De Nederlandse Bank
DNB publiceert Kwartaalbericht juni 2005
Persbericht
Datum leeg 15 juni 2005
Prijsverschillen binnen E(M)U halveren in afgelopen veertig jaar -
Economisch herstel hapert - Nieuw inzicht in koopkrachtbescherming van
de oudedagsvoorziening - De invloed van het nieuwe toezichtskader voor
pensioenfondsen op de financiële markten - Kan de overheid de
consumptie stimuleren? Deze en andere onderwerpen staan in het
Kwartaalbericht juni 2005, dat de Nederlandsche Bank (DNB) op woensdag
15 juni publiceert.
Het Kwartaalbericht opent zoals gebruikelijk met rapportages over
financiële stabiliteit, monetaire en economische ontwikkelingen,
toezicht en betalingsverkeer. Daarnaast komen de volgende onderwerpen
aan bod:
Prijsverschillen binnen E(M)U halveren in afgelopen veertig jaar
In de afgelopen veertig jaar zijn de prijsverschillen binnen de
Europese Unie voor consumptiegoederen ruwweg gehalveerd. Behalve de
integratie van de Europese interne markt en belastingharmonisatie,
heeft hier ook de wisselkoersstabiliteit in belangrijke mate aan
bijgedragen. Vergeleken met de Verenigde Staten zijn de
prijsverschillen binnen de EU altijd groter geweest, maar inmiddels is
de prijsspreiding in Europa die in de VS dicht genaderd. Daarbij zijn
periodes van wisselkoersstabiliteit, zoals in de jaren zestig en
negentig, een belangrijke stimulans geweest voor de waargenomen
prijsconvergentie. Opmerkelijk is ook dat de prijsspreiding in de
voormalige DM-zone al sinds 1982 beneden het niveau van die in de VS
ligt.
Herstel Nederlandse economie hapert
Het herstel van de Nederlandsche economie zal in 2005 duidelijk
achterblijven bij wat eerder was geraamd. Op grond van tegenvallende
uitkomsten voor het laatste kwartaal van 2004 en het eerste kwartaal
van 2005, zal de groei van het bbp-volume dit jaar blijven steken op
0,4%, ondanks een verondersteld weer aantrekken van de economie in de
rest van het jaar. Dat blijkt uit de ramingen met MORKMON, het
macro-economisch model van DNB waarover het Kwartaalbericht twee keer
per jaar verslag doet. In december werd nog uitgegaan van een groei
van 1,7%.
De hapering in het herstel vindt haar oorzaak vooral in de hoge
olieprijzen en het tijdelijk terugvallen van de wereldwijde
economische groei. Verwacht wordt dat het herstel in 2006 (geraamde
groei 1,8%) en 2007 (2,5%) verder doorzet, waarbij de groei niet
alleen door de uitvoer maar ook door de binnenlandse bestedingen zal
worden gedragen. Onlangs hebben ook het Centraal Planbureau (CPB) en
de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso)
hun groeiramingen voor Nederland in 2005 neerwaarts bijgesteld, beide
tot 0,5%. De onzekerheden over de huidige conjuncturele ontwikkeling
zijn overigens groot. Rekening houdend met de meetonzekerheden van
flashramingen en met op grond daarvan mogelijke opwaartse
bijstellingen op een later tijdstip, zou een jaargroei van het bbp met
0,75% nog mogelijk zijn. Daarnaast zijn er voor de Nederlandse
economie onzekerheden met betrekking tot de ontwikkeling van de
olieprijzen, de dollar en de rente.
De invloed van het nieuwe toezichtskader voor pensioenfondsen op de
financiële markten
De invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) is voor veel
pensioenfondsen aanleiding het bestaande beleggingsbeleid tegen het
licht te houden. Ook in andere landen passen instellingen hun beleid
aan in verband met veranderende verslagleggingsregels en nieuwe
toezichtregimes. Een hierdoor toegenomen vraag naar langlopende
obligaties heeft op de Europese financiële markten vooralsnog een
neerwaartse invloed gehad op de lange rentes. Het is moeilijk om aan
te geven hoeveel tot nu toe de invloed van Nederlandse pensioenfondsen
is geweest, omdat de aanpassingen van instellingen elders vaak in
dezelfde richting bewogen. Daarnaast hebben overheden gereageerd door
meer langlopende obligaties aan te bieden.
Nieuw inzicht in koopkrachtbescherming van de oudedagsvoorziening
De indexatie van pensioenen aan een bepaalde welvaartsmaatstaf,
bijvoorbeeld de inflatie of de loonontwikkeling, is een belangrijk
onderdeel van het Nederlands pensioensysteem. Nieuwe regelgeving
vraagt van een pensioenfonds meer duidelijkheid over de mate waarin
het koopkrachtbescherming nastreeft. Vervolgens wordt verlangd dat
pensioenfondsen het premie-, beleggings- en reserveringsbeleid zodanig
inrichten dat deze indexatieambitie redelijkerwijs wordt gehaald. De
zogenoemde indexatiematrix biedt een helpende hand bij het benoemen
van de aard en omvang van de indextieambitie. Door zorgvuldig over
indexatie te communiceren, kan het vertrouwen van de deelnemers aan de
pensioenvoorziening worden geschraagd, en worden ze beter in staat
gesteld weloverwogen keuzes te maken over de inrichting van hun
oudedagsvoorziening.
Kan de overheid de consumptie stimuleren?
Er bestaat niet altijd en overal dezelfde samenhang tussen het
gevoerde begrotingsbeleid en de ontwikkeling van de consumptieve
bestedingen. Dat blijkt uit een analyse voor zeventien landen. Daaruit
komt onder meer naar voren dat een stimulerend begrotingsbeleid in
Europa minder effectief is voor het stimuleren van de consumptie dan
in de Verenigde Staten. Van invloed lijkt te zijn het relatief hoge
niveau in Europa van de overheidsschulden.
Verder in dit Kwartaalbericht:
* Samenwerking met centrale banken Midden- en Oost-Europa neemt toe
* Financiële stabiliteit in Nederland biedt gunstig beeld
* Winstgevendheid bankwezen stijgt in eerste kwartaal met 12%
* Specificaties vastgesteld voor nieuw centrale bankensysteem
(TARGET2) voor betalingen financiële instellingen in Europa
Einde persbericht.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans
(tel. 020-524 3100 of 06 524 96 961) of Herman Lutke Schipholt (tel.
020-524 2712 of 06 524 96 900)
Downloads
Zie het origineel