Erasmus Universiteit Rotterdam

Mensen met endotheeldysfunctie gevoeliger voor schadelijke werking angiotensine II

Patiënten bij wie sprake is van endotheeldysfunctie, een verminderde beschikbaarheid van stikstofoxide in het bloed, blijken gevoeliger te zijn voor het bloeddrukverhogende effect van angiotensine II. Dit maakt hen ook verhoogd gevoelig voor potentieel andere schadelijke eigenschappen van die stof, zoals de ontwikkeling van aderverkalking. Deze conclusies trekt Nicole van der Linde in haar proefschrift Stikstofoxide en endotheel (dys)functie: interactie met het renine-angiotensine systeem en het sympathisch zenuwstelsel, waarop zij woensdag 15 juni 2005 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

In haar onderzoek keek Van der Linde naar de interactie tussen het vaatverwijdende stikstofoxide (NO)-systeem en de vaatvernauwende stoffen angiotensine II en noradrenaline in de regulatie van bloeddruk en nierfunctie van de mens. Stikstofoxide (NO) is een endotheel-afhankelijke vaatverwijdende stof, die een belangrijke rol speelt in de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Dit bleek al eerder uit onderzoek waarin remming van NO synthase (NOS), het enzym verantwoordelijk voor de vorming van NO, resulteert in een stijging van bloeddruk en vaatweerstand en een daling van de nierdoorbloeding. Wanneer er van nature sprake is van een verminderde beschikbaarheid van NO noemt men dit endotheeldysfunctie. Endotheeldysfunctie wordt geassocieerd met hoge bloeddruk en ligt hier mogelijk aan ten grondslag.

Onduidelijk is echter of de vaatvernauwing die men ziet na remming van NO alleen berust op de afwezigheid van het vaatverwijdende NO. Er waren aanwijzingen dat een deel van deze vaatvernauwing veroorzaakt werd doordat, na het wegvallen van NO, de vaatvernauwende systemen meer effect hebben. Van der Linde vond hiervoor geen aanwijzingen.

De promovenda deed ook onderzoek bij proefpersonen met een milde vorm van hoge bloeddruk, dus een milde mate van endotheeldysfunctie, zonder verdere schade aan bloedvaten. Zij vond dat de NO-gemedieerde vaatverwijding in de nieren al wel verminderd is, terwijl basale beschikbaarheid van NO nog intact is. Angiotensine II heeft naast een bloeddruk verhogend effect, ook potentieel schadelijke eigenschappen, met name in de ontwikkeling van aderverkalking. In de toekomst moet dan ook verder worden uitgezocht hoe deze verhoogde gevoeligheid voor angiotensine II precies wordt veroorzaakt tijdens endotheeldysfunctie en welke rol angiotensine II mogelijk heeft in het ontstaan van aderverkalking, onafhankelijk van het effect op de bloeddruk.

Promotor: prof.dr. H.A.P. Pols, Inwendige geneeskunde, in het bijzonder klinische endocrinologie en stofwisselingsziekten