Algemeen ambtsbericht Sierra Leone
april 2005
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
DPV/AM
Den Haag
+31 70 348 5964
25 april 2005
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
1 Inleiding
In dit algemene ambtsbericht wordt de huidige situatie in Sierra Leone beschreven
voor zover die van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen
die afkomstig zijn uit Sierra Leone en voor besluitvorming over de terugkeer van
afgewezen Sierra Leoonse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van
eerdere ambtsberichten over de situatie in Sierra Leone. Het beslaat de periode
maart 2004 tot medio april 2005, en vormt een vervolg op het algemeen
ambtsbericht van maart 2004.1
Dit ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie afkomstig uit openbare bronnen.
Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties
van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en
berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen
is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen vertrouwelijke gesprekken
met verschillende nationale en internationale organisaties aan dit algemene
ambtsbericht ten grondslag. In het algemene ambtsbericht wordt veelvuldig
verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar dergelijke bronnen
zijn vermeld, is de tekst in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die op
vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan
door een overzicht van de geschiedenis van Sierra Leone. Ook is een passage over
geografie en bevolking van Sierra Leone opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Sierra Leone geschetst. Na
een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij
Sierra Leone partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna
volgt een beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke
mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht.
In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en
vluchtelingen, het beleid van een aantal andere Europese landen inzake
asielzoekers uit Sierra Leone en activiteiten van internationale organisaties,
waaronder UNHCR, aan de orde.
Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
1 Zie www.minbuza.nl.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
2 Landeninformatie
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
Land
Sierra Leone is gelegen aan de westkust van Afrika en beslaat een gebied ter
grootte van ruim 70.000 vierkante kilometer (kaarten van Sierra Leone zijn te
vinden in bijlage 2). Het land grenst in het noordwesten, het noorden en het
noordoosten aan Guinee, in het zuidoosten aan Liberia en in het zuiden aan de
Atlantische Oceaan. Het land is verdeeld in een Western Area - het schiereiland
Freetown en een aantal andere eilanden waaronder de Banana eilanden, Sherbro,
de Turtle eilanden en York - en drie provincies: Noord, Oost en Zuid, die elk zijn
onderverdeeld in districten. Provincie Noord is onderverdeeld in de districten
Bombali, Kambia, Koinadugu, Port Loko en Tonkolili. Provincie Oost is
onderverdeeld in de districten Kailahun, Kenema en Kono. Provincie Zuid is
onderverdeeld in de districten Bo, Moyamba en Pujehun.
Naast de hoofdstad Freetown zijn de belangrijkste steden Bo (hoofdstad van de
zuidelijke provincie), Kenema (hoofdstad van de oostelijke provincie) en Makeni
(hoofdstad van de noordelijke provincie). Langs de kust zijn stranden en
mangrovemoerassen. Het grootste deel van het binnenland is bedekt met
dichtbeboste heuvels en bergen, in het noordoosten oplopend tot een plateau.
Bevolking
De bevolking telt circa 5,9 miljoen mensen2, waarvan ongeveer 60% moslim is.
Ongeveer 30 % van de bevolking is christen, terwijl de resterende 10 %
animistische godsdiensten belijdt.3
De moslims bevolken voornamelijk het noorden van het land, terwijl de christenen
en animisten vooral in het kustgebied leven. In Sierra Leone leven verschillende
bevolkingsgroepen. De Krio (Creolen) vormen 2% van de bevolking, wonen
voornamelijk in Freetown en hebben een westerse levensstijl. De Krio zijn
afstammelingen van de ex-slaven die in de negentiende eeuw zijn teruggekeerd uit
Amerika. Zij vormen de bovenlaag van de bevolking en hebben grote invloed. De
Mende vormen zo'n 30 % van de bevolking. Zij leven in het oosten en het zuiden
van het land, met name in het grensgebied met Liberia. Hun godsdienst is divers.
De Temne vormen eveneens 30 % van de bevolking en wonen vooral in het
2 CIA World Factbook, Sierra Leone, 16 december 2004. Volgens de recent uitgevoerde
volkstelling zou het bevolkingscijfer niet verder komen dan 4, 9 miljoen. Zie over de
betrouwbaarheid van die cijfers echter paragraaf 2.2.
3 US Department of State, Sierra Leone International Religious Freedom Report 2004, 15
september 2004.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
midden en westen van het land. Ook hier geldt dat alle godsdiensten voorkomen.
De Limba vormen 10% van de bevolking, wonen in het noorden van het land en
zijn voornamelijk moslim. De resterende 28 % van de bevolking kan worden
ingedeeld in veertien andere etnische groepen (Bullom, Fula, Gola, Kissi, Kono,
Koranko, Krim, Kru, Loko, Mandingo, Sherbro, Susu, Vai en Yalunka).4
In het binnenland is nog sprake van traditionele leefgemeenschappen. Het
traditionele leiderschap is daar in handen van de hoogste stamhoofden (paramount
chiefs). Urbanisatie heeft evenwel een hoge vlucht genomen. De diamantmijnen
hebben veel inwoners naar de verschillende dorpen en steden in de mijngebieden
gelokt en de burgeroorlog heeft gezorgd voor een verdere grote toestroom van de
bevolking naar de steden.
Taal
In Sierra Leone worden circa veertien lokale talen gesproken waarvan het Krio,
Mende, Limba en Temne de belangrijkste zijn. De officiële taal is Engels. De
voertaal in het dagelijks verkeer tussen mensen met verschillende moedertaal
(lingua franca) is echter het Krio. Deze voertaal wordt in het gehele land door
95% van alle bewoners gesproken en beheerst; slechts enkele oudere mensen
kennen de taal niet. De beheersing van het Engels (naast het Krio en eventueel een
of meerdere lokale talen) is voorbehouden aan mensen die tenminste een
middelbare schoolopleiding hebben gevolgd.
2.1.2 Geschiedenis5
Sinds de onafhankelijkheid in 1961 heeft het land zes maal algemene verkiezingen
en vijf militaire staatsgrepen gekend. Sinds de onafhankelijkheid heeft het
politieke systeem verhuld dat de werkelijke politieke verhoudingen werden
bepaald door verborgen en vaak plaatselijke overeenkomsten tussen nationale
politieke leiders, landeigenaren, buitenlandse diamanthandelaren en
mijnopzichters.6
4 Bij deze paragraaf moet worden aangetekend dat niet geheel kan worden aangegeven hoe de
vluchtelingen- en ontheemdenstromen van de afgelopen jaren de situatie beïnvloed hebben.
In januari 2002 waren 200.000 Sierra-Leoners binnenlands ontheemd, vooral afkomstig uit de
(voormalige) RUF-gebieden in het oosten en noorden van het land; zij bevinden zich thans
grotendeels in en rond Freetown en Kenema. Daarnaast bevonden zich bijna 190.000 Sierra-
Leoners als vluchteling in Guinee en andere buurlanden (UN Security Council, S/2002/267).
5 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van de periode tot het
Vredesakkoord van Abuja in 2000 het algemene ambtsbericht Sierra Leone van juli 2002 en
het algemene ambtsbericht Sierra Leone van maart 2004.
6 EIU, Country Profile 2004, Sierra Leone.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
De burgeroorlog
Van maart 1991 tot het vredesakkoord van Abuja van november 2000 was Sierra
Leone verwikkeld in een bloedige burgeroorlog. De burgeroorlog begon met een
inval van het Revolutionary United Front (RUF)7 in maart 1991.
Andere partijen bij de burgeroorlog waren, naast de regering, Civil Defence Forces
(CDF) en de Armed Forces Revolutionary Council (AFRC) onder leiding van
Johnny Paul Koroma. De CDF waren een door de regering gevormde onofficiële
(en onwettige) burgermilitie, die voornamelijk bestond uit zogenaamde Kamajor-
strijders, gerekruteerd uit de zwaar door de oorlog getroffen Mende-gebieden in
het zuiden en oosten van het land.
Het optreden van het RUF werd binnen korte tijd gekenmerkt door een
buitensporige dosis geweld. Tijdens de burgeroorlog vielen onder de
burgerbevolking veel slachtoffers. Mensenrechten werden op grote schaal
geschonden. Er was sprake van plunderingen, verminkingen, banditisme en
slachtpartijen. Honderdduizenden burgers vluchtten voor het geweld naar de
buurlanden Guinee en Liberia en de hoofdstad Freetown. Veel kinderen werden
geronseld als kindsoldaat.
De AFRC greep op 25 mei 1997 in een bloedige staatsgreep de macht. De AFRC
liet het RUF delen in de macht, maar werd in februari 1998 door de militaire
interventiemacht ECOMOG uit Freetown verdreven8, waarna de door de AFRC
verdreven president Kabbah op 10 maart 1998 kon terugkeren.
In de nacht van 5 januari 1999 vielen de rebellen van het RUF en de AFRC
Freetown aan, waarbij zij duizenden burgers doodden, verminkten en ontvoerden.9
Ook vluchtten grote aantallen burgers de stad uit naar de wijde omgeving. Meer
dan 1.400 gevangenen werden uit de Pademba Road-gevangenis bevrijd. Na een
uiterst bloedige strijd waarbij door alle strijdende partijen de meest afschuwelijke
wandaden ten opzichte van de burgerbevolking werden begaan, wisten ECOMOG-
troepen in februari 1999 Freetown en het omliggend gebied te bevrijden.
7 Zie over de RUF verder het ambtsbericht Sierra Leone/ deelambtsbericht Revolutionary
United Front (RUF) van maart 2004.
8 Nigeriaanse en Guinese troepen waren al vanaf het begin van de jaren negentig in Sierra
Leone. Zonder enig formeel mandaat steunden in de jaren negentig deze troepen, als
ECOMOG-troepen, de regering in de strijd tegen het RUF. In maart 1997 kreeg ECOMOG
door ECOWAS de taak toebedeeld controle uit te oefenen op de naleving van de door de
Verenigde Naties afgekondigde sancties tegen de junta van Johnny Paul Koroma. De
ECOMOG-troepen die al in het land verbleven kregen versterking van Ghanese, en (nog
meer) Guinese en Nigeriaanse troepen. In maart 1998 kreeg ECOMOG stilzwijgend ook de
taak de regering Kabbah te beschermen. In juli 1998 maakte de Veiligheidsraad van de VN
bekend de doelstellingen van ECOWAS (en daarmee ECOMOG) te steunen. Door de jaren
heen maakten de ECOMOG-troepen zich overigens schuldig aan ernstige schendingen van de
mensenrechten.
9 ICG, Sierra Leone, Time for a new military and political strategy, 11 april 2001.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Nadat in mei 1999 onderhandelingen waren gestart, werd op 7 juli 1999 te Lomé,
Togo, een vredesakkoord gesloten tussen de regering en het RUF.
Op 22 oktober 1999 besloot de Veiligheidsraad 6.000 man UNAMSIL10-troepen te
sturen. Het mandaat bestond uit het ontwapenen en demobiliseren van de ongeveer
45.000 ex-strijders en het beschermen van civiele VN-medewerkers die
ondersteuning moeten bieden bij uiteindelijk te houden verkiezingen. De eerste
UNAMSIL-troepen arriveerden in december 1999.11
De implementatie van het vredesakkoord van Lomé liep echter in april 200 vast
toen het RUF in een reeks gewelddadige incidenten de confrontatie zocht met
UNAMSIL. Daarbij werden honderden VN-personeelsleden in gijzeling genomen,
en trok het RUF vervolgens op richting Freetown. Deze opmars richting Freetown
werd in mei 2000 gestuit door een coalitie van UNAMSIL en later de Britse
troepen, het nieuwe Sierra Leoonse leger, manschappen van het oude Sierra
Leoonse leger, de CDF (gedomineerd door de Kamajors) en de AFRC. De
gijzelaars kwamen in de loop van weken vrij.
Wapenstilstand en begin van een vredesproces/ Akkoord van Abuja
Op 10 november 2000 werd te Abuja (Nigeria) een staakt-het-vuren-overeenkomst
gesloten, waarmee een nieuwe, voorzichtige, start werd gemaakt met een
binnenlands vredesproces.
Op 2 mei 2001 bereikten de partijen (de regering, het RUF en UNAMSIL) in
Abuja overeenstemming over de volgende punten:
· gelijktijdige ontwapening van CDF- en RUF-strijders;
· terugtrekking van het RUF, te beginnen uit Kambia, gevolgd door ontplooiing
van UNAMSIL en het regeringsleger;
· teruggave van wapens die het RUF in 2000 had buitgemaakt op militairen van
UNAMSIL;
· vrijlating van gijzelaars en met name kindsoldaten;
· ontmanteling van wegblokkades in regerings- en rebellengebied;
· en omvorming van het RUF tot een politieke partij.12
Het RUF liet zijn eis vallen dat het regeringsleger moest ontwapenen voordat het
RUF zijn wapens zou inleveren.13 De regering toonde bereidheid enkele
gevangengenomen RUF-leiders vrij te laten.14 Een gemeenschappelijk comité
(Joint Committee on Disarmament, Demobilization and Reintegration) werd
gevormd uit regering, RUF en UNAMSIL om toe te zien op de ontwapening,
demobilisatie en reïntegratie (Disarmament, Demobilisation and
10 UNAMSIL staat voor de United Nations Mission in Sierra Leone.
11 US Department of State: Country Report on human rights practices - 1999 - Sierra Leone, 25
februari 2000.
12 EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2001.
13 Africa Confidential, 29 June 2001.
14 UN Security Council, S/2001/627.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Reintegration:DDR) en de verdere uitvoering van de wapenstilstand en de
overeenkomst van 2 mei 2001.
Ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR)
Op 18 mei 2001 ging de gelijktijdige ontwapening van RUF- en CDF-strijders
voortvarend van start.
Op 17 januari 2002 verklaarde het Joint Committee on Disarmament,
Demobilization and Reintegration dat het ontwapeningsprogramma formeel was
voltooid. Hiermee eindigde het formele DDR-programma en daarmee de betaling
van de demobilisatievergoedingen15 aan ex-strijders die hun wapens inleverden.
Op 18 januari 2002 verklaarde president Kabbah de oorlog beëindigd en hief hij de
avondklok op. Op 1 maart 2002 hief Kabbah de noodtoestand op.
Op 3 februari 2004 werd het National Committee for Disarmament,
Demobilization and Reintegration (NCDDR) opgeheven16. Op 31 maart 2004
werd het DDR-programma in zijn geheel officieel beëindigd. 17 Volledige
reïntegratie van de ex-strijders was op dat moment echter nog niet bereikt. Door de
ongunstige economische situatie en hoge werkloosheid in Sierra Leone18 wachtten
eind maart 2004 circa 2.800 ex-strijders19 nog op deelname aan het
reïntegratieprogramma.20
Sinds de start van het demobilisatieprogramma tot aan de opheffing van de
NCDDR werden onder het programma 72.490 strijders ontwapend; 71.043 van
hen werden gedemobiliseerd inclusief 6.845 kindsoldaten. Van hen registreerden
6.845 kindsoldaten en 56.751 andere ex-strijders zich voor reïntegratie. De
resterende 8.894 ontwapende strijders hebben zich mogelijk zelfstandig ergens
gevestigd om het stigma rebel te zijn geweest te voorkomen.21 In het oosten en het
zuiden werden de ex-strijders het laatst gedemobiliseerd, met name in de
grensgebieden met Liberia.22
15 De demobilisatievergoedingen bedroegen 300.000 leone (ongeveer Euro 150; equivalent aan
het gemiddelde jaarinkomen van de bevolking). Zie: Physicians for Human Rights (PHR),
War-related sexual violence in Sierra Leone, Boston/Washington DC, 2001.
16 IRIN: Disarmament and rehabilitation completed after five years, 4 februari 2004; EIU,
Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.16.
17 UNSC, 22th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 6 juli 2004
18 UNSC, 19Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 5 september 2003; ICG, Sierra
Leone: The State of Security and Governance, 2 september 2003.
19 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004
20 UNSC, 20Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 23 december 2003.
21 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.16; UNSC, 18th report of the Secretary-
General on UNAMSIL, 23 juni 2003.
22 IRIN, 28 maart 2003.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Het herstel van overheidsgezag in het land
Herstel van het overheidsgezag was één van de speerpunten van de National
Recovery Strategy van de Sierra Leoonse overheid en was tevens een ijkpunt voor
de uitfasering van UNAMSIL. Bij de National Recovery Committee, waren, de
Verenigde Naties en NGO's betrokken. In de meeste districten waren District
Recovery Committees werkzaam.23
Eind 2002 had de regering van Sierra Leone zijn autoriteit over het gehele land
hersteld. Alle delen van het land waren weer toegankelijk. De belangrijkste
ambtenaren waren weer aan het werk gegaan in de districten. Zij kampten echter
nog steeds met een gebrek aan kennis en kunde, aan infrastructurele voorzieningen
en logistieke middelen24
De presidents- en parlementsverkiezingen van 14 mei 2002
Na enkele malen te zijn uitgesteld, vonden de presidents- en
parlementsverkiezingen plaats op 14 mei 2002. Op 19 mei werd president Ahmed
Tejan Kabbah (Sierra Leone People's Party - SLPP), die 70% van de stemmen
behaalde bij een opkomst van 81% van de geregistreerde stemgerechtigden, als
president ingezworen voor een tweede termijn van vijf jaar. De tweede partij in het
land, de All People's Congress (APC), behaalde 22,5% van de stemmen. De
verkiezingen verliepen volgens waarnemers eerlijk en vreedzaam.
In het huidige (nieuwe) parlementaire systeem heeft de SLPP 83 zetels, de APC 27
en de Peace and Liberation Party van voormalige AFRC-leider Johnny Paul
Koroma twee zetels. Het leger stemde grotendeels op Koroma. De Revolutionary
United Front Party (RUFP), de op grond van het akkoord van Abuja door het
RUF gevormde politieke partij, slaagde er niet in een parlementszetel te veroveren.
Paolo (Pallo) Bangura, de presidentskandidaat25 van de RUFP, trok zich in juli
2002 terug uit de RUFP. De RUFP is geen politieke macht van betekenis meer.
Lokale verkiezingen uitgesteld tot mei 2004
De gemeentelijke en districtsverkiezingen die gepland stonden voor november
2003 werden uitgesteld tot mei 200426 om de overheid meer tijd te geven om de
kiesdistricten te verifiëren en de kiezersregistratie bij te werken (zie verder 2.2.).
23 UNSC, 17th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 17 maart 2003.
24 US DoS, Country Report on Human Rights Practices- 2002 Sierra Leone, 31 maart 2003;
UK Foreign and Commonwealth Office, Sierra Leone Country Profile, 16 oktober 2002;
UNSC, 17th report of the SG on UNAMSIL, 17 maart 2003; UNAMSIL, Progress Report, 16
april 2003; UNHCHR, Situation of human rights in Sierra Leone, 25 april 2003; IRIN, 31
oktober 2002.
25 Sankoh kon geen presidentskandidaat zijn voor de RUFP. Omdat hij nog gevangen zat, kon
hij zich niet als kiezer laten registreren, waardoor hij niet-verkiesbaar was.
26 EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2003; 20th report of the SG on UNAMSIL, 23
december 2003.
10
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Het Speciale Strafhof voor oorlogsmisdaden
Op 16 januari 2002 tekenden de VN en de Sierra Leoonse regering een
overeenkomst inzake de oprichting van het Speciale Strafhof voor Sierra Leone.27
Het Hof zou alleen de `meest verantwoordelijke personen' berechten voor de
ernstigste oorlogsmisdaden begaan tijdens de burgeroorlog.28 Waar nodig zou
lokaal recht worden toegevoegd aan internationaal recht. Alleen misdaden van na
november 1996 (vredesakkoord van Abidjan) zouden worden berecht.
Op 19 april 2002 werd David Crane, een Amerikaans jurist, benoemd tot
hoofdaanklager van het Speciale Strafhof. Tevens werd de Brit Robin Vincent
benoemd tot griffier.29 In december 2002 werden de acht rechters ingezworen. De
Britse rechter Geoffrey Robertson is gekozen tot voorzitter van de rechters.
Eind september 2003 had het Speciale Strafhof in totaal dertien personen
aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en andere
ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht. De aanklachten
betroffen onder andere moord, verkrachting, uitroeiing, terreuracties,
onderwerping, plundering en brandstichting, seksuele slavernij, rekrutering van
kinderen en aanvallen op UNAMSIL vredestroepen en humanitaire
hulpverleners.30 De aangeklaagden zijn afkomstig van de verschillende strijdende
partijen. Schijn van partijdigheid van het Speciale Strafhof wordt hiermee
vermeden.31
De dertien aangeklaagden waren:
· Foday Sankoh (voormalig RUF-leider), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Issa Hassan Sesay (voormalig RUF-leider), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Alex Tamba Brima (voormalig onderofficier van de AFRC, één van de leiders
van de aanval op Freetown in januari 1999), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Morris Kallon (voormalig RUF-lid met een leidende functie), aangeklaagd op
3 maart 2003;
· Johnny Paul Koroma (voormalig leider van het AFRC, in mei 2002 in het
parlement gekozen), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Sam Bockarie (bijnaam "Mosquito", RUF-commandant), aangeklaagd op 3
maart 2003;
· Samuel Hinga Norman (minister van Binnenlandse Zaken, voormalig
nationaal coördinator van de CFD), aangeklaagd op 3 maart 2003;
27 De website van het Speciale Strafhof is www.sc-sl.org.
28 VN-bronnen suggereren dat slechts twintig tot 25 personen berecht zullen worden. Daar dit
min of meer het aantal RUF-leiders is dat gevangen zit in Freetown, kan aldus de vrees van
het RUF, dat het hof eenzijdig tegen het RUF is gericht, worden versterkt.
29 Reuters, 19 april 2002
30 De volledige aanklachten zijn te vinden op www.sc-sl.org onder press & public affairs.
31 UNSC, 18Th report of the SG on UNAMSIL, 23 juni 2003.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
· Augustine Gbao, een voormalig RUF-commandant, werd door het Speciale
Strafhof als verdachte (en niet als aangeklaagde) in hechtenis genomen.32
Gbao werd op 16 april 2003 alsnog aangeklaagd.33
· Brima "Bazzy" Kamara (voormalig commandant van AFRC/ex-SLA en West
Side Boys) werd in mei 2003 gearresteerd en door het Speciale Strafhof
aangeklaagd.
· Moinima Fofana en Allieu Kondewa, beiden CDF/Kamajors, werden op 27
mei 2003 gearresteerd en eind juni 2003 aangeklaagd.34
· Charles Taylor, de (toenmalige) president van Liberia, werd op 7 maart 2004
aangeklaagd voor zijn rol bij het oorlogsgeweld in Sierra Leone door de
bewapening van de rebellen te financieren in ruil voor diamanten.
· Santigie Kanu, een vooraanstaand lid van de AFRC, werd op 17 september
2003 aangeklaagd.35
Foday Sankoh overleed in de gevangenis op 29 juli 2003.36 Tegen Johnny Paul
Koroma, Sam Bockarie en Charles Taylor37 werden internationale
arrestatiebevelen uitgevaardigd.
Johnny Paul Koroma wist in januari 2003 aan arrestatie te ontkomen toen hij werd
gezocht wegens een aanval op een militair complex in Wellington. Op 15 juni
2003 meldde het Speciale Strafhof dat het onbevestigde berichten had ontvangen
dat Koroma in juni 2003 in Liberia om het leven zou zijn gekomen; mogelijk door
de hand van legercommandanten van de Liberiaanse president Charles Taylor of
door de Liberiaanse gewapende oppositiebeweging Liberians United For
Reconciliation and Democracy (LURD).38
Ook Sam Bockarie zou zich in Liberia hebben bevonden en daarnaast ook banden
hebben gehad met gewapende oppositiegroepen in Ivoorkust.39 Op 6 mei 2003
meldde de Liberiaanse regering dat Bockarie bij een vuurgevecht met Liberiaanse
regeringssoldaten om het leven zou zijn gekomen toen hij met bewapende
lijfwachten de grens overstak en illegaal vanuit Ivoorkust Liberia binnenkwam.40
32 Amnesty International, First indictments before the Special Court for Sierra Leone, AFR
51/001/2003, 2 april 2003; www. sc-sl.org.
33 www.sc-sl.org.
34 www.sc-sl.org; OCHA, Sierra Leone Humanitarian Situation Report May 2003, 31 mei 2003;
IRIN, 29 mei 2003; Reuters, 29 mei 2003; AFP, 30 mei 2003; Reuters, 27 juni 2003; IRIN,
27 juni 2003.
35 IRIN, 17 september 2003.
36 IRIN, 30 juli 2003; Reuters, 30 juli 2003; UNSC, 19th report of the SG on UNAMSIL, 5
september 2003.
37 EIU, Country Profile, 2003.
38 Zie verder 2.3 militaire ontwikkelingen en veiligheidssituatie de AFRC.
39 Amnesty International, AFR 51/001/2003, 2 april 2003.
40 AFP/ANP 6 mei 2003; AFP, 7 mei 2003.
12
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
De omstandigheden rondom de (veronderstelde) dood van Bockarie blijven echter
onduidelijk. Begin juni 2003 werd het lichaam van Bockarie door Liberia
overgedragen aan Sierra Leone. Forensisch onderzoek moet de identiteit en
doodsoorzaak uitwijzen.41
De president van Liberia, Charles Taylor, die op 4 juni 2003 werd aangeklaagd
voor zijn aandeel in de burgeroorlog in Sierra Leone, trad op 11 augustus 2003 af
als president van Liberia en geniet sindsdien asiel in Nigeria, buiten het bereik van
het Speciale Strafhof. Het Strafhof heeft een internationaal arrestatiebevel tegen
hem uitgevaardigd. 42 De voormalige regering van Liberia spande in augustus 2003
bij het Internationaal Gerechtshof een kort geding aan tegen de aanklacht van het
Speciale Strafhof van Sierra Leone. 43 Het Internationaal Gerechtshof verklaarde
het kort geding niet-ontvankelijk, omdat Sierra Leone geen partij is bij het Hof in
Den Haag44.
De gedetineerden werden aanvankelijk ondergebracht in een daarvoor gerenoveerd
cellencomplex op het voor de kust gelegen eiland Bonthe, maar werden op 10
augustus 2003 overgebracht naar de permanente locatie van het Speciale Strafhof
in Freetown. Ook Kanu wordt op deze locatie vastgehouden.45
De Waarheids- en Verzoeningscommissie46
Naast het Speciale Strafhof werd ook een Waarheids- en Verzoeningscommissie
(Truth and Reconciliation Commission) werkzaam, waar plegers van
gewelddaden, die niet in aanmerking kwamen voor het Speciale Strafhof, hun
misdaden konden opbiechten en waar slachtoffers konden getuigen. De
Waarheids- en Verzoeningscommissie, die onderdeel was van de afspraken
gemaakt in het vredesakkoord van Lomé van juli 1999, had als doel een
onpartijdig verslag te maken van de jaren van burgeroorlog en verzoening te
bevorderen.
Van december 2002 tot april 2003 verzamelde de Waarheids- en
Verzoeningscommissie bijna 8.000 getuigenverklaringen. De openbare
hoorzittingen vonden plaats van 14 april 2003 tot 6 augustus 2003.47
41 OCHA, Sierra Leone Humanitarian Situation Report May 2003, 31 mei 2003; AFP, 1 juni
2003; BBC News, 1 juni 2003; IRIN, 2 juni 2003.
42 IRIN, 17 september 2003.
43 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
44 ANP, Wladimiroff wil kort geding tegen aanklacht Taylor, 6 augustus 2003 en International
Court of Justice Press Release, 5 augustus 2003; UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL,
5 september 2003.
45 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003, par. 42; IRIN, 17 september
2003.
46 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van de Waarheids- en
Verzoeningscommissie het algemeen ambtsbericht Sierra Leone van maart 2004.
13
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Volgens de uitvoerend secretaris van de Commissie, Franklyn B. Kargbo, was het
animo onder de bevolking om gehoord te worden overweldigend.48
Als laatste getuige werd op 5 augustus 2003 president Kabbah gehoord, die de
activiteiten van de commissie prees.49
Diamanten
In het oosten en het noorden van het land bevinden zich de belangrijkste
diamantmijnen. Hier bevinden zich niet alleen de belangrijkste centra van
diamanthandel, maar ook van diamantsmokkel.
In de loop van 2000 werden de handel en smokkel in diamanten meer en meer
beschouwd als de sleutel tot het slepende conflict in Sierra Leone.
Op 5 juli 2000 aanvaardde de Veiligheidsraad resolutie 1306 inzake diamanten en
wapens en in het bijzonder inzake sancties op illegale handel in diamanten en
wapens uit of naar Sierra Leone. De resolutie verbood de directe of indirecte
import van ongecertificeerde diamanten uit Sierra Leone, en vroeg de regering van
Sierra Leone een systeem op te zetten waarmee de herkomst van de diamanten kon
worden aangetoond. De resolutie beoogde de illegale handel in wapens en
diamanten tussen de Liberiaanse regering en het RUF tot staan te brengen.
In juni 2003 hief de VN Veiligheidsraad het verbod op de handel in ruwe
diamanten uit Sierra Leone op. De Veiligheidsraad was van mening dat de
regering voldoende mechanismen had ingesteld om de herkomst van diamanten te
controleren en ze van certificaten te voorzien.50
2.1.3 Staatsinrichting
Inleiding
Sierra Leone is een constitutionele republiek. De grondwet dateert uit 1991 en
voorziet in scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Hieronder volgen de relevante bepalingen.
47 UNGA, Report of the Office of the UNHCHR on the human rights situation in Sierra Leone,
18 september 2003; OCHA, Humanitarian Situation Report, 30 april 2003; UNSC, 16Th
report of the Secretary-General on UNAMSIL, 24 december 2002; UNHCHR, Situation of
Human Rights in Sierra Leone, 26 februari 2003; IRIN, 16 april 2003; Trouw, 1 mei 2003.
48 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003; UNGA, 18 september 2003.
49 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
50 UNSC, Press statement on Sierra Leone diamond embargo by Security Council President, 5
juni 2003; Reuters 4 juni 2003; AFP 6 juni 2003.
14
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Uitvoerende macht
Aan het hoofd van de uitvoerende macht staat de president, die staatshoofd,
regeringsleider en opperbevelhebber van het leger is. De president benoemt een
kabinet van ministers; het parlement moet de benoeming van dit kabinet
bekrachtigen. De president wordt door middel van algemene verkiezingen gekozen
voor een periode van vijf jaar en is één maal herkiesbaar. De meest recente
presidentsverkiezingen zijn gehouden op 14 mei 2002 (zie paragraaf 2.1.2.).
Wetgevende macht
De wetgevende macht is in handen van een, eveneens voor een termijn van vijf
jaar door middel van algemene verkiezingen gekozen, volksvertegenwoordiging,
die bestaat uit 124 leden, 112 rechtstreeks gekozenen en twaalf stamhoofden
(paramount chiefs) als vertegenwoordigers van de provincies.51 Er bestaat vrijheid
met betrekking tot het oprichten van politieke partijen. In het Sierra Leoonse
parlement zijn meerdere partijen vertegenwoordigd. De grondwet schrijft een
meerpartijenregering voor. Het is leden van het parlement niet toegestaan
tegelijkertijd zitting te nemen in de regering. De meest recente
parlementsverkiezingen zijn gehouden op 14 mei 2002 (zie paragraaf 2.1.2.).
Rechterlijke macht
De grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht. Het rechtssysteem
is gebaseerd op het Britse model en bestaat uit een Supreme Court, een Court of
Appeal, een High Court of Justice en Magistrates Courts. Aan het hoofd van de
rechterlijke macht staat de Chief Justice. Buiten deze formele structuur wordt er op
lokaal niveau recht gesproken door gekozen leiders die lokale rechtscolleges
voorzitten en op basis van traditioneel recht (tribal law) recht spreken in civiele
zaken. Deze lokale rechtscolleges, met leken-rechters, zijn vaak de enige
juridische instellingen in de landelijke gebieden.52 Het islamitische recht, dat onder
het traditionele recht valt, is van toepassing op familierechtelijke aangelegenheden
in de moslimgemeenschap van Sierra Leone.53
Met het oog op de rechtsgang aangaande ernstige schendingen van mensenrechten
in de afgelopen periode van burgeroorlog, zijn twee mechanismen in werking,
naast het reguliere rechtssysteem: het Speciale Strafhof, en de waarheids- en
verzoeningscommissie54.
51 Op 31 januari 2002 werd de herziene kieswet aangenomen waarbij het aantal
parlementszetels werd uitgebreid van 80 naar 124. Tevens werd in de nieuwe kieswet
vastgelegd dat het kiesstelsel zou worden omgevormd tot een districtenstelsel. Elk van de
veertien districten kreeg acht zetels toegewezen. EIU, Country Profile, 2003.
52 U.K. Home Office: Sierra Leone Assessment, April 2000; US DoS, Country Report on
human rights practices 2004 Sierra Leone, 28 februari 2005.
53 HRW, We'll kill you if you cry, januari 2002.
54 Zie paragraaf 2.2. voor ontwikkelingen ten aanzien van het Speciale Strafhof en de
Waarheids- en Verzoeningscomissie.
15
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
2.2 Politieke ontwikkelingen
In dit hoofdstuk komen de politieke ontwikkelingen sinds maart 2004 aan de orde.
Aandacht zal besteed worden aan herstel van het overheidsgezag in het land, de
lokale verkiezingen van mei 2004, corruptie, diamanten, de reïntegratie van ex-
strijders, de waarheids- en verzoeningscommissie, het Speciale Strafhof en de
regionale aspecten.
Herstel en consolidatie van het overheidsgezag
Herstel en consolidatie van het overheidsgezag is één van de speerpunten van de
National Recovery Strategy van de Sierra Leoonse overheid en is tevens een
ijkpunt voor de uitfasering van UNAMSIL.55
Inmiddels heeft de regering van Sierra Leone haar autoriteit over het gehele land
hersteld, inclusief de diamantgebieden. Alle delen van het land zijn toegankelijk.
Regeringsambtenaren zijn weer aan het werk in alle 12 administratieve districten
van Sierra Leone. De stamhoofden (paramount chiefs) zijn allen teruggekeerd naar
hun chiefdoms.56
De lokale gemeenteraden, gekozen bij de lokale verkiezingen op 22 mei 2004 (zie
hieronder), worden in hun functioneren belemmerd door financiële gebreken en
slechte infrastructuur57 en onkunde, bij zowel de bestuurders als de bevolking,
over wat hun taak is. De onkunde wordt veroorzaakt door het feit dat het land ruim
30 jaar geen lokaal bestuur heeft gekend. Daarnaast heeft de bevolking vooralsnog
weinig vertrouwen in het lokale bestuur, omdat men vreest voor corruptie.
Lokale verkiezingen
Eén van de aspecten van de consolidatie van het overheidsgezag is de bevordering
van decentralisatie. Op 22 mei 2004 vonden de eerste lokale verkiezingen in 32
jaar plaats58. 2,27 miljoen kiezers hadden zich geregistreerd. De opkomst was
40%. Rond de 450 lokale bestuurders59 werden gekozen in tussen de 300 en 400
wards.60 61
55 Zie voor UNAMSIL verder paragraaf 2.3.
56 UNSC, 21th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 19 maart 2004.
57 UNSC, 23th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 9 september 2004.
58 In 6 wards werden de verkiezingen pas op 5 juni 2004 gehouden. In 8 wards moesten de
verkiezingen van de kiescommissie op 8 juli 2004 worden overgedaan.
59 Het aantal varieert tussen de verschillende bronnen. Zo spreekt de Secretaris-Genreaal van de
VN over 475 `councillors' (UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004) en de
EIU over 456 (EIU, Sierra Leone Country Report, september 2004).
60 Een ward bestaat uit 16 tot 30 dorpen. Het precieze aantal wards is niet bekend. Zo spreekt
de Secretaris-generaal van de VN over 394 wards (UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004) en het US State Department over 311 (US DoS, Country Report
2004, 28 februari 2005, p.1).
16
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
De APC behaalde een grote overwinning in Freetown en haalde ook elders goede
resultaten. De regeringspartij SLPP won in het zuiden en oosten, de traditionele
bolwerken van de partij. In het noordelijke district Kambia, een traditioneel
bolwerk van de APC, gingen de SLPP en APC nek-aan-nek. SLPP verloor in
Western District aan APC.62
Daarnaast werden 27 onafhankelijke kandidaten gekozen.63 Van de 107
vrouwelijke kandidaten werden 54 verkozen.64
Bij de verkiezingen vonden geen gewelddadigheden plaats. De oppositie was het
echter niet eens met de conclusie van de regering-Kabbah dat sprake was van
eerlijke en vrije verkiezingen.65 Volgens de oppositie was sprake van slechte
organisatie en andere onregelmatigheden.66 Wel waren er meldingen dat
onafhankelijke kandidaten werden geïntimideerd. Als gevolg daarvan hebben
sommige onafhankelijke kandidaten zich alsnog bij de SLPP en APC aangesloten
en hebben anderen zich teruggetrokken.
Hoewel de verkiezingen in eerste instantie vrij en eerlijk werden genoemd, is na
onderzoek67 gebleken dat toch sprake was van fraude in de vorm van ballot
stuffing, waarbij de opkomst in verschillende stemlokalen de 100% oversteeg.68
Daar beide partijen van de fraude hebben geprofiteerd, is het onwaarschijnlijk dat
het de uitslag ingrijpend heeft beïnvloed.
Volkstelling
In december 2004 werd een volkstelling gehouden in het hele land met het oog op
de presidentsverkiezingen in 2007. Op 4 februari 2005 werden de resultaten69
bekendgemaakt.70 Er zijn echter berichten dat de volkstelling niet goed zou zijn
61 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years
marred by low turn out, 24 mei 2004.
62 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; EIU, Country Report Sierra Leone,
september 2004, p.11-12; ICG, 8 september 2004, p.18; IRIN, First local polls in 32 years
marred by low turn out, 24 mei 2004.
63 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years
marred by low turn out, 24 mei 2004.
64 UNGA, Report of the UNHCHR on assistance to Sierra Leone in the field of Human Rights,
9 september 2004, p.10, par.34.
65 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years
marred by low turn out, 24 mei 2004.
66 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years
marred by low turn out, 24 mei 2004; EIU, Sierra Leone Country Report, september 2004,
p.12.
67 De resultaten van de onderzoeken zijn nog niet gepubliceerd.
68 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.1.
69 In Freetown zouden 800.000 mesnen wonen; in Sierra Leone in totaal 4,9 miljoen.
70 www.allafrica.com: Kabbah launches census results, 4 februari 2005.
17
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
uitgevoerd en dus onbetrouwbaar is. Zo zijn er berichten dat hele dorpen71 en
buurten in Freetown niet zijn meegeteld en dat de aantallen mensen, met name op
het platteland, juist zijn aangedikt. Met name de SLPP zou hebben geprofiteerd
van de verkeerde tellingen. Aangezien de uitkomst van de volkstelling als basis
wordt gebruikt voor de verkiezingen in 2007, hebben de belangrijkste partijen baat
bij het opblazen van het aantal stemgerechtigden in `hun' districten.
Corruptie
Corruptie vormt een groot probleem bij de wederopbouw van het land. Het komt
sinds jaar en dag op grote schaal en in alle geledingen voor, ook in het justitiële
apparaat.
In juli 2001 begon de Anti-Corruption Commission (ACC)72 met zijn
werkzaamheden, namelijk het onderzoeken van mogelijke gevallen van corruptie
en het nemen van stappen om corruptie uit te bannen73. De Commissaris en
plaatsvervangend commissaris worden aangesteld door de regering74. De ACC kan
onafhankelijk onderzoek doen naar vermeende corruptie. De ACC kan echter niet
zelf beslissen tegen wie vervolging wordt ingesteld. Dat wordt besloten door de
procureur-generaal die tegelijkertijd de minister van Justitie is75. Hierdoor wordt
het werk van de ACC bemoeilijkt.76 Vooral ook omdat de procureur-generaal
vervolging kan saboteren door dossiers als onvoldoende onderbouwd te
bestempelen.
De regering lijkt de strijd tegen corruptie te steunen, zolang geen ministers van
corruptie worden beschuldigd. Dat neemt niet weg dat de ACC onderzoek doet
naar vermeende corruptie van ministers en een aantal ministers heeft aangehouden
(zie onder). De ACC heeft in haar bestaan echter maar weinig mensen veroordeeld
gekregen voor corruptie en is onderhevig aan politieke inmenging. Het aantal bij
ACC gerapporteerde zaken is afgenomen. Dit duidt op een gebrek aan vertrouwen
dat de ACC iets kan doen aan corruptie.77
Eind 2004 deed de ACC onderzoek in 135 corruptiezaken, en had zes hogere
ambtenaren aangeklaagd.78
71 www.allafrica.com: Census leaves 3 villages uncounted, 22 februari 2005.
72 De ACC werd in het leven geroepen met de Anti-Corruption Act 2000, Part II art 2, en ging
in juli 2001 van start: ACC: Annual Report 2001.
73 Anti-Corruption Act, Part III, art. 5.
74 Anti-Corruption Act 2000, Part II art 2.
75 Anti-Corruption Act 2000, Part VI.
76 www.allafrica.com: Attorney General frustrates Anti-Corruption, 14 februari 2005.
77 EIU, Sierra Leone Country Report, juni 2004, p.12; HRW, Security Council Trip to West
Africa, 9 juni 2004.
78 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
18
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Op 7 februari 2005 werd minister Okere Adams van Marine Resources door de
ACC aangehouden. De minister zou onder meer aankoop-procedures hebben
geschonden.79
De ACC doet onderzoek naar de vermeende corruptie in de naaste omgeving van
vice-president Solomon Berewa. Berewa is kandidaat voor de
presidentsverkiezingen in 2007 en voert sinds oktober 2003 campagne. Voor deze
verkiezingscampagne zou Berewa illegale fondsen ontvangen van een handelaar in
buitenlandse valuta die in het verleden banden zou hebben gehad met de AFRC.80
Voormalig minister Momoh Pujeh van Transport and Communication, die
gevangen zat wegens corruptie, is in hoger beroep vrijgesproken.81
Op 15 februari 2005 werd de National Anti-Corruption Strategy gepresenteerd. De
strategie is de uitkomst van een tweedaagse nationale conferentie, die begin
februari 2005 plaatsvond. De strategie biedt een referentiekader voor de
corruptiebestrijding en bevat strategische actieplannen bedoeld om de nationale
corruptiebestrijding beter te coördineren.82 Het document beoogt de bevolking
meer te betrekken bij de corruptiebestrijding.
Diamanten
De regering heeft zijn controle over de diamantwinning gedurende de
verslagperiode weten te vergroten. In december 2003 keurde de regering een
nieuw beleid ten aanzien van de winning van mineralen goed. Dit beleid beoogt
een juridisch, fiscaal en institutioneel kader te scheppen voor de ontwikkeling van
de minerale rijkdom van het land en poogt financiering van conflicten met de
opbrengst van illegale mijnactiviteiten te voorkomen.83
Daarnaast is de Minerals Act uit 1994 geamendeerd, waardoor hogere straffen
kunnen worden opgelegd voor illegaal bezit en smokkel van diamanten.84
Ondanks de positieve stappen gericht op regulering en hervorming van de
diamantsector, vindt illegale diamantwinning en handel echter nog steeds plaats.
Circa 50% van de diamantwinning geschiedt zonder vergunning van de overheid.85
79 www.allafrica.com: Anti-Corruption arrests Okere Adams, 8 februari 2005.
80 EIU, Sierra Leone Country Report, juni 2004, p.13
81 EIU, Sierra Leone Country Report, maart 2004, p.12.
82 ACC, National Anti-Corruption Strategy, 15 februari 2005; www.allafrica.com: Kabbah to
launch National Anti-Corruption Strategy, 11 februari 2005.
