VVD



VVD Tweede-Kamerfractie

15 jun 2005 - Nee = Nice


Nee = Nice

VVD-woordvoerder Hans van Baalen wil dat er na het Nederlandse Nee tegen de Europese Grondwet niet verder aan de Europese verdragen wordt geknutseld. Institutioneel "kleien" is ongewenst. De VVD kiest daarbij niet voor zelfkastijding, maar voor politieke daadkracht. De Europese Unie moet nu door met het Verdrag van Nice. Denkpauzes en zelfreflectie mogen er niet toe leiden dat de afgewezen Grondwet via de achterdeur toch wordt ingevoerd. Een nieuwe Europese Conventie wijst de VVD dan ook af. Het gaat er nu om het vertrouwen van de burger in de Europese integratie stap voor stap te herwinnen door het bereiken van concrete resultaten, die recht doen aan de Nederlandse positie.

In de eerste plaats betekent dat fors korten op de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie. Het is onaanvaardbaar dat Nederland per hoofd van de bevolking het meest van alle lidstaten bijdraagt aan de Europese begroting. Aan die situatie moet een einde komen. Van Baalen wil dat Nederland met Groot-Brittannië een coalitie sluit, waarbij de vaste Britse korting wordt ingeruild voor het saneren van het Europees landbouwbeleid en de Europese structuurfondsen. Er is dan ruimte voor een algemene netto-begrenzer voor die landen, die buitenproportioneel bijdragen aan de Europese begroting, waaronder Nederland, Groot-Brittannië, Duitsland en Zweden.

In de tweede plaats betekent dat het vertrouwen in de Euro moet worden hersteld. De regels voor een stabiele Euro, die in het Stabiliteitspact zijn vastgelegd, moeten door alle partijen, dus ook door Frankrijk en Duitsland, naar letter en geest worden nageleefd. De vrije concurrentie op de interne markt moet worden gegarandeerd, ook op het gebied van diensten. De VVD wil niet dat een Frans Nee wordt afgekocht met concessies op het gebied van het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.

In de derde plaats betekent dat niet alleen recht moet worden gedaan aan de afspraken binnen de huidige Europese Unie, maar ook aan de bestaande afspraken met de huidige kandidaat-lidstaten. De verplichtingen aan Bulgarije, Roemenië, Kroatië en Turkije moeten worden nagekomen. Toekomstig lidmaatschap van deze kandidaten dient objectief op basis van de zgn. Kopenhagencriteria te worden beoordeeld. Er dienen in dit kader, echter, geen nieuwe verplichtingen met andere landen te worden aangegaan. Hier volstaan de samenwerkings- en associatieovereenkomsten en het Europese Nabuurschapsprogramma.

Voor de VVD is het herstel van het vertrouwen in de Europese samenwerking van vitaal belang. Dat kan alleen geschieden door het boeken van concrete resultaten en het nakomen van afspraken door alle EU-partners.