Europees integratieproces heeft gevolgen voor de aandelenmarkten
De eenwording van de Europese Unie en het eurogebied hebben duidelijke
gevolgen voor aandelenmarkten uit het eurogebied. Dat is de
belangrijkste conclusie van Gerard Moerman in zijn proefschrift
Empirische studies naar het prijzen van aandelen en de bankensector in
het eurogebied waarop hij donderdag 16 juni 2005 promoveert aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij stelt dat spreiding van de
aandelenportefeuille over sectoren nu beter is dan over landen en dat
er meer vraag is naar aandelen van grotere banken. Academici en
beleggers moeten hun modellen dan ook opnieuw testen.
Betere risicospreiding over sectoren dan over landen
Moerman bestudeerde de financiële integratie (de mate waarin aandelen
met elkaar mee bewegen) vanuit verschillende perspectieven. Hij testte
een van de meest gebruikte modellen specifiek voor het eurogebied.
Veel pensioenfondsen en andere vermogensbeheerders proberen hun
aandelenportefeuille zo slim mogelijk op te zetten door de beleggingen
te spreiden, waardoor de verhouding tussen het rendement en het risico
beter is. Door het integratieproces laten de aandelenindices van
landen echter steeds meer dezelfde beweging zien, waardoor het
spreiden minder diversificatievoordelen oplevert. De promovendus toont
aan dat een spreiding over verschillende sectoren verstandiger is.
Implicaties van deze wijzigingen
Veel institutionele beleggers hebben inderdaad hun landenaanpak voor
het eurogebied omgezet naar een sectoraanpak. Een direct gevolg
hiervan is dat de portefeuillemanagers van deze investeerders, die
proberen de index te verslaan, nu worden afgerekend op een sectorindex
in plaats van een landenindex. Moerman laat zien dat de
aandelenprijzen van grotere banken meer met elkaar mee bewegen,
terwijl dit voor kleinere banken niet het geval is. Volgens Moerman
moet de verklaring gezocht worden in de verschuivende aanpak van de
grote beleggers (vermogensbeheerders en institutionele beleggers). Er
is meer vraag naar de aandelen van grotere banken, waardoor zij
makkelijker en goedkoper toegang hebben tot kapitaal via de
financiële markten. Dit resultaat kan van invloed zijn op de
strategie van banken. Eén mogelijkheid is om te proberen tot de
grootste van Europa te behoren. Dit geeft een verklaring voor de
overnamepogingen die momenteel plaatsvinden in deze sector, zoals het
bod ABN op Antonveneta en de geruchten tussen HVB (Duitsland) en
Unicredito (Italië), zo stelt Moerman.
Deze promotie is voorbereid binnen Erasmus Research Institute of
Management (ERIM), de door de KNAW erkende onderzoeksschool van RSM
Erasmus University en de Faculteit der Economische Wetenschappen.
Promotor: prof.dr. C.G. Koedijk, Ondernemingsfinanciering
Erasmus Universiteit Rotterdam