83 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
84 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
85 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004.
19
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Reïntegratie van ex-strijders
Het DDR-programma werd op 31 maart 2004 officieel beëindigd. De laatste 2.800
ex-strijders ontvingen in juli 2004 hun demobilisatievergoeding. In totaal hebben
circa 54.000 ex-strijders een demobilisatievergoeding ontvangen in de afgelopen 4
jaar.86
Nu het DDR-programma in Sierra Leone formeel is beëindigd, dient de aandacht
gericht te worden op ex-strijders die vanuit Liberia en Ivoorkust terugkeren naar
Sierra Leone. Naar schatting bevinden zich tussen 500 en 800 Sierra Leoonse
strijders in Ivoorkust en tussen 500 en 3.000 in Liberia. De terugkeer van ex-
strijders uit Liberia en Ivoorkust buiten officiële reïntegratieprogramma's zou van
invloed kunnen zijn op de stabiliteit van Sierra Leone. De terugkeer van Sierra
Leoonse ex-strijders uit Liberia wordt voorbereid door UNAMSIL, UNDP en de
Sierra Leoonse regering. Deze ex-strijders zullen voor terugkeer naar Sierra Leone
in Liberia worden ontwapend en gedemobiliseerd.87 Wanneer ze naar Sierra Leone
zullen terugkeren is nog niet bekend.
In opvangkampen in Sierra Leone bevinden zich naar schatting 450 buitenlandse
strijders. Begin oktober 2004 werden gesprekken gevoerd met Liberia over de
repatriëring van 435 Liberiaanse ex-strijders naar Liberia. Begin april 2005 is een
begin gemaakt met de terugkeer van de Liberiaanse ex-strijders naar Liberia.
Voorafgaand aan hun terugkeer naar Liberia kregen ze vaardighedentrainingen in
Sierra Leone.88
Waarheids- en Verzoeningscommissie
Op 5 oktober 2004 presenteerde de Waarheids- en Verzoeningscommissie de
eindrapportage aan president Kabbah. 89 Sindsdien zijn echter alleen de officiële
samenvatting en de aanbevelingen openbaar gemaakt. De eindrapportage geeft een
overzicht van de oorzaken van het conflict en bevat aanbevelingen aan de regering
van Sierra Leone gericht op herstel en verzoening. De eindrapportage beslaat
1.500 pagina's en 3.500 pagina's met afschriften van getuigenissen.90
86 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
87 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004;
UNSC, 24th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 10 december 2004.
88 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 24th report of the SG on
UNAMSIL, 10 december 2004; Standard Times, Liberian ex-combatants return home, 6 april
2005, op: www.allafrica.com.
89 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op
www.ictj.org; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country
Report Sierra Leone, december 2004, p. 13-14.
90 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op
www.ictj.org; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country
Report Sierra Leone, december 2004, p. 13-14.
20
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
De belangrijkste conclusies van de Waarheids- en Verzoeningscommisie zijn de
volgende:
· De oorzaak van de burgeroorlog is gelegen in jaren van slecht bestuur,
wijdverbreide corruptie en de schending van mensenrechten. De illegale
diamantwinning stimuleerde het voortduren van de strijd.
· Het leiderschap van de RUF, de AFRC, de SLA en de CDF waren alle
verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen tegen burgers, zowel door
het autoriseren als het niet tegenhouden ervan.
· De RUF is verantwoordelijk voor het grootste aantal
mensenrechtenschendingen begaan tijdens het conflict (60,5%), gevolgd door
de AFRC (9,8%), SLA (6,8%) en CDF (6%).
· De meest voorkomende schendingen waren gedwongen verplaatsing,
ontvoering, willekeurige detentie en moord.
De aanbevelingen van de Commissie betreffen met name de verbetering van de
mensenrechtensituatie, het verstevigen van de rechtsstaat en het versterken van de
nationale veiligheid.
Er is ook een kinderversie van de eindrapportage91.
De regering bereidt een White Paper voor, dat de reactie op de aanbevelingen van
de Commissie zal weergeven. Onduidelijk is in hoeverre de regering de wil heeft
de aanbevelingen van de Commissie op te volgen. De National Human Rights
Commission (zie 3.2.) zal mogelijk aangewezen worden als Follow-Up Committee
van de Commissie, die verantwoordelijk is voor de implementatie van de
aanbevelingen.
Het Speciale Strafhof
Op 31 mei 2004 oordeelde het Speciale Strafhof dat de voormalige Liberiaanse
president Charles Taylor niet immuun was voor strafvervolging door het Speciale
Strafhof. Het argument dat hij immuniteit geniet omdat hij ten tijde van de
aanklacht staatshoofd was, werd door het hof afgewezen.92
De negen door het Speciale Strafhof aangeklaagden die ook daadwerkelijk
gevangen zitten (zie paragraaf 2.1.2.) worden in drie groepen van drie berecht,
zodat leden van dezelfde groepering tegelijkertijd voor de rechter verschijnen.93
Op 3 juni 2004 begonnen de rechtszaken tegen de drie aangeklaagde CDF-leden,
onder wie voormalig minister van Binnenlandse Zaken Samuel Hinga Norman. Op
5 juli 2004 begonnen de rechtszaken tegen de drie gedetineerde RUF-leden
91 De kinderversie van het eindrapport is verkrijgbaar via UNICEF.
92 HRW, Security Council Trip to West Africa, 9 juni 2004.
93 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.14.
21
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
(Sesay, Morris Kallon en Augustine Gbao). De rechtzaken tegen de CDF en het
RUF worden per maand afgewisseld. Er zijn geen aanwijzingen voor publieke
onrust in reactie op de rechtszaken.94
Op 7 maart 2005 begonnen ten slotte de rechtzaken tegen de drie aangeklaagde
AFRC-leden.95
Begin maart 2005 maakte hoofdaanklager David Crane bekend in juli 2005
wegens familieomstandigheden te zullen vertrekken.96
Relatie met de buurlanden97
Medio februari 2005 vond een bijeenkomst plaats van alle VN missies in West
Afrika. Naast harmonisering van de activiteiten van de verschillende missies
(UNOWA in Senegal, UNMIL in Liberia, UNOCI in Ivoorkust en UNOGBIS in
Guinee-Bissau), beoogt de VN te komen tot een regionale aanpak van de
grensoverschrijdende conflicten in de regio.98
· Guinee
De relatie tussen Sierra Leone en Guinee is goed, met uitzondering van een geschil
over Yenga, in Kissi Teng, in het district Kailahun, langs de oostelijke grens met
Sierra Leone.99
In 1998 stuurde Guinee honderden troepen naar Yenga om de Sierra Leoonse
regering te helpen in de strijd tegen de RUF-rebellen. Na het einde van de
burgeroorlog vertrokken de Guinese soldaten echter niet uit Yenga en vielen daar,
alsdus lokale bewoners, de lokale bevolking lastig. Mogelijk lag er een
economische reden ten grondslag aan de bezetting door Guinee: Yenga ligt in de
diamantgebieden van Sierra Leone.100
In maart 2003 liep de spanning tussen Sierra Leone en Guinee op, toen Guinee
Guineërs naar Yenga begon over te brengen om er boerenbedrijven te beginnen.101
In maart 2003 werd een gezamenlijke Yenga Border Demarcation Committee
94 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SSG on
UNAMSIL, 9 september 2004; UNGA, 9 september 2004, par. 71; EIU, Country Report
Sierra Leone, september 2004, p. 14; OCHA, Humanitarian situation report May/June 2004,
30 juni 2004; IRIN, First war crimes trial starts at UN-backed court, 4 juni 2004.
95 IRIN, Third war crimes trial starts, AFRC leaders in dock, 7 maart 2005.
96 IRIN, Special Court prosecutor steps down after three years in the job, 1 maart 2005;
Nederlands Dagblad, Aanklager tribunaal Sierra Leone stapt op, 2 maart 2005.
97 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de eerdere ontwikkelingen het algemene
ambtsbericht Sierra Leone van maart 2004.
98 UNSC, Report of the Secretary-General on inter-mission cooperation and possoble cross-
border operations between UNAMSIL, UNMIL and UNOCI, 2 maart 2005.
99 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.3.
100 EIU, Country Report Guinea, september 2002; ICG, 2 september 2003.
101 ICG, 2 september 2003.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
aangesteld om de exacte grens vast te stellen.102 Begin september 2004 kwamen de
presidenten Kabbah van Sierra Leone en Conté van Guinee tot overeenstemming
dat Yenga bij Sierra Leone hoorde, waarbij zij zich baseerden op een verdrag
tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk uit 1912. Desondanks was Guinee
eind 2004 nog steeds aanwezig in Yenga en worden nog steeds meldingen
ontvangen dat de lokale bevolking door de Guineers wordt lastiggevallen.103
Op 20 februari 2005 vond in Koindu een bijeenkomst plaats tussen de drie Mano
River landen (Sierra Leone, Guinee en Liberia)104 om de situatie in Yenga te
bespreken. Een dag ervoor, op 19 februari 2005 begon Guinee met de
ontmanteling van de Guinese posities in Yenga.
· Ivoorkust
In Ivoorkust vond op 19 september 2002 een mislukte couppoging plaats. Dit
bleek het startsein voor een burgeroorlog. Ondanks het sluiten van het akkoord
van Linas-Marcoussis105 in Parijs in januari 2003, is het sinds de couppoging
onrustig gebleven in het land. Begin november 2004 braken opnieuw onlusten uit
omdat er sprake was van een impasse in de implementatie van het vredesakkoord.
Een eventueel oplaaien van de burgeroorlog in Ivoorkust zou de stabiliteit van de
hele regio verder in gevaar brengen. Directe gevolgen voor de relatie met Sierra
Leone zijn echter niet te verwachten. In Sierra Leone bevinden zich vrijwel geen
Ivoriaanse vluchtelingen.
· Mano River Union
De Mano River Union (MRU) werd in 1973 opgericht als een douane- en
samenwerkingsovereenkomst tussen Guinee, Liberia en Sierra Leone, maar leidde
sinds het begin van de jaren 1990 een slapend bestaan. Onder druk van de onrust
in de regio en gestimuleerd door de internationale gemeenschap werd in 2001 een
poging gedaan de MRU nieuw leven in te blazen. De laatste jaren leek de
internationale gemeenschap echter meer op ECOWAS en de VN te vertrouwen om
de regionale instabiliteit te beteugelen.
Op 20 mei 2004 vond in Conakry een top plaats van de presidenten van Sierra
Leone, Guinee en Liberia. De presidenten Gbagbo van Ivoorkust en Toumani
Touré van Mali waren als gasten aanwezig. Hiermee werd de MRU nieuw leven
ingeblazen. De drie leiders committeerden zich aan het bevorderen van
102 ICG, 2 september 2003.
103 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UNSC, 23th report of the SG
on UNAMSIL, 9 september 2004; IRIN, Guinea hands back disputed border village, 7
september 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.15.
104 Zie hieronder voor informatie over de Mano River Union.
105 De tekst van het akkoord is op internet onder andere te vinden bij de website van het Franse
ministerie van Buitenlandse Zaken www.france.diplomatie.fr.
23
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
vertrouwen, veiligheid en duurzame ontwikkeling in de subregio. De VN ziet de
MRU als een belangrijke factor om samenwerking tussen de drie landen te
bevorderen.106
2.3 Militaire ontwikkelingen en veiligheidssituatie
In dit hoofdstuk worden de militaire ontwikkelingen en de veiligheidssituatie in
Sierra Leone besproken en komen de groepen aan de orde die hierop van invloed
(kunnen) zijn, te weten: UNAMSIL, het regeringsleger en de politie, de
CDF/Kamajors, het RUF, de AFRC en de voormalige strijders en jongeren.
Algemeen
Na de vreedzaam verlopen verkiezingen van mei 2002 en de acceptatie van het
resultaat daarvan door alle politieke partijen is de situatie in Sierra Leone stabiel
gebleven. De algemene veiligheidssituatie in Sierra Leone bleef gedurende de
verslagperiode rustig.107 Het hele land is voor iedereen toegankelijk. De Sierra
Leoonse autoriteiten hebben inmiddels de verantwoordelijkheid voor de veiligheid
in het hele land overgenomen van UNAMSIL. Alleen de beveiliging van het
Speciale Strafhof valt nog onder UNAMSIL.
Ook de diamantgebieden zijn veilig.
Er hebben zich in de verslagperiode geen schermutselingen voorgedaan tussen de
voormalige strijdende partijen in Sierra Leone. Leger en politie zijn in staat de
(interne) vrede en veiligheid voldoende te garanderen .
Alle 150 chiefdoms, inclusief het laatste chiefdom Kissi Tongi in het district
Kailahun, zijn door de VN en de Sierra Leoonse overheid veilig verklaard voor
hervestiging.108
Ook de grensgebieden met Liberia en Guinee zijn veilig, inclusief het gebied bij
Yenga in het district Kailahun.
De stationering van UNMIL109 in Liberia heeft bijgedragen aan de verbetering van
de veiligheidssituatie in de grensgebieden110, evenals de gezamenlijke
106 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; EIU, Country Report Sierra Leone,
september 2004, p.17; UNSC, Progress report of the Secretary-General on ways to combat
subregional and cross-border problems in West Africa, 11 februari 2005.
107 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UNSC, 23th report of the
SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli
2004.
108 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; OCHA, Humanitarian situation
report March 2004, 13 april 2004.
24
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
grenspatrouilles van de Sierra Leoonse politie (Sierra Leone Police - SLP), het
Sierra Leoonse leger (RSLAF) en UNAMSIL (Operation Blue Vigilance111)112.
De veiligheidssituatie in de grensgebieden met Liberia moet echter nauwlettend in
de gaten worden gehouden. Intensieve grenspatrouilles zijn noodzakelijk in de
grensgebieden totdat de ontwapening, demobilisatie en reïntegratie in Liberia is
voltooid.113 In de verslagperiode vonden geen grensoverschrijdende aanvallen
meer plaats vanuit Liberia.114
Hoewel de veiligheidssituatie in Sierra Leone in de verslagperiode verbeterde,
bestaan er nog aanzienlijke risico's voor de stabiliteit en veiligheid van het land.
De belangrijkste bedreiging is de hoge werkloosheid onder de bevolking, met
name de jeugd, gekoppeld aan frustratie over het functioneren van de overheid en
woede over de aanhoudende corruptie. De woede en frustratie worden openlijk
geventileerd: een populair lied van dit moment heet `Borbor Bele' en is een
aanklacht tegen de corruptie binnen de regering.
De Waarheids- en Verzoeningscommissie concludeerde in haar eindrapportage115
dat veel van de oorzaken van de burgeroorlog nog onopgelost zijn en daarom een
gevaar vormen voor de stabiliteit in het land. Globaal noemt de Commissie als
oorzaken slecht bestuur, wijdverbreide corruptie en het niet respecteren van de
mensenrechten (zie 2.2).116
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties wijst als belangrijkste factoren die
de veiligheid van Sierra Leone bedreigen aan: grote werkloosheid onder jongeren,
ontoereikende economische groei, stijgende prijzen van de eerste levensbehoeften
en een slechts langzame verbetering van de levensstandaard van de meerderheid
van de bevolking. 117 Daarnaast vormen de uitfasering van UNAMSIL (zie
109 Op 19 september 2003 stemde de VN-Veiligheidsraad unaniem in met het zenden van een
stabilisatiemacht naar Liberia: de United Nations Mission in Liberia (UNMIL). SC Resolutie
1509 (2003).
110 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; OCHA, Humanitarian situation
report March 2004, 13 april 2004.
111 Operation Blue Vigilance werd in oktober 2003 door UNAMSIL gelanceerd omdat de SLP
en de RSLAF nog niet in staat waren de veiligheid in de grensgebieden te bewaken. De
operatie heeft als doelde veiligheid langs de grens met Liberia te vergroten en de infiltratie
van Liberiaanse strijders in Sierra Leone te voorkomen.
112 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 24th report of the SG on
UNAMSIL, 10 december 2004.
113 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
114 OCHA, Humanitarian situation report March 2004, 13 april 2004.
115 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op
www.ictj.org.
116 Reuters, Causes of Sierra Leone war still present report, 6 oktober 2004.
117 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th Report of the SG on
UNAMSIL, 9 september 2004.
25
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
hieronder) en de uit Liberia terugkerende ex-strijders mogelijke veiligheidsrisico's
(zie 2.2.).
Daarnaast zijn het zwakke rechtssysteem en straffeloosheid oorzaken van de
burgeroorlog die nog niet zijn opgelost.118
UNAMSIL119
Het mandaat van UNAMSIL120 werd op 17 september 2004 verlengd tot eind juni
2005.121
Op 30 maart 2004122 besloot de VN Veiligheidsraad tot een aanpassing van
schema voor de uitfasering van UNAMSIL, die in september 2002 van start was
gegaan. De volledige terugtrekking van UNAMSIL werd uitgesteld omdat het
leger en de politie nog niet in staat waren de veiligheid in het land te handhaven.
Volgens het nieuwe schema werd UNAMSIL in december 2004 teruggebracht tot
4.000 troepen en 184 militaire waarnemers; tot 28 februari 2005 zal een verdere
afname van de troepen plaatsvinden, namelijk tot 3.250 troepen en 141 militaire
waarnemers. Vanaf februari 2005 en tot eind juni 2005 worden deze troepen
gestationeerd op 11 locaties in het land en moeten die het leger en de politie
ondersteunen.123
Gedurende de verslagperiode heeft UNAMSIL zich teruggetrokken uit de
volgende gebieden. Eind mei 2004 droeg UNAMSIL de verantwoordelijkheid
voor de veiligheid in Sector Centre124 over aan de Sierra Leoonse autoriteiten.125
Op 4 augustus droeg UNAMSIL de verantwoordelijkheid over Eastern Province
over aan de regering.126
Op 23 september 2004 droeg UNAMSIL de verantwoordelijkheid voor de
veiligheid in Western Area, inclusief de hoofdstad Freetown, over aan de regering
van Sierra Leone.127
118 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2005, p.6.
119 Zie voor eerdere ontwikkelingen het algemene ambtsbericht Sierra Leone maart 2004.
120 Meer informatie over UNAMSIL is te vinden op www.un.org/dpts.dpko/missios/unamsil.
121 VN-Veiligheidsraadresolutie 1562 (17 september 2004).
122 VN-Veiligheidsraadresolutie 1537 (30 maart 2004).
123 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on
UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december
2004; EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2004, p.15; IRIN, International Community
needs to commit for long haul to stop return to war, 9 december 2004
124 Sector Centre omvat 90% van Southern en 70% van Northen Province. De overige delen van
Sierra Leone vallen onder Sector West of Sector East. Welke gebieden deze sectoren precies
beslaan is niet bekend.
125 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
126 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; ICG, Liberia and Sierra
Leone: rebuilding failed states, 8 december 2004, p.16.
127 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; ICG, 8 december 2004, p.16.
26
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
De gebieden waaruit UNAMSIL zich heeft teruggetrokken zijn stabiel. De hoge
werkloosheid onder jongeren en ex-strijders (zie hieronder) vormen echter een
bedreiging van zowel de politieke stabiliteit als de veiligheidssituatie.
Het regeringsleger
Het Sierra Leoonse leger heet sinds 1 april 2002 de Republic of Sierra Leone
Armed Forces (RSLAF). Het regeringsleger is in het hele land gestationeerd en
bestaat uit soldaten uit het oude regeringsleger en ex-rebellen van de
CDF/Kamajors, het RUF en de AFRC128. Het leger heeft de verantwoordelijkheid
voor de veiligheid volledig overgenomen van UNAMSIL.
Herstructurering en training door het Britse International Military Advisory and
Training Team (IMATT) zorgen ervoor dat de effectiviteit van het leger steeds
beter wordt. Gebrek aan communicatieapparatuur en een slechte staat van de
transportmiddelen, evenals gebrek aan accommodatie vormen echter nog een
belemmering. Dit is met name in de grensgebieden, waar eenderde van het leger is
gestationeerd, een probleem.129
Het leger kampt met slechte discipline en moraal.130 In het leger komt corruptie
voor.131 Enkele onderdelen (sections) van het leger zouden Johnny Paul Koroma
steunen, de voortvluchtige leider van de AFRC.132
Het leger voelt zich onderbedeeld ten opzichte van de politie. De politie zou beter
materiaal en meer voertuigen hebben dan het leger. Daarbij komt dat de politie een
deel van de oude legertaken heeft overgenomen, waardoor het leger wat betreft de
binnenlandse veiligheid op de tweede plaats komt.
De relatie tussen leger en politie is een bron van zorg. Op hoog niveau is
weliswaar voortgang geboekt bij de samenwerking, op lager niveau doen zich
soms problemen voor. Voor de veiligheid van Sierra Leone is het van belang dat
beide veiligheidsdiensten goed samenwerken en elkaar ondersteunen.133 In de
tweede helft van 2004 is de relatie tussen leger en politie verbeterd. De leiding van
zowel de politie als het leger heeft toegezegd de samenwerking tussen beide
diensten te vergroten. Ook gezamenlijke operaties in de grensgebieden hebben
128 Zie par 3.4.4. voor aantallen soldaten afkomstig van respectievelijk het oude regeringsleger
en de afzonderlijke voormalige rebellenbewegingen.
129 UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on
UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december
2004; ICG, 8 december 2004, p.16.
130 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
131 EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.12.
132 EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2004, p.16.
133 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
27
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
bijgedragen aan een betere samenwerking, met name op het gebied van tactische
coördinatie.134
In 2007 moet het aantal manschappen van de RSLAF zijn teruggebracht van
14.000 tot 10.500. Vermindering van de troepen zou mogelijk zijn omdat de
burgeroorlog is afgelopen. Met ingang van 1 januari 2005 is begonnen met een
inkrimping van 1.000 militairen uit het leger.135
Een destabiliserende werking zou de inkrimping niet hebben, omdat de soldaten
vrijwillig en met een gunstige financiële regeling vertrekken. Bovendien krijgen
de vertrekkende soldaten trainingen aangeboden.
