Ministerie van Justitie

Brief minister Donner aan Tweede Kamer n.a.v. aanhouding voortvluchtige tbs-er
15 juni 2005
1. Inleiding

Hiermee bericht ik u, dat gisteravond 14 juni 2005 de voortvluchtige tbs-er D.J.S. is aangehouden, tijdens het doorzoeken van een woning in Amsterdam in verband met het onderzoek naar de gewelddadige dood van een 73 jarige man. Hij is in verzekering gesteld op verdenking van moord of doodslag op deze man.

Ik hecht er daarbij aan eerst uitdrukking te geven aan mijn geschoktheid door het voorgevallen ernstige misdrijf en medeleven met degenen die daardoor getroffen zijn.

Ten vervolge op hetgeen ik gisteren tijdens het mondelinge vragenuur aan uw Kamer heb medegedeeld zend ik u thans een overzicht van de gang van zaken voorafgaand aan het begeleid verlof waaraan hij zich op 7 juni jl. heeft onttrokken en de acties die door de betreffende diensten zijn ondernomen om tot aanhouding te kunnen overgaan. Een vertrouwelijke bijlage gaat hierbij. Indien de komende dagen nog relevante informatie beschikbaar komt, zal ik u daarvan op de hoogte brengen.

Behandeling en resocialisatie betrokkene

28 april 1999: Betrokkene wordt in Veldzicht opgenomen op de longstay-afdeling, met een hiervoor bestemde plaatsingsbeschikking.

Betrokkene tekent beroep aan tegen zijn longstayplaatsing bij de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing. De RSJ heeft bij tussenbeslissing opgedragen betrokkene te laten onderzoeken door het Meijers Instituut. Op basis hiervan wordt besloten betrokken op een reguliere afdeling te plaatsen

29 november 1999: plaatsing op de afdeling seksueel delinquenten.

8 november 2001: machtiging voor het praktiseren van begeleid verlof wordt afgegeven. Begeleid verlof dient gefaseerd te worden ingevoerd op momenten dat patiënt psychisch stabiel functioneert.

Vanaf 21 november 2001 praktiseert hij deze verloffaciliteit, in eerste instantie alleen begeleid dorpsverlof.

5 maart 2002: onttrekking tijdens het eerste begeleide regioverlof naar Ommen aan het toezicht van zijn begeleider. Na drie uur vindt aanhouding plaats in Ommen. Hij blijkt bier te hebben gekocht en geconsumeerd. Verloffaciliteiten worden ingetrokken.

De behandeling wordt opnieuw opgepakt. Patiënts persoonlijke situatie wijzigt zich in die zin dat hij een vrouw leert kennen en dat zij huwen. Dit betekent voor betrokkene een belangrijke motivatie om zich in te zetten voor de behandeling en te voldoen aan gestelde voorwaarden.

10 februari 2003: Aanvraag voor begeleid verlof wordt afgewezen.

15 september 2003: De vordering van de officier van Justitie tot verlenging van de tbs-maatregel met 2 jaar wordt door de arrondissementsrechtbank afgewezen. De tbs wordt met een jaar verlengd. Hierbij wordt aangegeven: Ofschoon de rechtbank het enerzijds met Veldzicht eens is dat de resocialisatie van betrokkene nog geruime tijd zal duren, is de rechtbank anderzijds van oordeel dat betrokkene een perspectief geboden moet worden door hem het vertrouwen te schenken, dat de vele verbeteringen in zijn houding blijvend zullen zijn.

17 oktober 2003: Progressie in de behandeling leidt tot een nieuwe verlofaanvraag voor begeleid verlof.

30 oktober 2003: De aanvraag tot begeleid verlof wordt vooralsnog afgewezen. Deze aanvraag wordt op afgewezen met de volgende argumentatie: Uw inschatting van de risicos, alsmede de uitkomst van de HCR-20, vormen voor mij aanleiding thans niet over te gaan tot machtiging van het door u gevraagde verlof. Gelet op de complexiteit van deze casus stel ik voor () een second opinion te verkrijgen. Na ontvangst van deze second opinion zal ik de aanvraag in heroverweging nemen.

5 maart 2004: Second opinion door de FPD-psychiater. Geadviseerd wordt betrokkene, als voorwaarde bij begeleid verlof, in te stellen op een alcohol aversief middel. Strikte controle op de inname van het middel dient plaats te vinden.

14 april 2004: machtiging tot begeleid verlof wordt verleend, met inachtneming van bovenstaande.

Vanaf 26 april 2004 krijgt patiënt ook intern toestemming om begeleid verlof te praktiseren.

26 augustus 2004: de geactualiseerde HCR-20 (risico-taxatie) wordt nogmaals besproken in het Divisie Staf Beraad (een kliniekbreed orgaan) en er worden geen contra-indicaties gezien voor het praktiseren van begeleid verlof.

Sinds augustus 2004 wordt een voorzichtig positief behandelverloop gezien. Betrokkene houdt zich aan alle afspraken en voorwaarden. Hij werkt zijn terugvalpreventieplan verder uit. Betrokkene en zijn echtgenote zijn zich goed bewust geworden van de lange duur van een mogelijk resocialisatietraject en de langdurige begeleiding waarmee dit gepaard zal gaan. De begeleide verloven (in eerste instantie alleen in het dorp, later ook in een afgebakende regio en nog later landelijk) verlopen zonder problemen. Elke uitbreiding van het verlof wordt voorafgegaan door een bespreking in het Divisie Staf Beraad. Betrokkene stelt zich tijdens de verloven begeleidbaar op. Hetzelfde geldt voor zijn echtgenote. In multidisciplinair overleg is gesproken over resocialisatie waarbij het de conclusie was dat een resocialisatie naar de echtgenote in Eindhoven weliswaar een langdurig, maar realistisch traject zou zijn.

14 september 2004: De vordering van de officier van Justitie tot verlenging van de tbs-maatregel met 2 jaar wordt door de arrondissementsrechtbank afgewezen. De tbs wordt met een jaar verlengd, mede op basis van een door de rechtbank ontvangen onafhankelijk advies van de FPD. In het vonnis wordt aangegeven: Betrokkene wordt hiermee de kans geboden te laten zien wat zijn houding is ten aanzien van zijn dagbesteding en dagstructuur, wat zijn houding is ten aanzien van alcoholgebruik, () De rechtbank gaat er daarbij van uit dat het FPC Veldzicht tijdens de volgende zitting met concrete informatie komt ten aanzien van de resocialisatie van betrokkene.

Overzicht verloven


- Betrokken heeft vanaf 14 april 2004 een machtiging voor begeleid verlof


- De eerste feitelijke verlofbeweging onder deze machtiging was op 1 juni 2004.


- Alle verloven waren met 1 begeleider


- Betrokkene is hierbij 29 keer op verlof in Balkbrug geweest, waarvan 2 keer met zijn echtgenote


- Betrokkene is acht keer de regio in (Hardenberg/Ommen/Zwolle) op verlof geweest


- Betrokkene is vijf keer naar Eindhoven geweest, de eerste keer op 8 februari 2005

Acties na onttrekking op 7 juni 2005

16.20 uur: betrokkene onttrekt zich aan de begeleiding.

16.25 uur: De begeleidende sociotherapeut belt het kader van de ondersteunende beveiligingsdienst van Veldzicht en meldt dat betrokkene zich aan zijn toezicht heeft onttrokken. Het kaderlid Biad (Beambten in algemene dienst/beveiliging) belt het dienstdoend afdelingshoofd. Deze belt met de KLPD en meldt de onttrekking. Dit gebeurde binnen een kwartier na de melding.

De maatschappelijk werkster heeft rond 16.45 uur de echtgenote van betrokkene geïnformeerd en heeft contact gelegd met de politie Eindhoven om de wijkagent in te laten schakelen voor een bezoek aan het huis van de echtgenote.

Het kaderlid Biad belt met de diverse politiekorpsen

Vanuit de kliniek wordt gebeld met het KLPD om te vragen of zij de landelijke piketdienst informeren en te vragen of zij de verdere afhandeling willen verzorgen.

Om 23.00 uur, 0.15 uur en om 01.20 uur zoekt de heer S. telefonisch contact met zijn echtgenote. Zij brengt Veldzicht hiervan op de hoogte.

Acties volgende dagen

Woensdag 8 juni: Volgens afspraak tussen Veldzicht en de echtgenote belt de maatschappelijk werkster tussen 12.00 en 13.00 uur

Dezelfde procedure wordt op donderdag gevolgd. Op donderdagavond belt patiënt zeer kort naar zijn echtgenote.

Donderdag 9 juni: De KLPD vraagt of er een internationaal opsporingsbevel uit moet. De plv. algemeen-directeur is van mening dat dit urgenter wordt op het moment dat contacten met echtgenote verminderen. De maatschappelijk werkster heeft op dat moment nog regelmatig contact met de echtgenote en de echtgenote met betrokkene. Op grond daarvan bestaat het duidelijke vermoeden dat betrokkene nog in Nederland verblijft.

Naar aanleiding van een andere melding ongeoorloofde afwezigheid op donderdagavond wordt op dat moment, in overleg tussen DJI en Veldzicht, besloten alle uitstaande begeleide en onbegeleide verloven op te schorten.

Vrijdagochtend 10 juni: De echtgenote belt volgens afspraak naar Veldzicht. Op vrijdagavond belt betrokkene met zijn echtgenote.

