MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN
15-06-2005
Persbericht
Innovatieplatform pleit voor vierde financieringsroute
Den Haag 15 juni 2005 - Een alleenstaande oudere die haar nalatenschap
ter beschikking stelt van de wetenschap, de opbrengst van de
oudejaarsloterij die deels naar onderzoek gaat, geen successierechten
meer hoeven betalen bij legaten voor wetenschappelijk onderzoek; het
aanboren van onconventionele financieringsmethoden versterkt de
Nederlandse kennissamenleving. De wetenschap is gebaat bij een vierde
financieringsroute. Dat is de kern van het adviesrapport Geven voor
Weten, de verkenning van het Innovatieplatform over onconventionele
financiering van wetenschappelijk onderzoek.
Wetenschappelijk onderzoek en hoogwaardige kennis zijn goed voor burger,
bedrijf en samenleving. Private filantropische financiering van onderzoek
blijft echter achter bij het buitenland. Het imago van de wetenschap moet
beter. Daarvoor is een gestructureerd actieplan nodig, want zonder een
gerichte stimulering van het idee dat de wetenschap 'van ons allemaal'
is, zal een cultuuromslag in particuliere financiering niet bereikt
worden.
De vier geldstromen
Universiteiten krijgen momenteel in het huidige bekostigingssysteem
rechtstreeks gelden van de overheid (de eerste geldstroom) of indirect
via NWO (de tweede geldstroom). De afgelopen decennia is er een sterke
uitbreiding geweest van een nieuwe bron van financiële middelen voor
onderzoek, namelijk de derde geldstroom voortvloeiend uit
contractonderzoek (ten bate van industrie, overheden, EU,
maatschappelijke organisaties et cetera).
In andere Europese landen en ook in Noord-Amerika blijkt onconventionele
financiering van de wetenschap al langer benut te worden als de vierde
route. Deze financieringsbron is gebaseerd op de mogelijkheid van
particuliere giften, filantropische instellingen, sponsoring en fiscale
faciliteiten van de overheid. Van particulier tot overheid dus.
Gezamenlijke acties
Om in Nederland onconventionele financiering in de vorm van de vierde
route beter te kunnen benutten en de omvang te kunnen vergroten, zijn
gezamenlijke acties op drie terreinen noodzakelijk:
- een cultuuromslag bij de kennisinstellingen;
- het vormen en activeren van fondsen;
- overheidsstimulering: samenwerking sleutelactoren, fiscale
facilitering
en benutting kansspelen.
Task Force
Dit vereist een zorgvuldig vervolgtraject met een diepgaande analyse van
alle nationale en internationale - met name Europese - regels terzake.
Daarvoor is veel fiscaal-economische en juridische kennis nodig. Het
Innovatieplatform beveelt aan om een Task Force in te stellen. Dat kan
bijvoorbeeld onder verantwoordelijkheid van het ministerie van OCW, in
samenspel met andere partners, zoals de ministeries van Financiën, EZ,
universiteiten, bedrijfsleven, filantropische en financiële instellingen,
VSNU, NWO en anderen.
Een dergelijke Task Force kan voor het eind van 2005 de voorgestelde
concrete acties op hun realiteitswaarde toetsen, partijen mobiliseren en
eerste initiatieven ontwikkelen en de voorgestelde acties verder
uitwerken.
Menselijk kapitaal, in het bijzonder de beschikbaarheid van getalenteerde
en goed opgeleide onderzoekers, is de kurk waarop de kenniseconomie
drijft. Nederland dient de R&D-ambities waar te maken en daarmee ook een
magneet voor toponderzoek te zijn. In het rapport 'Vitalisering van de
kenniseconomie' van het Innovatieplatform wordt aangegeven dat de
kennisinvesteringsquote in Nederland, zowel publiek als privaat, te laag
is. Het rapport schetst verschillende maatregelen die moeten leiden tot
meer investeringen in kennis en innovatie door alle partijen. Eén van de
aanbevelingen die wordt gegeven is het aanboren van onconventionele
financieringswijzen, in het bijzonder uit de particuliere sector.
Het rapport is te downloaden op:
www.innovatieplatform.nl
Ministerie van Algemene Zaken