De politie
De Sierra Leone Police (SLP) heeft in de grotere steden in alle provincies en
districten de verantwoordelijkheid voor veiligheid en wetshandhaving weer
overgenomen. Uiteindelijk moeten politiefunctionarissen aanwezig zijn in alle 150
chiefdoms van Sierra Leone.136 De politie treedt gedisciplineerd op, al komen nog
steeds meldingen binnen van afpersing door, omkoping en onprofessioneel gedrag
van politie.137 Zo zou het mogelijk zijn vonnissen te `kopen' en werpen
politieagenten soms wegblokkades op om passanten geld af te persen. Op deze
manier proberen ze in hun levensonderhoud te voorzien wanneer de uitbetaling
van hun salarissen uitblijft.
De politie is volgens UNAMSIL, de regering en de Britten nog niet in staat
effectief op te treden in het geval van grote oproeren, met name in Freetown en in
de diamantgebieden. In deze laatste gebieden bevinden zich veel werkloze
jongeren en ex-strijders.138
Gebrekkige infrastructuur, met name het gebrek aan accommodatie en
politiebureaus, verhindert de versterking van de politie in de strategische gebieden,
met name in het oosten van het land. Veel aandacht van UNAMSIL gaat daarom
uit naar de bouw van extra politiestations en barakken. 139
134 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG
on UNAMSIL, 10 december 2004.
135 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22Th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004. Zie
ook paragraaf 3.4.4.
136 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
137 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; HRW, Security Council trip to
West Africa, 9 juni 2004.
138 UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.12.
139 UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 23Th report of the SG on
UNAMSIL, 9 september 2004; www.allafrica.com: Operation Pebu ends in Moyamba, 24
februari 2005..
28
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Eveneens gaat veel aandacht uit naar de rekrutering en training van politieagenten.
De omvang van het korps moet tussen 2003 en 2005 worden vergroot van de
huidige 6.241 naar 9.500 man. Dit doel zal pas medio 2005 worden bereikt. Medio
december 2004 telde het korps in totaal 8.125 man.140 De SLP wordt getraind door
de Britten en UNAMSIL. De politieschool heeft nog onvoldoende capaciteit: het
ontbreekt aan meubilair en andere basis materieel. In Bo, Makeni en Kenema zijn
drie regionale trainingscentra geopend, die eveneens gebrek hebben aan materieel.
Op andere plaatsen in het land is de bouw van trainingscentra nog niet voltooid,
hetgeen vertraging veroorzaakt in de plaatsing van politie in die gebieden.141
De Civil Defence Forces (CDF)/ Kamajors
Hoewel de CDF officieel in april 2002 werden ontbonden, zijn de CDF in de
praktijk nog niet volledig ontwapend en ontbonden. In die gebieden waar veel ex-
CDF strijders aanwezig zijn, heerst weerstand tegen de aanwezigheid van leger en
politie.142
Binnen de CDF opererende Kamajors zijn veelal teruggekeerd naar hun
woongebieden. De traditionele structuren van de Kamajors zijn over het algemeen
nog intact. Zij beschikken nog slechts over hun jachtgeweren, nadat zij hun andere
(moderne) wapens hebben ingeleverd.143
De vroegere leider van de CDF, tevens voormalig onderminister van Defensie en
vervolgens minister van Binnenlandse Zaken, Hinga Norman, is door het Speciale
Strafhof aangeklaagd en bevindt zich in detentie. Sinds de aanklacht doen
geruchten de ronde over mobilisatie van de Kamajors.144 De arrestatie van Hinga
Norman had tot boosheid geleid onder de CDF-leden.145 De start van zijn
berechting voor het Speciale Strafhof in juni 2004 heeft echter niet geleid tot de
gevreesde onlusten.
Het RUF
Het Revolutionary United Front (RUF) is geen militaire of politieke macht van
betekenis meer.146 De leiders van de beweging zijn gedetineerd of vermoord.
RUF-leider Foday Sankoh werd aangeklaagd door het Speciale Strafhof. Op 29
juli 2003 is hij in detentie overleden.147 Ook Issa Sesay is aangeklaagd door het
140 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.
141 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UNSC, 23th report of the
SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
142 ICG, 2 september 2003.
143 ICG, 2 september 2003.
144 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
145 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.6.
146 US DoS, Country Report on human rights practices 2003 Sierra Leone, 25 februari 2004;
EIU, Country Report Sierra Leone, september 2003.
147 IRIN, 30 juli 2003; Reuters, 30 juli 2003.
29
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Speciale Strafhof. Hij bevindt zich in detentie. Sam Bockarie is ook aangeklaagd,
maar hij is (naar verluidt met zijn directe familie) naar alle waarschijnlijkheid in
mei 2003 in Liberia vermoord.148 De vervolging van de RUF-leiders door het
Speciale Strafhof heeft niet geleid tot noemenswaardige onrust onder de ex-RUF-
rebellen149.
De RUF-strijders zijn gedemobiliseerd en ontwapend. Een deel van de RUF-
`hardliners' zou echter naar Liberia zijn uitgeweken en zich hebben aangesloten
bij de entourage van de toenmalige Liberiaanse president Taylor of de gewapende
Liberiaanse oppositiebeweging LURD.150 Nu de strijd in Liberia gestaakt is,
kunnen terugkerende Sierra Leoonse ex-strijders de stabiliteit in Sierra Leone
bedreigen (zie verder onder regionale aspecten).
De interim-leider van de Revolutionary United Front Party (RUFP), Borbor Peter
Vandy, is overgestapt naar de regeringspartij SLPP.151
De AFRC
In juni 2003 meldde het Speciale Strafhof dat zij onbevestigde berichten had
ontvangen dat voormalig legerofficier en voormalig leider van de Armed Forces
Revolutionary Council (AFRC), Johnny Paul Koroma, in Liberia zou zijn
vermoord.152 Koroma zou nog veel aanzien genieten bij een aantal soldaten van
het leger.
Voormalige strijders en werkloze jongeren
Sinds het einde van het DDR-programma is de nadruk verschoven van ex-strijders
naar jeugd in het algemeen.153
De grote aantallen werkloze jongeren, waaronder veel ex-strijders, in stedelijke en
mijnbouwgebieden kunnen op termijn een gevaar vormen voor de veiligheid in
Sierra Leone en een ondermijning zijn van het staatsgezag in het land154. Een rol
voor de overheid is weggelegd in het bijsturen van verwachtingen van jongeren
om een gevoel van buitensluiting te voorkomen.155
148 Zie 2.1.2 Geschiedenis - Het Speciale Strafhof voor oorlogsmisdaden in Sierra Leone.
149 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
150 EIU, Sierra Leone Country Report, maart 2003; HRW, World Report Sierra Leone, 2003.
151 www.allafrica.com: RUFP leader joins SLPP, 9 februari 2005.
152 Reuters, 15 juni 2003; BBC News, 15 juni 2003; IRIN, 16 juni 2003.
153 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
154 ICG, 2 september 2003; UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
155 UNAMSIL, Progress Report, 16 april 2003.
30
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Een mogelijke destabiliserende factor voor Sierra Leone kan de terugkeer zijn van
Sierra Leoonse strijders die in Liberia en Ivoorkust hebben meegevochten. 156
Honderden voormalige RUF-strijders, West Side Boys157 en CDF-strijders hadden
zich aangesloten bij het Liberiaanse leger of bij gewapende oppositiegroepen in
Liberia.158 Sierra Leoners traden toe tot verschillende strijdende partijen in Liberia
en Ivoorkust, omdat er in Sierra Leone weinig mogelijkheden waren voor werk en
onderwijs.159 (Zie verder paragraaf 2.2.)
De aanwezigheid van de jeugdgroepen kan mogelijk de effectieve uitoefening van
het overheidsgezag over het hele land belemmeren en daarmee een bron zijn van
instabiliteit.160 Zo bevindt zich in Makeni bijvoorbeeld een peer group van ex-
kindsoldaten, de zogenaamde Bike Association. Deze groep is sterk
gedisciplineerd en streng georganiseerd. De leden van de groep kunnen snel
gemobiliseerd worden. De politie in Makeni is bang om tegen deze groep op te
treden.
Regionale aspecten
· Liberia
De huidige situatie in Liberia levert geen onmiddellijke bedreiging meer op voor
de veiligheidssituatie in Sierra Leone. De situatie in Liberia is echter nog niet
stabiel en blijft een potentieel destabiliserende factor in Sierra Leone. De
verlenging van het mandaat van UNMIL op 17 september 2004 draagt bij aan de
stabiliteit in Liberia en heeft positief effect op Sierra Leone. Hernieuwde strijd in
Liberia zou kunnen overslaan naar de grensgebieden in Sierra Leone en zou
vluchtelingenstromen op gang kunnen brengen. 161
156 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004;
UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.
157 De West Side Boys (ook Occra Hills Boys genoemd) waren een groep ontevreden AFRC-
leden, die het grootste deel van de jaren 1999 en 2000 hebben doorgebracht in de Occra Hills,
circa 80 km ten noordoosten van Freetown. Zij voorzagen voor een deel in hun onderhoud
door overvallen op regeringstroepen en burgers. Na een Britse actie in september 2002,
volgend op de ontvoering door de West Side Boys van elf Britse militaire instructeurs en hun
Sierra Leoonse verbindingsofficier, zijn de West Side Boys uitgeschakeld.
158 HRW, World Report Sierra Leone, 2003; UNSC, 16Th report of the SG on UNAMSIL, 24
december 2002; Amnesty International, Sierra Leone Annual Report 2003, 2003; HRW, The
regional crisis and human rights abuses in West Africa, 20 juni 2003.
159 USAID, Mano River Countries complex emergency report, 15 mei 2003.
160 ICG, 2 september 2003.
161 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country Report Sierra
Leone, maart 2004, p.7; EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2004, p.16; EIU, Country
Report Sierra Leone, december 2004, p.7 en 12.
31
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
· Ivoorkust
De ontwikkelingen in Ivoorkust kunnen een destabiliserend effect hebben op
Sierra Leone: rebellen in Ivoorkust zijn gerekruteerd uit verschillende buurlanden,
waaronder Sierra Leone.162 Als de recente onrust in Ivoorkust aanhoudt, kan dat
een destabiliserend effect hebben op de subregio, dus ook op Sierra Leone.163
2.4 Sociaal-economische situatie
Sierra Leone is het armste land van de wereld, afgemeten aan de Human
Development Index waarop Sierra Leone de afgelopen vijf jaar de laagste positie
innam164. 70% van de bevolking leeft in grote armoede (minder dan USD 1 per
dag).
De indicatoren voor de sociaal-economische situatie laten geen gunstig beeld zien.
26% van de bevolking heeft gebrek aan voedsel. Terwijl aan de ene kant
vluchtelingen en ontheemden naar hun woonplaatsen terugkeren, trekken aan de
andere kant de jongeren naar de steden in de hoop daar werk te vinden. Hierdoor
ontstaat de situatie dat er meer mensen gevoed moeten worden, terwijl er minder
mensen op het platteland aanwezig zijn om voedsel te verbouwen. Het gebrek aan
mankracht wordt nog verergerd door het feit dat meer dan 50% van de bevolking
jonger is dan 15 jaar. De voedselproductie in Sierra Leone bevond zich in 2003
circa 86%% van het vooroorlogse niveau.
De gezondheidssituatie in het land blijft zorgwekkend. De drinkwater- en
sanitatiefaciliteiten zijn in Sierra Leone zeer beperkt en variëren per regio. Een
groot deel van de bevolking is aangewezen op water uit beken en/of rivieren. Open
velden worden gebruikt voor sanitatie. Hierdoor, maar ook doordat mensen
onvoldoende kennis hebben van hygiëne, verspreiden zich dodelijke ziekten.
64% van de bevolking ouder dan 15 jaar is analfabeet165.
Er is sprake van een onsamenhangende overheidspolitiek en een stijgende
werkloosheid in een neergaande economie.
De inflatie is in 2004 flink opgelopen. Was de inflatie in 2003 nog 7,6%, in 2004
kwam de inflatie uit op 15%. Ook voor 2005 wordt een inflatie van 15% verwacht.
In 2004 nam de economische groei wat af van 6,9% in 2003 naar 6% in 2004.
162 EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.7.
163 UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 24Th report of the SG on
UNAMSIL, 10 december 2004.
164 In het Human Development Report 2004 van de UNDP staat Sierra Leone net als voorgaande
jaren helemaal onderaan, op de 177e plaats, van de Human Development Index.
165 EIU, Country Report Sierra Leone, september 2004, p.22.
32
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Voor 2005 wordt een groei voorspeld van rond de 7%.166 75% van het het
overheidsbudget is afkomstig van donoren.
De werkloosheid in Sierra Leone is hoog en is gedurende de verslagperiode verder
toegenomen. 60-70% van de bevolking is werkloos. Het betreft voornamelijk
jongeren, onder wie veel ex-strijders, in de steden. Door de corruptie en het slecht
functionerende rechtssysteem kent Sierra Leone geen gunstig investeringsklimaat.
Hierdoor is op korte termijn geen groei van het aantal banen te verwachten.
Op 3 juni 2003 werd het VN embargo op de import van diamanten uit Sierra
Leone opgeheven.167 De overheidsinkomsten uit diamanten zijn de laatste jaren
sterk toegenomen. In de periode januari tot november 2004 waren de officiële
inkomsten van de legale diamantexport gestegen tot USD 127 miljoen168 tegen
USD 71 miljoen in dezelfde periode in 2003.169 In 1999 bedroeg de opbrengst van
legale diamantexport slechts USD 1.2 miljoen in 1999170. Nog circa 50% van alle
diamantwinning vindt plaats zonder vergunning van de overheid.171
Om meer inkomsten te genereren probeert de overheid de diamanthandel beter te
gaan beheersen en heeft hiertoe een High Level Steering Group opgericht. Het
nieuwe beleid is gericht op het uitschakelen van de buitenlandse tussenpersonen in
de handel en deze te vervangen voor Sierra Leoners.
Het staken van de vijandelijkheden in november 2000 en de aanhoudende
verbetering van de veiligheidssituatie hebben grote invloed gehad op de algehele
economische en sociale situatie. Het openbare leven is op gang gekomen, lokale
markten functioneren en er is een begin gemaakt met de wederopbouw van het
land. De bevolking is gematigd optimistisch over de toekomst, is mondig en uit
zich bij gelegenheid kritisch jegens de overheid. Maar het zal zelfs bij substantiële
investeringen nog jaren duren voordat Sierra Leone zich enigszins uit de armoede
opgewerkt kan hebben.
166 EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004.
167 EIU, Country Report Sierra Leone, september 2003.
168 US DoS, Country Report 2004 Sierra Leone, 28 februari 2005, p.1.
169 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UN News Service, Sierra
Leone raises revenues from mining but unemployment also rises, UN says, 15 december
2004.
170 Reuters, 23 april 2002.
171 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen
Sierra Leone is partij bij de volgende internationale mensenrechtenverdragen
geratificeerd172:
· VN Verdrag voor de Eliminatie van alle Vormen van Discriminatie van
Vrouwen (geratificeerd in 1988);
· het Verdrag voor de Rechten van het Kind (geratificeerd in 1990; in 2001
ratificeerde Sierra Leone tevens de twee optionele protocollen inzake de
betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten; en inzake de handel in
kinderen, kinderprostitutie en pornografie);
· het Internationaal Verdrag voor de Eliminatie van Alle Vormen van
Rassendiscriminatie (sinds 1969);
· het Verdrag tegen Marteling (sinds 2001);
· de African (Banjul) Charter on Human and Peoples' Rights (sinds 1983).
Sierra Leone is verder toegetreden tot173:
· het Internationaal Verdrag voor Burger- en Politieke Rechten (inclusief het
Protocol van 1967; toegetreden in 1996);
· het Internationaal Verdrag voor Economische, Sociale and Culturele Rechten
(toegetreden in 1996);
· het Verdrag voor de Status van Vluchtelingen (inclusief Protocol van 1967;
toegetreden in 1981);
· het Verdrag tegen Mijnen (sinds 2001).
De Sierra Leoonse autoriteiten hebben al geruime tijd niet voldaan aan hun
verplichtingen te rapporteren aan organen van toezicht. Er zijn sinds 1996 geen
rapporten van Sierra Leone verschenen.174
Sierra Leone heeft een overeenkomst met de Verenigde Staten bekrachtigd die is
gericht tegen het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.175 Het parlement in
Freetown ratificeerde op 6 mei 2003 de overeenkomst die stelt dat beide partijen
geen mensen van elkaars nationaliteit uitleveren aan het ICC.176 Amnesty
International stuurde in reactie hierop een open brief aan president Kabbah van
172 www.unhchr.ch
173 www.unhchr.ch
174 www.unhchr.ch, www.unhcr.ch en www.un.org
175 Sierra Leone is het eerste land dat een dergelijke bilaterale wederzijdse overeenkomst met de
Verenigde Staten daadwerkelijk heeft geratificeerd.
176 AFP/ANP, 6 mei 2003.
34
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Sierra Leone waarin wordt aangedrongen op verwerping van de overeenkomst
omdat deze zou indruisen tegen verplichtingen onder internationaal recht en de
verplichtingen van Sierra Leone als partij bij het Statuut van Rome inzake het
ICC.177 Sierra Leone was één van de eerste landen die partij werd bij het Statuut
van Rome.
3.1.2 Nationale wetgeving
In Sierra Leone is de grondwet van 1991 van kracht. De grondwet is gebaseerd op
de algemene principes van de rechtsstaat, en bevat waarborgen tegen schending
van de mensenrechten. In de grondwet is scheiding van de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht voorzien.
Oorlogsmisdaden
Op 16 januari 2002 tekenden de VN en de Sierra Leoonse regering een
overeenkomst inzake de oprichting van het Speciale Strafhof voor Sierra Leone.178
Het Speciale Strafhof heeft tot doel de belangrijkste verantwoordelijken voor
oorlogsmisdaden tegen de bevolking van Sierra Leone, begaan tussen november
1996 (vredesakkoord van Abuja) en het einde van de burgeroorlog, te berechten.
Sinds 3 maart 2003 heeft het Speciale Strafhof dertien personen, afkomstig van de
verschillende strijdende partijen, aangeklaagd. De processen tegen de CDF zijn
van start gegaan in juni 2004; die tegen de RUF in juli 2004; die tegen de AFRC in
maart 2005. (zie verder 2.1.2. en 2.2.).
De Waarheids- en Verzoeningscommissie heeft op 5 oktober 2004 de officiële
samenvatting van de eindrapportage en de aanbevelingen gepubliceerd. Brede
verspreiding van de eindrapportage zelf laat nog op zich wachten. In totaal werden
bijna 10.000 getuigenverklaringen opgetekend. (zie verder 2.1.2. en 2.2.).
Ten slotte kan in principe ook op de reguliere rechterlijke macht een beroep
worden gedaan. (zie 3.3.5)
177 Amnesty International, Government should denounce impunity agreement with the US (AFR
51/004/2003), 8 mei 2003; Amnesty International, Open letter tot the President of Sierra
Leone urging rejection of the impunity agreement with the United States of America on the
International Criminal Court (IOR 40/011/2003), 8 mei 2003.
178 De website van het Speciale Strafhof is www.sc-sl.org.
35
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
3.2 Toezicht
Overheidsmechanismen
Op 30 juli 2004 keurde het parlement een wet goed tot instelling van de, in het
Akkoord van Lomé voorziene, National Human Rights Commission (NHRC) Deze
nationale commissie wordt opgezet in samenwerking met UNAMSIL.179 De
commissie is nog steeds niet opgericht. Mogelijk zal het onder meer dienst doen
als follow-up commissie voor de Waarheids- en Verzoeningscommssie.
In het parlement is ook een Commissie Mensenrechten, die zich met name richt op
het toetsen van wetgeving aan de mensenrechten. De exacte afbakening van taken
tussen deze parlementaire commissie en de NHCR is nog niet bekend, maar
mogelijk zal de parlementaire commissie mensenrechtenzaken gaan rapporteren
aan de NHCR. De NHCR zal boven de parlementaire commissie staan.
De overheid kent een National Commission for Democracy and Human Rights
(NCDHR), opgericht in 1996. De commissie kampt echter met gebrek aan fondsen
en doet weinig aan toezicht op de naleving van mensenrechten. Onduidelijk is wat
rol van de NCDHR zal zijn, zodra de NHRC operationeel is.
Niet-gouvernementele organisaties (NGO's)
Lokale en internationale mensenrechtenorganisaties kunnen in het algemeen
ongehinderd door de overheid onderzoek doen en over hun bevindingen
rapporteren. Zij kunnen zich door het hele land vrij bewegen.
Eind 2004 waren 41 lokale mensenrechtenorganisaties verenigd in het National
Forum for Human Rights. Hun activiteiten zijn met name gericht op voorlichting
over mensenrechten. Een klein aantal lokale NGO's houdt zich actief bezig met
het houden van toezicht op mensenrechtenschendingen.180
Een groot aantal internationale NGO's is actief in Sierra Leone. Door de aard van
hun werkzaamheden (veelal gericht op noodhulp) spelen zij een rol bij het toezicht
op de naleving van mensenrechten. Tot deze NGO's behoren de Internationale
Confederatie van het Rode Kruis (ICRC), de Action Contre la Faim, Adventist
Development and Relief Agency (ADRA), Africare, CARE, Caritas International,
Children Aid Direct, Concern Worldwide, COOPI, CRS, Handicap International,
International Rescue Committee, Medical Emergency Relief International
(MERLIN), Oxfam, Save the Children Fund en World Vision.
Internationale mensenrechtenorganisaties rapporteren met regelmaat over de
situatie in Sierra Leone. Human Rights Watch heeft een vestiging in Freetown.
179 UNGA, 9 september 2004, par. 65; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september
2004.
