Contactpersoon
Datum
13 juni 2005
Ons kenmerk
RWS/SDG 2005/1608/9346
Doorkiesnummer
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
29800XII-61
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op schriftelijke vragen van 14
april 2005 van de vaste commissie van Verkeer en Waterstaat inzake
stenengooiers op viaducten.
1. Kunt u een analyse geven, mede op basis van informatie van
gedragsdeskun-digen, van de achtergronden van de ernstige gedragingen,
waaraan stenengooiers zich schuldig maken? Kan daarbij ook de
mogelijkheid worden betrokken dat de maatregelen in de fysieke sfeer
juist uitdagen tot het gooien van stenen?
1. Daders zijn vaak jongeren tot 13 jaar die stoer doen; soms ook
wat ouderen met gevaarlijk gedrag door onvrede, verveling, grenzen zoeken
(risico = "fun"). Het is veelal een sociaal delict; het wordt in
groepsverband gepleegd. Het is ook vaak een impulsdelict, waarbij de
gelegenheid de dader maakt. Deskundigen op diverse terreinen zijn het er
over eens dat de oplossing vooral in de pro-actieve en preventieve sfeer
gezocht moeten worden, zoals is gebleken uit het onderzoek dat ik de
laatste maanden heb laten uitvoeren.
Ik heb geen aanwijzingen dat fysieke maatregelen een uitdagende werking
hebben. Wel denk ik dat sommige jongeren inventief genoeg zijn om fysieke
maatregelen te omzeilen.
2. Zijn er externe deskundigen geraadpleegd? Wat is hun oordeel
over de gang van zaken?
2. Ja. Er is gesproken met de externe deskundige Prof. K.A.
Brookhuis (TU Delft). Ook is er contact geweest met het KLPD en het
Amerikaanse VOLPE National Transportation Systems Center. Ook prof. J.P.
van de Sande (RUG) en Lauk Woltring, oprichter van het expertisebureau
'Werken met jongens', zijn geconsulteerd. Tot slot heeft
gerechtspsycholoog C.A. Uljee spontaan adviezen gegeven.
De problematiek is daarbij vanuit verschillende wetenschappelijke
invalshoeken bekeken zonder dat daar op dit moment al duidelijke
conclusies aan verbonden kunnen worden. In de eerder aan de Kamer
toegezonden risicoanalyse is in
bijlage 2 een deel van deze wetenschappelijk analyse opgenomen.
1. Kunt u aangeven welk resultaat inmiddels is geboekt met het opsporen van
de stenengooiers en tot welke straffen dit heeft geleid?
3. Er loopt inmiddels een strafrechtelijke procedure tegen een viertal
verdachten. Over zaken die onder de rechter zijn worden geen mededelingen
gedaan. Bovendien dient u zich ten aanzien van deze vragen te wenden tot
mijn ambtsgenoot van Justitie.
4. Ziet u aanleiding om de wettelijke mogelijkheden te verruimen om
daders te kunnen vervolgen en/of hogere straffen te kunnen eisen?
1. Zie antwoord op vraag 3
5. In de brief wordt gerept over een "plan van aanpak" dat erop
gericht is om mensen bewust te maken van de consequenties van hun gedrag.
Wanneer wordt dit plan aan de Kamer toegestuurd? Aan welke maatregelen
wordt gedacht?
5. Het bewust maken van de consequenties van dergelijk gedrag zal worden
meegenomen in de kabinetsbrede aanpak van geweld. Binnenkort zal hierover
in de Ministerraad worden gesproken. Daarna wordt uw Kamer in een brief
geïnformeerd door mijn collega van Justitie.
6. Zijn er al afspraken met aannemers om bouwlocaties schoon achter te
laten?
6. Er wordt in de uitvoering van werken met aannemers over het gooien van
zaken van viaducten gesproken en aannemers worden gemaand hun materialen
op te ruimen. Daarnaast wordt men in de contractuele sfeer dwingender
aangesproken en zonodig beboet. Op die manier kan personeel van RWS en
Prorail toezicht houden op de naleving en kan de justitiële aanpak
beperkt blijven tot ernstige incidenten.
In Nederland is sprake van overeenkomsten met aannemers die gebaseerd
zijn
op het privaatrecht waarin dwingend kan worden voorgeschreven dat er een
opruimplicht is voor de aannemer; impliciet is deze verplichting
overigens reeds verankerd in het BW, waarin is aangegeven dat een
aannemer op grond van zijn zorgplicht aansprakelijk gesteld kan worden
voor een onrechtmatige daad. De algemene voorwaarden voor uitvoering van
werken (UAV) gaan hier ook op in. Op grond van een privaatrechtelijke
overeenkomst is de aannemer door de opdrachtgever derhalve aanspreekbaar
op zijn handelen en kan er directer actie worden ondernomen dan wanneer
de aannemer op grond van een wettelijke bepaling (via bestuursdwang) zou
moeten worden aangesproken."
7. Waarom kiest u voor het opnemen van de 'opruimplicht' in
contracten en niet voor het wettelijk verankeren van een dergelijke
plicht, zoals bijvoorbeeld in Belgie.
7. Zie antwoord vraag 6.
8. In hoeverre geven aannemers/bouwers ook daadwerkelijk gehoor aan
uw oproep om bouwmaterialen, bouwafval en gereedschappen op te ruimen.
8. Ik heb de indruk dat men het wel degelijk serieus neemt, maar
kan dit niet objectief vaststellen. Van belang is dat ook de andere
wegbeheerders op dezelfde manier hun aannemers en andere uitvoerenden
aanspreken op het opruimen omdat de wegen over bruggen en viaducten in de
meeste gevallen niet bij het Rijk in beheer zijn.
9. In hoeverre is het plaatsen van hekken en netten
kosteneffectief? Kan niet beter worden ingezet op het plaatsen van
'slimme camera's'? In hoeverre is het mogelijk om bestaande camera's
op/bij viaducten op termijn volledig te vervangen door 'slimme camera's'?
9. Indien 300 risicovolle viaducten van hekken worden voorzien
zouden de kosten circa E 30 miljoen bedragen. Bij een levensduur van 30
jaar is dat 1 miljoen euro per jaar. Hiermee worden dan naar schatting
vele tientallen potentieel zeer gevaarlijke incidenten per jaar vermeden.
Of camera's (kosten)effectiever zijn dan fysieke afscherming moet nog
blijken. Ik ga een proef starten met het plaatsen van "slimme camera's"
om na te gaan of de "slimheid" voldoende preventief is en wat de kosten
zijn. Op dit moment wordt een proef voorbereid, waarbij de gewenste
combinaties van hardware, software en organisatie worden onderzocht.
Camera's als enige maatregel helpt niet of nauwelijks. Er moet ook een
organisatie achter staan die waarneemt, selecteert en handelend optreedt.
Dat vereist dus constante zorg. Hekken lijken in dat opzicht dus bij
voorbaat met minder inspanning meer effect te zullen opleveren. Op
verschillende locaties worden deze zomer bij wijze van proef hekken
geplaatst.
Eind van dit jaar wil ik de resultaten hiervan betrekken in mijn
afwegingen om al dan niet verder te gaan met de verschillende typen van
beveiligingsmaatregelen.
Ik ben ook nog in afwachting van de reactie van onder meer de VNG en het
IPO over hun visie op dit vraagstuk.
10. Wat is het termijn waarop 'slimme camera's' geplaatst kunnen worden
en welke kosten zijn daaraan verbonden?
10. Zie antwoord opvraag 9.
11. Is het denkbaar om op viaducten en bruggen een soort 'rondhangverbod'
in te stellen, zodat personen die zich zonder aanwijsbare reden ophouden
op dergelijke objecten eenvoudiger kunnen worden aangesproken en
eventueel aangehouden?
11. Ik ben van mening dat een dergelijk algemeen verbod te ver gaat
en ook niet effectief is. Als dit lokaal desondanks geboden is kan het
gemeentebestuur dergelijke maatregelen op grond van de huidige
regelgeving overigens al nemen.
12. Zijn er plannen en/of afspraken om bebording te plaatsen bij
viaducten waarmee potentiële daders op een indringende wijze worden
gewezen op de gevolgen van het gooien van stenen of andere voorwerpen?
12. Nee, er zijn geen plannen en/of afspraken om bebording te
plaatsen bij viaducten om potentiële daders van de gevolgen te
doordringen. In de ogen van voornoemde gedragswetenschappers is dit een
maatregel die niet het gewenste effect zal hebben. Daarmee wordt
groepsgedrag en stoer doen eerder aangewakkerd dan dat het wordt
voorkomen.
13. Oplossingen worden vooral gezocht in de proactieve en preventiesfeer?
Is ook een ferme repressieve aanpak gewaarborgd?
13. Zie de antwoorden op de vragen 3, 5 en 11. Mijn indruk is dat
blijvende aandacht voor dit probleem bij zowel de wegbeheerders, en als
sluitstuk ook bij politie en justitie, voldoende waarborg zijn voor de
bestrijding van deze incidenten, maar ik realiseer me ook dat het
onmogelijk is die voor honderd procent uit te sluiten.
14. Hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat met betrekking tot de veiligheid rond en op
viaducten? Ligt deze verantwoordelijkheid niet primair bij andere
ministeries?
14. Ik ben verantwoordelijk voor de veiligheid van de
hoofdinfrastructuur en de daartoe behorende kunstwerken. De beheerders
van de bovenliggende infrastructuur zijn verantwoordelijk voor de
viaducten waar de voorwerpen vanaf worden gegooid.
Mijn verantwoordelijkheid betreft de verkeersveiligheid en het veilig en
doelmatig gebruik van de weg. De openbare orde is daarentegen een
gemeentelijke en justitiële verantwoordelijkheid. De aanpak van
stenengooien en vergelijkbare daden is derhalve een gedeelde
verantwoordelijkheid van groot aantal partijen op verschillende
bestuurlijke niveaus. Dat is ook de reden waarom ik de andere
wegbeheerders en andere departementen heb betrokken.
15. Wat zijn de mogelijkheden voor een decentrale aanpak bij dit
probleem?
15. In het Nationaal Mobiliteitsberaad heb ik met de
vertegenwoordigers van de mede-overheden c.q. wegbeheerders gesproken.
Zij zullen mij berichten of zij mijn aanpak steunen en welke suggesties
zij hebben. Ik denk dat een decentrale aanpak en een landelijke aanpak
elkaar zullen aanvullen en ondersteunen.
1. Maakt u concrete afspraken met gemeenten en provincies over maatregelen
die decentrale overheden kunnen nemen?
16. Zie antwoord op vraag 15.
17. Staat het ministerie open voor suggesties van decentrale overheden
voor oplossingen op maat?
17. Zie antwoord op vraag 15.
18. Welke maatregelen kunt en wilt u treffen indien regionale overheden
niet, niet voldoende of niet tijdig genoeg gehoor geven aan de
maatregelen die u heeft voorgesteld?
18. Zoals ik in mijn brief uiteenzet overweeg ik in ieder geval een
aantal maatregelen in de vorm van het plaatsen van hekken en een proef
met camera's. Deze zijn onderdelen van het pakket van mogelijke
maatregelen waarop ik een reactie vraag aan de regionale overheden. Van
sancties of maatregelen bij gebrek aan medewerking is vooralsnog geen
sprake aangezien ik reken op de medewerking van alle betrokken regionale
overheden en instanties vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid.
19. Aangegeven wordt dat regionale overheden gevraagd is gelijke
maatregelen te nemen ter beveiliging van de viaducten onder hun beheer.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de beveiliging van deze
viaducten? Wie betaalt de kosten van deze maatregelen?
19. Zie het antwoord op de vragen 15, 16 en 17. Wat de eventuele
kosten betreft wil ik niet vooruit lopen op de reacties.
20. Hoeveel kosten zijn inmiddels gemaakt bij het veiliger maken van de
viaducten die vallen onder beheer van Rijkswaterstaat? Ten laste van welk
onderdeel van de begroting vallen deze kosten?
20. In de loop van tientallen jaren zijn al maatregelen getroffen
die ik in mijn brief aangeef, zoals toezicht, opruimen, steenverharding
vervangen door asfalt, verlichting, etc. De kosten komen ten laste van de
artikelen beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen.
21. Bestaat al enig inzicht in de totale kosten die gemaakt moeten worden
ter beveiliging van alle viaducten conform de voorgestelde maatregelen?
21. Er bestaat globaal inzicht in de voornaamste kostenposten (zie
ook mijn antwoord op vraag 9 en 10).
Dit jaar worden op beperkte schaal al hekken en camera's op viaducten
geplaatst. Dat kost E 5 miljoen. Indien 300 viaducten met hetzij hekken,
hetzij camera's worden uitgerust loopt dat op tot naar schatting E 30
miljoen. Indien ook een aantal rijksbruggen over vaarwegen en een aantal
spoorbruggen en -viaducten worden betrokken dan kan dat wellicht nog E 10
tot 20 miljoen kosten.
De verwachte kosten van extra verlichting en nummering van viaducten,
waarbij elk viaduct een uniek nummer krijgt zodat weggebruikers bij
geconstateerde incidenten of dreigend onheil de politie of de
wegbeheerder kunnen inschakelen, zijn circa E 5 à 10 miljoen. De totale
kosten hangen sterk af van de gekozen oplossingen - waarover met IPO en
VNG nog overleg wordt gevoerd - zodat hier op dit moment nog geen
duidelijkheid over bestaat.
22. Kan aangegeven worden of er al enig inzicht bestaat in de
kostenverdeling tussen het Rijk en decentrale overheden met betrekking
tot de veiligheidsmaatregelen voor viaducten?
22. Uitgangspunt is dat de beheerder van de infrastructuur zijn
eigen kosten draagt.
23. Ziet u mogelijkheden om de te maken kosten voor de beveiliging van
viaducten te verhalen op andere ministeries?
23. Nee.
24. Welke kosten/baten analyses liggen ten grondslag aan de voorgenomen
maatregelen voor viaducten versus veiligheid, handhaving en toezicht?
24. De belangrijkste overwegingen met betrekking tot veiligheid en
toezicht heb ik aangegeven in mijn antwoord op vraag 9. De kosten van een
substantiële extra handhavingsinspanning, voor zover door mij te
becijferen, zouden in een meerjarige periode al snel veel hoger zijn de
kosten van hekken of cameratoezicht.
25. Wat is het gekozen tijdpad m.b.t. de invoering van de voorgestelde
maatregelen?
25. Zie mijn antwoord op de vragen 9 en 10. Nog dit jaar wil ik de
daar genoemde, eerste maatregelen treffen en beslissen over een
vervolgaanpak in 2006.
26. Toenemende berichtgeving in kranten over stenengooiers leidt tot meer
incidenten; er is sprake van nabootsing. Is dit probleempunt door het
Rijk wel eens besproken met de desbetreffende media?
26. Nee, er is geen overkoepelend contact geweest met de
media/Genootschap van Hoofdredacteuren. RWS hanteert wel een
(ongeschreven) regel om terughoudendheid te betrachten bij de
berichtgeving van dit soort incidenten waarbij een risico van
kopieergedrag bestaat. Zo wordt bijvoorbeeld de inventarisatie van risico-
viaducten om die reden door RWS niet verspreid. Hiervoor bestaat vanuit
de media begrip en tot nu toe is bij mediacontacten gehoor gegeven aan
dit verzoek.
27. Het onderzoek naar stenengooiers bij waterwegen is pas rond de zomer
van 2005 afgerond. Gaan de maatregelen t.b.v. enerzijds de auto- en
spoorwegen en anderzijds de waterwegen nu niet teveel uit elkaar lopen?
Dient dit niet integraal en zoveel mogelijk gelijktijdig worden
aangepakt?
27. Nee, de maatregelen gaan niet uit elkaar lopen. Er worden een
aantal pilots gestart, waarbij verschillende maatregelen worden uitgetest
op bruggen en viaducten. Uit deze pilots wordt lering getrokken voor een
eventuele verdere uitrol van maatregelen op andere bruggen en viaducten.
Maatregelen op het spoor worden al geruime tijd door ProRail genomen.
Deze maatregelen zijn onderzocht op hun waarde voor toepassing op bruggen
en viaducten over auto- en waterwegen. Er is dus sprake van een
geïntegreerde aanpak.
28. In hoeverre bestaat er - ook ten aanzien van de waterwegen - een
adequaat alarmeringssysteem, zodat politie snel ter plaatse kan zijn?
28. De gebruikelijke alarmering van de politie is van toepassing en
deze is adequaat.
Aanvullend worden weggebruikers van de rijkswegen op het informatienummer
0800-8002 geattendeerd. Op de internetsite www.08008002-
rijkswaterstaat.nl
(doorklikken naar ongelukken en pech) staat advies over hoe te handelen
bij voorwerpen op de weg. Ten aanzien van rijksvaarwegen kunnen schippers
meldingen ook per marifoon doen bij verkeersposten van Rijkswaterstaat.
Rijkswaterstaat onderneemt bij meldingen zelf actie (inspectie en
opruimen op locatie; verkeersmaatregelen) en geeft de meldingen zonodig
door aan het regionale politiekorps.
29. Ook op Noord-Duitse waterwegen worden Nederlandse schippers vaak
geconfronteerd met stenengooiers. Is er overleg met de Duitse overheden
ter zake?
29. Nee, maar mijn departement is tot zulk overleg bereid.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat