueline Timmerhuis (tel. 070 3383477)
Centraal Planbureau