180 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
36
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
UNAMSIL beschikt over een Human Rights Section. UNAMSIL is onder meer
betrokken bij het toezicht op politiestations, gevangenissen en justitie. Ook
verzorgt UNAMSIL mensenrechtentrainingen aan politie en leger. De Human
Rights Section heeft het aantal kantoren uitgebreid, en heeft, behalve in Freetown,
acht regionale kantoren in onder meer Kenema, Port Loko, Makeni, Koidu,
Moyamba en Kailahun. De Human Rights Section houdt toezicht op de naleving
van de mensenrechten en geeft technische assistentie.181
3.3 Naleving en schendingen
De verbetering in de mensenrechtensituatie heeft gedurende de verslagperiode
verder doorgezet. Het overheidsgezag is in het hele land hersteld. De bevolking is
mondig en roept bij gelegenheid de (lokale) overheid ter verantwoording. Er zijn
geen aanwijzingen dat in Sierra Leone systematisch ernstige schendingen van de
mensenrechten worden gepleegd. Incidenteel komen nog schendingen voor,
voornamelijk als gevolg van het nog gebrekkig uitgeruste veiligheidsapparaat, de
nog niet overal goed functionerende rechterlijke macht en de tekortschietende
infrastructuur voor detenties. 182
De verhoudingen in het parlement zijn zodanig dat van een echte oppositie
nauwelijks sprake is.183 Gerichte vervolging van politieke opposanten vindt niet
plaats.184
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De grondwet voorziet in de vrijheid van meningsuiting en pers en er bestaat een
redelijke mate van persvrijheid in Sierra Leone.
De geschreven pers en de radio berichten vrij en in het algemeen zonder
inmenging ook over veiligheidsaangelegenheden, corruptie en politieke zaken. In
Freetown verschijnen meer dan veertig185 nieuwsbladen, waarvan de meeste
onafhankelijk van de regering zijn en sommige gelieerd aan oppositiegroepen186.
Radio blijft voor de grotendeels analfabete bevolking het belangrijkste medium.
181 UNGA, 9 september 2004, p.12, par.44; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
182 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005; UNSC, 24th report of the SG on
UNAMSIL, 10 december 2004, p.5.
183 De SLPP heeft 83 zetels; de APC 27; de PLP 2.
184 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
185 UNICEF, Briefing Kit Sierra Leone, februari 2005.
186 Kranten van de overheid zijn onder meer: Sierra News en Unity; kranten die anti-overheid
zijn, zijn onder meer: For di People en Standard Times; gematigde kranten zijn onder meer:
Salone en New Citizen; een krant gelieerd aan de oppositiepartij APC is Pool Newspaper; en
een krant voor de massa is Exclusive.
37
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Verscheidene overheids- en particuliere radio- en televisiestations zenden onder
meer binnenlands nieuws en commentaren uit.187
De kwaliteit van de berichtgeving laat soms te wensen over. Journalisten doen niet
altijd onpartijdig onderzoek en passen niet altijd hoor en wederhoor toe, waardoor
publicaties soms eenzijdig zijn. Dit heeft onder meer te maken met slechte
opleiding van journalisten. Er zijn berichten dat journalisten corrupt zijn en dat
men verhalen kan `kopen'. In een poging de kwaliteit van de berichtgeving te
verbeteren, werkt de Sierra Leone Association of Journalists in samenwerking met
de regering aan een registratiesysteem voor journalisten.188
Smaad en laster vallen onder het strafrecht. Dit houdt in dat een journalist, die
wordt verdacht van smaad, in de gevangenis kan belanden. In de praktijk leidt dit
dus tot een beperking van de persvrijheid. De drukker van een krant kan
aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van hetgeen afgedrukt wordt.
Begin oktober 2004 werd journalist Paul Kamara, oprichter en redacteur van de
populaire krant For Di People veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee keer
twee jaar wegens het belasteren van de president. Daarnaast mag de krant van
Kamara gedurende zes maanden niet verschijnen. Eind 2004 werd For Di People
echter weer gedrukt. 189 Kamara zelf zit nog gevangen.
Op 11 februari 2005 werd Riche Gordon, de uitgever van het blad Peep!,
gearresteerd na publicatie van een artikel waarin hij president Kabbah
bekritiseerde voor het niet ontslaan van de van corruptie beschuldigde minister
Okere (Marine Resources). Gordon werd op 14 februari 2005 vrijgelaten.190
Op dit moment zijn slechts drie drukkerijen beschikbaar voor alle kranten,
waarvan één buiten werking is.
De overheid beperkt de academische vrijheid niet.191
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De grondwet voorziet in de vrijheid van vereniging en vergadering. In het
algemeen respecteert de overheid dit recht. Er zijn geen meldingen van restricties
opgelegd aan politieke partijen, vakbonden of maatschappelijke organisaties. In de
187 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
188 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5.
189 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5; IRIN, Media watchdogs condemn two-
year jail term for newspaper editor, 7 oktober 2004; www.allafrica.com: Journalist
trasferred to prison block used for violent or high security prisoners, 25 februari 2005.
190 The Independent, Media org. urges UNAMSIL to monitor Kabbah, 21 februari 2005;
www.allafrica.com: Arresting Journalists, 14 februari 2005; Authorities detain magazine
editor for three days without charge, 15 februari 2005; Editor released after three nights in
detention, 16 februari 2005.
191 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5.
38
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
verslagperiode vonden enkele grote demonstraties plaats, waaronder politieke
bijeenkomsten van de oppositie.192 In de verslagperiode werd voor zover bekend
geen enkele demonstratie verboden.
3.3.3 Vrijheid van godsdienst
De grondwet garandeert de vrijheid van godsdienst. De regering respecteert deze
vrijheid in de praktijk en ook de bevolking is op het punt van religie zeer
verdraagzaam. Er is geen staatsgodsdienst. Een kleine 60 % van de bevolking is
moslim, ongeveer 30 % van de bevolking is christen, terwijl de resterende 10 %
animistische godsdiensten belijdt.193
3.3.4 Bewegingsvrijheid
De grondwet voorziet in de vrijheid van beweging binnen het land, van reizen naar
het buitenland, van emigratie en repatriëring. De regering respecteert deze rechten
in het algemeen. Het hele land is toegankelijk. Wel komt het nog incidenteel voor
dat reizigers bij wegblokkades geld wordt afgeperst door de politie.194
Identiteitskaart
Sinds augustus 2000195 bestaat in Sierra Leone een nieuw systeem ter verkrijging
van een identiteitskaart. Onder het nieuwe systeem moet elke burger van Sierra
Leone van 16 jaar en ouder een nieuwe identiteitskaart aanvragen. Ook zullen alle
gedemobiliseerde ex-strijders een identiteitskaart krijgen.196 Er zijn vier typen
kaarten: respectievelijk voor Sierra Leoonse burgers van negentien jaar en ouder;
voor Sierra Leoonse jongeren van zestien tot negentien jaar; voor niet Sierra
Leoonse inwoners die de nationaliteit van een ECOWAS197-staat hebben; en voor
niet Sierra Leoonse inwoners die niet de nationaliteit van een ECOWAS-staat
hebben. Personen jonger dan 16 jaar kunnen noch zelf noch via ouders of voogd
een identiteitskaart aanvragen.
Ter verkrijging van een identiteitskaart dient de aanvrager een ingevuld
aanvraagformulier in bij het National Registration Secretariat (NRS), dat kantoren
heeft in Freetown en Bo (in Bo sinds eind juli 2001). De aanvraagformulieren zijn
te koop bij een particulier bedrijf met vestigingen in Freetown en Bo en met
192 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.6.
193 US DoS, Sierra Leone International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004.
194 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.6.
195 In augustus 2000 is de eerste fase gestart van de afgifte van nieuwe identiteitskaarten aan
overheidspersoneel. Deze fase is inmiddels afgerond. De tweede fase, die nog niet is
afgerond, betreft de afgifte aan de bevolking en is van start gegaan op 10 januari 2001.
196 IRIN-WA-Update 1009 (2010704).
197 ECOWAS: Economic Community of West African States
39
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
enkele mobiele eenheden die locaties in de hoofdstad bedienen. Een interview
door het NRS met de aanvrager vormt onderdeel van de procedure. De aanvraag
dient bij voorkeur te worden ondersteund door documenten (geboortebewijs,
huwelijksakte, paspoort etc.) die de identiteit van de aanvrager ondersteunen. Bij
gebrek daaraan wordt beslist op grond van door de aanvrager verstrekte
mondelinge informatie (naam, talenkennis) en uiterlijk.198 Het NRS neemt de
beslissing of een aanvraag voor identiteitskaart wordt ingewilligd. De
identiteitskaart zelf wordt, onder verantwoordelijkheid van de NRS, geproduceerd
en afgegeven door het particuliere bedrijf. 199 Dit bedrijf is tevens belast met het
opzetten van een centraal gegevensbestand voor vingerafdrukken,
persoonsinformatie en foto's ten behoeve van de centrale regering. Aangezien het
contract met dit bedrijf inmiddels is verlopen, worden sinds december 2004 geen
nieuwe identiteitskaarten afgegeven.
Er zijn berichten dat de NRS corrupt zou zijn: de NRS zou soms ten onrechte
beslissen dat een persoon voldoet aan alle voorwaarden voor het verkrijgen van
een identiteitskaart.
Over de geldigheid van het oude model identiteitskaart is door de autoriteiten nog
geen definitieve uitspraak gedaan. De oude kaart blijft dan ook voorlopig geldig
tot en met de daarin vermelde geldigheidsdatum. Wel adviseren de autoriteiten de
houders van een oude identiteitskaart om nu al een nieuwe kaart aan te vragen.
Volgens de grondwet is de Sierra Leoonse nationaliteit voorbehouden aan
personen van neger-Afrikaanse afkomst langs de vaderlijke lijn. Eenieder die
geboren is in Sierra Leone en die een Sierra Leoonse vader of grootvader heeft, en
zelf van neger-afrikaanse afstamming is, heeft de Sierra Leoonse nationaliteit.
Deze grondwettelijke beperking sluit dus vele inwoners die al jaren in Sierra
Leone wonen, zoals de Libanese gemeenschap, uit van staatsburgerschap. De
afstamming wordt gewoonlijk niet bepaald op grond van documenten, maar op
grond van mondelinge informatie van de aanvrager over de geboorteplaats en
oorspronkelijke stam of etnische groep van de vader of grootvader van de
aanvrager.
198 Met name buiten Freetown ontbreekt het aanvragers vaak aan documenten als gevolg van een
hoge mate van analfabetisme en non-registratie, terwijl na tien jaar burgeroorlog de vroeger
bestaande, weliswaar onvolledige, bevolkingsregistratie vrijwel geheel vernietigd is.
199 Deze procedure geldt ook voor niet-Sierra Leoonse inwoners die de nationaliteit van een
ECOWAS-staat hebben en voor niet-Sierra Leoonse inwoners die niet de nationaliteit van een
ECOWAS-staat hebben. Er is wel verschil in prijs. Bovendien is het de Vetting Committee in
plaats van de National Registration Secretariat dat de nationaliteit van de aanvrager vaststelt.
40
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Paspoort
Voor internationale reizen is het bezit van een paspoort noodzakelijk. Op 21 mei
2001 is een nieuw Sierra Leoons paspoort geïntroduceerd.200 Paspoorten worden in
Sierra Leone alleen centraal afgegeven door het departement van Immigratie in
Freetown. Er is één type paspoort voor zowel minderjarigen als volwassenen.
Zeelieden kunnen een zeemansboekje aanvragen (seaman identity book) maar
dienen bij buitenlandse reizen eveneens in het bezit te zijn van een geldig
paspoort.201 In Freetown zijn op grote schaal vervalste reisdocumenten,
visumstickers en visumondersteunende documenten in omloop.
Bij de aanvraag van een paspoort dient een origineel geboortebewijs (of een
gelegaliseerde kopie) dan wel een bewijs van naturalisatie in Sierra Leone te
worden overgelegd. Het overleggen van een identiteitskaart kan de aanvraag
ondersteunen. Ten minste één interview vormt onderdeel van de afgifteprocedure,
en de gegevens van de aanvrager worden vergeleken met eventueel reeds
beschikbare paspoortgegevens van de aanvrager. De leges voor een paspoort
bedraagt 40.000 Leones (circa USD 20).
Mannen en vrouwen van 16 jaar en ouder kunnen zelfstandig een paspoort
aanvragen. Minderjarigen jonger dan 16 jaar kunnen niet zelfstandig een paspoort
aanvragen. Toestemming van een volwassene (ouder, voogd, of persoon `in loco
parentis') is verplicht.
De geldigheid van een paspoort is vijf jaar na datum van afgifte.
Het vliegveld Lungi, gelegen op 29 kilometer202 ten noorden van Freetown, wordt
zwaar bewaakt door het regeringsleger en UNAMSIL. Het wordt aangedaan door
UNAMSIL-vliegtuigen, lokale en regionale maatschappijen (waaronder Ghana
Airways en Weasua Airtransport) en eenmaal per week door de opnieuw
opgerichte nationale maatschappij Sierra Leone Airlines, die beschikt over een
oude Boeing 727. Sierra Leone Airlines heeft tussen begin december 2003 en 11
februari 2004 enkele rechtstreekse vluchten uitgevoerd op Amsterdam. Op 11
februari 2004 werden deze vluchten echter gestaakt. De internationale
luchtvaartmaatschappij SN Brussels biedt tweemaal per week een rechtstreekse
verbinding tussen Freetown en Brussel.
Reizigers worden op het vliegveld gecontroleerd door douane en
immigratiediensten. Uitvoering van de controle is chaotisch mede door de
aanwezigheid van niet-geautoriseerde personen die hun diensten aanbieden aan
200 Het oude paspoort zal niet meer geldig zijn na 4 juni 2001, in de zin dat formeel na die datum
niemand Sierra Leone zal kunnen verlaten op een oud paspoort. Wel kunnen mensen Sierra
Leone nog inreizen op een oud paspoort.
201 Zeemansboekjes worden slechts afgegeven aan meerderjarige zeelieden. De leges voor een
zeemansboekje bedraagt Le 15.000 (ongeveer USD 7.50)
202 Dit is de afstand hemelsbreed. Via de weg, rondom een baai, is de afstand 187 kilometer.
41
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
reizigers. Hierdoor is de kans aanwezig dat personen ongecontroleerd uit kunnen
reizen via het vliegveld Lungi. Wel is onlangs de immigratiecontrole op het
vliegveld Lungi verbeterd. Men is begonnen met de grootschalige verbouwing van
de infrastructuur. De effecten hiervan moeten nog worden afgewacht.
De haven van Freetown is in slechte staat en wordt daardoor voornamelijk
aangedaan door kleine kustvaartuigen en visserijschepen, en niet door schepen van
grote internationale rederijen. De uitvoering van de controle door douane en
immigratiedienst is niet sluitend, waardoor ongecontroleerde uitreis naar landen in
de regio mogelijk is.
3.3.5 Rechtsgang
De grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht en de regering
respecteert dit principe in de praktijk. De rechterlijke macht functioneerde in de
afgelopen periode slechts in een gedeelte van het land, maar waar rechtbanken
functioneerden, gaven zij blijk van aanzienlijke onafhankelijkheid. Traditionele
rechtspraak vult het centrale rechtssysteem op grote schaal aan in gevallen van
familierecht, erfrecht en landrecht, met name in de plattelandsgebieden.203
Hoewel de grondwet en de lagere wetgeving voorzien in snelle berechting, leidde
het gebrek aan personeel en faciliteiten binnen de rechterlijke macht in de praktijk
veelal tot grote vertragingen in het juridisch proces. 204 De gebouwen van de
politierechtbanken in Kailahun, Pujehun en Moyamba en het gebouw van het
Hooggerechtshof (High Court) in Kenema zijn weliswaar hersteld, maar door
gebrek aan politierechters en rechters is het onmogelijk om alle districten te
bedienen. Hierdoor worden zaken vaak verdaagd, hebben de rechtbanken een
grote achterstand en zitten de gevangenissen overvol.205 Ook zijn niet altijd
advocaten voor verdachten beschikbaar.206 Corruptie komt ook binnen het
justitieel apparaat veel voor: het komt voor dat straffen worden afgekocht.207
Het Hooggerechtshof had op 4 november 2003 haar eerste hoorzitting sinds acht
jaar in het district Kono.208 Verder functioneert het Hooggerechtshof alleen in
Freetown en twee andere provinciesteden. In maart 2003 waren er, verdeeld over
het land, 30 politierechtbanken (Magistrate Courts) open.209 In elk van de 12
203 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p. 4-5.
204 UNGA, 9 september 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
205 UNSC, 22th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNGA, 9 september
2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
206 UNGA, 9 september 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
207 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
208 UNSC, 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003.
209 In september 2001 waren dat er 10 (Freetown, Waterloo, Kenema, Bombali, Port Loko,
Lunsar, Kambia, Tonkolili, Bo, Moyamba).
42
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
districten is ten minste één functionerende politierechtbank. Er zijn echter niet
voldoende politierechters (Magistrates) om alle politierechtbanken te bedienen. Er
zijn slechts 5 politierechters benoemd voor in totaal 12 districten. Deze zijn
permanent gestationeerd in de districtshoofdsteden Bo, Moyamba, Makeni, Port
Loko en Kenema en reizen tenminste één keer per maand naar de resterende zeven
districten.210
Er waren in maart 2003 72 kantonrechters (Justices of Peace) in Sierra Leone.211
In januari 2003 werden 86 kantonrechters getraind.212 Onder het Sierra Leoonse
recht staan twee kantonrechters in rechtskracht gelijk aan een politierechter.
Logistieke beperkingen beletten echter het effectief functioneren van de nieuwe
kantonrechters.213
In het merendeel van de zaken voor de politierechtbanken traden politieagenten op
als openbaar aanklager, ondanks een gebrek aan juridische opleiding.214
Er zijn grofweg twee groepen rechters: rechters die in loondienst werken en
rechters die op contractbasis werken. Onder deze laatste groep vallen ook
internationale rechters. De rechters in loondienst krijgen een zeer laag salaris,
namelijk slechts ongeveer 20% van wat de rechters, die op contractbasis werken,
verdienen. De rechters, die op contractbasis werken, kunnen door de president
worden ontslagen. Hierdoor zouden zij mogelijk gevoelig zijn voor politieke druk
bij het doen van uitspraken. Het is voorgekomen (begin 2003) dat een rechter werd
ontslagen, omdat hij een negatieve uitspraak deed in een zaak waarin de regering
een belang had.
Sierra Leone kent geen systeem van rechtsbijstand voor mensen die zelf geen
advocaat kunnen betalen.215 Wel biedt de Lawyers Centre for Legal Assistance
(LAWCLA), dat in 2001 werd opgericht, rechtsbijstand.
Alleen in Freetown heeft de rechtbank een aparte kinderrechter.216
De processen tegen de ruim dertig voormalige West Side Boys, Foday Sankoh en
49 andere voormalige RUF-leden die kort na 1 maart 2002 voor de rechtbank
werden geleid, zijn meerdere malen verdaagd, onder meer omdat de verdachten
geen advocaat hebben.217 Sinds 8 oktober 2003 is wel bezoek van familie
toegestaan. Op 21 augustus 2004 werden 16 West Side Boys vrijgelaten, nadat ze
210 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on
UNAMSIL, 6 juli 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.4.
211 UNAMSIL, Progress Report, 16 april 2003. Recentere gegevens zijn niet bekend.
212 UNGA, 18 september 2003.
213 UNGA, 18 september 2003.
214 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
215 UNGA, 9 september 2004.
216 UNGA, 18 september 2003.
217 UNGA, 18 september 2003; UNSC, 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003;
US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004.
43
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
protesteerden tegen een nieuwe verdaging van hun zaak.218 De West Side Boys zijn
nog steeds niet voor de rechtbank gebracht; de zaak werd verdaagd tot 23 maart
2005. LAWCLA zal de West Side Boys juridisch bijstaan.219
Ontwikkelingen met betrekking tot het Speciale Strafhof en de Waarheids- en
Verzoeningscommissie zijn opgenomen in paragraaf 2.2.
3.3.6 Arrestaties en detenties
De grondwet verbiedt willekeurige arrestaties en detenties. In de praktijk komt
willekeurige arrestatie echter wel voor. Hoewel de grondwet en de lagere
wetgeving voorzien in snelle berechting, leidde het gebrek aan personeel en
faciliteiten binnen de rechterlijke macht in de praktijk veelal tot grote vertragingen
in het juridisch proces. Vele verdachten werden maanden vastgehouden voordat
hun dossiers werden onderzocht of formele beschuldigingen ingediend.220
De wet stelt huiszoekingsbevelen en arrestatiebevelen verplicht. Gedurende de
verslagperiode kwamen echter arrestaties zonder arrestatiebevel voor.221
Gedurende de verslagperiode waren er geen meldingen van politieke
gevangenen.222
Freetown heeft één kindergevangenis (remand home) en een
heropvoedingsinstelling (correctional school) voor kinderen.223 Ook zal in Bo een
kindergevangenis worden gebouwd.
Omstandigheden in gevangenissen
Gedurende de verslagperiode is in een aantal gevangenissen de situatie verbeterd.
In de meeste gevangenissen bleven de omstandigheden echter slecht.224 De
omstandigheden in politiecellen zijn, enkele uitzonderingen daargelaten, slecht.
In de Pademba Road-gevangenis in Freetown was over het algemeen voldoende
voedsel, toegang tot gezondheidszorg, recreatie en opleiding. Een aantal
gevangenissen, met name in de provincies, is echter overvol als gevolg van
achterstanden in de rechtsgang. De cellen zijn vaak onhygiënisch. Mannen en
218 US DoS, Country Reports 2004, 28 februari 2005; UNGA, 9 september 2004; UNSC, 23th
report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; OCHA, Sierra Leone: Humanitarian
Situation Report Aug 2004, 31 augustus 2004.
219 www.allafrica.com: I've contacted lawyers to defend you: Justice Hamilton, 24 februari
2005.
220 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
221 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
222 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5.
223 UNGA, 9 september 2004, p. 8, par. 23.
224 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
vrouwen zitten in gescheiden afdelingen, maar volwassenen en jongeren zitten
soms bij elkaar. Ook zitten veroordeelden en mensen die nog op hun proces
wachten bij elkaar.
Bezoeken aan gedetineerden en aan detentiefaciliteiten door organisaties als
UNAMSIL en het Internationale Rode Kruis wordt toegestaan.225 Er zijn een paar
districten waar geen gevangenis is. Gevangenen uit die districten worden naar
gevangenissen elders overgebracht.
3.3.7 Mishandeling en foltering
De grondwet verbiedt mishandeling en foltering.226 Er zijn echter meldingen dat
leden van de veiligheidstroepen zich gedurende de verslagperiode schuldig
maakten aan verkrachting. Er zijn geen meldingen dat soldaten en medewerkers
van UNAMSIL zich gedurende de verslagperiode hebben schuldig gemaakt aan
verkrachting.227 Er zijn geen berichten ontvangen over mishandeling en
verminking van burgers door de CDF of andere groepen voormalige strijders.
Het optreden van de politie, met betrekking tot arrestaties, detentie en
ondervragingen, bleef in de verslagperiode verbeteren als gevolg van training en
reorganisatie.228
Er is voor zover bekend geen sprake van systematische mishandeling in de
gevangenissen.
3.3.8 Verdwijningen
Na de demobilisatie, die begin 2002 werd afgerond, zijn er geen berichten meer
dat voormalige RUF-rebellen kinderen, vrouwen of mannen hebben ontvoerd om
dienst te doen als slaven of soldaten. Wel werden gedurende de verslagperiode
door voormalige RUF-rebellen nog steeds mensen, inclusief vrouwen en kinderen,
vastgehouden als arbeiders of gedwongen dan wel `vrijwillige' partners.229
Hoewel een groot aantal meisjes gedurende het conflict werd ontvoerd, maken zij
slechts 8% uit van de 6.845 kinderen die zich in totaal hebben geregistreerd bij de
demobilisatie.230 De meeste meisjes zouden nog bij hun ontvoerders verblijven of
225 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.3; UNGA, 9 september 2004; Amnesty
International, Sierra Leone Annual Report 2004, 2004.
226 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.2.
227 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p. 2.
228 UNGA, 9 september 2004.
229 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.2; UNHCHR, 25 april 2003.
230 UNHCHR, 26 februari 2003; UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit on Sierra Leone,
november 2003.
45
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
het ontwapeningsproces ontweken hebben.231 Reden voor het niet deelnemen aan
het DDR-programma is mogelijk dat zij niet mochten deelnemen van hun
"partner" of angst voor het stigma dat op hen zou komen te rusten.
In de districten Kono en Bombali werden in 2004 1.014 meisjes en jonge vrouwen
(tot 24 jaar) geregistreerd, die tijdens de oorlog werden ontvoerd en niet aan het
DDR-programma hebben deelgenomen. 232 30% van hen leeft nog samen met een
voormalige strijder.
Met name in het oosten worden nog jonge arbeiders in semi-slavernij gehouden
voor werk in de mijnen. Soms is dit een straf opgelegd door lokale chiefs, soms is
dit een gevolg van schulden.233
Gedurende de verslagperiode hebben zich voor zover bekend geen gevallen
voorgedaan waarin Liberiaanse strijders Sierra Leoonse burgers gebruikten voor
dwangarbeid.234
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden
Er zijn over de verslagperiode geen meldingen bekend van politiek gemotiveerde
buitengerechtelijke executies door het regeringsleger, door met de regering
sympathiserende strijdkrachten, of door voormalige rebellen.235
3.3.10 Doodstraf
De Sierra Leoonse wetgeving kent de doodstraf voor enkele zware `gewone'
misdaden236 en voor muiterij en landverraad. De doodstraf kan niet worden
opgelegd aan daders die ten tijde van het misdrijf jonger dan achttien jaar waren.
Publiekelijke executie van het doodvonnis vindt plaats door een vuurpeloton;
indien het vonnis besloten wordt voltrokken, geschiedt het door ophanging. Tegen
de doodstraf kan men in eerste instantie, binnen 21 dagen237, in hoger beroep bij
het Court of Appeal en vervolgens bij het Hooggerechtshof. Ten slotte kan de
president gratie verlenen.
In de praktijk wordt de doodstraf slechts opgelegd in het geval van landverraad en
niet feitelijk ten uitvoer gebracht. Er zijn uit de afgelopen jaren geen gevallen
231 UNHCHR, 26 februari 2003.
232 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2005.
233 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.11.
234 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.11.
235 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.2.
236 namelijk voor roof met geweld en moord.
237 Amnesty International, Sierra Leone: Amnesty International expresses dismay at 10 death
sentences for treason, 21 december 2004.
46
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
bekend waarin de doodstraf op burgers werd voltrokken. Ook gedurende de
verslagperiode werd geen doodstraf voltrokken.238
Ook het Sierra Leoonse militaire recht kent de doodstraf voor landverraad. Sinds
de executie eind 1998 van 24 ter dood veroordeelde militairen hebben voorzover
bekend geen executies meer plaatsgevonden. In het militaire recht bestaat
overigens sinds juli 2000 weer de mogelijkheid van beroep.239
In het ontwerpstatuut van het Speciale Strafhof is de doodstraf niet voorzien onder
de op te leggen straffen.240
Eén van de aanbevelingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie behelst
de afschaffing van de doodstraf. De regering Kabbah lijkt echter niet van plan
deze aanbeveling te volgen.
Op 20 december 2004 werden 10 mannen in verband met een aanval op de
legerkazerne Wellington in januari 2003 wegens landverraad ter dood
veroordeeld.241 Niet bekend is hoeveel personen gedurende de verslagperiode in
rechtbanken buiten Freetown ter dood worden veroordeeld. Met deze tien
personen telt Sierra Leone nu 25 personen die ter dood zijn veroordeeld.242
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Ex-rebellen
Op 3 februari 2004 werd het National Committee for Disarmament,
Demobilization and Reintegration (NCDDR) opgeheven243 en op 31 maart 2004
werd het DDR-programma in zijn geheel officieel beëindigd. Op dat moment
wachtten nog circa 2.800 ex-strijders op deelname aan het
reïntegratieprogramma.244 Alle gedemobiliseerde strijders hebben de 300.000
238 UNGA, 9 september 2004, p.4.
239 U.K. Home Office, Sierra Leone Assessment, April 2000.
240 Statute of the Special Court for Sierra Leone, bijlage bij: UNSC, S/2000/915.
241 Reuters, Sierra Leone sentences 10 to death for treason, 20 december 2004; AP, Sierra
Leone judge condems ten to hanging death for coup-plotting, 20 december 2004; Amnesty
International, Sierra Leone Annual Report 2004, 2004; Amnesty International, Sierra Leone:
Amnesty International expresses dismay at 10 death sentences for treason, 21 december
2004.
242 Amnesty International, Sierra Leone: Amnesty International expresses dismay at 10 death
sentences for treason, 21 december 2004.
243 IRIN: Disarmament and rehabilitation completed after five years, 4 februari 2004; EIU,
Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.16.
244 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
47
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Leone ontvangen (ongeveer Euro 150; equivalent aan het gemiddelde jaarlijkse
inkomen van de bevolking). 245
Het proces van reïntegratie van ex-strijders in de samenleving verliep over het
algemeen redelijk goed. Er zijn geen gevallen bekend van wraakacties tegen ex-
strijders. Ex-strijders worden steeds vaker aangeduid met de overkoepelende term
`jeugd'; de ex-strijders worden op die manier door de Sierra Leoonse bevolking
niet meer als aparte groep behandeld.
Sinds het DDR-programma is beëindigd gaat de aandacht nu uit naar jongeren in
het algemeen.246
Doel van het reïntegratieprogramma was de ex-strijders vaardigheden te leren en
te helpen bij het vinden van werk in de Sierra Leoonse samenleving. Het grootste
deel van de ex-strijders heeft inmiddels een opleiding gekregen. Door de
ongunstige economische situatie in Sierra Leone en de hoge werkloosheid hebben
echter nog niet alle ex-strijders een baan gevonden.247 Dit is een probleem: zolang
er geen banen zijn voor ex-strijders, zijn deze minder gemotiveerd om in hun
gemeenschappen te reïntegreren.248 Het gebrek aan banen treft niet alleen de ex-
strijders maar alle jongeren en volwassenen in Sierra Leone.
Vrouwen betrokken bij de rebellenbewegingen hebben niet op toereikende wijze
kunnen profiteren van het DDR-programma. Naar schatting wonen 1.014 vrouwen
en meisjes, die niet aan DDR hebben deelgenomen, nog bij voormalige
rebellenleiders (zie ook 3.3.8).249 Het DDR-programma was te weinig toegankelijk
voor niet-strijders en onvoldoende gericht op de specifieke hulpbehoefte van
vrouwen. Om te kwalificeren voor hulp uit het DDR-programma moest men
aantonen een wapen te kunnen bedienen en te kunnen ontmantelen. Aangezien
vrouwen en meisjes tijdens de oorlog meestal niet als strijders werden ingezet,
slaagden zij niet voor deze test en kwamen ze niet in aanmerking voor steun. 250
Ook zou hulp bij het vinden van materiële bestaansmogelijkheden en bij het
verwerken van de traumatiserende gebeurtenissen, die de meeste van deze
vrouwen hebben meegemaakt, tekortschieten.251
245 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
246 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
247 UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
248 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.15.
249 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
250 Amnesty International, brief aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, 15
januari 2004, kenmerk dir/dv/2004/04; UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart
2004, p.5.
251 Amnesty International, brief aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, 15
januari 2004, kenmerk dir/dv/2004/04
48
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
3.4.2 Vrouwen
De algemene positie van vrouwen
De grondwet verbiedt discriminatie van vrouwen en voorziet in gelijke rechten
voor vrouwen. Sierra Leone heeft in 1988 het Verdrag inzake de eliminatie van
alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) geratificeerd. Desondanks
worden vrouwen in Sierra Leone in de praktijk geconfronteerd met structurele
wettelijke en sociale discriminatie.252 Discriminatie vindt met name plaats op
grond van het traditionele recht. Maar ook de Sierra Leoonse (nationale)
wetgeving discrimineert: zo kunnen vrouwen volgens de wet slechts beperkt
erven. Vrouwen hebben in de praktijk geen gelijke toegang als mannen tot
scholing, werk, gezondheidszorg of sociale vrijheden253.
Onder het traditionele recht verschillen de rechten en status van vrouwen naar
gelang de etnische groep waartoe zij behoren. Zo geven de Temne en Limba
vrouwen meer rechten op het gebied van het erfrecht dan de Mende die de
voorkeur geven aan mannelijke erfgenamen. Bij de Temne kan een vrouw geen
stamhoofd (paramount chief) zijn, bij de Mende komen er een paar voor.
Over het algemeen kan gezegd worden dat onder het traditionele recht vrouwen in
het noorden (zoals bij de Temne en Limba) geen land op eigen naam kunnen
bezitten, terwijl vrouwen in het zuiden en oosten (zoals bij de Mende) wel
grondbezitters kunnen zijn.
Vrouwen kunnen zelfstandig, dat wil zeggen zonder toestemming of toezicht van
een mannelijk familielid of echtgenoot, een identiteitskaart aanvragen. De
overheid moedigt, via radio en televisie, vrouwen ook aan een identiteitskaart aan
te vragen.
Vrouwen van boven de zestien jaar kunnen ook zelfstandig een paspoort
aanvragen. Zij hebben geen toestemming of toezicht nodig van familie of
echtgenoot.
Het percentage vrouwen in de overheid en de politiek komt niet overeen met hun
aandeel in de bevolking. Toch zijn zij vertegenwoordigd, ook op hoge posities
binnen de centrale overheid, de rechterlijke macht, de politie, de ACC en de
centrale bank.
Bij de verkiezingen in mei 2002 heeft ongeveer 40% van de vrouwen gestemd.
13% van de kandidaten was vrouw. Er zijn 18 vrouwen, van wie twee stamhoofd
(paramount chief) zijn, die een zetel innemen in het parlement van in totaal 124
zetels. In het vorige parlement waren dat er zes. Verder zijn er drie vrouwen in het
kabinet aangetreden (van in totaal 24 ministers), en is er één vrouw bij het
Hooggerechtshof aangetreden.254
252 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005; UNGA, 9 september 2004, p.9.
253 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
254 US DoS, Country Report 2003 Sierra Leone, 25 februari 2004, UNHCHR, 26 februari 2003.
49
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Bij de lokale verkiezingen van 22 mei 2004 hadden 107 vrouwen zich kandidaat
gesteld. Van hen werden 54 verkozen.255
Historisch gezien hebben vrouwen een actievere rol in de privé-sector dan in de
publieke sector. Het aantal vrouwelijke ondernemers neemt toe. Vrouwen zijn
actief in maatschappelijke organisaties en oefenen langs die weg een belangrijke
invloed uit op de besluitvorming van de regering.
Prostitutie is een algemeen verschijnsel. Veel vrouwen in achterstandsposities -
veelal vrouwen en meisjes die tijdens de burgeroorlog gescheiden zijn geraakt van
hun familie zoeken hun toevlucht tot prostitutie om voor zichzelf en hun
kinderen een inkomen te verzekeren.256
In Sierra Leone mogen vrouwen dienst nemen als militair of bij de politie.
Geweld tegen vrouwen
Tijdens de burgeroorlog kwam seksueel geweld op grote schaal voor257. Maar ook
los van de oorlog is (seksueel) geweld tegen vrouwen en kinderen wijdverbreid,
bijvoorbeeld in het gezin, hetgeen in het algemeen niet erkend wordt als
maatschappelijk probleem.258 Door de terugkeer van (ex)-strijders in de
maatschappij, was na afloop van de burgeroorlog sprake van een toename van het
seksueel geweld.
· Geweld in het kader van de burgeroorlog
Een grootschalig representatief onderzoek onder ontheemden in Sierra Leone,
uitgevoerd in 2000 en begin 2001 door een internationale NGO ondersteund door
UNAMSIL, wees uit dat circa 10 % van de vrouwelijke ontheemden in de
afgelopen jaren slachtoffer is geweest van - al dan niet herhaald - seksueel geweld
in verband met de burgeroorlog. Extrapolatie leidt tot een schatting van in totaal
50.000 tot 64.000 vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld, dat verband houdt
met de oorlog onder alle ontheemden in Sierra Leone.
Als daders werden in de meeste gevallen (ten minste 40 %) RUF-leden
aangewezen, en in mindere mate AFRC, West Side Boys, (ex-)-SLA en CDF (elk
0,5 2 %); in de overige gevallen waren de daders onbekend. Het grootste deel
van het seksueel misbruik vond plaats tussen 1997 en 1999. Meer dan de helft van
de incidenten vond plaats in de eigen woonplaats. Bijna een kwart van de
incidenten vond plaats tijdens de vlucht. Meer dan de helft van de incidenten
255 UNGA, 9 september 2004, p.10. Zie voor het totale aantal verkiesbare plaatsen paragraaf 2.2.
256 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
257 zie ook: UN-ECOSOC, CHR, Violence against women, Report of the Special Rapporteur on
violence against women, Mission to Sierra Leone (21-29 August 2001),
E/CN.4/2002/83/Add.2, 11 February 2002.
258 US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004.
50
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
duurde hoogstens een week. In 90 % van de gevallen betrof het verkrachting.
Daarvan betrof eenderde van de gevallen groepsverkrachting.
Het rapport classificeert de gedocumenteerde daden van seksueel geweld tegen
burgers als misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden zoals
gedefinieerd in internationale wettelijke normen. Seksueel geweld, inclusief
verkrachting en seksuele slavernij, zijn expliciet opgenomen in het statuut van het
Speciale Strafhof voor Sierra Leone. De frequentie van het seksuele geweld en van
andere misdaden maakt het waarschijnlijk dat RUF-commandanten op de hoogte
zijn geweest van de misdaden gepleegd onder hun bevel. 259 De Waarheids- en
Verzoeningscommissie concludeerde in haar eindrapportage dat alle gewapende
groepen zich tijdens de burgeroorlog de mensenrechten van vrouwen hebben
geschonden en dat vrouwen en meisjes doelwit waren voor verkrachting en
seksuele slavernij.260
Overigens wees hetzelfde onderzoek uit dat de schaal van seksueel geweld,
gepleegd ten tijde van de burgeroorlog, maar niet door strijders, in dezelfde orde
van grootte ligt. 9 % van de ondervraagde vrouwelijke ontheemden meldde ten
minste eenmaal in haar leven seksueel misbruikt te zijn door een familielid, vriend
of onbekende. Dit impliceert dat in totaal rond de 100.000 vrouwelijke
ontheemden in Sierra Leone te maken hebben gehad met seksueel geweld, al dan
niet verband houdend met de oorlog.
· Huiselijk geweld
Verkrachting is een misdaad onder de Sierra Leoonse wet, strafbaar met
gevangenisstraffen tot veertien jaar, maar politie en rechterlijke macht reageren
nauwelijks op meldingen van verkrachting. De eerste succesvolle gerechtelijke
vervolging wegens verkrachting vond pas in 1999 plaats.261 Verkrachting binnen
het huwelijk wordt in Sierra Leone echter niet gezien als misdrijf.262 In een
onderzoek meldde tweederde van de (in een stedelijke omgeving wonende)
vrouwen, dat zij door hun partner geslagen werden. Het is onwaarschijnlijk dat de
politie optreedt hij huiselijk geweld behalve in gevallen die ernstige verwondingen
of de dood tot gevolg hebben.
Een vrouw kan bij de Family Support Unit (FSU) van de politie en de Women's
Helpline (zie voor beide nader hieronder) aangifte doen van seksueel geweld door
de echtgenoot of derden, inclusief overheidsfunctionarissen. Het doen van aangifte
259 Physicians for Human Rights/UNAMSIL, War-related sexual violence in Sierra Leone, 2002.
260 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op
www.ictj.org.
261 Physicians for Human Rights/UNAMSIL, War-related sexual violence in Sierra Leone, 2002;
US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004.
262 UNGA, 9 september 2004, p.9.
51
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
biedt echter geen garantie voor effectieve bescherming tegen nieuw seksueel
geweld. De grootste belemmering bij het doen van aangifte zijn de kosten die
verbonden zijn aan het officiële medische rapport dat een slachtoffer van
verkrachting dient te overleggen. Dit rapport kost circa USD 20 (50.000 Leones)
en is voor de meeste slachtoffers niet te betalen. De Rainbo Centres, die zijn
opgericht door de International Rescue Committee, voeren dit onderzoek gratis uit.
Slechts een klein deel van de aangiftes van seksueel geweld leidt tot een rechtzaak.
Hier zijn enkele redenen voor aan te geven. De eerste reden is dat de rechtzaken
openbaar zijn; slachtoffer en dader staan tegenover elkaar. Het slachtoffer kan
bang zijn voor het stigma dat kleeft aan seksueel geweld. Uit schaamte komt de
zaak niet voor. De tweede reden is gelegen in de grote armoede in Sierra Leone.
Door deze armoede stemt de familie van het slachtoffer vaak in met
afkoopsommen betaald door de (familie van de) dader.
Toch lijkt op dit gebied sinds kort een verandering in gang gezet te zijn binnen de
overheid. Sinds 2003 heeft de politie over het gehele land een speciale dienst
(`branch') ingesteld, de FSU, waar aangifte van seksueel misbruik kan worden
gedaan met als doel vervolging van rechtswege van de dader. Elk
districtspolitiebureau heeft een FSU.263 Overigens kunnen ook klachten van
meisjes, jongens en mannen in behandeling worden genomen. De FSU voert
bewustwordingscampagnes over de rechten van vrouwen en probeert meisjes en
vrouwen te overtuigen aangifte te doen van seksueel geweld.264
Het aantal aangiftes bij FSU is toegenomen van 2.180 in 2003 tot 2.991 in 2004.
Niet duidelijk is of dit betekent dat meer mensen slachtoffer worden van seksueel
geweld of dat slachtoffers er eerder mee naar buiten treden.
Mede dankzij inspanningen van de FSU werden tussen februari en april 2004
twaalf veroordelingen uitgesproken wegens geweld tegen vrouwen en geweld
tegen minderjarigen. De twaalf werden veroordeeld tot gevangenisstraffen
variërend van zes maanden tot 15 jaar.265
Daarnaast is een Women's Helpline opgezet met als doel klachten van vrouwen
over seksueel en ander geweldsmisbruik in behandeling te nemen, door het
aanbieden van gesprekken, medische behandeling, juridisch advies en tijdelijk
onderdak.. Het project is in eerste instantie geïntroduceerd in de Western Area
(Freetown), in samenwerking tussen overheidsdepartementen en NGO's. In
januari en februari 2002 zijn additionele helpline centra tot stand gekomen in de
steden Bo en Kenema. De helpline, waarbij ook politieagenten van de SLP zijn
geplaatst, wordt geleid door het eerdergenoemde Rainbo Centre.
263 UNSC, 23Th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004, p.9.
264 UNGA, 9 september 2004, p. 8.
265 UNGA, 9 september 2004, p.8; UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004, p. 9.
52
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
De Chief Justice heeft recentelijk een eenzijdig rechterlijk besluit genomen dat
iemand die wordt beschuldigd van seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen
niet langer op borgtocht mag vrijkomen.
Vrouwen die aangifte doen van seksueel geweld worden over het algemeen niet
uitgestoten, maar in de meeste gevallen opgevangen door familie, die immers in de
burgeroorlog zelf veelal ook heeft geleden onder geweld. Veel van dit soort zaken
worden in de familiekring opgelost zonder dat aangifte wordt gedaan. Het taboe
rond seksueel geweld door de echtgenoot neemt slechts geleidelijk af.