Op vrijdagochtend heeft het kaderlid Biad een verzoek gedaan aan de politie Eindhoven om de telefoon in het huis van de echtgenote af te tappen, maar dit wordt afgewezen. Ook heeft dit kaderlid die dag contact met de KLPD. Op vrijdagmiddag wordt door de directie Voorlichting aan DJI doorgegeven dat er vragen zijn gesteld door een journalist van het Algemeen Dagblad.

Zaterdagochtend 11 juni: Op zaterdag zijn er geregeld contacten tussen de directie Voorlichting, sectordirectie TBS en Veldzicht. Verder is er volgens afspraak weer telefonisch contact tussen de maatschappelijk werkster en de echtgenote van betrokkene. Veldzicht neemt zaterdagmiddag contact op met de sectordirectie TBS naar aanleiding van contact met het OM over het mogelijke opsporingsbericht op TV. Veldzicht adviseert het OM over het delictrisico. Het OM besluit vervolgens vooralsnog niet de televisie in te schakelen voor de opsporing maar druk uit te oefenen via de echtgenote. Namens de landelijk officier van Justitie, vraagt Veldzicht aan de echtgenote haar man te informeren over het feit dat hij zich per omgaande moet melden bij de kliniek of de politie. Wanneer hij dat niet zal doen zal een opsporingsbericht volgen. Naar aanleiding hiervan zoekt Veldzicht opnieuw contact met de echtgenote en deelt haar dit mede.

Zondagmiddag 12 juni: In opdracht van de landelijk officier zijn printertaps aangesloten op de twee gsms van de echtgenote van betrokkene. Aan het einde van de ochtend laat het OM aan Veldzicht weten dat zij ervoor gekozen hebben om de heer S. wel in Opsporing Verzocht te brengen. De maatschappelijk werkster van Veldzicht belt met de echtgenote om haar te zeggen dat de OvJ te Amsterdam heeft besloten om betrokkene via de televisie op te sporen. Diezelfde avond na opsporing verzocht zoekt de echtgenote contact met de maatschappelijk werkster om haar boosheid en angst naar aanleiding van het televisiebericht te uiten.

Taxatie (delict)gevaar onmiddellijk na de onttrekking In de melding aan de KLPD wordt door Veldzicht aangegeven dat alcoholgebruik het risico verhoogt. Patiënt is ingesteld op het alcoholaversieve middel Antabus. Patiënt is vaker op impulsieve wijze gedeserteerd. Hij zal zich er terdege van bewust zijn dat zijn actie vandaag vergaande gevolgen voor hem en zijn gezin zal hebben. Verwacht wordt dat patiënt niet direct recidiveert. Wel kan hij terugvallen in alcoholgebruik en dit kan uiteindelijk (binnen een aantal weken) leiden tot recidiverisico.

Als reactie op in het nauw gebracht worden is het niet uit te sluiten dat patiënt reageert met geweld.

Nadere mondelinge uitleg die ook aan het KLPD is verstrekt: Op korte termijn wordt geen direct gevaar voor een nieuw zedendelict gezien. Wel is het mogelijk dat patiënt, die zich terdege zal realiseren dat hij nu zijn laatste kans op rehabilitatie heeft verspeeld, reageert met geweld naar zichzelf of anderen op het moment dat getracht wordt hem aan te houden.

Slachtofferzorg
Er is diverse malen contact geweest met het meldpunt slachtoffers rondom verlof en rondom deze onttrekking, waarna het meldpunt besloten heeft geen actie te ondernemen richting het slachtoffer van het delict naar aanleiding waarvan de tbs is opgelegd.

Toen op zondagmiddag bleek dat er een opsporingsbericht via de landelijke televisie zou volgen heeft de politie Amsterdam contact proberen te leggen met het slachtoffer. Zij hebben haar niet thuis aangetroffen en hebben toegezegd dit maandag 13 juni nogmaals te proberen.

Conclusie
Ik hecht eraan, hier te herhalen hoezeer de recente gebeurtenissen mij hebben geschokt. Het zijn het soort gebeurtenissen, waarvan men zou wensen dat de samenleving er van gevrijwaard zou kunnen blijven.

Centraal staat in deze zaak het begeleid verlof en de onttrekking daaraan. De gang van zaken, zoals het zich nu laat aanzien, maakt duidelijk dat de vereiste zorgvuldigheid in acht is genomen. De procedures ten aanzien van het nieuwe verlofkader die vorige zomer zijn ingevoerd zijn correct toegepast. Van belang hierbij is, dat het resocialisatietraject in opdracht van de rechter in gang is gezet. Ook na de onttrekking vanuit het begeleide verlof is adequaat opgetreden. Een onttrekking vanuit begeleid verlof is een risico, dat helaas inherent is aan een systeem van behandeling en resocialisatie als in de wettelijke regeling van de TBS besloten ligt. Dat neemt niet weg, dat steeds opnieuw bezien moet worden of verdere beperking van de risicos mogelijk is.

De Minister van Justitie,