Koninklijke Boskalis Westminster nv
International Dredging Contractors
Datum 13 juni 2005
Invoering van IFRS heeft beperkt effect
Inleiding
Koninklijke Boskalis Westminster nv ("KBW") past met ingang van 1 januari 2005 de door de
International Accounting Standards Board ("IASB") uitgegeven verslaggevingstandaarden
toe bij de opstelling van haar geconsolideerde jaarrekening. Hoewel de invoering van IFRS
bij KBW slechts in beperkte mate effect heeft op vermogen en resultaat, wordt in dit
persbericht volledigheidshalve een toelichting gegeven op de belangrijkste
overgangseffecten naar IFRS.
De nieuwe verslaggevingstandaarden bestaan uit de International Financial Reporting
Standards ("IFRS"), de International Accounting Standards ("IAS") en de interpretaties
daarvan ("IFRIC"), voorzover overgenomen in richtlijn nummer 1606/2002 van de Europese
Unie.
Tot en met het boekjaar 2004 zijn de Nederlandse verslaggevingstandaarden toegepast bij
het opstellen van de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening van KBW. Ook onder
IFRS zal KBW vergelijkende cijfers over de relevante voorgaande verslagperiode geven. Dit
betekent dat de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2004 ten behoeve van de
verslaggeving over het boekjaar 2005 zijn aangepast in overeenstemming met de geldende
overgangsbepalingen, met name met betrekking tot de openingsbalans per 1 januari 2004.
In het navolgende wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste overgangseffecten naar
IFRS op:
· het resultaat over 2004
· het groepsvermogen per 1 januari 2004
· het groepsvermogen per 31 december 2004
· het groepsvermogen per 1 januari 2005.
Het groepsvermogen per 1 januari 2005 is niet gelijk aan het groepsvermogen per 31
december 2004 als gevolg van de onder IFRS 1 "First-time adoption of IFRS" toegestane
uitgestelde toepassing van IAS 32 "Financial Instruments: Disclosure and Presentation" en
IAS 39 "Financial Instruments: Recognition and Measurement".
Status
De navolgende toelichting op de overgangseffecten van IFRS op het resultaat over 2004 en
de respectievelijke vermogensposities heeft niet het karakter van een periodiek financieel
verslag zoals door de wet of toezichthouders wordt voorgeschreven. Tevens is deze
toelichting gebaseerd op de ultimo 2004 bekende IFRS standaarden en interpretaties,
Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 1
voorzover door de EU van toepassing verklaard. Daarom hebben de overgangseffecten
zoals weergegeven in dit bericht, zowel kwalitatief als kwantitatief, een voorlopig karakter.
Op deze cijfers is geen accountantscontrole toegepast.
Definitieve cijfers zullen worden opgenomen in de jaarrekening 2005 waarop een volledige
accountantscontrole zal worden toegepast. Voor die tijd kunnen zich wijzigingen voordoen
als gevolg van:
· veranderingen in de IFRS standaarden en interpretaties
· veranderingen in regelgeving anders dan IFRS
· bevindingen uit accountantscontroles
· algemene of bedrijfstakspecifieke "best practice" ontwikkelingen.
Presentatie van de overgangseffecten
Ten behoeve van het verschaffen van inzicht in de overgangseffecten naar IFRS is een
aansluiting gemaakt van het groepsvermogen per 31 december 2003 onder Nederlandse
verslaggevingstandaarden naar het groepsvermogen per 1 januari 2004 onder IFRS. In
aansluiting daarop worden de overgangseffecten op het resultaat over 2004 uiteengezet,
resulterend in het groepsvermogen per 31 december 2004. De effecten van de eerste
toepassing van de regels met betrekking tot financiële instrumenten (IAS 32 en IAS 39)
vormen de aansluiting tussen het groepsvermogen per 31 december 2004 en 1 januari 2005
onder IFRS.
Voor de presentatievorm van het aansluitingsoverzicht is gekozen voor het
vermogensoverzicht dat onder IFRS is voorgeschreven. Daarnaast is een aantal
(gecorrigeerde) kerncijfers opgenomen.
Toelichting overgangseffecten
Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 2
Vermogensoverzicht voorlopig geen accountantscontrole toegepast
Eigen Minderheids Groeps- (bedragen x 1 miljoen) Noot vermogen belangen vermogen
Groepsvermogen onder Nederlandse verslaggevingstandaarden per 31 december 2003 455,2 - 455,2 Wijzigingen in de consolidatiekring 1 - 5,8 ,8 5 Vrijval voorziening voor onderhoud van materieel 2 29,8 0,1 29,9 Aanpassing boekwaarde materieel met betrekking tot in het verleden geactiveerde onderhoudscomponenten 3 ( 9,9 ) - ( 9,9 ) Aanpassing naar reële waarde ("deemed cost") 4 ( 20,5 ) - ( 20,5 ) Aanvulling voorziening voor pensioenverplichtingen 5 ( 1,0 ) - ( 1,0 ) Cumulatief effect aanpassing winstneming en waardering van onderhanden werken 6 2,9 - ,9 2 Vorming voorziening voor garantieverplichtingen 7 ( 1,8 ) - ( 1,8 ) Latente belastingen over overgangseffecten eerste toepassing IFRS 8 1,3 - ,3 1 Totaal van overgangseffecten eerste toepassing IFRS 0,8 5,9 ,7 6 Groepsvermogen onder IFRS per 1 januari 2004 456,0 5,9 461,9 Contant dividend over 2003 ( 9,9 ) ( 0,2 ) ( 10,1 ) Winst over 2004 onder Nederlandse verslaggevingstandaarden 30,2 - 30,2 Wijziging in de consolidatiekring 9 - 0,2 ,2 0 Saldo van dekking normatieve slijtagekosten in de kostprijs van onderhanden werken en werkelijke onderhoudskosten 10 ( 1,3 ) - ( 1,3 ) Lagere afschrijvingen als gevolg boekwaarde en kostprijs aanpassingen 11 3,6 - ,6 3 Actuariële resultaten in de voorziening voor pensioenverplichtingen 12 - - - Mutatie in de winstneming en waardering van onderhanden werken 13 0,9 - ,9 0 Dotatie aan de voorziening voor garantieverplichtingen 14 ( 0,4 ) - ( 0,4 ) Latente belastingen over overgangseffecten eerste toepassing IFRS 15 ( 0,7 ) - ( 0,7 ) Totaal van overgangseffecten eerste toepassing IFRS over het resultaat 2004 2,1 0,2 ,3 2 Winst over 2004 onder IFRS 32,3 0,2 32,5 Cumulatieve koersomrekeningsverschillen ( 10,5 ) ( 0,4 ) ( 10,9 ) Groepsvermogen onder IFRS per 31 december 2004 467,9 5,5 473,4 Eerste toepassing van IAS 32 en IAS 39 "Financial instruments" Marktwaarde van uitstaande financiële instrumenten per 1 januari 2005 16 45,4 - 45,4 Latente belastingen over de marktwaarde van uitstaande financiële instrumenten 17 ( 11,5 ) - ( 11,5 ) 33,9 - 33,9 Groepsvermogen onder IFRS per 1 januari 2005 501,8 5,5 507,3 Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 3
Kerncijfers voorlopig geen accountantscontrole toegepast Overgangs- (bedragen x 1 miljoen, tenzij anders vermeld) IFRS effecten NL GAAP
Omzet 1.019,9 18,7 1.001,2 Groepsresultaat 32,5 2,3 30,2 Afschrijvingen en amortisatie 89,0 ( 0,2 ) 89,2 Cashflow 121,5 2,1 119,4 EBITDA 134,9 4,2 130,7 EBIT 45,9 4,4 41,5 Winst ter beschikking van aandeelhouders Koninklijke Boskalis Westminster nv 32,3 2,1 30,2 Winst ter beschikking van houders van minderheidsbelangen 0,2 0,2 - Groepsresultaat 32,5 2,3 30,2 Gegevens per aandeel (bedragen x 1,00) Winst 1,16 0,07 1,09 Verwaterde winst 1,16 0,07 1,09 Balanstotaal 1.242,3 171,9 1.070,4 Groepsvermogen 473,4 8,4 465,0 Solvabiliteit 38,1% -5,3% 43,4%
1. De toepassing van IAS 27 "Consolidated and Separate Financial Statements" en IAS 31 "Interests in Joint Ventures" heeft wijzigingen in de kring van de in de consolidatie betrokken deelnemingen tot gevolg. Op basis van de gewijzigde toepassing van het begrip "control", waarin de nadruk ligt op de feitelijke zeggenschap of gezamenlijke zeggenschap in plaats van bestaande stemrechten, en de vereiste gelijktijdige stelselmatigheid ongeacht de activiteiten van de betrokken deelnemingen, zijn de deelnemingen Lamnalco (maritieme terminal services) en Deeprock (eigendom en management valpijpsteenstortschip Seahorse) beiden op proportionele basis voor 50% in de consolidatie betrokken. Ook is de consolidatie van groepsmaatschappij KoonZinkcon (oeverbescherming in Singapore) uitgebreid van 50% naar 100%. Daarentegen is de groepsmaatschappij Dragamex (baggeractiviteiten in Mexico) voor 50% gedeconsolideerd.
Als gevolg van deze wijzigingen in de consolidatie zijn minderheidsbelangen in groepsvermogen met betrekking tot KoonZinkcon en deelnemingen van Lamnalco, naast een aantal minderheidsbelangen die voorheen onder de Nederlandse verslaggevingstandaarden op basis van materialiteit niet afzonderlijk zijn gepresenteerd, in de balans opgenomen.
2. De voorziening voor onderhoud van materieel is onder IFRS niet meer toegestaan. Er is geen sprake van een contractuele of wettelijke verplichting in de zin van IAS 37 "Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets". Derhalve is de voorziening voor onderhoud van materieel ten gunste van het groepsvermogen gebracht. Het deel van de voorziening met betrekking tot verplichtingen uit lopende reparaties is geherrubriceerd naar de overige kortlopende schulden.
3. De inzet van baggermaterieel in projecten die uiteenlopen voor wat betreft grondomstandigheden, materiaal dat moet worden verwerkt, maritieme omstandigheden en de intensiteit van de inzet van het materieel, leidt tot grote variatie in de mate waarin slijtage optreedt aan het materieel. De kostprijsnormen die zowel binnen KBW als binnen de bedrijfstak worden gehanteerd zijn gebaseerd op het principe dat de kosten van Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 4
slijtage en onderhoud, vooral op basis van de feitelijke grondomstandigheden en het te verwerken materiaal, worden toegerekend aan het betreffende slijtage veroorzakende project. De onder IFRS in IAS 16 "Property, Plant and Equipment" voorgeschreven componentenbenadering voor het afschrijven en amortiseren van materiële vaste activa gaat er vanuit dat het onderhoud van materieel het gebruik daarvan in de toekomst mogelijk maakt en dat de kosten, na activering door middel van amortisatie, geleidelijk en evenredig verdeeld over de tijd, ten laste van de toekomstige voordelen worden gebracht. Aangezien de mate van slijtage vooral veroorzaakt wordt door moeilijk voorspelbare projectspecifieke combinaties van grondomstandigheden, te verwerken materiaal, maritieme omstandigheden en de intensiteit van inzet van materieel, is het schatten van de technische gebruiksduur en/of economische levensduur van deze componenten, die in het algemeen beperkt is, en het stelselmatig afschrijven en/of amortiseren ervan niet goed mogelijk. Als uitgangspunt is daarom gekozen om, binnen de kaders van IAS 16 voor uitgaven na de initiële investeringen, reparatiekosten overwegend ten laste van de winst- en verliesrekening te brengen. Deze keuze is vooral gegrond op het feit dat de technische gebruiksduur relatief kort is en een belangrijk deel van het onderhoud in een continue stroom tijdens het uitvoeren van projecten wordt gepleegd. Op basis van deze benadering worden de afschrijvingen op de componenten in de (initiële) kostprijs van de individuele materieelstukken in het algemeen op samengevoegde basis bepaald.
Een beperkt deel van de onderhoudskosten komt, op basis van strikte interne voorschriften, in aanmerking voor activering in afzonderlijke componenten. Het belangrijkste criterium daarvoor is de duidelijke aantoonbaarheid van een relevante meerjarige technische en/of economische gebruiksduur van de betreffende componenten.
Vooral voor een aantal stukken ouder materieel zijn, op individueel bepaalde basis, de boekwaarden aangepast voor in het verleden geactiveerde onderhoudscomponenten die onder de IFRS waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen ten laste van de winst- en verliesrekening zouden zijn gekomen. Het cumulatieve effect daarvan is ten laste van het groepsvermogen gebracht.
4. Voor een klein aantal schepen is de reële waarde per 1 januari 2004, gebaseerd op de (interne) bedrijfswaarde, als veronderstelde kostprijs ("deemed cost") gehanteerd, op basis van de vrijstelling die wordt geboden onder IFRS 1 "First-time adoption of IFRS". Bij de beoordeling van de boekwaarde van het baggermaterieel en de daarin begrepen onderhoudscomponenten, bleek voor een tweetal, bij aanschaf reeds gebruikte, baggerschepen de boekwaarde van de initiële aanschafprijs tezamen met de boekwaarde van de na aanschaf verrichte omvangrijke reparaties/renovaties relatief hoog te zijn, terwijl een accuraat inzicht in de samenstellende delen niet goed mogelijk was. Bij de interne bedrijfswaardebepaling zijn de marktomstandigheden en technische/bedrijfseconomische prestaties met betrekking tot deze specifieke schepen ultimo 2003 ook meegewogen.
De verschillen tussen de reële waarde en de boekwaarde onder de Nederlandse verslaggevingstandaarden van deze schepen zijn in mindering gebracht op het groepsvermogen.
5. De belangrijkste binnen KBW van kracht zijnde pensioenregelingen zijn aan te merken als "toegezegd pensioen"regelingen, zoals gedefinieerd in IAS 19 "Employee Benefits". Dit betekent dat het saldo van de activa en passiva van de betreffende pensioenregelingen, in overeenstemming met de waarderings- en resultaat- bepalingsgrondslagen onder IFRS, in de geconsolideerde balans dient te worden verantwoord. Zowel voor het ondernemingspensioenfonds in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk overstijgt de waarde van de activa de waarde van de pensioenverplichtingen. Als gevolg van bepaalde condities in de op deze fondsen en de betrokken KBW ondernemingen van toepassing zijnde overeenkomsten c.q. regelingen Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 5
kunnen deze activa niet zonder meer ten gunste van KBW worden gebracht. Onder IFRS is het derhalve niet toegestaan deze activa in de balans op te nemen en is er om die reden geen sprake van kwantitatieve overgangseffecten naar IFRS. Een deel van het Nederlandse personeel is aangesloten bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Waterbouw. Deze regeling kwalificeert onder IFRS als toegezegd pensioenregeling. Dit fonds heeft echter geen informatie beschikbaar gesteld waarop een berekening in overeenstemming met IFRS kan worden gemaakt. Op basis van de wel beschikbare informatie is het niet waarschijnlijk dat onder IFRS van een pensioenverplichting of te activeren overschot sprake zou zijn. Met betrekking tot een pensioenregeling van een beperkte omvang met betrekking tot de Duitse groepsmaatschappijen, zijn de pensioenverplichtingen in overeenstemming met IFRS gewaardeerd en is het verschil met de bestaande boekwaarde van deze pensioenverplichtingen ten laste van het groepsvermogen gebracht. De overige pensioenregelingen binnen KBW zijn niet aan te merken als toegezegd pensioenregelingen.
In 2003 heeft KBW zich verplicht tot een extra storting in het Nederlandse ondernemingspensioenfonds van 18 miljoen, te betalen in drie jaarlijkse termijnen in de periode 2004 2006. De uit deze verplichting voortvloeiende last is in 2003, onder de Nederlandse verslaggevingstandaarden, in het resultaat verantwoord en als verplichting op de balans per 31 december 2003 opgenomen. Na belastingen bedroeg deze last 14,5 miljoen. De verplichting is in 2004, door betaling aan het pensioenfonds, geheel afgewikkeld. Onder IAS 19 "Employee Benefits" zou deze verplichting in de geconsolideerde openingsbalans per 1 januari 2004 ten gunste van het groepsvermogen moeten worden gecorrigeerd en zou de financiële afwikkeling in het resultaat 2004 opnieuw, voor een tweede keer, als pensioenkosten moeten worden verantwoord. KBW heeft IFRS met betrekking tot deze specifieke post niet gevolgd, aangezien dit opnieuw, voor een tweede keer, verantwoorden van een eenmalige last, een onjuist inzicht zou geven in de meerjarige resultaatontwikkeling van het bedrijf. Voor het groepsvermogen per 31 december 2004, per 1 januari 2005 en voor het resultaat 2005 heeft deze afwijking geen gevolg.
6. Eén van de in de consolidatie betrokken ondernemingen waardeert haar onderhanden projecten niet geheel in overeenstemming met de onder IFRS, in IAS 11 "Construction Contracts", geldende bepalingen. De wijze waarop de voortgang van de onderhanden projecten wordt bepaald is aangepast. Tevens is een deel van de op deze onderhanden werken gevormde voorzieningen, die onder IFRS niet zijn toegestaan, teruggenomen. In plaats daarvan is, in overeenstemming met IAS 37 "Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets", voor relevante onderhanden en opgeleverde projecten een voorziening voor garantieverplichtingen opgenomen (zie toelichting 7). Het cumulatieve effect van deze aanpassingen naar IFRS is verwerkt in het groepsvermogen.
7. De voorziening voor garantieverplichtingen bij de in toelichting 6 bedoelde onderneming is gebaseerd op gebruik in de bedrijfstak en de historie binnen de onderneming van garantieaanspraken over de laatste 10 jaar met betrekking tot relevante projecten. Het langlopende deel van de voorziening is gedisconteerd, zoals voorgeschreven in IAS 37 "Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets"
8. De belastingdruk over de overgangseffecten heeft een latent karakter. De verschillen zullen zich voor het overgrote deel binnen dezelfde termijnen als de bestaande latente belastingschulden materialiseren. Om die reden is een aantal latente belastingvorderingen gesaldeerd met de latente belastingschulden. De belastingdruk op een deel van de overgangseffecten is op grond van de relevante fiscale regimes vrijwel nihil.
9. Als gevolg van de afzonderlijke presentatie van het aandeel van derden in het groepsvermogen wordt het aandeel van houders van minderheidsbelangen in het Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 6
groepsresultaat afzonderlijk in de winst- en verliesrekening gepresenteerd.
10. Het saldo van de ten laste van de kostprijs van de projecten gebrachte normatieve slijtagekosten en de werkelijke onderhoudskosten is onder IFRS ten laste van het resultaat gebracht, gebaseerd op het basisuitgangspunt de reparatiekosten overwegend ten laste van de winst- en verliesrekening te brengen.
11. Op basis van de gewijzigde uitgangspunten voor de verwerking van onderhoudskosten en de daarmee samenhangende boekwaardeaanpassingen zijn de afschrijvingen over 2004 bij gevolg gewijzigd.
12. De extra pensioenlasten in de overgangseffecten naar IFRS hebben betrekking op de actuariële mutaties, gebaseerd op de grondslagen in IAS 19 "Employee Benefits", in de pensioenverplichtingen van de Duitse groepsmaatschappijen. De betreffende lasten bedragen afgerond nihil.
13. De aanpassing van het systeem van winstneming op onderhanden werken bij één van de in de consolidatie betrokken ondernemingen heeft ook tot overgangseffecten in het resultaat over het boekjaar 2004 geleid, als gevolg van verschillen in de meting van de voortgang van de onderhanden werken en onder IFRS niet toegelaten voorzieningen.
14. De mutatie in de voorziening voor garantieverplichtingen, inclusief de disconteringseffecten over het langlopende gedeelte daarvan, komt ten laste van het resultaat over 2004.
15. De belastingdruk op de overgangseffecten is verwerkt in de latente belastingvorderingen en schulden.
16. Het vermogen per 1 januari 2005 is niet gelijk aan het vermogen per 31 december 2004 als gevolg van de onder IFRS 1 "First-time adoption of IFRS" toegestane uitgestelde toepassing van IAS32 "Financial Instruments: Disclosure and Presentation" en IAS39 "Financial Instruments: Recognition and Measurement". KBW heeft als beleid dat alle operationele valutarisico's, die vooral betrekking hebben op toekomstige kasstromen uit projecten in andere valuta dan de euro, worden afgedekt door middel van "cash flow hedges". Gebaseerd op dit beleid wordt binnen KBW reeds gedurende een lange reeks van jaren "hedge accounting" toegepast. Hoewel de eisen onder IFRS voor het toepassen van "hedge accounting" relatief zwaar zijn, zal deze methode ook in de toekomst door KBW voor het overgrote deel van de gebruikte financiële instrumenten, vooral valutatermijntransacties, worden gehanteerd. Voor de eerste toepassing van de genoemde IFRS standaarden in het boekjaar 2005 is de marktwaarde per 1 januari 2005 van de uitstaande financiële instrumenten, inclusief gerealiseerde resultaten op het "doorrollen" van bestaande afdekkingen als gevolg van opgetreden verschuivingen in de tijd van de onderliggende kasstromen, ten gunste van het eigen vermogen gebracht.
17. De belastingdruk over de marktwaarde van de uitstaande financiële instrumenten is verwerkt in de latente belastingverplichtingen.
Koninklijke Boskalis Westminster nv is een internationaal opererend concern met een leidende positie op de wereldmarkt van baggerdiensten. De kernactiviteiten van Boskalis zijn aanleg en onderhoud van havens en vaarwegen, creatie van land in water en bescherming van kusten en oevers. Met belangrijke thuismarktposities in Europa en daarbuiten richt de onderneming zich op alle in de baggersector voorkomende diensten. Daarnaast heeft zij posities in strategische partnerships in het Midden-Oosten (Archirodon) en in offshore-dienstverlening (Lamnalco). Boskalis heeft de beschikking over een veelzijdige vloot van meer dan 300 units en is actief in circa 50 landen, verspreid over vijf continenten. Boskalis heeft (inclusief haar aandeel in partnerships) ruim 7.000 medewerkers in dienst.
Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 7
Voor nadere inlichtingen:
Roel Berends - Corporate Relations
Telefoon: 078 69 69 314 / 06 2001 0232
Telefax: 078 69 69 805
E-mail: r.t.berends@boskalis.nl
Dit persbericht is eveneens te vinden op onze website www.boskalis.com
Persbericht Koninklijke Boskalis Westminster nv, 13 juni 2005 8
Postbus 43, 3350 AA Papendrecht
Telefoon 078 6969 000, telefax 078 6969 555
---- --