Vlak na de burgeroorlog kwamen sociale uitstoting en stigmatisering wel voor,
maar deze situatie is sindsdien verbeterd. Er zijn slechts een enkele gevallen
bekend van openlijke uitstoting en stigmatisering. Wel komt het voor dat
verkrachtte vrouwen uit schaamte niet durven terugkeren, of dat ze bij terugkomst
met minachting bejegend worden. Meisjes en jonge vrouwen die slachtoffer waren
geworden van verkrachting door rebellen worden inmiddels in beginsel
geaccepteerd. In sommige delen van het land wordt de acceptatie van deze meisjes
en jonge vrouwen gestalte gegeven door het uitvoeren van reinigingsceremonieën.
Als vrouwen dan bij terugkeer toch niet welkom zijn bij hun familie, belanden ze
al snel in de prostitutie. Een aantal NGO's ontfermt zich over deze groep vrouwen
door hen onder meer vakopleidingen te geven. Zo leren de vrouwen op een
zelfstandige manier in hun levensonderhoud te voorzien.
Geen informatie is bekend of vrouwen gedurende de verslagperiode het risico
liepen slachtoffer te worden van geweld door voormalige rebellen, die hen als
potentieel belastende getuigen zouden beschouwen.266
Genitale verminking
Genitale verminking van vrouwen komt in Sierra Leone veelvuldig voor, meestal
in de vorm van excisie267 en wordt door alle lagen van de bevolking en door alle
bevolkingsgroepen toegepast. Schattingen van het aantal meisjes die besnijdenis
ondergaan variëren, met als hoogste tussen de 80 en 90%. Vrouwenbesnijdenis
wordt al toegepast vanaf de leeftijd van vijf jaar. Vrouwenbesnijdenis is niet
verboden bij wet. Lokale overheden besteden vooralsnog weinig aandacht aan dit
probleem. NGO's proberen de bevolking voor te lichten, maar geheime
genootschappen, die functioneren in alle etnische groepen met uitzondering van de
Krio, dwarsbomen deze campagnes.268
266 Amnesty International, brief aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, 15
januari 2004, kenmerk dir/dv/2004/04.
267 Excisie betreft het wegsnijden van de clitoris samen met het (geheel of gedeeltelijk)
wegsnijden van de binnenste schaamlippen.
268 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
53
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Vrouwen en meisjes hebben niet of nauwelijks de mogelijkheid om zich, door
elders in het land een toevlucht te zoeken, te onttrekken aan besnijdenis. In de stad
is er nog een zekere mogelijkheid om door van huis weg te lopen zich te ontrekken
aan de controle van de familie en zo te ontkomen aan genitale verminking; op het
platteland bestaat deze mogelijkheid niet.
Voor alle bevolkingsgroepen, met uitzondering van de Krio, geldt dat meisjes of
vrouwen die niet zijn besneden hun hele leven worden beschouwd als
onvolwassene en sociale outcast. Zij kunnen geen hogere positie in de
samenleving bekleden.
3.4.3 Minderjarigen
Minderjarigen in Sierra Leone bevinden zich in een zeer kwetsbare positie als
gevolg van burgeroorlog, desintegratie van sociale verbanden,
bevolkingsverplaatsingen, ineenstorting van de economie en wijdverbreide
armoede. Kinder- en zuigelingensterfte behoren tot de hoogste ter wereld.269
Van de alleenstaande minderjarigen die geen ex-soldaten zijn (ruim 2000), is 30%
meisje.270
De onderwerpen kinderbescherming en kinderrechten zijn opgenomen in het
trainingsprogramma van de politie en het leger.271 Zaken waarbij kinderen
betrokken zijn worden in de regel behandeld door de FSU272. Daar kunnen
kinderen tevens, zelfstandig, aangifte doen van mishandeling.
Door de oorlog getroffen kinderen
Door de oorlog getroffen kinderen zijn onder te verdelen in twee groepen: de
kindsoldaten en de kinderen die op andere wijze door de oorlog zijn getroffen.
Naar schatting telde Sierra Leone tussen 1998 en 2002 circa 48.000 kindsoldaten,
van wie ongeveer 12.000 meisjes. In dezelfde periode raakten ruim 2.000 kinderen
gescheiden van hun families als gevolg van de oorlog. Het totale aantal door de
oorlog getroffen kinderen ligt hoger. Het precieze aantal is niet bekend.
In totaal hebben zich sinds het begin van de demobilisatie in 1999 6.845 ex-
kindsoldaten bij de NCDDR aangemeld voor deelname aan het DDR-programma.
Meisjes maken slechts 8% uit van deze groep, terwijl meisjes de helft uitmaken
van de door de rebellen ontvoerde jongeren. 273
269 UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit on Sierra Leone, november 2003.
270 UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit on Sierra Leone, november 2003; US DoS,
Country Report 2003, 25 februari 2004.
271 UNSC, 16Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 24 december 2002; UNICEF,
Sierra Leone Update, 20 september 2002, IRIN 10 maart 2003.
272 Zie voor de FSU nader onder 3.4.2.
273 US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004.
54
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Ongeveer 5.000 van de kindsoldaten waren alleenstaand: zij kwamen alleen, dus
zonder ouders of andere familie, naar het DDR-programma. Van hen is inmiddels
98% herenigd met hun familie. UNICEF verzorgt de opvang voor de overige 2%
totdat zij 18 jaar zijn. De opvang vindt plaats op drie manieren: kinderen kunnen
in peer groups worden geplaatst met andere, oudere kinderen, ze kunnen bij
iemand in de leer gaan of ze worden in pleeggezinnen ondergebracht. Circa 50
kinderen zijn voor langere tijd in een pleeggezin geplaatst.
Tijdens de oorlog raakten veel kinderen ontheemd en gescheiden van hun familie.
De internationale NGO Save the Children en het Internationale Rode Kruis
(ICRC) houden zich bezig met het opsporen van de familie van deze ontheemde
kinderen. Het aantal kinderen dat ontheemd is geraakt, is onbekend.
In Guinee bevinden zich circa 400 Sierra Leoonse kinderen die als gevolg van de
oorlog naar Guinee waren uitgeweken.
In Liberia bevinden zich tussen de 500 en 3.000 Sierra Leoonse kinderen die
worden geassocieerd met strijdende partijen. ICRC poogt 150 van hen, namelijk
de kinderen die zich zonder enig familielid of andere volwassen in Guinee
bevinden, met hun familie te herenigen.274
In augustus 2002 werd de National Commission for War-Affected Children
ingesteld. De commissie, die blijft bestaan tot augustus 2005, houdt zich niet
alleen bezig met voormalige kindsoldaten, maar ook met kinderen die anderszins
getroffen zijn door de oorlog, zoals wezen van ex-strijders en kinderen van
mensen bij wie een lichaamsdeel is geamputeerd. De commissie richt zich vooral
op counselling, onderwijs en vakopleidingen. Daarnaast organiseert de commissie,
samen met UNICEF, UNAMSIL en de Ministry of Social Welfare, Gender and
Children's Affairs bijeenkomsten in het hele land over een concept Kinderwet (
Children's Bill), die is voorbereid door UNICEF275.
De Waarheids- en Verzoeningscommissie heeft speciale procedures ontwikkeld
voor kinderen om hun anonimiteit te waarborgen, zowel bij het vrijwillig afleggen
van verklaringen als tijdens de hoorzittingen. De commissie heeft tevens een
kinderversie van de eindrapportage gemaakt. Het Speciale Strafhof kondigde aan
niemand aan te zullen klagen die ten tijde van het begaan van een misdrijf jonger
was dan 18 jaar.276
Straatkinderen
274 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004, p.6.
275 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004, p.6.
276 UNGA, 18 september 2003.
---
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
In de vijf grote stedelijke gebieden (Freetown, Makeni, Bo, Koindu en Kenema) is
in 2004 een onderzoek uitgevoerd naar straatkinderen. Daarbij zijn circa 3.000
kinderen slapend op straat aangetroffen. De gemiddelde leeftijd van de kinderen
was 13 jaar, en varieerde van 6 jaar (in uitzonderlijke gevallen) tot 17 jaar. Er zijn
een paar redenen aan te geven waarom kinderen op straat leven. Allereerst is er
sprake van grote armoede in Sierra Leone. Het komt voor dat kinderen door de
familie op straat worden gezet omdat men niet meer voor ze kan zorgen. Wanneer
kinderen volgens het systeem van de extended family in een gezin worden
opgenomen, komt het voor dat stiefouders minder goed voor deze kinderen zorgen
dan voor hun eigen kinderen. Het zijn dan de stiefkinderen die op straat belanden.
Tot slot kan meespelen dat een klein aantal kinderen na jaren kindsoldaat te zijn
geweest het ouderlijk gezag niet meer kan accepteren.
UNICEF heeft een programma ter ondersteuning van straatkinderen, dat zich met
name richt op onderwijs, bemiddelen en zorgen dat de kinderen inkomsten kunnen
genereren. Momenteel worden 700 straatkinderen door UNICEF ondersteund; in
2005 zal dat aantal oplopen tot 1.500.
Aangezien nu voor het eerst het aantal straatkinderen is geteld, is niet te zeggen of
sprake is van een toe- of afname van het aantal. Gezien de slechte economische
omstandigheden in Sierra Leone is een toename van het aantal straatkinderen
echter aannemelijk.
Opvang
Bij afwezigheid van de ouders van een minderjarige, is de naaste familie in
principe verantwoordelijk voor de opvang van de minderjarige. De grootfamilie
(extended family), buren, vrienden en dorps- of wijkgenoten kunnen een rol spelen
in het opsporen van de naaste familie. Indien dit niet lukt kunnen zij eventueel
bereid blijken de minderjarige te adopteren of als leerling aan te nemen.
Gezien de ontwrichting van de Sierra Leoonse maatschappij is het echter mogelijk
dat in de praktijk noch familie noch vrienden of bekenden voor een alleenstaande
minderjarige zorgen.
Sinds de burgeroorlog is daarnaast een aantal kinderopvangvoorzieningen
gecreëerd. Verantwoordelijk voor de institutionele opvang van minderjarigen in
Sierra Leone is het Ministry of Social Welfare, Gender and Children's Affairs
(`Social Welfare'). Social Welfare geeft leiding aan het Child Protection Network
waarin circa 40 VN-organisaties, (inter)nationale NGO 's en ministeries
samenwerken.
Het beleid van Social Welfare geeft de voorkeur aan hereniging van alleenstaande
jongeren met familie; lukt dat niet dan wordt gezocht naar een alternatieve
opvangregeling (groepshuizen, plaatsing als leerling, zelfstandige huisvesting).
56
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Van de ruim 7.000 kinderen die bij kinderbeschermingsorganisaties waren
geregistreerd was in september 2003 98% weer verenigd met de familie en in de
gemeenschap opgenomen.277
Social Welfare is ook verantwoordelijk voor de voogdijstelling in individuele
gevallen. Voogdijschap kan worden toegekend aan personen en instellingen. De
voordracht van het ministerie behoeft de goedkeuring vooraf van het
Hooggerechtshof. De voogdijschap eindigt wanneer de minderjarige de leeftijd
van 17 jaar bereikt.
Meerderjarigheid
De wettelijke leeftijd voor meerderjarigheid in Sierra Leone is 21 jaar.278 Dit is
ook de leeftijd vanaf welke men handelingsbekwaam is, zij het dat hierop enkele
uitzonderingen bestaan. Zo worden contracten, aangegaan door een minderjarige
voor noodzakelijke goederen en diensten en opleiding, als bindend voor de
minderjarige beschouwd.279
De minimumleeftijd voor passief stemrecht is 18 jaar.280 De minimumleeftijd voor
actief kiesrecht is 21 jaar voor kandidaten voor het parlement281 en voor
presidentskandidaten 40 jaar.282
In het Sierra Leoonse strafrecht kan een jongere berecht worden vanaf de leeftijd
van veertien jaar. Vanaf de leeftijd van achttien jaar worden personen berecht
onder het strafrecht voor volwassenen.
De wettelijke minimumleeftijd voor het huwelijk varieert en is afhankelijk van het
rechtssysteem waaronder betrokkene valt. Valt iemand onder het traditionele
recht283 dan is de minimumleeftijd 16 jaar, mits een ouder en/of voogd instemt.
Valt iemand daarentegen onder de Christian Marriage Act, dan is de
minimumleeftijd voor huwelijk 18 jaar.
Een minderjarige kan zich aanmelden voor militaire dienst bij het bereiken van de
leeftijd van 17,5 jaar, of op jongere leeftijd mits met instemming van ouders of
voogd.284
Zelfredzaamheid
Jongeren van 16 en 17 jaar zijn wettelijk niet zelfstandig. In het algemeen worden
Sierra Leoners in de praktijk vanaf de leeftijd van uiterlijk 18 jaar als zelfstandig
277 UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit for Sierra Leone, november 2003. Het betreft
zowel gedemobiliseerde kindsoldaten als kinderen die van hun familie gescheiden waren
geraakt.
278 Republic of Sierra Leone, Citizenship Act No. 4 of 1973, Section 1(3)
279 Republic of Sierra Leone, Infants Relief Act, 1874
280 Republic of Sierra Leone, Constitution of Sierra Leone, Art. 31, 1991.
281 Republic of Sierra Leone, Constitution of Sierra Leone, Art. 75(b), 1991.
282 Republic of Sierra Leone, Constitution of Sierra Leone, Art. 41(c), 1991.
283 Zie voor toepassing van het traditionele recht 2.1.3.
284 Republic of Sierra Leone, Military Forces Act No. 134 of 1961, Section 16(2) as amended
57
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
beschouwd, tenzij de minderjarige op dat moment nog een opleiding volgt.
Jongeren van 16 en 17 jaar kunnen, afhankelijk van de culturele omgeving en
etnische groep waartoe zij behoren, als zelfstandig beschouwd worden. De
culturele gebruiken van de verschillende Sierra Leoonse stammen, met
uitzondering van de Krio uit de Western Area, geven een zekere mate van
onafhankelijkheid aan deze jongeren, zodra zij met succes de traditionele
initiatieriten hebben doorlopen.
De mate van zelfstandigheid van personen van 16 en 17 jaar verschilt per sociaal-
economische klasse, etnische groep en woonplaats (stad of platteland).
Zowel onder de noordelijke stammen (onder meer de Temne, Limba, Mandingo,
Yalunka, Susu, Fula, Kornako) als onder de zuidelijke stammen (onder meer de
Mende, Sherbro, Vai, Gola, Krim), is het op het platteland gebruikelijk dat meisjes
trouwen op de leeftijd van 14 jaar, nadat zij de traditionele initiatieriten voor
vrouwen hebben doorlopen. Jongens trouwen op de leeftijd van 15 jaar, nadat zij
de initiatieriten voor mannen hebben doorlopen. Met het huwelijk bereiken de
jongeren een mate van zelfstandigheid. Van hen wordt bijvoorbeeld verwacht dat
zij in het vervolg voor zichzelf zorgen. Zowel op het platteland als in de stad is de
mate waarin een minderjarige kan voorzien in zijn eigen levensonderhoud een
indicatie voor zelfstandigheid. Minderjarigen die in staat zijn in hun
levensonderhoud te voorzien worden als zelfstandig gezien.
In de steden en onder de Krio is het ongebruikelijk dat minderjarigen trouwen en
een gezin stichten. Wel is, onder invloed van de burgeroorlog, de trek naar de
steden geïntensiveerd en daarmee zijn de gebruiken van het platteland tot op
zekere hoogte ook in de steden geïntroduceerd.
In de steden worden jongeren van 16 en 17 jaar die in loonarbeid werken in het
algemeen als zelfstandig beschouwd, maar deze opvatting wordt niet door alle
etnische groepen gedeeld. De tradities van bepaalde etnische groepen vereisen een
bepaalde mate van voogdijschap en controle over dergelijke jongeren. Voor deze
groepen is het sociaal eigenlijk niet acceptabel dat jongeren van 16 en 17 in
loonarbeid werken. Maar de burgeroorlog, en als gevolg daarvan de noodzaak
voor vele jongeren in hun eigen onderhoud te voorzien, heeft deze traditie aan
kracht doen verliezen. Veelal werken deze ongeschoolde jongeren als
huisbewaker, winkelbediende, kok, kinderoppas, mijnarbeider, straatverkoper,
enzovoort.
De officiële minimumleeftijd voor loonarbeid is achttien jaar. Formeel mogen
minderjarigen tussen de twaalf en achttien jaar, met toestemming van de ouders,
slechts bepaalde niet-gevaarlijke beroepen uitoefenen. In de praktijk wordt deze
wet niet nageleefd.
In februari 2001 ratificeerde de overheid Conventie 182 van de International
Labour Organisation (ILO), inzake de ergste vormen van kinderarbeid.
58
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Niet bekend is hoeveel minderjarigen in het arbeidsproces participeren, maar als
gevolg van de armoede en de oorlog is het percentage hoog. Er zijn gevallen
bekend waarin kinderen, wiens ouders hen met familie of vrienden hadden
meegegeven opdat ze in de stad naar school konden, gedwongen werden op straat
te werken en in het geheel niet naar school gingen. Dit staat ook wel bekend als
het Assepoester-syndroom. Er zijn geen berichten meer van dwangarbeid van
kinderen op het land of van exploitatie in de diamantmijnen door voormalige
RUF-strijders.285
Zelfstandige huisvesting van ongehuwde 16- en 17-jarigen is zeldzaam in Sierra
Leone; er zijn geen gegevens over bekend.
Onderwijs
Wettelijk is In Sierra Leone het voltooien van lager onderwijs verplicht286. Deze
verplichting kan echter in de praktijk niet worden nageleefd. In Sierra Leone gaat
inmiddels 59% van de kinderen in de basisschoolleeftijd naar school. 287
Er zijn grote regionale verschillen wat betreft de toegang tot scholen, met de
laagste deelnemerspercentages in het noorden en oosten van het land. Het
onderwijs kampt met een tekort aan leraren, infrastructuur en leermiddelen.
Er is geen maximumleeftijd voor de leerplicht. In de huidige situatie zijn
leerlingen vaak ouder dan achttien jaar.
Paspoort
Aan een minderjarige van 16 jaar en ouder kan een identiteitskaart worden
uitgereikt. Sierra Leone hanteert geen minimumleeftijd voor de afgifte van een
paspoort, maar in het geval van een minderjarige jonger dan zestien jaar is de
toestemming van een volwassen ouder of voogd vereist.
3.4.4 Homoseksuelen
Ten aanzien van homoseksualiteit geldt de oude Engelse wet uit 1880, die geen
expliciet verbod op homoseksualiteit bevat, maar wel een verbod op bepaalde
seksuele handelingen die kunnen samenhangen met homoseksualiteit. Zo bevat de
wet een verbod op sodomie, waarvoor homoseksuelen (en heteroseksuelen) wel
vervolgd kunnen worden. Voor zover bekend worden homoseksuelen echter niet
vervolgd door de autoriteiten.
De samenleving verwerpt homoseksualiteit, hetgeen zich onder meer uit in het
beschimpen van homoseksuelen. Voor zover bekend heeft dit tot nog toe nooit
285 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.12; UNGA, 9 september 2004, p.6.
286 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
287 In 2001 was dat nog 42%.
59
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
geleid tot mishandeling, moord of ontslag van homoseksuelen. Homoseksualiteit
wordt vanwege de houding van de samenleving niet openlijk bedreven.
De Sierra Leone Lesbian and Gay Association (SLLGA) documenteerde wel
gevallen waarin lesbische, homoseksuele en transseksuele Sierra Leoners werden
lastig gevallen, geslagen en willekeurig gearresteerd. Volgens de organisatie
worden dergelijke aanvallen door de autoriteiten niet bestraft.288
Op 29 september 2004 werd de oprichtster van de SLLGA en activiste voor de
rechten van lesbische vrouwen, FannyAnn Eddy, vermoord. 289 Volgens de politie
werd Eddy niet vermoord vanwege haar seksuele voorkeur, maar werd zij
slachtoffer van `gewone' criminaliteit.290
3.4.5 Etnische groepen en minderheden
De bevolking van Sierra Leone bestaat uit veertien etnische groepen. Deze
groepen spreken eigen moedertalen, maar alle groepen gebruiken het Krio als
tweede taal. Op het platteland wonen de groepen gescheiden, maar in de steden is
van etnische scheiding weinig merkbaar. Gemengde huwelijken tussen
verschillende stammen of godsdiensten vormen geen probleem. Kinderen uit
gemengde huwelijken ondervinden over het algemeen geen problemen in de
samenleving.291
Op de achtergrond van de conflicten in Sierra Leone speelt de politieke wedijver
tussen de Krio, de Mende (in het zuiden) en de Temne (in het noorden), die al van
vóór het Britse koloniale bestuur dateert. Het gaat hierbij echter meer om een
politiek-economische dan om een etnische wedijver, en wel met name om verzet
van het binnenland (waar de Mende en Temne in de meerderheid zijn) tegen de
overheersing door het Krio establishment.
Etnische loyaliteit blijft een belangrijke factor in het bestuur, het leger en het
zakenleven. Klachten over etnische discriminatie bij aanstellingen, opdrachten en
bevorderingen komen veel voor.292
3.4.6 Dienstplichtigen/ militairen
Sierra Leone kent geen algemene dienstplicht. Het nieuwe regeringsleger293 is nog
in opbouw en bestaat uit (vrijwillig toegetreden) beroepssoldaten (zie ook 2.3).
288 HRW, Lesbian rights activist brutally murdered, 5 oktober 2004.
289 HRW, Lesbian rights activist brutally murdered, 5 oktober 2004.
290 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.11.
291 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.10.
292 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
60
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Half maart 2002 waren door de regering, UNAMSIL, CDF en RUF 1.723 ex-
strijders geselecteerd voor het nieuwe leger, waarvan 1.028 ex-RUF, 632 ex-CDF
en 63 AFRC/ex-SLA.294 Het leger moet inkrimpen van 14.000 naar 10.500 man
per 2007.295 De eerste groep van 1.000 soldaten is per 31 januari 2004
afgezwaaid.296 Met ingang van 1 januari 2005 wordt begonnen met een verdere
inkrimping van 1.000 militairen uit het leger.297
Desertie uit het leger is wettelijk strafbaar onder de geamendeerde Sierra Leone
Military Forces Act 1961. Deze wet blijft van toepassing op officieren tot vijf jaar
na de beëindiging van hun diensttijd.
In de praktijk komt desertie weinig voor. Autoriteiten zijn in staat om deserteurs te
vervolgen. Berechting van een deserteur kan administratief of disciplinair
plaatsvinden. Administratieve bestraffing, bijvoorbeeld in het geval van
ongeoorloofde afwezigheid, leidt gewoonlijk tot ontslag uit de dienst. Disciplinaire
bestraffing leidt veelal tot het opleggen van gevangenisstraf van ten minste twee
jaar. Bij uitzondering kan het voorkomen dat het bezit van een bepaalde sociale
status of het lidmaatschap van een bepaalde politieke groepering van invloed is op
de strafmaat.
293 Het regeringsleger heet sinds 1 april 2002 de Republic Of Sierra Leone Armed Forces
(RSLAF).
294 UNSC, 13th report of the SG on the UNAMSIL, 14 maart 2002.
295 UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
296 UNSC, 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003.
297 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
61
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
4 Migratieproblematiek
4.1 Opvang in de regio en terugkerende vluchtelingen
Algemeen
De grote toestroom van terugkerende vluchtelingen en binnenlands ontheemden,
evenals de aanwezigheid van Liberiaanse vluchtelingen, legt een grote druk op de
beperkte middelen waarover de lokale bevolking beschikt. In de verslagperiode
heeft dit tot een zekere spanning geleid tussen de terugkeerders en de lokale
bevolking.298 UNHCR probeert, met succes, deze spanningen te ondervangen door
de reïntegratieprojecten ten goede te laten komen aan de hele gemeenschap. Zo
omvatten de reïntegratieprojecten onder meer zaken als verbetering van
infrastructuur, rehabilitatie van scholen en toegang tot water.
Terugkerende Sierra Leoonse vluchtelingen
In 2004 werden 26.238 Sierra Leoners gerepatrieerd met steun van UNHCR, in
samenwerking met de International Organization for Migration (IOM). Van hen
kwamen 12.150 Sierra Leoonse vluchtelingen terug uit Guinee en 13.429 uit
Liberia. De repatriëring van Sierra Leoonse vluchtelingen uit de buurlanden is op
31 december 2004 geëindigd. 299
Sinds het begin van de vrijwillige repatriëring in september 2001 werden 271.991
Sierra Leoonse vluchtelingen gerepatrieerd, van wie 179.374 met hulp van
UNHCR. Het merendeel van de teruggekeerde Sierra Leoonse vluchtelingen is
teruggekeerd uit Guinee (190.515) gevolgd door Liberia (79.915). 300
Deze teruggekeerde vluchtelingen hebben zich hervestigd in de gebieden waar ze
oorspronkelijk vandaan kwamen, met name in de oostelijke districten Kailahun,
Kenema, Kono en in 2004 met name Pujehun.301 Teruggekeerde vluchtelingen
ontvangen hulp in de vorm van voedsel, kleding, gereedschap voor het
boerenbedrijf en zaden om zo een normaal leven op te bouwen.302
Sierra Leoonse vluchtelingen in Liberia
In Liberia bevindt zich nog een onbekend aantal Sierra Leoonse vluchtelingen,
met name in Lofa County. De meeste van hen zijn lokaal geïntegreerd en bevinden
zich niet in kampen. Als burger van een ECOWAS-staat mag men zo lang met wil
verblijven in een andere ECOWAS-staat.
298 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
299 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of December 31, 2004.
300 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of December 31, 2004.
301 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of December 31, 2004.
302 UNGA, 9 september 2004, p.10.
62
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Sierra Leoonse vluchtelingen in Ivoorkust
In Ivoorkust bevinden zich 100 tot 200 Sierra Leoonse vluchtelingen. Zij bevinden
zich niet in kampen. Door de onlusten in Ivoorkust is deze groep kwetsbaar.
Sierra Leoonse vluchtelingen in Guinee
In Guinee bevinden zich nog circa 2.000 Sierra Leoonse vluchtelingen in kampen.
Zij namen niet deel aan de repatriëring en hopen op hervestiging. Andere Sierra
Leoonse vluchtelingen in Guinee bevinden zich niet in kampen; een aantal is
lokaal geïntegreerd. Het is niet bekend om hoeveel mensen het gaat.
Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone
Met hulp van de Sierra Leoonse overheid, de UNHCR en andere hulporganisaties
worden Liberiaanse vluchtelingen ondergebracht op diverse locaties in het land.
Ze worden zoveel mogelijk verwijderd uit het instabiele grensgebied met Liberia
en opgevangen in acht kampen die verder van de grens liggen.
Liberiaanse (ex-)militairen en (ex-)LURD-rebellen worden gescheiden van
Liberiaanse burgers en in twee afgezonderde kampen (Mapeh en Mafanta) door de
Sierra Leoonse overheid opgevangen. Het betreft ex-strijders die zich hebben
overgegeven, of strijders die bij binnenkomst in Sierra Leone als zodanig zijn
ontmaskerd. In kamp Mapeh bevonden zich medio 2004 338 volwassen ex-
strijders.303
Op 1 oktober 2004 begon UNHCR met de facilitering van terugkeer naar
Liberia.304 In de periode oktober-december 2004 keerden 5.870 Liberiaanse
vluchtelingen terug naar Liberia, van wie 1.602 met assistentie van UNHCR. Eind
januari 2005 bevonden zich nog 62.266 Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone,
van wie 50.645 worden opgevangen in acht kampen in het zuiden en oosten van
Sierra Leone, 8.487 zich in de steden bevinden en 3.134 in de grensgebieden
Kailahun en Pujehun verblijven. 305
4.2 Ontheemden
Alle binnenlands ontheemden zijn ofwel teruggekeerd naar hun gebieden van
herkomst ofwel hebben zich vrijwillig elders gevestigd. Alle voorheen verlaten
303 UNGA, 9 september 2004, par. 37.
304 UNHCR, Return to Liberia gains momentum with largest convoy to date, 27 oktober 2004;
OCHA, Humanitarian Situation Report July 2004, 3 augustus 2004.
305 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of 31 January 2005.
63
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
steden en dorpen zijn weer bewoond en teruggekeerde ontheemden hebben weer
bezit genomen van hun huizen en land.306
4.3 Activiteiten van internationale organisaties
UNHCR307
Ten aanzien van Sierra Leoonse vluchtelingen in de buurlanden heeft UNHCR
zich gedurende de verslagperiode met name gericht op het faciliteren van de
vrijwillige terugkeer en het verzekeren van bescherming en reïntegratie van Sierra
Leoners.
Ten aanzien van de Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone heeft UNHCR zich
gedurende de verslagperiode met name gericht op het vergroten van de veiligheid
van de vluchtelingen door middel van vaardighedentrainingen, het verstrekken van
humanitaire hulp aan de Liberiaanse vluchtelingen in de acht
vluchtelingenkampen, het voorbereiden van vrijwillige terugkeer en het stimuleren
van harmonie in de gebieden waar de vluchtelingen worden opgevangen door de
lokale bevolking te betrekken bij projecten.
Zie verder voor de activiteiten van UNHCR paragraaf 4.1.
UNICEF
- UNICEF ondersteunt de regering, in samenwerking met NGO's, in de
uitvoering, van een veelzijdig programma, bestaande uit:begeleiding van
straatkinderen en hereniging van straatstraatkinderen met hun familie;
- wederopbouw van basisonderwijs;
- wederopbouw van basisgezondheidszorg;
- HIV/AIDS-preventie;
- drinkwatervoorziening;
- bevorderen van wetswijziging ter bescherming van kinderen308.
WFP
Het VN Wereldvoedselprogramma (World Food Programme, WFP) ondersteunt
met voedseluitdelingen vluchtelingen en terugkerende Sierra Leoners, zowel
tijdens de opvangperiode in de kampen als bij hervestiging. Ook steunt de
organisatie voedsel-voor-werk-projecten voor het herstel van wegen.309
ICRC
306 UNGA, 9 september 2004, p.10; UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart
2004.
307 UNHCR, Global Appeal 2004, Sierra Leone.
308 UNICEF Sierra Leone, UNICEF programmes in Sierra Leone 2004-2007, februari 2005.
309 www.wfp.org.
64
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Het programma van ICRC in Sierra Leone is gericht op het herenigen van
alleenstaande kinderen met hun familie en op rehabilitatieprogramma's in
gemeenschappen (sociale voorzieningen en steun aan economische activiteiten).
Bovendien omvatten de activiteiten van ICRC hulp aan zieken en gewonden. Ook
brengt ICRC regelmatig bezoeken aan verschillende gevangenissen en
detentiecentra. Ten slotte assisteert ICRC het Britse team dat het nieuwe
regeringsleger traint, bij de opleiding van instructeurs op het gebied van
internationaal humanitair recht.310 ICRC onderneemt geen activiteiten meer op het
gebied van de gezondheidszorg.
4.4 Beleid andere Europese landen
België
België beoordeelt alle asielverzoeken op individuele basis. In België worden geen
speciale categorieën Sierra Leoonse asielzoekers onderscheiden. In zeer beperkte
mate wordt bij een asielverzoek van voormalige rebellen rekening gehouden met
bij terugkomst te vrezen represailles. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar
Sierra Leone wordt verantwoord geacht.
Denemarken
Denemarken beoordeelt alle asielverzoeken uit Sierra Leone op individuele basis.
In Denemarken worden geen speciale categorieën Sierra Leoonse asielzoekers
onderscheiden. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt
verantwoord geacht.
Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk beoordeelt alle asielverzoeken uit Sierra Leone op
individuele basis, waarbij extra aandacht wordt besteed aan FGM. Uitzetting van
afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt verantwoord geacht.
Zwitserland
Zwitserland beoordeelt alle asielverzoeken uit Sierra Leone op individuele basis,
waarbij speciale aandacht wordt gegeven aan FGM. Zwitserland onderscheidt
enkele categorieën asielzoekers, namelijk alleenstaande vrouwen, zieken en
minderjarigen. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt
verantwoord geacht.
310 www.icrc.org
65
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
5 Samenvatting
De regering van Sierra Leone heeft haar autoriteit over het gehele land hersteld.
De Sierra Leoonse autoriteiten hebben de verantwoordelijkheid voor de veiligheid
in het hele land overgenomen van UNAMSIL. De opbouw van het
overheidsapparaat, inclusief het leger en de politie, een proces dat wordt
ondersteund door het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Naties, gaat gestaag
door. Het overheidsapparaat heeft echter te kampen met een gebrek aan kennis,
kunde, infrastructurele voorzieningen en logistieke middelen. Het mandaat van
UMAMSIL is verlengd tot en met 30 juni 2005.
De algemene veiligheidssituatie in Sierra Leone bleef gedurende de verslagperiode
rustig. Alle 150 chiefdoms zijn door de VN en de Sierra Leoonse overheid veilig
verklaard. Ook de grensgebieden met Liberia en Guinee zijn veilig. Alle delen van
het land zijn toegankelijk.
In de landen rondom Sierra Leone worden diverse conflicten uitgevochten die ook
de stabiliteit in Sierra Leone kunnen bedreigen. Door de stationering van UNMIL
in Liberia vormt de situatie in Liberia geen bedreiging meer voor de stabiliteit in
Sierra Leone. Liberiaanse (ex-)militairen en LURD-rebellen worden gescheiden
van burgers en apart opgevangen door de Sierra Leoonse overheid.
Op 3 juni 2004 begon het Speciale Strafhof de rechtszaken tegen de drie
aangeklaagde CDF-leden, onder wie voormalig minister van Binnenlandse Zaken
Samuel Hinga Norman. Op 5 juli 2004 begonnen de rechtszaken tegen de drie
gedetineerde RUF-leden (Sesay, Morris Kallon en Augustine Gbao). De
rechtzaken tegen de CDF en het RUF worden per maand afgewisseld. Er zijn geen
aanwijzingen voor publieke onrust in reactie op de rechtszaken. Op 7 maart 2005
begonnen ten slotte de rechtzaken tegen de drie aangeklaagde AFRC-leden.
De Waarheids- en Verzoeningscommissie presenteerde op 5 oktober 2004 haar
eindrapportage. Sindsdien zijn echter alleen de officiële samenvatting en de
aanbevelingen openbaar gemaakt. Daarin worden de RUF, AFRC en CDF
verantwoordelijk gehouden voor de mensenrechtenschendingen begaan tijdens de
burgeroorlog.
Het DDR-programma werd op 31 maart 2004 officieel beëindigd. De laatste 2.800
ex-strijders ontvingen in juli 2004 hun demobilisatievergoeding. In totaal hebben
circa 54.000 ex-strijders een demobilisatievergoeding ontvangen in de afgelopen 4
jaar. Nu het DDR-programma in Sierra Leone formeel is beëindigd, dient de
aandacht gericht te worden op ex-strijders die vanuit Liberia en Ivoorkust
terugkeren naar Sierra Leone. De terugkeer van ex-strijders uit Liberia en
66
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
Ivoorkust buiten officiële reïntegratieprogramma's om zou van invloed kunnen
zijn op de stabiliteit van Sierra Leone.
Binnen de CDF zijn stromingen die ongelukkig zijn met de aanklacht van het
Speciale Strafhof tegen hun voormalige leider Samuel Hinga Norman. De
berechting van Hinga Norman heeft echter niet geleid tot onlusten.
Het RUF is geen militaire noch politieke macht van betekenis meer. De RUF-
strijders zijn gedemobiliseerd en ontwapend.
De belangrijkste bedreiging voor de stabiliteit en veiligheid van Sierra Leone is de
hoge werkloosheid onder de bevolking, met name de jeugd, gekoppeld aan
frustratie over het functioneren van de overheid en woede over de aanhoudende
corruptie.
De verbetering van de mensenrechten zet door. Er zijn geen aanwijzingen dat in
Sierra Leone op grote schaal ernstige schendingen van de mensenrechten worden
gepleegd. In de praktijk komen nog schendingen voor, voornamelijk als gevolg
van het nog gebrekkig uitgeruste veiligheidsapparaat, de nog niet overal goed
functionerende rechterlijke macht en de tekortschietende infrastructuur voor
detenties.
De burgeroorlog heeft een zware tol geëist onder vrouwen en kinderen. Veel
kinderen hebben geen ouders meer of zijn van hen gescheiden geraakt. Vaak zijn
zij fysiek en psychisch beschadigd door herhaalde verplaatsingen, blootstelling
aan traumatische gebeurtenissen (verlies van familieleden, ontvoering, gedwongen
rekrutering ten behoeve van strijdkrachten). Vrouwen en meisjes zijn veelal
slachtoffer geworden van seksueel misbruik. Een aantal vrouwen en meisjes zou
nog vrijwillig of onvrijwillig bij hun RUF-ontvoerders verblijven. In de praktijk
worden vrouwen geconfronteerd met structurele wettelijke en sociale
discriminatie.
Alle binnenlands ontheemden zijn ofwel teruggekeerd naar hun gebieden van
herkomst ofwel hebben zich vrijwillig elders gevestigd. Alle voorheen verlaten
steden en dorpen zijn weer bewoond en teruggekeerde ontheemden hebben weer
bezit genomen van hun huizen en land. Op 1 oktober 2004 is UNHCR begonnen
met het bevorderen van terugkeer van Liberiaanse vluchtelingen. Repatriëring van
Sierra Leoonse vluchtelingen uit de buurlanden is eind december 2004 beëindigd.
67
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
I Literatuurlijst
Amnesty International (web.amnesty.org)
· Amnesty International expresses dismay at 10 death sentences for treason, 21
december 2004;
· Brief aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, kenmerk
dir/dv/2004/04, 15 januari 2004;
· Annual Report 2004 (covering events from January December 2003), 2004;
· Annual Report 2003 (covering events from January December 2002), 2003;
· Sierra Leone: Government should denounce impunity agreement with the US
(AFR 51/004/2003), 8 mei 2003;
· Open letter to the President of Sierra Leone urging rejection of the impunity
agreement with the United States of America on the International Criminal
Court (IOR 40/011/2003), 8 mei 2003;
· Sierra Leone, First indictments before the Special Court for Sierra Leone
(AFR 51/001/2003), 2 april 2003.
Anti-Corruption Commission (www.anticorruption.sl)
· National Anti-Corruption Strategy, 15 februari 2005;
· Anti-Corruption Act 2000;
· Annual Report 2001.
BBC News (www.newsvote.bbc.co.uk)
Central Intelligence Agency (www.odci/gov/cia/pubications/factbook)
· The World Factbook: Sierra Leone, updated 16 dcember 2004;
Committee to Protect Journalists (www.cpj.org)
· Protest Letter Sierra Leone: CJP protests journalist's detention, 14 oktober
2003
Economist Intelligence Unit (www.eiu.com)
· Sierra Leone Country Reports, juni 2001, september 2002, juni 2003,
september 2003, maart 2004, juni 2004, september 2004, december 2004,
maart 2005;
· Sierra Leone Country Profile 2004
· Sierra Leone Country Profile 2003
· Country Report Guinea, september 2002.
Human Rights Watch (www.hrw.org)
· Security Council trip to West Africa, 9 juni 2004;
· World Report Sierra Leone, 2003;
68
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
· The regional crisis and human rights abuses in West Africa, 20 juni 2003;
· "We'll kill you if you cry"; sexual violence in the Sierra Leone conflict,
januari 2003;
ICRC (www.icrc.org)
· Annual Report 2003
International Crisis Group (www.crisisweb.org)
· Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8 december 2004;
· Sierra Leone: The state of Security and Governance, 2 september 2003;
· Sierra Leone after elections: politics as usual?, 12 juli 2002;
· Sierra Leone: Time for a new military and political strategy, 11 april 2001.
Norwegian Refugee Council (www.idpproject.org)
· Profile of internal displacement: Sierra Leone, 3 april 2003.
OCHA (www.reliefweb.int/ocha_ol)
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report August 2004, 31 augustus 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report July 2004, 3 augustus 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report May/June 2004, 30 juni 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report March 2004, 13 april 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report, October 2003, 6 november
2003;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report, May 2003, 31 mei 2003.
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report, Mar-Apr 2003, 30 april 2003.
Persberichten
· onder andere AFP, ANP, Reuters, the Guardian (www.guardian.co.uk), IRIN
(www.irinnews.org), The Independent
Physicians for Human Rights/ UNAMSIL
· War-related sexual violence in Sierra Leone, 2002.
Reporters without Borders (www.rsf.org)
· Sierra Leone 2004 Annual Report.
UK Foreign and Commonwealth Office (www.fco.gov.uk)
· Sierra Leone Country Profile, update 16 oktober 2002.
· Sierra Leone Assessment, april 2000
UNAMSIL (www.un.org/depts/dpko/missions/unamsil)
· Progress Report of proxy indicators in the area of restoration of state authority
and recovery, 16 april 2003.
69
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
UNDP (hdr.undp.org/reports/global/2004)
· Human Development Report 2004: Human Development Index.
UN General Assembly (UNGA) (www.un.org)
· Report of the UN High Commissioner for Human Rights on assistance to
Sierra Leone in the field of human rights (A/59/340), 9 september 2004;
· Report of the Office of the United Nations High Commissioner for Human
Rights on the human rights situation in Sierra Leone (A/58/379), 18 september
2003.
UNHCHR (www.unhchr.org)
· Situation of human rights in Sierra Leone (resolutie 2003/80), 25 april 2003;
· Situation of human rights in Sierra Leone (for UN Commission on Human
Rights) (E/CN.4/2003/35), 26 februari 2003.
UNHCR (www.unhcr.ch)
· Sierra Leone Operations Update, 31 december 2004;
· Sierra Leone Operations Update, 31 januari 2005;
· Global Appeal 2004 Sierra Leone.
UNICEF (www.unicef.org)
· Briefing Kit for Sierra Leone, februari 2005;
· UNICEF programmes in Sierra Leone 2004-2007, februari 2005;
· Draft Briefing Kit for Sierra Leone, november 2003
· Sierra Leone Update, 20 september 2002;
· Draft Consolidated Donor Report for 2001.
UN Security Council (UNSC) (www.un.org)
· Report of the Secretary-General on inter-mission cooperation and possible
cross-border operations between the UN Mission in Sierra Leone, the UN
Mission in Liberia and the UN Operation in Côte d'Ivoire (S/2005/135), 2
maart 2005;
· Progress report of the Secretary-General on ways to combat subregional and
cross-border problems in West Africa (S/2005/86), 11 februari 2005;
· Twenty-fourth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra
Leone (S/2004/965), 10 december 2004;
· Twenty-third report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra
Leone (S/2004/724), 9 september 2004;
· Twenty-second report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra
Leone (S/2004/536), 6 juli 2004;
· Twenty-first report of the Secretary-General on the UN Misison in Sierra
Leone (S/2004/228), 19 maart 2004;
70
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
· Twentieth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone
(S/2003/1201), 23 december 2003;
· Nineteenth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone
(S/2003/863), 5 september 2003;
· Eighteenth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone
(S/2003/663), 23 juni 2003;
· Seventeenth Report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra
Leone (S2003/321), 17 maart 2003;
· Sixteenth Report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone
(S/2002/1417), 24 december 2002;
· Thirteenth report of the Secretary-General on the United Nations Mission in
Sierra Leone (S/2002/267), 14 maart 2002;
· Tenth report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Sierra
Leone (S/2001/627), 25 juni 2001;
· Resolution 1562 (2004), 17 september 2004;
· Resolution 1537 (2004), 30 maart 2004.
USAID (www.usaid.gov)
· Mano River Countries Complex Emergency Report #2, 15 mei 2003.
US Department of State (www.state.gov)
· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 2004, 28 februari
2005;
· Sierra Leone International Religious Freedom Report 2004, 15 september
2004;
· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari
2004;
· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 2002, 31 maart 2003;
· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 1999, 25 februari
2000.
Websites:
www.allafrica.com
www.sc-sl.org: Speciale Strafhof
www.wfp.org
www.icrc.org
71
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
II Kaarten van Sierra Leone
72
Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005
73
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken