Persbericht
10 juni 2005
Minister Dekker: 'Gemeenten moeten toetsen op illegale bewoning'
Minister Dekker (VROM) roept gemeenten op hun gegevens te controleren op illegale bewoning, zoals bewoning door illegalen en illegale onderhuur. Als particuliere verhuurders hierom vragen, wil de minister dat gemeenten het woningbestand van die verhuurders langs de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) leggen. Zij benadrukt hierbij het belang van een zorgvuldige registratie van gegevens over personen, adressen en woningen. De minister schrijft dit aan gemeenten.
Voor de aanpak van illegale bewoning wordt onder andere gebruik gemaakt van de GBA. Vanwege privacybescherming mogen gemeenten echter niet zomaar persoonsgegevens uit de GBA verstrekken aan particuliere organisaties. De Wet GBA biedt wel mogelijkheden om als gemeente door het instelen van een verordening gegevens te verstrekken aan woningcorporaties. In verband met de Europese Richtlijn voor de bescherming van persoonsgegevens kunnen particuliere verhuurders geen gegevens verstrekt krijgen uit de GBA. Gemeenten kunnen wel zelf de gegevens van particuliere verhuurders vergelijken met de gegevens uit de GBA.
Zorgvuldige registratie
Een probleem bij bestrijding van illegale bewoning is vervuiling van de GBA, vooral veroorzaakt doordat bewoners zich - niet per sé moedwillig - bij een verhuizing niet inschrijven op het juiste adres. Gemeenten kunnen diverse instrumenten inzetten om inschrijving op een bepaald adres zoveel mogelijk te verifiëren. Bij twijfel kan een gemeente de burger om bewijsstukken vragen, bijvoorbeeld een huur- of koopcontract, een verklaring van de verhuurder of van de hoofdbewoner van de woning. Gemeenten kunnen ook vergelijkingen maken met gegevens uit andere bestanden, zoals eigen woningregistraties of bestanden van woningcorporaties of particuliere verhuurders. Daarnaast kunnen gemeenten altijd een adres ter plekke controleren. Gemeentelijke diensten moeten er gezamenlijk voor zorgen dat de gegevenshuishouding van een gemeente zoveel mogelijk overeenkomt met de werkelijkheid. Daarvoor is het noodzakelijk dat zij gebruik maken van de GBA en geconstateerde afwijkingen doorgeven aan de GBA.
Meer informatie
Download de MG-circulaire van 9 juni over 'opsporing onrechtmatige bewoning met bestandsvergelijkingen: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=19406
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=20693 )
Bijlage:
MG Datum Onderwerp Download pdf-bestand
MG 2005-01 20 jan. Rendementen gesubsidieerde woningbouw januari 2005 mg 2005 01 (pdf, 70 KB)
MG 2005-02 16 feb. Rendementen gesubsidieerde woningbouw februari 2005 mg 2005 02 (pdf, 70 KB)
MG 2005-03 15 mrt. Huurprijs voor de periode 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 mg 2005 03 (pdf, 244 KB)
MG 2005-04 17 mrt. Besluit beheer sociale huursector (Bbsh), Toepassing van het toezicht, Bekendmaking van beleid. mg 2005 04 (pdf, 86 KB)
MG 2005-05 23 mrt. Rendementen gesubsidieerde woningbouw maart 2005 mg 2005 05 (pdf, 70 KB)
MG 2005-06 4 apr. Basishuuroverzichten 1 juli 2005 t/m 31 december 2005 mg 2005 06 (pdf, 111 KB)
MG 2005-07 26 apr. Rendementen gesubsidieerde woningbouw april 2005 mg 2005 07 (pdf, 70 KB)
MG 2005-08 26 mei Rendementen gesubsidieerde woningbouw mei 2005 mg 2005 08 (pdf, 70 KB)
MG 2005-09 9 juni Opsporing onrechtmatige bewoning met bestandsvergelijkingen mg 2005 09 (pdf, 54 KB)
Directoraat-Generaal Wonen
Kantooradres: Rijnstraat 8, 2515 XP DEN HAAG
Postbus 30941, 2500 GX DEN HAAG
Telefoon (070) 339 39 39
Web-site: www.vrom.nl
Directie : Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling : Uitvoering, Unit Bijzondere Regelingen
Registratie-
nummer : MG 2005 - 01
Datum : 20 januari 2005
Strekking : Informatie
Telefoon-
nummer : 070 - 339 22 07
Aan : Het College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp : Rendementen gesubsidieerde woningbouw januari 2005
Geacht College,
Deze circulaire voorziet in de publicatie van de rendementen gesubsidieerde woningbouw voor de
maand januari 2005.
De rendementen gesubsidieerde woningbouw, opgenomen in deze circulaire zijn alleen van
toepassing op beschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Voor toekenningen die na 1 januari 1992 op grond van het Besluit woninggebonden Subsidies (BWS,
gepubliceerd in het Staatsblad 1991, nummer 440) zijn afgegeven en waarbij een
rijksrekenpercentage is gehanteerd, wordt verwezen naar de artikelen 28, 32, eerste lid, en 38 en
naar punt 4 (met uitzondering van het gestelde onder lid b) van de bijlagen V en VI bij het BWS.
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, Regeling geldelijke steun huurwoningen in
proefgemeenten normkostensysteem 1986 en Regeling geldelijke steun huurwoningen
normkostensysteem 1988 (art.1 bijgaande beschikking)
Ten aanzien van deze drie regelingen wordt uitsluitend het rendement gepubliceerd ten behoeve van
renteconversies voor het tweede en enig volgend tijdvak van 10 jaren.
Voor de maand januari 2005 heb ik aldus het rendement, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a van
de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, respectievelijk artikel 18, eerste lid, onder a van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986,
respectievelijk artikel 56, onder a van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem
1988, bepaald.
../2
- 2 -
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 (art.2 bijgaande beschikking)
Het rendement voor het vaststellen van de looptijd van de jaarlijkse bijdrage wordt normatief
vastgesteld. Voor de berekening van het rendement is aangesloten bij de methodiek in de Regeling
geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988. Uitgegaan wordt van het dagelijks door
MoneyView te Amsterdam bekend gemaakte rendementspercentage op staatsobligaties met een
resterende looptijd van vijf tot acht jaar. De verstrekte gegevens zijn een voortzetting van voorheen de
CBS-dagrendementen en komen onder eigen verantwoordelijkheid van MoneyView tot stand volgens
de CBS-methodologie.
Evenals bij de NKS-regeling wordt het desbetreffende dagpercentage verhoogd met het in bijgaande
beschikking vermelde opslagpercentage. De som wordt naar boven afgerond op 0,125 procent. Met
het aldus berekende normatieve rentepercentage kan de looptijd van de jaarlijkse bijdragen worden
bepaald. Het bovengenoemde opslagpercentage als bedoeld in artikel 28b van deze regeling is, met
de inwerkingtreding van het Besluit Woninggebonden Subsidies per 1-1-1992, niet meer relevant.
Echter op grond van artikel 55, lid 3 van de RGSVH'87 wordt een rentevergoeding verstrekt over de
per 1-1-1991 ingevoerde korting van 20% op de bevoorschotting op de bijdrage ineens. Het
rentepercentage dat voor de berekening van de rentevergoeding wordt gehanteerd, is het rendement
op staatsobligaties met een resterende looptijd van 5 tot 8 jaar, verhoogd met de in bijgaande regeling
opgenomen opslag.
Overeenkomstig de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde in
maximaal 30 jaar bereikt. Door stijging van de rente kan deze termijn worden overschreden. Indien dit
het geval is, wordt het percentage van de jaarlijkse bijdrage verhoogd. In onderstaand overzicht zijn
bij de verschillende rentepercentages behalve de looptijden tevens de percentages van de jaarlijkse
bijdragen vermeld.
Overzicht 1: looptijd jaarlijkse bijdragen * bij verschillende rentepercentages
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
6,000 16 jr. 10 7,500 20 jr. 10 9,000 27 jr. 10
6,125 16 jr. 10 7,625 20 jr. 10 9,125 28 jr. 10
6,250 17 jr. 10 7,750 20 jr. 10 9,250 30 jr. 10
6,375 17 jr. 10 7,875 21 jr. 10 9,375 30 jr. 10,059
6,500 17 jr. 10 8,000 21 jr. 10 9,500 30 jr. 10,168
6,625 17 jr. 10 8,125 22 jr. 10 9,750 30 jr. 10,278
6,750 18 jr. 10 8,250 22 jr. 10 9,875 30 jr. 10,387
6,875 18 jr. 10 8,375 23 jr. 10 10,000 30 jr. 10,498
7,000 18 jr. 10 8,500 24 jr. 10 10,125 30 jr. 10,608
7,125 19 jr. 10 8,625 24 jr. 10 10,250 30 jr. 10,719
7,250 19 jr. 10 8,750 25 jr. 10 10,375 30 jr. 10,830
7,375 19 jr. 10 8,875 26 jr. 10
* in het laatste jaar is de jaarlijkse bijdrage gelijk aan de restant bijdrage
../3
- 3 -
Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 (art.3 bijgaande beschikking)
Voorts heb ik het in artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984
bedoelde rentepercentage bepaald dat geldt van 16 januari 2005 t/m 15 februari 2005. Dit
rentepercentage is van kracht voor toelatingsbeschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Conform de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde van de bijdragen in
maximaal 30 jaren bereikt.
Indien de ontwikkeling van het rentepercentage zodanig is dat deze termijn zou worden overschreden,
wordt de jaarlijkse bijdrage bovenwaarts bijgesteld.
Als gevolg daarvan is de jaarlijkse bijdrage voor die woningen, waarvan de contante waarde is of
wordt vastgesteld op ¤ 18.604,99 en waarvoor het transport van de notariële akte zal plaatsvinden in
de periode van 16 januari 2005 t/m 15 februari 2005, vastgesteld op ¤ 1.633,61.
Het in artikel 3 van bijgaande beschikking genoemde percentage wordt ook gebruikt ten behoeve van
de uitvoering van de rijksrekenrentetoets.
Vermenigvuldigingsfactoren
Maandelijks wordt een opgave verstrekt van de vermenigvuldigingsfactoren. Behalve voor woningen,
gesubsidieerd met de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975 zal ook bij woningen,
gebouwd met de Regeling geldelijke steun huurwoningen proefgemeenten normkostensysteem 1986
en de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 een aanpassing van de
variabele exploitatiekosten dienen plaats te vinden.
Overeenkomstig artikel 24 van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, artikel 25 van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986 en artikel 52
van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 worden de percentages
gegeven, waarmee de onderscheidene variabele exploitatiekosten dienen te worden vermenigvuldigd.
De vermenigvuldigingsfactoren voor de maand december 2004 zijn vermeld in onderstaand overzicht.
Overzicht 2: vermenigvuldigingsfactoren
Aanvang
exploitatiejaar
2004
Kosten van
onderhoud,
algemeen beheer en
administratie
Belastingen Premie voor de
storm- en
brandverzekering
Huurderving
1 2 3 4 5
december 2004 1,0043 0,9280 1,0291 1,0380
../4
- 4 -
Publicatie MG digitaal
"Met ingang van januari 2005 wordt door het Directoraat-Generaal Wonen van het ministerie van
VROM gestart met "MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar,
derhalve per 1 juli 2005, de MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Dit geldt
overigens niet voor MG's waarin specifiek om medewerking van de geadresseerde wordt gevraagd.
Gedurende het komende halfjaar kunt u zich aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt
dit doen door in te loggen op www.minvrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u
zich kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de VROM-site
wordt geplaatst een waarschuwingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk is
of niet en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wil
veranderen kan dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor
u belangrijke MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande
adreswijziging."
Voor eventuele nadere informatie of toelichting kunt u contact opnemen met de Directie Informatie,
Beheer en Subsidieregelingen, Unit Bijzondere Regelingen.
Telefoon (070 - 339 2207)
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling Uitvoering
Unit Bijzondere Regelingen
Nr. IBSU 2005002106
Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, januari 2005.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, en artikel 18, vierde
lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, en gelet
op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, en voorts gelet op artikel 17,
tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 alsmede gelet op artikel 28b van de
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;
B E S L U I T :
Artikel 1
Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en
een bijdrage ineens dan wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun
huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem
1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt, bedraagt
het rendement in de maand januari 2005, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de
aanvang van elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 4,0 procent.
Artikel 2
Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de
gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel i. van die regeling, stelt op 16 januari 2005, doch niet
later dan 15 februari 2005 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van die
regeling 0,671 procent.
Artikel 3
Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en
waarvan in het tijdvak aanvangende met 16 januari 2005 en eindigende met 15 februari 2005 de notariële
akte tot levering, bedoeld in artikel 89, boek 3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het
rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun
eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,80 procent.
- 2 -
- 2 -
Artikel 4
Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde
opslagpercentage is gelijk aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig
voor de genoemde periode.
Den Haag, 20 januari 2005
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directoraat-Generaal Wonen
Kantooradres: Rijnstraat 8, 2515 XP DEN HAAG
Postbus 30941, 2500 GX DEN HAAG
Telefoon (070) 339 39 39
Web-site: www.vrom.nl
Directie : Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling : Uitvoering, Unit Bijzondere Regelingen
Registratie-
nummer : MG 2005 - 2
Datum : 16 februari 2005
Strekking : Informatie
Telefoon-
nummer : 070 - 339 22 07
Aan : Het College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp : Rendementen gesubsidieerde woningbouw februari 2005
Geacht College,
Deze circulaire voorziet in de publicatie van de rendementen gesubsidieerde woningbouw voor de
maand februari 2005.
De rendementen gesubsidieerde woningbouw, opgenomen in deze circulaire zijn alleen van
toepassing op beschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Voor toekenningen die na 1 januari 1992 op grond van het Besluit woninggebonden Subsidies (BWS,
gepubliceerd in het Staatsblad 1991, nummer 440) zijn afgegeven en waarbij een
rijksrekenpercentage is gehanteerd, wordt verwezen naar de artikelen 28, 32, eerste lid, en 38 en
naar punt 4 (met uitzondering van het gestelde onder lid b) van de bijlagen V en VI bij het BWS.
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, Regeling geldelijke steun huurwoningen in
proefgemeenten normkostensysteem 1986 en Regeling geldelijke steun huurwoningen
normkostensysteem 1988 (art.1 bijgaande beschikking)
Ten aanzien van deze drie regelingen wordt uitsluitend het rendement gepubliceerd ten behoeve van
renteconversies voor het tweede en enig volgend tijdvak van 10 jaren.
Voor de maand februari 2005 heb ik aldus het rendement, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a
van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, respectievelijk artikel 18, eerste lid, onder a
van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986,
respectievelijk artikel 56, onder a van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem
1988, bepaald.
../2
- 2 -
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 (art.2 bijgaande beschikking)
Het rendement voor het vaststellen van de looptijd van de jaarlijkse bijdrage wordt normatief
vastgesteld. Voor de berekening van het rendement is aangesloten bij de methodiek in de Regeling
geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988. Uitgegaan wordt van het dagelijks door
MoneyView te Amsterdam bekend gemaakte rendementspercentage op staatsobligaties met een
resterende looptijd van vijf tot acht jaar. De verstrekte gegevens zijn een voortzetting van voorheen de
CBS-dagrendementen en komen onder eigen verantwoordelijkheid van MoneyView tot stand volgens
de CBS-methodologie.
Evenals bij de NKS-regeling wordt het desbetreffende dagpercentage verhoogd met het in bijgaande
beschikking vermelde opslagpercentage. De som wordt naar boven afgerond op 0,125 procent. Met
het aldus berekende normatieve rentepercentage kan de looptijd van de jaarlijkse bijdragen worden
bepaald. Het bovengenoemde opslagpercentage als bedoeld in artikel 28b van deze regeling is, met
de inwerkingtreding van het Besluit Woninggebonden Subsidies per 1-1-1992, niet meer relevant.
Echter op grond van artikel 55, lid 3 van de RGSVH'87 wordt een rentevergoeding verstrekt over de
per 1-1-1991 ingevoerde korting van 20% op de bevoorschotting op de bijdrage ineens. Het
rentepercentage dat voor de berekening van de rentevergoeding wordt gehanteerd, is het rendement
op staatsobligaties met een resterende looptijd van 5 tot 8 jaar, verhoogd met de in bijgaande regeling
opgenomen opslag.
Overeenkomstig de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde in
maximaal 30 jaar bereikt. Door stijging van de rente kan deze termijn worden overschreden. Indien dit
het geval is, wordt het percentage van de jaarlijkse bijdrage verhoogd. In onderstaand overzicht zijn
bij de verschillende rentepercentages behalve de looptijden tevens de percentages van de jaarlijkse
bijdragen vermeld.
Overzicht 1: looptijd jaarlijkse bijdragen * bij verschillende rentepercentages
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
6,000 16 jr. 10 7,500 20 jr. 10 9,000 27 jr. 10
6,125 16 jr. 10 7,625 20 jr. 10 9,125 28 jr. 10
6,250 17 jr. 10 7,750 20 jr. 10 9,250 30 jr. 10
6,375 17 jr. 10 7,875 21 jr. 10 9,375 30 jr. 10,059
6,500 17 jr. 10 8,000 21 jr. 10 9,500 30 jr. 10,168
6,625 17 jr. 10 8,125 22 jr. 10 9,750 30 jr. 10,278
6,750 18 jr. 10 8,250 22 jr. 10 9,875 30 jr. 10,387
6,875 18 jr. 10 8,375 23 jr. 10 10,000 30 jr. 10,498
7,000 18 jr. 10 8,500 24 jr. 10 10,125 30 jr. 10,608
7,125 19 jr. 10 8,625 24 jr. 10 10,250 30 jr. 10,719
7,250 19 jr. 10 8,750 25 jr. 10 10,375 30 jr. 10,830
7,375 19 jr. 10 8,875 26 jr. 10
* in het laatste jaar is de jaarlijkse bijdrage gelijk aan de restant bijdrage
../3
- 3 -
Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 (art.3 bijgaande beschikking)
Voorts heb ik het in artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984
bedoelde rentepercentage bepaald dat geldt van 16 februari 2005 t/m 15 maart 2005. Dit
rentepercentage is van kracht voor toelatingsbeschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Conform de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde van de bijdragen in
maximaal 30 jaren bereikt.
Indien de ontwikkeling van het rentepercentage zodanig is dat deze termijn zou worden overschreden,
wordt de jaarlijkse bijdrage bovenwaarts bijgesteld.
Als gevolg daarvan is de jaarlijkse bijdrage voor die woningen, waarvan de contante waarde is of
wordt vastgesteld op ¤ 18.604,99 en waarvoor het transport van de notariële akte zal plaatsvinden in
de periode van 16 februari 2005 t/m 15 maart 2005, vastgesteld op ¤ 1.633,61.
Het in artikel 3 van bijgaande beschikking genoemde percentage wordt ook gebruikt ten behoeve van
de uitvoering van de rijksrekenrentetoets.
Vermenigvuldigingsfactoren
Maandelijks wordt een opgave verstrekt van de vermenigvuldigingsfactoren. Behalve voor woningen,
gesubsidieerd met de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975 zal ook bij woningen,
gebouwd met de Regeling geldelijke steun huurwoningen proefgemeenten normkostensysteem 1986
en de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 een aanpassing van de
variabele exploitatiekosten dienen plaats te vinden.
Overeenkomstig artikel 24 van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, artikel 25 van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986 en artikel 52
van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 worden de percentages
gegeven, waarmee de onderscheidene variabele exploitatiekosten dienen te worden vermenigvuldigd.
De vermenigvuldigingsfactoren voor de maand januari 2005 zijn vermeld in onderstaand overzicht.
Overzicht 2: vermenigvuldigingsfactoren
Aanvang
exploitatiejaar
2005
Kosten van
onderhoud,
algemeen beheer en
administratie
Belastingen Premie voor de
storm- en
brandverzekering
Huurderving
1 2 3 4 5
januari 2005 1,0036 0,9280 1,0291 1,0380
../4
- 4 -
Publicatie MG digitaal
"Met ingang van januari 2005 wordt door het Directoraat-Generaal Wonen van het ministerie van
VROM gestart met "MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar,
derhalve per 1 juli 2005, de MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Dit geldt overigens
niet voor MG's waarin specifiek om medewerking van de geadresseerde wordt gevraagd. Gedurende
het komende halfjaar kunt u zich aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt dit doen
door in te loggen op www.minvrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u zich
kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de VROM-site wordt
geplaatst een waarschuwingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk is of niet
en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wilt veranderen kan
dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor u belangrijke
MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande adreswijziging."
Voor eventuele nadere informatie of toelichting kunt u contact opnemen met de Directie Informatie,
Beheer en Subsidieregelingen, Unit Bijzondere Regelingen.
Telefoon (070 - 339 2207)
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling Uitvoering
Unit Bijzondere Regelingen
Nr. IBSU 2005011136
Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, februari 2005.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, en artikel 18, vierde
lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, en gelet
op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, en voorts gelet op artikel 17,
tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 alsmede gelet op artikel 28b van de
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;
B E S L U I T :
Artikel 1
Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en
een bijdrage ineens dan wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun
huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem
1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt, bedraagt
het rendement in de maand februari 2005, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de
aanvang van elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 3,875 procent.
Artikel 2
Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de
gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel i. van die regeling, stelt op 16 februari 2005, doch
niet later dan 15 maart 2005 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van die
regeling 0,654 procent.
Artikel 3
Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en
waarvan in het tijdvak aanvangende met 16 februari 2005 en eindigende met 15 maart 2005 de notariële
akte tot levering, bedoeld in artikel 89, boek 3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het
rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun
eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,60 procent.
- 2 -
- 2 -
Artikel 4
Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde
opslagpercentage is gelijk aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig
voor de genoemde periode.
Den Haag, 16 februari 2005
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
1
Directie : Beleidsontwikkeling
Registratienummer : MG 2005-3
Datum : 16 maart 2005
Datum van ingang : 1 juli 2005
Strekking : Bekendmaking van beleid en voorschriften
Relaties met
andere circulaires :
Informatie : Voor nadere informatie over deze circulaire kunt u zich richten tot de
Directie Stad en Regio en het secretariaat van de huurcommissies.
Aan : de colleges van burgemeester en wethouders en
de besturen van de toegelaten instellingen, Aedes, Vereniging van
Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland en Vastgoed Belang
Onderwerp : Huurprijsbeleid voor de periode 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006
Geacht college, geacht bestuur,
1. Inleiding
In mijn brief aan de Tweede Kamer van 19 november 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 27 926, nr. 39)
heb ik mijn voorstellen voor de modernisering van het huurprijsbeleid uiteengezet. Daarnaast heb ik in
mijn brief aan de Tweede Kamer van 4 februari 2005 nog aanvullende voorstellen gedaan. De
modernisering van het huurbeleid is één van de centrale opgaven welke is gericht op het verbeteren
van het functioneren van de woningmarkt. De andere twee zijn de verhoging van de
nieuwbouwproductie en een krachtige aanpak bij de herstructurering van verouderde wijken. De
modernisering van het huurprijsbeleid zal gefaseerd worden ingevoerd, te beginnen in 2005. In deze
circulaire ga ik in op deze wijzigingen per 1 juli 2005. Aangezien het overleg ter zake met de Tweede
Kamer nog niet is afgerond en een wijzigingsbesluit ter zake nog onder de Raad van State is, dient
aangaande het hierna volgende een voorbehoud te worden gemaakt.
Onderstaand ga ik puntsgewijs in op de volgende onderwerpen:
2. Het huurbeleid per 1 juli 2005;
3. De huurprijsliberalisatie;
4. Het subsidie-afbraak percentage;
5. De vereisten aanzegging huurverhogingen 2005 (motiveringsplicht);
6. De huursubsidieparameters;
7. Het samenvattend overzicht huurparameters;
8. De digitale aanlevering van MG-circulaires;
9. Voorbehoud in verband met het overleg met de Tweede Kamer;
10. De voorlichting.
2. Het huurbeleid per 1 juli 2005
Per 1 juli 2005 zullen de volgende elementen wijzigen t.a.v. de jaarlijkse maximale huurverhoging:
a. Het vervangen van het vijfjaars gemiddeld inflatiepercentage door het jaarlijkse
inflatiepercentage van het direct voorafgaande jaar als basis voor de huurverhoging;
b. Het afschaffen van de staffelgrenzen;
daarvoor komt één vast, in de tijd oplopend, opslagpercentage in de plaats: per 1 juli 2005 is
dat 1,5%;
c. De huurverhoging in euro's voor zelfstandige woningen met een relatief lage huur t.o.v. de
geboden kwaliteit;
2
d. Het ontdooien van de maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woningen, woonwagens
en standplaatsen en het ophogen daarvan met het inflatiepercentage.
Gehandhaafd blijft:
e. De maximale huurprijsnorm voor de sociale verhuurders.
Hieronder ga ik nader in op de genoemde maatregelen per 1 juli 2005.
a. Het inflatiecijfer als basis voor de huurverhoging
Zoals ik in mijn brief al aangekondigd heb ga ik per 1 juli 2005 uit van het inflatiecijfer over het
voorafgaande jaar, i.c. 2004, zoals het CBS dat jaarlijks, nu op 6 januari 2005, heeft gepubliceerd in
de Staatscourant, te weten 1,2%.
b. De maximale huurverhoging per 1 juli 2005
Het doel van de modernisering van het huurbeleid is dat er meer investeringen worden gerealiseerd
o.a. door een betere prijs-kwaliteitsverhouding mogelijk te maken. Omdat de keuzeruimte voor
huurders bij het zoeken van woonruimte thans nog te beperkt is, zal ik in 2005 beginnen met een
gematigde maximale huurstijging. Om echter lokaal maatwerk mogelijk te maken wil ik verhuurders
meer ruimte te geven voor differentiatie.
De maximale huurverhoging die nog redelijk is per 1 juli 2005 gaat uit van het inflatiepercentage van
het jaar 2004 + 1,5%, dit komt neer op maximaal 2,7%.
c. De huurverhoging in euro's voor zelfstandige woningen die een lage huurprijs hebben
Voor woningen met een relatief lage huur t.o.v. de geboden kwaliteit geldt een andere maximale
huurstijging. Het gaat daarbij om zelfstandige woningen met een huurprijs onder de ¤ 200,- op 30 juni
2005 en waarbij bovendien de huurprijs minder is dan 50% van de maximale huurprijsgrens op 30 juni
2005. In deze gevallen wordt niet een percentage maar een maximale huurstijging van ¤ 25,- per
maand als maximaal redelijke huurverhoging aangegeven.
d. De maximale huurprijsgrenzen
Met ingang van 1 juli 2005 worden de maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woonruimten,
woonwagens en standplaatsen ontdooid. Deze grenzen worden evenals de grenzen voor
onzelfstandige woonruimte aangepast met het inflatiepercentage over het voorafgaande jaar en
worden afgerond op een hele eurocent naar boven. De tabellen met de nieuwe maximale
huurprijsgrenzen zijn als bijlagen I t/m IV bijgevoegd.
e. De maximale huurprijsnorm
Ook voor het jaar 2005 blijft voor sociale verhuurders de bepaling van kracht (in het Besluit beheer
sociale-huursector) dat op instellingsniveau een maximum gesteld wordt aan de gemiddelde jaarlijkse
huurverhoging. Dit maximum zal voor de periode tot 1 juli 2006 0,4% boven de inflatie over het jaar
2004 van 1,2% liggen. De maximale gemiddelde huurstijging op instellingsniveau mag 1,2% + 0,4% =
1,6% bedragen. Het gaat daarbij uitsluitend om de jaarlijkse huurverhoging bij zittende huurders van
woonruimte die een zelfstandige woning vormt. Effecten op de gemiddelde huurverhoging als gevolg
van onder meer nieuwe verhuringen, huurverhogingen in het geliberaliseerde gebied en
huurstijgingen als gevolg van woningverbeteringen tellen niet mee. Ook huurverhogingen in euro's bij
lage huren (zie punt c.) blijven buiten beschouwing.
Rekening houdend met de eerder genoemde maximale huurprijsstijging, de maximale huurprijsnorm
en de maximale huurprijsstijging van ¤ 25,-, verwacht ik dat de landelijk gemiddelde huurprijsstijging
voor het jaar 2005 op 1,8% zal uitkomen.
3. Huurprijsliberalisatie
De maximale huurgrens huursubsidie (artikel 13, eerste lid, onder a, van de Huursubsidiewet) wordt
per 1 juli 2005 ¤ 604,72. De liberalisatiegrens in de huurprijsregelgeving verwijst naar deze grens in
de Huursubsidiewet, deze liberalisatiegrens zal dan ook per 1 juli 2005 eveneens ¤ 604,72 bedragen.
3
De huurprijsliberalisatie geldt niet voor huurovereenkomsten die vóór 1 juli 1994 tot stand zijn
gekomen, met uitzondering van huurovereenkomsten waarop de interim-huurliberalisatiemaatregel
van toepassing was. Onder deze interim-maatregel, van kracht van 1 juli 1989 tot 1 juli 1994, vallen
huurovereenkomsten met betrekking tot zelfstandige woningen die voor het eerst op of na 1 juli 1989
werden bewoond en waarvoor bij de aanvang van de bewoning een huurprijs was overeengekomen,
die uitsteeg boven de maximale huurprijs waarbij individuele huursubsidie werd toegekend.
In de volgende tabel is per jaargang, dat is de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het
daaropvolgende jaar tot en met 1993, de geldende huurliberalisatiegrens opgenomen zoals in de
interim-maatregel is aangegeven. Daarnaast is aangegeven hoe hoog de huurliberalisatiegrens voor
de opvolgende jaren is.
Tabel 1. huurliberalisatiegrenzen
Huurliberalisatiegrens
Interim-maatregel Nieuwe maatregel
jaargang Huurprijs jaargang Huurprijs
1989
1990
1991
1992
1993
> f 750,00 (¤ 340,34)
> f 775,00 (¤ 351,68)
> f 820,00 (¤ 372,10)
> f 865,42 (¤ 392,71)
> f 913,33 (¤ 414,45)
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
> f 963,75 (¤ 437,33)
> f 1.007,50 (¤ 457,18)
> f 1.047,92 (¤ 475,53)
> f 1.085,00 (¤ 492,35)
> f 1.085,00 (¤ 492,35)
> f 1.107,00 (¤ 502,33)
> f 1.149,00 (¤ 521,39)
> f 1.193,00 (¤ 541,36)
¤ 565,44
¤ 585,24
¤ 597,54
¤ 604,72
4. Subsidie-afbraak percentage
Per 1 juli 2005 zijn de maximale huurstijgingspercentages overeenkomstig de staffels uit de
voorgaande jaren niet meer van toepassing. Hiervoor treedt in de plaats een maximale huurstijging
van het inflatiepercentage (van het voorafgaande jaar) vermeerderd met een opslag van 1,5%. De
maximale huurstijging komt daarmee uit op 2,7%. Aangezien het subsidie-afbraakpercentage is
gekoppeld aan het maximaal huurverhogingspercentage genoemd in Bijlage V van de
Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte, zoals deze per 1 juli 2005 van kracht zal worden, geldt
per 1 juli 2005 een subsidie-afbraakpercentage van 2,7%. Dit percentage is alleen van belang voor de
woonruimten waarvan de verbintenissen van het Rijk jegens de betrokken verhuurders uit hoofde van
geldelijke steun die van rijkswege is verleend, nog niet zijn beëindigd.
5. Vereisten aanzegging huurverhogingen 2005 (motiveringsplicht)
In artikel 252, tweede lid, onder f, en derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen
dat huurverhogingen boven het vijfjaars gemiddelde inflatiepercentage (extra) gemotiveerd moeten
worden. Het is niet mogelijk het in het derde lid genoemde begrip inflatiepercentage tijdig (voor 1 juli
2005) aan te passen aan het begrip inflatiepercentage van het voorafgaande jaar zoals onder a.
4
omschreven. Daarom moet voor de motiveringsplicht uitgegaan worden van het vijfjaarlijks
gemiddelde. Voor de periode 2005/2006 bedraagt het gemiddelde inflatiepercentage 2,8% 1 .
Aangezien de maximale huurprijsstijging per 1 juli 2005 per woning niet meer bedraagt dan 2,7%
(inflatie over 2004 = 1,2% + maximaal een opslag van 1,5%) zal die (extra) motiveringsplicht zich in
2005 dus in principe niet voordoen. Een uitzondering hierop vormt de huurstijging in euro's (maximaal
¤ 25,-) voor zelfstandige woningen die een huurprijs hebben van minder dan ¤ 200,- (zie punt c.). Al
naar gelang het bedrag (maximaal ¤ 25,-) van de huurstijging t.o.v. de geldende huurprijs op 30 juni
2005 is het mogelijk dat het percentage van de huurstijging boven 2,8% uitkomt. In dat geval dient het
voorstel dus wel gemotiveerd te worden.
6. Huursubsidieparameters 2005
De kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrenzen zullen met de verwachte gemiddelde huurstijging
worden geïndexeerd (per 1 juli 2005 1,8%). De maximale huurgrens huursubsidie (artikel 13, eerste
lid, onder a, van de Huursubsidiewet) wordt geïndexeerd met het inflatiepercentage over het jaar 2004
(1,2%). De op deze basis berekende nieuwe huursubsidieparameters bedragen per 1 juli 2005:
Tabel 2. huursubsidieparameters
Grenzen 2004 2005
De kwaliteitskortingsgrens ¤ 325,91 ¤ 331,78
De aftoppingsgrens 1- en 2- persoonshuishoudens ¤ 466,48 ¤ 474,88
De aftoppingsgrens 3- en meerpersoonshuishoudens ¤ 499,92 ¤ 508,92
De maximale huurgrens huursubsidie ¤ 597,54 ¤ 604,72
Over de wijzigingen van de overige huursubsidieparameters voor het komende tijdvak zal ik u bij
afzonderlijke circulaire, die naar verwachting in het eerste kwartaal 2005 zal verschijnen, informeren.
De bovengenoemde bedragen zijn dan ook voorlopig tot de definitieve bedragen zijn vastgesteld.
7. Samenvattend overzicht huurparameters
Parameters:
Maximale huurstijging per woning 2,7%
Huur lager dan ¤ 200,- en tevens lager dan 50% van de maximale huurprijsgrens
per 30 juni 2005
¤ 25,- p/m.
Overige parameters
Maximale huurprijsnorm (op instellingsniveau) sociale verhuurders 1,6%
Stijging maximale huurprijsgrenzen zelfstandige woonruimten, onzelfstandige
woonruimten, woonwagens en standplaatsen
1,2%
Percentage waarboven motivering is vereist 2,8%
Subsidie-afbraakpercentage 2,7%
8. Digitale aanlevering MG-circulaires
Met ingang van januari 2005 start het Directoraat-Generaal Wonen van het Ministerie van VROM met
"MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar, derhalve per 1 juli 2005, de
MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Dit geldt overigens niet voor MG's waarin
specifiek om medewerking van de geadresseerde wordt gevraagd. Gedurende het komende halfjaar
kunt u zich aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt dit doen door in te loggen op
www.vrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u zich kunt opgeven als abonnee.
Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de VROM-site wordt geplaatst een
waarschuwingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk is of niet en u kunt deze
als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wilt veranderen kan dit via hetzelfde
menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor u belangrijke MG's krijgt, ook na
bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande adreswijziging.
1 De gemiddelde inflatie over de periode 2000 t/m. 2004 bedraagt (2,6 + 4,5 + 3,4 + 2,1 + 1,2) : 5 is 2,8%
5
9. Voorbehoud in verband met het overleg met de Tweede Kamer
Op het tijdstip van publicatie van deze MG is het overleg met de Tweede Kamer over het toekomstige
huurbeleid nog niet afgerond. Ik wijs u er met nadruk op dat indien de Tweede Kamer niet instemt met
de voorgestelde modernisering van het huurbeleid, dit kan leiden tot wijziging van het beleid zoals in
deze MG verwoord. Voorts meld ik u dat een conceptbesluit ter zake nog bij de Raad van State ligt.
Het advies van de Raad van State zou kunnen leiden tot een bijstelling van de hiervoor vermelde
wijzigingen per 1 juli 2005.
10. Voorlichting
Deze circulaire zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.
11. Tot slot
De circulaire MG 2004-3 over het huurbeleid voor de periode 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005
vervalt met ingang van 1 juli 2005.
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
6
ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS
DIRECTIE STAD EN REGIO
Postbus 30941
2500 GX Den Haag
tel. 070 - 3393939
HET SECRETARIAAT VAN DE HUURCOMMISSIES
Postbus 16495
2500 BL Den Haag
tel. 0800 - 4887243 (0800-huurcie)
fax. 070 - 3754200
Bijlage I
Maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woningen per 1 juli 2005
punten bedrag punten bedrag punten bedrag punten bedrag punten bedrag
40 163,35 82 335,64 124 523,94 166 712,22 208 900,51
41 167,43 83 340,13 125 528,42 167 716,71 209 905
42 171,52 84 344,61 126 532,9 168 721,19 210 909,48
43 175,6 85 349,09 127 537,39 169 725,68 211 913,96
44 179,67 86 353,58 128 541,87 170 730,15 212 918,44
45 183,76 87 358,06 129 546,35 171 734,65 213 922,93
46 187,85 88 362,54 130 550,84 172 739,12 214 927,41
47 191,93 89 367,03 131 555,32 173 743,61 215 931,89
48 196,02 90 371,51 132 559,8 174 748,08 216 936,38
49 200,1 91 375,99 133 564,29 175 752,58 217 940,86
50 204,18 92 380,48 134 568,77 176 757,05 218 945,34
51 208,26 93 384,96 135 573,25 177 761,54 219 949,83
52 212,35 94 389,44 136 577,72 178 766,02 220 954,31
53 216,43 95 393,93 137 582,22 179 770,51 221 958,79
54 220,52 96 398,41 138 586,69 180 774,98 222 963,28
55 224,6 97 402,89 139 591,18 181 779,48 223 967,76
56 228,69 98 407,37 140 595,66 182 783,95 224 972,24
57 232,76 99 411,86 141 600,15 183 788,44 225 976,73
58 236,85 100 416,34 142 604,62 184 792,92 226 981,21
59 240,93 101 420,82 143 609,12 185 797,41 227 985,69
60 245,02 102 425,31 144 613,59 186 801,88 228 990,18
61 249,1 103 429,79 145 618,08 187 806,38 229 994,66
62 253,18 104 434,27 146 622,56 188 810,85 230 999,14
63 257,26 105 438,76 147 627,05 189 815,34 231 1003,62
64 261,34 106 443,24 148 631,52 190 819,82 232 1008,11
65 265,43 107 447,72 149 636,02 191 824,3 233 1012,59
66 269,52 108 452,21 150 640,49 192 828,78 234 1017,07
67 273,6 109 456,69 151 644,98 193 833,26 235 1021,56
68 277,68 110 461,17 152 649,46 194 837,75 236 1026,04
69 281,77 111 465,66 153 653,95 195 842,23 237 1030,52
70 285,84 112 470,14 154 658,42 196 846,71 238 1035,01
71 289,93 113 474,62 155 662,91 197 851,2 239 1039,49
72 294,02 114 479,11 156 667,39 198 855,68 240 1043,97
73 298,1 115 483,59 157 671,88 199 860,16 241 1048,46
74 302,18 116 488,07 158 676,35 200 864,65 242 1052,94
75 306,27 117 492,55 159 680,85 201 869,13 243 1057,42
76 310,34 118 497,04 160 685,32 202 873,61 244 1061,91
77 314,43 119 501,52 161 689,81 203 878,1 245 1066,39
78 318,52 120 506 162 694,29 204 882,58 246 1070,87
79 322,6 121 510,49 163 698,77 205 887,06 247 1075,35
80 326,68 122 514,97 164 703,25 206 891,55 248 1079,84
81 331,16 123 519,45 165 707,74 207 896,03 249 1084,31
250 1088,8
Bijlage II
Maximale huurprijsgrenzen voor onzelfstandige woningen per 1 juli 2005
Punten bedrag punten Bedrag punten Bedrag punten bedrag Punten bedrag
1 1,72 54 92,16 107 182,59 160 273,02 213 336,31
2 3,42 55 93,87 108 184,30 161 274,73 214 337,19
3 5,13 56 95,56 109 186,00 162 276,43 215 338,07
4 6,84 57 97,27 110 187,71 163 278,13 216 338,95
5 8,55 58 98,98 111 189,41 164 279,85 217 339,84
6 10,26 59 100,68 112 191,11 165 281,55 218 340,72
7 11,96 60 102,39 113 192,82 166 283,25 219 341,62
8 13,67 61 104,10 114 194,53 167 284,96 220 342,50
9 15,38 62 105,81 115 196,23 168 286,66 221 343,38
10 17,09 63 107,51 116 197,94 169 288,37 222 344,26
11 18,78 64 109,22 117 199,65 170 290,08 223 345,15
12 20,49 65 110,93 118 201,36 171 291,78 224 346,03
13 22,20 66 112,64 119 203,06 172 293,49 225 346,91
14 23,90 67 114,33 120 204,77 173 295,20 226 347,80
15 25,62 68 116,04 121 206,48 174 296,91 227 348,68
16 27,31 69 117,75 122 208,19 175 298,60 228 349,56
17 29,02 70 119,45 123 209,87 176 300,33 229 350,45
18 30,73 71 121,16 124 211,59 177 302,03 230 351,34
19 32,44 72 122,86 125 213,29 178 303,74 231 352,21
20 34,14 73 124,57 126 215,00 179 305,43 232 353,11
21 35,85 74 126,28 127 216,71 180 307,14 233 353,98
22 37,55 75 127,99 128 218,41 181 308,03 234 354,87
23 39,26 76 129,69 129 220,12 182 308,91 235 355,74
24 40,96 77 131,40 130 221,83 183 309,80 236 356,64
25 42,67 78 133,10 131 223,54 184 310,68 237 357,51
26 44,38 79 134,81 132 225,24 185 311,57 238 358,40
27 46,09 80 136,51 133 226,96 186 312,45 239 359,28
28 47,79 81 138,22 134 228,66 187 313,32 240 360,16
29 49,50 82 139,93 135 230,36 188 314,22 241 361,06
30 51,20 83 141,63 136 232,07 189 315,09 242 361,94
31 52,91 84 143,34 137 233,77 190 315,98 243 362,83
32 54,62 85 145,04 138 235,49 191 316,86 244 363,71
33 56,31 86 146,75 139 237,19 192 317,75 245 364,60
34 58,02 87 148,46 140 238,90 193 318,62 246 365,47
35 59,73 88 150,17 141 240,60 194 319,51 247 366,36
36 61,44 89 151,86 142 242,31 195 320,40 248 367,24
37 63,14 90 153,58 143 244,02 196 321,28 249 368,13
38 64,85 91 155,29 144 245,73 197 322,17 250 369,01
39 66,56 92 157,00 145 247,42 198 323,05 251 369,89
40 68,27 93 158,70 146 249,13 199 323,94 252 370,78
41 69,98 94 160,41 147 250,84 200 324,82 253 371,65
42 71,67 95 162,12 148 252,55 201 325,71 254 372,55
43 73,38 96 163,83 149 254,24 202 326,59 255 373,42
44 75,08 97 165,52 150 255,96 203 327,48 256 374,31
45 76,79 98 167,23 151 257,66 204 328,34 257 375,18
46 78,49 99 168,94 152 259,37 205 329,24 258 376,08
47 80,21 100 170,65 153 261,07 206 330,11 259 376,95
48 81,92 101 172,35 154 262,78 207 331,01 260 377,85
49 83,63 102 174,05 155 264,49 208 331,89 261 378,72
50 85,33 103 175,76 156 266,20 209 332,78 262 379,62
51 87,04 104 177,47 157 267,90 210 333,65 263 380,49
52 88,75 105 179,18 158 269,60 211 334,54 264 381,39
53 90,46 106 180,88 159 271,31 212 335,42 265 382,27
Vervolg
Maximale huurprijsgrenzen voor onzelfstandige woningen per 1 juli 2005
punten Bedrag punten Bedrag punten Bedrag punten bedrag punten bedrag
266 383,15 319 429,98 372 476,83 425 523,67 478 570,50
267 384,04 320 430,87 373 477,71 426 524,55 479 571,40
268 384,92 321 431,75 374 478,60 427 525,43 480 572,27
269 385,80 322 432,64 375 479,48 428 526,32 481 573,17
270 386,68 323 433,51 376 480,36 429 527,21 482 574,05
271 387,57 324 434,42 377 481,25 430 528,10 483 574,92
272 388,44 325 435,29 378 482,13 431 528,97 484 575,81
273 389,34 326 436,18 379 483,02 432 529,86 485 576,69
274 390,21 327 437,06 380 483,89 433 530,74 486 577,58
275 391,10 328 437,95 381 484,79 434 531,62 487 578,46
276 391,99 329 438,82 382 485,66 435 532,51 488 579,35
277 392,87 330 439,72 383 486,56 436 533,39 489 580,22
278 393,75 331 440,59 384 487,43 437 534,27 490 581,11
279 394,64 332 441,48 385 488,31 438 535,16 491 582,00
280 395,52 333 442,36 386 489,19 439 536,04 492 582,89
281 396,40 334 443,25 387 490,09 440 536,93 493 583,76
282 397,28 335 444,13 388 490,97 441 537,81 494 584,66
283 398,18 336 445,01 389 491,86 442 538,69 495 585,54
284 399,06 337 445,90 390 492,75 443 539,57 496 586,42
285 399,95 338 446,77 391 493,62 444 540,46 497 587,31
286 400,83 339 447,66 392 494,51 445 541,34 498 588,19
287 401,71 340 448,54 393 495,39 446 542,23 499 589,07
288 402,59 341 449,43 394 496,28 447 543,12 500 589,95
289 403,48 342 450,31 395 497,15 448 543,99 501 590,84
290 404,36 343 451,20 396 498,04 449 544,89 502 591,71
291 405,24 344 452,08 397 498,92 450 545,77 503 592,60
292 406,12 345 452,97 398 499,81 451 546,65 504 593,48
293 407,01 346 453,86 399 500,69 452 547,53 505 594,37
294 407,89 347 454,74 400 501,58 453 548,42 506 595,26
295 408,78 348 455,63 401 502,45 454 549,30 507 596,14
296 409,66 349 456,51 402 503,33 455 550,18 508 597,02
297 410,54 350 457,39 403 504,23 456 551,07 509 597,90
298 411,43 351 458,26 404 505,10 457 551,95 510 598,79
299 412,31 352 459,16 405 505,99 458 552,83 511 599,67
300 413,20 353 460,03 406 506,87 459 553,72 512 600,56
301 414,08 354 460,92 407 507,76 460 554,61 513 601,45
302 414,97 355 461,80 408 508,64 461 555,48 514 602,33
303 415,84 356 462,69 409 509,54 462 556,37 515 603,20
304 416,73 357 463,57 410 510,41 463 557,25 516 604,10
305 417,62 358 464,46 411 511,30 464 558,14 517 604,98
306 418,50 359 465,34 412 512,18 465 559,02 518 605,86
307 419,39 360 466,22 413 513,07 466 559,91 519 606,74
308 420,27 361 467,10 414 513,95 467 560,78 520 607,63
309 421,15 362 467,99 415 514,84 468 561,66 521 608,51
310 422,03 363 468,87 416 515,72 469 562,55 522 609,40
311 422,93 364 469,75 417 516,59 470 563,44 523 610,28
312 423,80 365 470,64 418 517,49 471 564,34 524 611,16
313 424,69 366 471,53 419 518,36 472 565,20 525 612,04
314 425,57 367 472,41 420 519,25 473 566,10 526 612,93
315 426,46 368 473,30 421 520,12 474 566,97 527 613,81
316 427,33 369 474,18 422 521,02 475 567,87 528 614,71
317 428,23 370 475,06 423 521,89 476 568,74 529 615,58
318 429,10 371 475,95 424 522,79 477 569,63 530 616,47
Vervolg
Maximale huurprijsgrenzen voor onzelfstandige woningen per 1 juli 2005
Punten bedrag punten Bedrag punten bedrag punten Bedrag punten bedrag
531 617,34 584 664,19 637 711,04 690 757,88 743 804,72
532 618,23 585 665,08 638 711,91 691 758,75 744 805,60
533 619,12 586 665,96 639 712,81 692 759,65 745 806,47
534 620,00 587 666,84 640 713,68 693 760,52 746 807,36
535 620,89 588 667,72 641 714,57 694 761,41 747 808,25
536 621,77 589 668,61 642 715,46 695 762,28 748 809,13
537 622,65 590 669,49 643 716,34 696 763,17 749 810,02
538 623,54 591 670,37 644 717,22 697 764,05 750 810,90
539 624,43 592 671,26 645 718,11 698 764,94 >750 *
540 625,30 593 672,14 646 718,99 699 765,81
541 626,20 594 673,02 647 719,86 700 766,71
542 627,07 595 673,92 648 720,75 701 767,60
543 627,96 596 674,81 649 721,63 702 768,48
544 628,84 597 675,68 650 722,52 703 769,37
545 629,73 598 676,57 651 723,40 704 770,24
546 630,60 599 677,45 652 724,29 705 771,13
547 631,49 600 678,33 653 725,16 706 772,01
548 632,37 601 679,21 654 726,05 707 772,90
549 633,25 602 680,10 655 726,94 708 773,78
550 634,13 603 680,98 656 727,82 709 774,67
551 635,02 604 681,87 657 728,71 710 775,54
552 635,91 605 682,75 658 729,59 711 776,43
553 636,78 606 683,63 659 730,48 712 777,32
554 637,69 607 684,51 660 731,36 713 778,19
555 638,56 608 685,40 661 732,25 714 779,09
556 639,45 609 686,29 662 733,13 715 779,96
557 640,33 610 687,17 663 734,01 716 780,85
558 641,22 611 688,06 664 734,88 717 781,72
559 642,09 612 688,93 665 735,78 718 782,62
560 642,98 613 689,82 666 736,66 719 783,49
561 643,86 614 690,70 667 737,55 720 784,38
562 644,75 615 691,58 668 738,43 721 785,27
563 645,64 616 692,48 669 739,31 722 786,16
564 646,52 617 693,35 670 740,19 723 787,04
565 647,40 618 694,24 671 741,08 724 787,93
566 648,27 619 695,12 672 741,96 725 788,81
567 649,17 620 696,02 673 742,84 726 789,69
568 650,04 621 696,89 674 743,73 727 790,58
569 650,94 622 697,78 675 744,61 728 791,46
570 651,81 623 698,65 676 745,49 729 792,34
571 652,70 624 699,55 677 746,39 730 793,21
572 653,57 625 700,42 678 747,26 731 794,11
573 654,47 626 701,32 679 748,15 732 794,98
574 655,35 627 702,19 680 749,04 733 795,88
575 656,25 628 703,08 681 749,92 734 796,76
576 657,13 629 703,95 682 750,80 735 797,64
577 658,01 630 704,85 683 751,69 736 798,52
578 658,89 631 705,73 684 752,57 737 799,41
579 659,78 632 706,60 685 753,45 738 800,29
580 660,66 633 707,50 686 754,34 739 801,17
581 661,53 634 708,37 687 755,22 740 802,06
582 662,42 635 709,26 688 756,11 741 802,95
583 663,30 636 710,14 689 756,98 742 803,83
* maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 750 punten is het bedrag dat wordt verkregen door ¤ 0,88 (dat
bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 750 en 749 punten) te vermenigvuldigen
met het aantal punten van de woonruimte verminderd met 750, en bij de verkregen uitkomst ¤ 810,90 (dat bedrag
komt overeen met het bedrag genoemd bij 750 punten) op te tellen.
Bijlage III
Maximale huurprijsgrenzen voor woonwagens per 1 juli 2005
Punten bedrag punten bedrag punten bedrag punten bedrag punten bedrag
40 173,94 82 357,36 124 556,78 166 756,19 208 955,6
41 178,29 83 362,12 125 561,52 167 760,94 209 960,35
42 182,64 84 366,86 126 566,28 168 765,68 210 965,1
43 186,99 85 371,61 127 571,01 169 770,43 211 969,84
44 191,33 86 376,36 128 575,77 170 775,18 212 974,59
45 195,68 87 381,1 129 580,52 171 779,93 213 979,34
46 200,03 88 385,85 130 585,26 172 784,68 214 984,09
47 204,38 89 390,6 131 590,01 173 789,42 215 988,84
48 208,73 90 395,35 132 594,76 174 794,17 216 993,59
49 213,07 91 400,1 133 599,5 175 798,92 217 998,33
50 217,42 92 404,84 134 604,26 176 803,66 218 1003,08
51 221,77 93 409,59 135 609,01 177 808,42 219 1007,82
52 226,13 94 414,34 136 613,75 178 813,17 220 1012,58
53 230,47 95 419,08 137 618,5 179 817,91 221 1017,32
54 234,82 96 423,84 138 623,24 180 822,66 222 1022,07
55 239,16 97 428,59 139 628 181 827,41 223 1026,82
56 243,51 98 433,33 140 632,75 182 832,15 224 1031,57
57 247,86 99 438,08 141 637,49 183 836,9 225 1036,31
58 252,21 100 442,82 142 642,24 184 841,65 226 1041,06
59 256,56 101 447,57 143 646,99 185 846,4 227 1045,81
60 260,91 102 452,33 144 651,73 186 851,15 228 1050,56
61 265,25 103 457,07 145 656,49 187 855,89 229 1055,31
62 269,6 104 461,82 146 661,22 188 860,65 230 1060,05
63 273,95 105 466,57 147 665,98 189 865,39 231 1064,8
64 278,29 106 471,31 148 670,73 190 870,14 232 1069,55
65 282,65 107 476,06 149 675,47 191 874,89 233 1074,3
66 287 108 480,81 150 680,22 192 879,63 234 1079,04
67 291,35 109 485,56 151 684,97 193 884,38 235 1083,8
68 295,69 110 490,31 152 689,72 194 889,13 236 1088,54
69 300,04 111 495,05 153 694,47 195 893,87 237 1093,29
70 304,38 112 499,8 154 699,22 196 898,63 238 1098,03
71 308,73 113 504,56 155 703,96 197 903,38 239 1102,79
72 313,09 114 509,29 156 708,71 198 908,12 240 1107,54
73 317,44 115 514,05 157 713,45 199 912,87 241 1112,28
74 321,78 116 518,8 158 718,21 200 917,61 242 1117,03
75 326,13 117 523,54 159 722,95 201 922,37 243 1121,78
76 330,47 118 528,29 160 727,7 202 927,11 244 1126,52
77 334,82 119 533,03 161 732,45 203 931,86 245 1131,27
78 339,18 120 537,78 162 737,2 204 936,61 246 1136,02
79 343,52 121 542,54 163 741,94 205 941,36 247 1140,77
80 347,87 122 547,28 164 746,7 206 946,1 248 1145,52
81 352,27 123 552,03 165 751,44 207 950,86 249 1150,26
250 1155,01
Bijlage IV
Maximale huurprijsgrenzen voor standplaatsen per 1 juli 2005
Punten bedrag punten bedrag punten bedrag punten bedrag punten bedrag
1 4,09 54 220,52 107 447,72 160 685,32 213 922,93
2 8,18 55 224,6 108 452,21 161 689,81 214 927,41
3 12,26 56 228,68 109 456,69 162 694,29 215 931,89
4 16,35 57 232,76 110 461,17 163 698,77 216 936,38
5 20,43 58 236,85 111 465,66 164 703,25 217 940,86
6 24,51 59 240,93 112 470,14 165 707,74 218 945,34
7 28,59 60 245,02 113 474,62 166 712,22 219 949,83
8 32,68 61 249,1 114 479,11 167 716,71 220 954,31
9 36,76 62 253,18 115 483,59 168 721,19 221 958,79
10 40,85 63 257,26 116 488,07 169 725,68 222 963,28
11 44,93 64 261,34 117 492,55 170 730,15 223 967,76
12 49,02 65 265,43 118 497,04 171 734,65 224 972,24
13 53,09 66 269,52 119 501,52 172 739,12 225 976,73
14 57,18 67 273,6 120 506 173 743,61 226 981,21
15 61,26 68 277,68 121 510,49 174 748,08 227 985,69
16 65,35 69 281,77 122 514,97 175 752,58 228 990,18
17 69,43 70 285,84 123 519,45 176 757,05 229 994,66
18 73,52 71 289,93 124 523,94 177 761,54 230 999,14
19 77,59 72 294,02 125 528,42 178 766,02 231 1003,62
20 81,68 73 298,1 126 532,9 179 770,51 232 1008,11
21 85,76 74 302,18 127 537,39 180 774,98 233 1012,59
22 89,85 75 306,27 128 541,87 181 779,48 234 1017,07
23 93,93 76 310,34 129 546,35 182 783,95 235 1021,56
24 98,02 77 314,43 130 550,84 183 788,44 236 1026,04
25 102,09 78 318,52 131 555,32 184 792,92 237 1030,52
26 106,18 79 322,6 132 559,8 185 797,41 238 1035,01
27 110,26 80 326,68 133 564,29 186 801,88 239 1039,49
28 114,35 81 331,16 134 568,77 187 806,38 240 1043,97
29 118,43 82 335,64 135 573,25 188 810,85 241 1048,46
30 122,52 83 340,13 136 577,72 189 815,34 242 1052,94
31 126,6 84 344,61 137 582,22 190 819,82 243 1057,42
32 130,67 85 349,09 138 586,69 191 824,3 244 1061,91
33 134,76 86 353,58 139 591,18 192 828,78 245 1066,39
34 138,85 87 358,06 140 595,66 193 833,26 246 1070,87
35 142,93 88 362,54 141 600,15 194 837,75 247 1075,35
36 147,02 89 367,03 142 604,62 195 842,23 248 1079,84
37 151,1 90 371,51 143 609,12 196 846,71 249 1084,31
38 155,17 91 375,99 144 613,59 197 851,2 250 1088,80
39 159,26 92 380,48 145 618,08 198 855,68 >250 *
40 163,35 93 384,96 146 622,56 199 860,16
41 167,43 94 389,44 147 627,05 200 864,65
42 171,52 95 393,93 148 631,52 201 869,13
43 175,6 96 398,41 149 636,02 202 873,61
44 179,67 97 402,89 150 640,49 203 878,1
45 183,76 98 407,37 151 644,98 204 882,58
46 187,85 99 411,86 152 649,46 205 887,06
47 191,93 100 416,34 153 653,95 206 891,55
48 196,02 101 420,82 154 658,42 207 896,03
49 200,1 102 425,31 155 662,91 208 900,51
50 204,18 103 429,79 156 667,39 209 905
51 208,26 104 434,27 157 671,88 210 909,48
52 212,35 105 438,76 158 676,35 211 913,96
53 216,43 106 443,24 159 680,85 212 918,44
* maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door ¤ 4,49 (dat
bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen
met het aantal punten van de woonruimte verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst ¤ 1088,80 (dat bedrag
komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.
Directoraat-Generaal Wonen
Directie Beleidsontwikkeling
cluster bewoners
Rijnstraat 8
Postbus 30941
2500 GX Den Haag
De besturen van toegelaten instellingen Interne postcode 220
De raden van toezicht / commissarissen van
toegelaten instellingen www.vrom.nl
Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh)
Toepassing van het toezicht
Bekendmaking van beleid.
Datum Kenmerk
17 maart 2005 MG 2005 - 04
Relatie met andere circulaire(s)
MG 2001-04
A. Inleiding
Bij MG-2001-04 heb ik u geïnformeerd over de mogelijkheden en onmogelijkheden om projecten in het
buitenland te ondersteunen. Naar aanleiding van signalen uit de praktijk heb ik besloten om nader in te
gaan op het geven van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen en de goedkeuring vooraf te
laten vervallen. Deze circulaire heeft geen betrekking op werkzaamheden door een toegelaten instelling
zelf en / of haar verbindingen in het buitenland. Voor deze categorie gevallen blijft de MG 2001-04 haar
gelding behouden. MG 2001-04 wordt voor het overige deel ingetrokken.
B. Het uitdragen van kennis of het geven van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen.
1. Het uitdragen van kennis.
Het uitdragen van kennis over de Nederlandse volkshuisvestelijke structuur beschouw ook ik nog immer
als een goede zaak. Zoals in MG-2001-04 reeds gesteld, is er internationaal grote belangstelling en waardering
voor de prestaties op het gebied van het wonen in ons land en vooral ook voor de rol die woningcorporaties
sinds lang daarin spelen. Het uitdragen van kennis en expertise aan geïnteresseerden in het
buitenland, en met name aan ontwikkelingslanden en transitielanden, acht ik een zeer goede zaak.
2. Het geven van financiële ondersteuning door woningcorporaties aan buitenlandse instellingen.
Naar aanleiding van een aantal concrete verzoeken heb ik besloten om het verstrekken van financiële ondersteuning
door woningcorporaties aan buitenlandse volkshuisvestelijke instellingen, welke geen verbinding
van de woningcorporatie mogen zijn, nader te preciseren en te begrenzen. Zowel vanwege het gegeven
dat het financiële risico voor de woningcorporaties of hun verbindingen beperkt dient te zijn, als vanwege
het feit, dat zeer veel woningcorporaties en hun verbindingen nog grote investeringen dienen te plegen
in enerzijds herstructurering van hun bezit en anderzijds in nieuwbouw, heb ik besloten, dat het geven
van financiële ondersteuning door toegelaten instellingen in welke vorm dan ook qua bedragen beperkt
dient te blijven. Gezien de situatie in veel van de betrokken landen, zie hierna, kan het risico dat een woningcorporatie
met garantstelling loopt zeer groot zijn.
Ministerie van VROM 17 maart 2005 MG 2005 - 04 Pagina 2/4
Daarom wil ik aan de financiële steunverlening, welke slechts de vorm mag hebben van schenkingen
en van garanties - hetgeen betekent, dat afgezien dient te worden van het verstrekken van grote
schenkingen, van leningen en van financieel ongelimiteerde garanties -, een aantal uitdrukkelijke
voorwaarden stellen:
Ik wil de mogelijkheid tot het verstrekken van financiële steun beperken tot de bouw van woningen in
de plaatstelijke sociale huursector.
Ik wil de mogelijkheid tot het verstrekken van financiële steun alleen toestaan aan woningcorporaties
die behoren tot de zogeheten A categorie. Dit is de door het CFV gehanteerde categorie voor financieel
sterke woningcorporaties.
Elke vorm van financiële steunverlening dient te geschieden in euro teneinde valutarisico's voor de
betrokken Nederlandse woningcorporaties en / of hun verbindingen te voorkomen.
Tevens wil ik de totale omvang van de steunverlening, dus van schenkingen en garanties tezamen,
in enig jaar maximeren tot 0,3 promille van het balanstotaal van een woningcorporatie. Zodra in
enig jaar de grens van 0,3 promille van het balanstotaal is bereikt, mag betrokken woningcorporatie in
dat jaar geen schenkingen meer doen of garanties verstrekken.
Daarnaast zal er in het geval van het aanspreken van de garantie voor de woningcorporatie geen
verder financieel probleem mogen optreden dan het bedrag, dat de garantie beloopt. Dit betekent dat
in elk geval de volgende voorwaarden contractueel moeten worden vastgelegd:
a. de garantie mag slechts betrekking hebben op de rente- en aflossingsverplichtingen die uit een
door betrokken buitenlandse instelling aangetrokken lening voortvloeien. Betalingsverplichtingen
wegens vervroegde opeisbaarheid van de lening mogen niet onder de garantie vallen, zodat overschrijding
van het garantiebedrag om deze reden niet kan voorkomen
b. de som van jaarlijkse rente en aflossing van de te borgen lening moet een gelijkblijvend (annuïtaire
lening) of een dalend (bijvoorbeeld een lineaire lening) verloop kennen met een maximum looptijd
van 30 jaar
c. het betrokken project dient te worden geveild, vóórdat de garantie wordt aangesproken.
De financiële steun mag slechts gegeven worden ten behoeve van instellingen in bepaalde (in de
bijlage genoemde) landen.
Het betreft:
1. landen waarmee VROM ten aanzien van wonen formele samenwerkingsafspraken heeft gemaakt
zoals in een Memorandum of Understanding (MOU);
2. de Nederlandse Antillen en Aruba;
3. landen waarmee Nederland een intensieve ontwikkelingssamenwerkingsrelatie heeft, de zogenaamde
partnerlanden zoals die worden omschreven en vermeld in de Nota "Aan elkaar verplicht"
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (oktober 2003);
4. landen waarmee Nederland samenwerkt in het kader van het MATRA -programma--- van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken.
De lijst zal van tijd tot tijd worden aangepast, daar het aantal landen waarmee een MOU is gesloten,
waarmee een intensieve ontwikkelingssamenwerkingsrelatie is gesloten, of welke onder het MATRA programma
vallen, in de loop der tijd zal wijzigen. U zult daarvan in kennis worden gesteld.
Ik heb in het licht van het voorgaande besloten om de goedkeuring vooraf en daarmede de inhoudelijke
toetsing, als bedoeld in MG-2001-04, van de voornemens om voor buitenlandse projecten financiële steun
te verlenen, te laten vervallen. Woningcorporaties die zijn over gegaan tot het geven van financiële ondersteuning
als hierboven bedoeld dienen dit expliciet te melden in zowel de jaarrekening als het jaarverslag.
Indien het voornemen bestaat om financiële steun te verlenen aan een land, dat niet tot een van de bovengemelde
groepen behoort, dient dit wél aan mij (Ministerie VROM, Directoraat Generaal Wonen,
Directie Stad en Regio, IPC 210, Postbus 30941, 2500 GX Den Haag) ter beoordeling te worden voorgelegd.
Ministerie van VROM 17 maart 2005 MG 2005 - 04 Pagina 3/4
Het zal regelmatig voorkomen, dat een buitenlandse volkshuisvestelijke instelling een project slechts kan
starten, indien meerdere Nederlandse woningcorporaties financiële ondersteuning verlenen. Om die reden
heb ik Aedes dan ook verzocht om hier een coördinerende rol te vervullen.
3. Het verlenen van financiële steun in noodsituaties.
Voorts kan, zonder toestemming vooraf mijnerzijds, de onder 2. bedoelde financiële steun onder de aldaar
genoemde voorwaarden, met uitsluiting van de beperking ten aanzien van de aldaar bedoelde landen,
verleend worden aan volkshuisvestelijke instellingen in landen waar sprake is van hulp bij herstel van huisvesting
in noodsituaties, zoals na afloop van een oorlog, na aardbevingen of andere rampen. Ook hier
geldt, dat woningcorporaties die zijn overgegaan tot het geven van financiële ondersteuning als hierboven
bedoeld dit expliciet dienen te melden in zowel de jaarrekening als het jaarverslag.
C. Toezicht en sancties.
Geconstateerd is, dat een aantal woningcorporaties, of verbindingen daarvan, reeds financiële steun -
anders dan bijdragen in natura/schenkingen - aan buitenlandse instellingen hebben verleend, zonder daartoe
toestemming te hebben gevraagd als bedoeld in MG-2001-04. Bij de individuele beoordeling in 2005
van de jaarstukken over 2004 zal ik deze woningcorporaties daarop aanspreken. Zo nodig zal ik daarbij
overgaan tot het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 70d, tweede lid, onderdeel a., en artikel
41, eerste lid, onder a, van het Bbsh onder het gelijktijdig opleggen van een dwangsom als bedoeld in
artikel 105, eerste lid, van de Woningwet.
De financiële steun aan reeds eerder door VROM goedgekeurde projecten kan uiteraard worden voortgezet.
D. Slot.
Deze MG-circulaire met bijlage zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze MG-circulaire is tevens geplaatst op de internetsite van VROM (www.vrom.nl/mg) en is aldaar te
downloaden.
Zoals reeds eerder aan u is gemeld in mijn brief van 1 februari 2005, kenmerk DBO 2005000290, inzake
verhuiskostenvergoeding, makelen, verslaglegging over inkomens, en het aankopen van grond, is het Directoraat-
Generaal Wonen van mijn ministerie met ingang van januari 2005 gestart met "MG-digitaal". Dit
houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar, derhalve per 1 juli 2005, de MG's niet meer als
drukwerk zullen worden verzonden. Vanaf eerstgenoemde datum kunt u zich aanmelden als abonnee van
deze "MG-digitaal". U kunt dit doen door in te loggen op www.vrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar
een menu waar u zich kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de
VROM-site wordt geplaatst een attenderingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk
is of niet en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wil veranderen
kan dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor u belangrijke
MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande adreswijziging.
Voor nadere informatie over deze MG-circulaire kunt u terecht bij de Directie Stad en Regio van het Directoraat-
Generaal Wonen, tel: 0703393345 of 07033921953.
Hoogachtend,
De Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Ministerie van VROM 17 maart 2005 MG 2005 - 04 Pagina 4/4
BIJLAGE bij MG 2005-
1. Landen waarmee VROM ten aanzien van wonen formele samenwerkingsafspraken heeft. Dit zijn China
en Zuid-Afrika
2. Nederlandse Antillen en Aruba
3. Landen waarmee Nederland een intensieve ontwikkelingssamenwerkingsrelatie heeft (de partnerlanden):
Afghanistan, Albanië, Armenië, Bangladesh, Benin, Bolivia, Bosnië Herzegovina, Burkina Faso,
Colombia, Egypte, Eritrea, Ethiopië, Georgië, Ghana, Guatemala, Indonesië, Jemen, Kaap Verdië,
Kenia, Macedonië, Mali, Moldavië, Mongolië, Mozambique, Nicaragua, Pakistan, Palestijnse autoriteit,
Rwanda, Senegal, Sri Lanka, Suriname, Tanzania, Uganda, Vietnam, Zambia en Zuid-Afrika
4. Landen waarmee Nederland samenwerkt in het kader van het MATRA- programma van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken: Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Oekraïne, Polen,
Roemenië, Russische Federatie, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Turkije, Servië, Servië-Montenegro en
Wit-Rusland.
Directoraat-Generaal Wonen
Kantooradres: Rijnstraat 8, 2515 XP DEN HAAG
Postbus 30941, 2500 GX DEN HAAG
Telefoon (070) 339 39 39
Web-site: www.vrom.nl
Directie : Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling : Uitvoering, Unit Bijzondere Regelingen
Registratie-
nummer : MG 2005 - 5
Datum : 23 maart 2005
Strekking : Informatie
Telefoon-
nummer : 070 - 339 22 07
Aan : Het College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp : Rendementen gesubsidieerde woningbouw maart 2005
Geacht College,
Deze circulaire voorziet in de publicatie van de rendementen gesubsidieerde woningbouw voor de
maand maart 2005.
De rendementen gesubsidieerde woningbouw, opgenomen in deze circulaire zijn alleen van
toepassing op beschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Voor toekenningen die na 1 januari 1992 op grond van het Besluit woninggebonden Subsidies (BWS,
gepubliceerd in het Staatsblad 1991, nummer 440) zijn afgegeven en waarbij een
rijksrekenpercentage is gehanteerd, wordt verwezen naar de artikelen 28, 32, eerste lid, en 38 en
naar punt 4 (met uitzondering van het gestelde onder lid b) van de bijlagen V en VI bij het BWS.
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, Regeling geldelijke steun huurwoningen in
proefgemeenten normkostensysteem 1986 en Regeling geldelijke steun huurwoningen
normkostensysteem 1988 (art.1 bijgaande beschikking)
Ten aanzien van deze drie regelingen wordt uitsluitend het rendement gepubliceerd ten behoeve van
renteconversies voor het tweede en enig volgend tijdvak van 10 jaren.
Voor de maand maart 2005 heb ik aldus het rendement, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a van
de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, respectievelijk artikel 18, eerste lid, onder a van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986,
respectievelijk artikel 56, onder a van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem
1988, bepaald.
../2
- 2 -
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 (art.2 bijgaande beschikking)
Het rendement voor het vaststellen van de looptijd van de jaarlijkse bijdrage wordt normatief
vastgesteld. Voor de berekening van het rendement is aangesloten bij de methodiek in de Regeling
geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988. Uitgegaan wordt van het dagelijks door
MoneyView te Amsterdam bekend gemaakte rendementspercentage op staatsobligaties met een
resterende looptijd van vijf tot acht jaar. De verstrekte gegevens zijn een voortzetting van voorheen de
CBS-dagrendementen en komen onder eigen verantwoordelijkheid van MoneyView tot stand volgens
de CBS-methodologie.
Evenals bij de NKS-regeling wordt het desbetreffende dagpercentage verhoogd met het in bijgaande
beschikking vermelde opslagpercentage. De som wordt naar boven afgerond op 0,125 procent. Met
het aldus berekende normatieve rentepercentage kan de looptijd van de jaarlijkse bijdragen worden
bepaald. Het bovengenoemde opslagpercentage als bedoeld in artikel 28b van deze regeling is, met
de inwerkingtreding van het Besluit Woninggebonden Subsidies per 1-1-1992, niet meer relevant.
Echter op grond van artikel 55, lid 3 van de RGSVH'87 wordt een rentevergoeding verstrekt over de
per 1-1-1991 ingevoerde korting van 20% op de bevoorschotting op de bijdrage ineens. Het
rentepercentage dat voor de berekening van de rentevergoeding wordt gehanteerd, is het rendement
op staatsobligaties met een resterende looptijd van 5 tot 8 jaar, verhoogd met de in bijgaande regeling
opgenomen opslag.
Overeenkomstig de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde in
maximaal 30 jaar bereikt. Door stijging van de rente kan deze termijn worden overschreden. Indien dit
het geval is, wordt het percentage van de jaarlijkse bijdrage verhoogd. In onderstaand overzicht zijn
bij de verschillende rentepercentages behalve de looptijden tevens de percentages van de jaarlijkse
bijdragen vermeld.
Overzicht 1: looptijd jaarlijkse bijdragen * bij verschillende rentepercentages
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
6,000 16 jr. 10 7,500 20 jr. 10 9,000 27 jr. 10
6,125 16 jr. 10 7,625 20 jr. 10 9,125 28 jr. 10
6,250 17 jr. 10 7,750 20 jr. 10 9,250 30 jr. 10
6,375 17 jr. 10 7,875 21 jr. 10 9,375 30 jr. 10,059
6,500 17 jr. 10 8,000 21 jr. 10 9,500 30 jr. 10,168
6,625 17 jr. 10 8,125 22 jr. 10 9,750 30 jr. 10,278
6,750 18 jr. 10 8,250 22 jr. 10 9,875 30 jr. 10,387
6,875 18 jr. 10 8,375 23 jr. 10 10,000 30 jr. 10,498
7,000 18 jr. 10 8,500 24 jr. 10 10,125 30 jr. 10,608
7,125 19 jr. 10 8,625 24 jr. 10 10,250 30 jr. 10,719
7,250 19 jr. 10 8,750 25 jr. 10 10,375 30 jr. 10,830
7,375 19 jr. 10 8,875 26 jr. 10
* in het laatste jaar is de jaarlijkse bijdrage gelijk aan de restant bijdrage
../3
- 3 -
Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 (art.3 bijgaande beschikking)
Voorts heb ik het in artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984
bedoelde rentepercentage bepaald dat geldt van 16 maart 2005 t/m 15 april 2005. Dit
rentepercentage is van kracht voor toelatingsbeschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Conform de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde van de bijdragen in
maximaal 30 jaren bereikt.
Indien de ontwikkeling van het rentepercentage zodanig is dat deze termijn zou worden overschreden,
wordt de jaarlijkse bijdrage bovenwaarts bijgesteld.
Als gevolg daarvan is de jaarlijkse bijdrage voor die woningen, waarvan de contante waarde is of
wordt vastgesteld op ¤ 18.604,99 en waarvoor het transport van de notariële akte zal plaatsvinden in
de periode van 16 maart 2005 t/m 15 april 2005, vastgesteld op ¤ 1.633,61.
Het in artikel 3 van bijgaande beschikking genoemde percentage wordt ook gebruikt ten behoeve van
de uitvoering van de rijksrekenrentetoets.
Vermenigvuldigingsfactoren
Maandelijks wordt een opgave verstrekt van de vermenigvuldigingsfactoren. Behalve voor woningen,
gesubsidieerd met de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975 zal ook bij woningen,
gebouwd met de Regeling geldelijke steun huurwoningen proefgemeenten normkostensysteem 1986
en de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 een aanpassing van de
variabele exploitatiekosten dienen plaats te vinden.
Overeenkomstig artikel 24 van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, artikel 25 van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986 en artikel 52
van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 worden de percentages
gegeven, waarmee de onderscheidene variabele exploitatiekosten dienen te worden vermenigvuldigd.
De vermenigvuldigingsfactoren voor de maand februari 2005 zijn vermeld in onderstaand overzicht.
Overzicht 2: vermenigvuldigingsfactoren
Aanvang
exploitatiejaar
2005
Kosten van
onderhoud,
algemeen beheer en
administratie
Belastingen Premie voor de
storm- en
brandverzekering
Huurderving
1 2 3 4 5
februari 2005 1,0037 0,9280 1,0291 1,0380
../4
- 4 -
Publicatie MG digitaal
"Met ingang van januari 2005 wordt door het Directoraat-Generaal Wonen van het ministerie van
VROM gestart met "MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar,
derhalve per 1 juli 2005, de MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Dit geldt overigens
niet voor MG's waarin specifiek om medewerking van de geadresseerde wordt gevraagd. Gedurende
het komende halfjaar kunt u zich aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt dit doen
door in te loggen op www.minvrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u zich
kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de VROM-site wordt
geplaatst een waarschuwingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk is of niet
en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wilt veranderen kan
dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor u belangrijke
MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande adreswijziging."
Voor eventuele nadere informatie of toelichting kunt u contact opnemen met de Directie Informatie,
Beheer en Subsidieregelingen, Unit Bijzondere Regelingen.
Telefoon (070 - 339 2207)
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
drs. P.L.B.A. van Geel
Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling Uitvoering
Unit Bijzondere Regelingen
Nr. IBSU 2005011141
Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, maart 2005.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, en artikel 18, vierde
lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, en gelet
op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, en voorts gelet op artikel 17,
tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 alsmede gelet op artikel 28b van de
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;
B E S L U I T :
Artikel 1
Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en
een bijdrage ineens dan wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun
huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem
1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt, bedraagt
het rendement in de maand maart 2005, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de
aanvang van elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 3,75 procent.
Artikel 2
Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de
gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel i. van die regeling, stelt op 16 maart 2005, doch niet
later dan 15 april 2005 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van die regeling
0,633 procent.
Artikel 3
Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en
waarvan in het tijdvak aanvangende met 16 maart 2005 en eindigende met 15 april 2005 de notariële akte
tot levering, bedoeld in artikel 89, boek 3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het
rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun
eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,40 procent.
- 2 -
- 2 -
Artikel 4
Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde
opslagpercentage is gelijk aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig
voor de genoemde periode.
Den Haag, 23 maart 2005
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
drs. P.L.B.A. van Geel
1
Directie : Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling : Informatievoorziening, Financiën en Beleid
Registratienummer : MG 2005-6
Datum : 4 april 2005
Datum van ingang : 1 juli 2005
Strekking : Informatie, Bekendmaking van beleid en voorschriften
Relatie met andere circulaires : MG 2005-3 van 16 maart 2005, Huurprijsbeleid voor de
periode 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006.
Informatie : Voor nadere informatie over deze circulaire kunt u zich
richten tot de Directie Stad en Regio.
Aan : de colleges van burgemeester en wethouders
Onderwerp : Basishuuroverzichten 1 juli 2005 t/m 31 december 2005
Geacht college,
1. Inleiding
Zoals gebruikelijk ga ik in deze circulaire in op de basishuuroverzichten voor de periode 1 juli
2005 tot en met 31 december 2005. Dit huursubsidietijdvak duurt slechts een half jaar, omdat
met ingang van 1 januari 2006 de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) in
werking treedt. Dit betekent o.a. dat het huursubsidiejaar vanaf dat moment gelijk is aan een
kalenderjaar.
De AWIR is een kaderwet waarin de harmonisatie van begrippen en procedures voor een aantal
inkomensafhankelijke regelingen wordt geregeld. Met de Aanpassingswet AWIR wordt geregeld
dat de huursubsidie voortaan wordt uitgevoerd door de Belastingdienst/Toeslagen (een aan de
Belastingdienst gelieerde organisatie). Het ministerie van VROM blijft verantwoordelijk voor
het huursubsidiebeleid en het aanpassen van de parameters. Ook daarop zal in deze circulaire
kort worden ingegaan.
Een belangrijke wijziging als gevolg van dit proces van harmonisatie is dat wordt aangesloten bij
de fiscale inkomensbegrippen en wordt uitgegaan van een (geschat) actueel jaarinkomen. Dit
houdt in dat na de laatste reguliere aanpassing per 1 juli 2005 de inkomensgerelateerde
huursubsidieparameters vervolgens telkenmale worden aangepast per 1 januari (voor het eerst op
1 januari 2006). De niet-inkomensgerelateerde huursubsidieparameters, te weten de
kwaliteitskortingsgrens, de aftoppingsgrenzen, de maximale huurgrenzen huursubsidie, de
normhuren en het bedrag waarmee deze normhuren worden verhoogd (totaal de basishuur),
worden onveranderd per 1 juli van elk jaar aangepast. De MG circulaire over de
basishuuroverzichten verschijnt dus in de toekomst twee maal per jaar.
Voor de bekendmaking van de basishuuroverzichten is, evenals vorig jaar, vanuit praktisch
oogpunt gekozen voor een afzonderlijke circulaire. De beleidsmatige circulaire met betrekking
tot aanpassingen in de Huursubsidiewet per 1 juli 2005 en 1 januari 2006 wordt u naar
verwachting in de maand mei toegezonden. Dan zal ook nader worden ingegaan op de inmiddels
door de Tweede Kamer goedgekeurde AWIR en Aanpassingswet AWIR.
2
In paragraaf 2 worden de aanpassingen van de inkomensgerelateerde huursubsidieparameters
voor het tijdvak 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005 vermeld.
In paragraaf 3 worden tot slot de aanpassingen van de overige huursubsidieparameters voor het
tijdvak 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 vermeld.
Voor de goede orde meld ik u nog dat de behandeling van onderwerpen in het hierna volgende
die deel uitmaken van de nog in voorbereiding zijnde wijziging van de Huursubsidiewet (d.m.v.
Aanpassingswet AWIR) en AWIR, geschiedt onder voorbehoud van goedkeuring door de
Staten-Generaal.
2. Inkomensgerelateerde huursubsidieparameters voor de periode 1 juli 2005 tot en met 31
december 2005
Inkomensgrenzen
Huursubsidie is een inkomensafhankelijke regeling waarbij voor het inkomensbegrip wordt
aangesloten bij de fiscale begrippen. Uitgangspunt is het verzamelinkomen in het peiljaar op
basis van de Wet inkomstenbelasting 2001, of wanneer bij betrokkene geen inkomstenbelasting
wordt geheven, het belastbare loon volgens de Wet op de loonbelasting 1964.
De inkomensgrenzen (inkomen t-1) zullen conform artikel 27, derde lid, van de Huursubsidiewet
worden verhoogd met het prijsindexcijfer over 2004, zijnde 1,2%. Conform de wet worden deze
bedragen naar boven afgerond op een veelvoud van ¤ 25.
De afgeronde inkomensgrenzen voor het tijdvak juli-december 2005 bedragen dan:
Tabel 1: Inkomensgrenzen (doelgroepgrenzen)
Tijdvak juli-december 2005
Alleenstaand, 65- ¤ 18.925
Meerpersoons, 65- ¤ 25.375
Alleenstaand, 65+ ¤ 16.825
Meerpersoons, 65+ ¤ 21.925
De inkomensvrijlating (artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van de Huursubsidiewet) van een
inwonend kind of pleegkind van de huurder of een medebewoner, dat op de peildatum jonger is
dan 23 jaar bedraagt ¤ 4.100.
Vermogensgrenzen
Naast inkomensgrenzen kent de Huursubsidiewet ook vermogensgrenzen per huishoudcategorie.
Voor de vermogensbepaling wordt uitgegaan van de gemiddelde rendementsgrondslag zoals
bedoeld in de Wet inkomstenbelasting 2001. Voor het tijdvak juli-december 2005 zal gebruik
gemaakt worden van het peiljaar vermogen 2004. Indien één van de personen in het huishouden
op 30 juni 2006 65 jaar of ouder is, gelden de hogere vermogensgrenzen zoals aangegeven in
tabel 2.
De vermogensgrenzen in de Huursubsidiewet worden aangepast met het prijsindexcijfer van het
afgelopen jaar, zijnde 1,2%, en naar boven afgerond op een veelvoud van ¤ 25. Alleen voor de
vermogensgrens voor meerpersoonshuishoudens onder de 65 jaar geldt een andere bepaling.
Voor deze grens wordt aangesloten bij het heffingsvrij vermogen, zoals omschreven in artikel
3
5.5, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001. De jaarlijkse indexering vindt voor deze
groep niet plaats binnen de Huursubsidiewet maar wordt hier wel weergegeven.
De afgeronde vermogensgrenzen voor het tijdvak juli-december 2005 bedragen:
Tabel 2: Vermogensgrenzen (doelgroepgrenzen)
Tijdvak juli-december 2005
Alleenstaand 65- ¤ 20.550
Meerpersoons 65- ¤ 38.504
Alleenstaand 65+ ¤ 35.125
Meerpersoons 65+ ¤ 48.625
De vermogensvrijlating (artikel 4, tweede lid, van de Huursubsidiewet) van een inwonend kind
of pleegkind van de huurder of een medebewoner, dat op de peildatum jonger is dan 23 jaar,
bedraagt ¤ 925.
Minimum-inkomensijkpunten en referentie-inkomensijkpunten
Conform de Huursubsidiewet hebben de basishuuroverzichten voor het tijdvak juli-december
2005 betrekking op het inkomensjaar 2004. De bedragen voor de minimum-inkomensijkpunten
in onderstaande tabel zijn afkomstig van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Afronding vindt plaats op een veelvoud van ¤ 25. De afgeronde minimum-inkomensijkpunten
en de afgeronde referentie-inkomensijkpunten staan in de onderstaande tabel vermeld.
Tabel 3: Minimum- en referentie-inkomensijkpunten tijdvak juli-december 2005
Minimum Referentie
Alleenstaand, 65- ¤ 12.875 ¤ 17.300
Meerpersoons, 65- ¤ 16.350 ¤ 23.300
Alleenstaand, 65+ ¤ 11.100 ¤ 17.125
Meerpersoons, 65+ ¤ 14.925 ¤ 21.775
Voor de groep 65-plussers dient bij het minimum-inkomensijkpunt het franchisebedrag van
¤ 1.675,- voor alleenstaanden en ¤ 1.050,- voor meerpersoonshuishoudens te worden opgeteld.
In onderstaande tabel zijn de minimum-inkomensijkpunten inclusief de franchise bedragen
vermeld.
Tabel 4: Minimum- inkomensijkpunten voor 65-plussers incl. franchise bedragen tijdvak juli-december 2005
Alleenstaand, 65+ ¤ 12.775
Meerpersoons, 65+ ¤ 15.975
3. Overige huursubsidieparameters voor de periode 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006
In deze paragraaf ga ik in op de volgende huurgrenzen:
1. de normhuren en basishuur;
2. de maximale huurgrenzen huursubsidie
3. de kwaliteitskortingsgrens;
4. de aftoppingsgrenzen.
De basishuuroverzichten zijn onontbeerlijk bij de uitvoering van de Huursubsidiewet. Elk
huishouden kan in principe met behulp van deze overzichten en de vastgestelde
4
huursubsidiegrenzen de bij het huishoudinkomen behorende basishuur (en daarmee - gegeven de
huur - de bijbehorende huursubsidie) vaststellen en controleren. In het subsidiejaar 2004-2005
werd voor het eerst het begrip 'basishuur' geïntroduceerd. In het Hoofdlijnenakkoord is een
versobering van de huursubsidie aangekondigd, waarbij een taakstelling is opgenomen,
inhoudende dat de huursubsidie-uitgaven met ¤ 210 mln. structureel moeten worden beperkt. Om
dit te bewerkstelligen wordt van huurders die huursubsidie ontvangen een groter zelf te betalen
aandeel in de maandelijkse huur gevraagd. Op grond van artikel 16, eerste lid, tweede volzin,
van de Huursubsidiewet wordt voor de basishuur de normhuur verhoogd met een bedrag van ¤
14,28. Dit is ¤ 2,28 hoger dan de vorig jaar doorgevoerde extra verhoging van de eigen bijdrage
met
¤ 12,- per maand. Dat wil zeggen dat het ten minste zelf bij te dragen deel van de huur ¤ 14,28
per maand hoger wordt vastgesteld dan de normhuur. De basishuren zijn opgenomen in de
basishuurtabellen in de bijlage van deze MG-circulaire.
In artikel 17, tweede lid, en artikel 18, tweede lid, van de Huursubsidiewet worden de normhuren
die behoren bij respectievelijk het minimum-inkomensijkpunt en het referentie-inkomensijkpunt
weergegeven. Jaarlijks worden deze bedragen gewijzigd overeenkomstig artikel 27 van de
Huursubsidiewet. Het ontwerp van het besluit tot wijziging van de normhuren en het bedrag
waarmee deze worden verhoogd (totaal de basishuur), is in het kader van de zogenoemde
voorhangprocedure aan beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd.
Voor het tijdvak 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 wordt de maximale huurgrens huursubsidie
(artikel 27, derde lid, van de Huursubsidiewet) aangepast met het prijsindexcijfer over 2004,
zijnde 1,2%. De overige huurgrenzen stijgen met de verwachte huurprijsontwikkeling (artikel 27,
eerste lid, aanhef en onder b, van de Huursubsidiewet), zijnde 1,8% (zie circulaire MG-2005-3
van 16 maart jl.).
De wet kent een tweetal maximale huurgrenzen huursubsidie: een algemene en een lagere voor
jongeren onder de 23 jaar. Indien de huur deze grens overstijgt is er in principe geen recht meer
op huursubsidie. De algemene maximale huurgrens bedraagt thans ¤ 597,54. Bij een indexering
van 1,2% zal de nieuwe maximale huurgrens huursubsidie ¤ 604,72 bedragen.
De maximale huurgrens huursubsidie voor jongeren is gekoppeld aan de kwaliteitskortingsgrens.
Een uitzondering hierop betreft gehandicapte jongeren onder 23 jaar, die wegens hun handicap
duurder moeten wonen. Voor hen is de jongerengrens reeds sinds 1 juli 2003 niet meer van
toepassing en geldt de algemene maximale huurgrens.
De kwaliteitskortingsgrens, waarboven slechts 75% subsidie wordt verstrekt, zal na verhoging
met 1,8% ¤ 331,78 bedragen (is nu ¤ 325,91). Deze grens geldt dus ook als maximale huurgrens
voor jongeren (zonder handicap) onder de 23 jaar.
De aftoppingsgrenzen markeren dat deel van de woningvoorraad waarboven huurders geen extra
subsidie ontvangen, met uitzondering van de vergoeding van 50% voor 65-plussers, alleenstaanden
en gehandicapten. Bovendien tellen verhuizingen naar woningen boven deze grens mee voor de
verhuisnorm van de prestatienormering. Daarnaast moet de passendheid gemotiveerd worden.
De aftoppingsgrens voor één- en tweepersoonshuishoudens zal na verhoging met 1,8% het
komende tijdvak ¤ 474,88 bedragen (is nu ¤ 466,48) en voor drie- en meerpersoonshuishoudens
¤ 508,92 ( is nu ¤ 499,92).
Huurijkpunten
5
De aanpassing van de (norm)huurijkpunten kan geschieden op basis van de verwachte
gemiddelde huurprijsontwikkeling of op basis van de gerealiseerde netto bijstandsontwikkeling
voor gehuwden (artikel 27, eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, van de Huursubsidiewet).
Voor het tijdvak 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 worden de huurijkpunten geïndexeerd met
het de verwachte huurstijging, zijnde 1,8%. De bedragen worden conform de Huursubsidiewet
afgerond op hele eurocenten naar boven.
Tabel 5: Normhuren (vóór aftrek) behorende bij de minimum- en referentie-inkomensijkpunten
Normhuren vóór aftrek behorende bij: Tijdvak 2004/2005 Mutatie Tijdvak
2005/2006
Minimum-inkomensijkpunten voor alle groepen ¤ 179,61 1,8% ¤ 182,85
Referentie-inkomensijkpunten voor alle groepen ¤ 365,20 1,8% ¤ 371,78
Bij zowel de minimum- als de referentie-inkomensijkpunten behoren verschillende normhuren.
Net als verleden jaar zijn deze normhuren niet voor alle te onderscheiden categorieën gelijk. Dit
is het gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de armoedeval en het afschaffen van de
koopkrachttoeslag, zoals die twee jaar geleden voor het eerst zijn toegepast. In artikel 17, derde
lid, en 18, derde lid, van de Huursubsidiewet staan de bedragen vermeld die in mindering moeten
worden gebracht.
Gezien de verschillen die er per onderscheiden categorie optreden, moeten er voor elke categorie
aparte normhuren behorende bij het minimum-inkomensijkpunt en referentie-inkomensijkpunt
worden vastgesteld. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aanpassing van de
huurijkpunten t.a.v. de verschillende doelgroepen.
6
Tabel 6: Aanpassing van de verschillende normhuren tijdvak 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006
Normhuur horende bij minimuminkomensijkpunt
Normhuur horende bij referentieinkomensijkpunt
Alleenstaand 65- Aanpassing met 1,8% (verwachte
huurstijging).
Aanpassing met verwachte
huurstijging. Daarna zal ter bestrijding
van de armoedeval op dit bedrag
¤1,82 in mindering worden gebracht.
Meerpersoons 65- Aanpassing met 1,8% (verwachte
huurstijging).
Aanpassing met verwachte
huurstijging. Daarna zal ter bestrijding
van de armoedeval op dit bedrag
¤3,63 in mindering worden gebracht.
Alleenstaand 65+ Aanpassing met 1,8% (verwachte
huurstijging). Daarna zal op dit
bedrag het verlies aan subsidie door
afschaffing van de
koopkrachttoeslag gecompenseerd
worden door de normhuur te
verlagen met ¤1,82.
Aanpassing met verwachte
huurstijging. Daarna zal op dit bedrag
het verlies aan subsidie door
afschaffing van de koopkrachttoeslag
gecompenseerd worden door de
normhuur met ¤ 2,27 te verlagen.
Meerpersoons 65+ Aanpassing met 1,8% (verwachte
huurstijging). Daarna zal op dit
bedrag het verlies aan subsidie door
afschaffing van de
koopkrachttoeslag gecompenseerd
worden door de normhuur te
verlagen met ¤3,63.
Aanpassing met verwachte
huurstijging. Daarna zal op dit bedrag
het verlies aan subsidie door
afschaffing van de koopkrachttoeslag
gecompenseerd worden door de
normhuur met ¤ 4,54 te verlagen
In onderstaande tabel zijn de verschillende normhuren na aftrek voor het tijdvak 1 juli 2005 tot
en met 30 juni 2006 opgenomen, alsmede de daarbij behorende basishuren. Per inkomensklasse
wordt de bij de normhuur behorende basishuur verkregen door ¤ 14,28 bij die normhuur op te
tellen (de basishuurtabellen zijn opgenomen in bijlage 1).
Voor de goede orde zij hier nog opgemerkt dat de basishuurtabellen per 1 januari 2006 wederom
worden bijgesteld, aangezien vanaf die datum uitgegaan moet worden van nieuwe
inkomensgrenzen. De bedragen van de normhuren en het bedrag van de extra verhoging (totaal
basishuur) blijven gelijk.
Tabel 7: Normhuren (na aftrek) incl. verwerking koopkrachttoeslagen tijdvak 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006
Minimum-normhuur Bijbehorende basishuur referentie-normhuur
Alleenstaand, 65- ¤ 182,85 ¤ 197,13 ¤ 369,96
Meerpersoons, 65- ¤ 182,85 ¤ 197,13 ¤ 368,15
Alleenstaand, 65+ ¤ 181,03 ¤ 195,31 ¤ 369,51
Meerpersoons, 65+ ¤ 179,22 ¤ 193,50 ¤ 367,24
Garage-aftrek en maximum servicekosten
De bedragen ten behoeve van de garage-aftrek en maximum-servicekosten blijven ongewijzigd.
De garage-aftrek (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de Huursubsidiewet) bedraagt ¤ 22 per
maand. Het maximum-servicekosten (artikel 5, derde lid, van de Huursubsidiewet) bedraagt ¤
12.
7
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
drs. P.L.B.A. van Geel
8
Bijlage 1 Basishuurtabellen tijdvak 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005
Basishuuroverzicht Eenpersoonshuishoudens
ondergrens bovengrens basishuur
¤ 0 ¤ 12.875 ¤ 197,13
¤ 12.876 ¤ 12.900 ¤ 197,59
¤ 12.901 ¤ 13.125 ¤ 202,01
¤ 13.126 ¤ 13.350 ¤ 210,09
¤ 13.351 ¤ 13.575 ¤ 218,34
¤ 13.576 ¤ 13.800 ¤ 226,75
¤ 13.801 ¤ 14.025 ¤ 235,32
¤ 14.026 ¤ 14.250 ¤ 244,06
¤ 14.251 ¤ 14.475 ¤ 252,96
¤ 14.476 ¤ 14.700 ¤ 262,03
¤ 14.701 ¤ 14.925 ¤ 271,26
¤ 14.926 ¤ 15.150 ¤ 280,65
¤ 15.151 ¤ 15.375 ¤ 290,21
¤ 15.376 ¤ 15.600 ¤ 299,94
¤ 15.601 ¤ 15.825 ¤ 309,83
¤ 15.826 ¤ 16.275 ¤ 324,97
¤ 16.276 ¤ 16.725 ¤ 345,73
¤ 16.726 ¤ 17.175 ¤ 367,15
¤ 17.176 ¤ 17.625 ¤ 389,23
¤ 17.626 ¤ 18.075 ¤ 411,97
¤ 18.076 ¤ 18.525 ¤ 435,36
¤ 18.526 ¤ 18.925 ¤ 458,06
De basishuur is de normhuur plus ¤ 14,28
9
basishuuroverzicht Meerpersoonshuishoudens
ondergrens bovengrens basishuur
¤ 0 ¤ 16.350 ¤ 197,13
¤ 16.351 ¤ 16.450 ¤ 198,25
¤ 16.451 ¤ 16.675 ¤ 201,86
¤ 16.676 ¤ 16.900 ¤ 206,92
¤ 16.901 ¤ 17.125 ¤ 212,04
¤ 17.126 ¤ 17.350 ¤ 217,23
¤ 17.351 ¤ 17.575 ¤ 222,49
¤ 17.576 ¤ 17.800 ¤ 227,82
¤ 17.801 ¤ 18.025 ¤ 233,21
¤ 18.026 ¤ 18.250 ¤ 238,68
¤ 18.251 ¤ 18.475 ¤ 244,20
¤ 18.476 ¤ 18.700 ¤ 249,80
¤ 18.701 ¤ 18.925 ¤ 255,46
¤ 18.926 ¤ 19.150 ¤ 261,19
¤ 19.151 ¤ 19.375 ¤ 266,99
¤ 19.376 ¤ 19.825 ¤ 275,81
¤ 19.826 ¤ 20.275 ¤ 287,81
¤ 20.276 ¤ 20.725 ¤ 300,08
¤ 20.726 ¤ 21.175 ¤ 312,61
¤ 21.176 ¤ 21.625 ¤ 325,42
¤ 21.626 ¤ 22.075 ¤ 338,49
¤ 22.076 ¤ 22.525 ¤ 351,84
¤ 22.526 ¤ 22.975 ¤ 365,45
¤ 22.976 ¤ 23.425 ¤ 379,33
¤ 23.426 ¤ 23.875 ¤ 393,48
¤ 23.876 ¤ 24.325 ¤ 407,90
¤ 24.326 ¤ 24.775 ¤ 422,59
¤ 24.776 ¤ 25.225 ¤ 437,55
¤ 25.226 ¤ 25.375 ¤ 447,67
De basishuur is de normhuur plus ¤ 14,28
10
Basishuuroverzicht Eenpersoonsouderenhuishoudens
ondergrens bovengrens basishuur
¤ 0 ¤ 12.775 ¤ 195,31
¤ 12.776 ¤ 12.900 ¤ 197,58
¤ 12.901 ¤ 13.125 ¤ 203,96
¤ 13.126 ¤ 13.350 ¤ 212,31
¤ 13.351 ¤ 13.575 ¤ 220,84
¤ 13.576 ¤ 13.800 ¤ 229,53
¤ 13.801 ¤ 14.025 ¤ 238,40
¤ 14.026 ¤ 14.250 ¤ 247,44
¤ 14.251 ¤ 14.475 ¤ 256,65
¤ 14.476 ¤ 14.700 ¤ 266,04
¤ 14.701 ¤ 14.925 ¤ 275,60
¤ 14.926 ¤ 15.150 ¤ 285,33
¤ 15.151 ¤ 15.375 ¤ 295,23
¤ 15.376 ¤ 15.600 ¤ 305,30
¤ 15.601 ¤ 15.825 ¤ 315,55
¤ 15.826 ¤ 16.275 ¤ 331,25
¤ 16.276 ¤ 16.725 ¤ 352,77
¤ 16.726 ¤ 16.825 ¤ 366,27
De basishuur is de normhuur plus ¤ 14,28
11
Basishuuroverzicht Meerpersoonsouderenhuishoudens
ondergrens bovengrens Basishuur
¤ 0 ¤ 15.975 ¤ 193,50
¤ 15.976 ¤ 16.000 ¤ 193,85
¤ 16.001 ¤ 16.225 ¤ 197,22
¤ 16.226 ¤ 16.450 ¤ 203,35
¤ 16.451 ¤ 16.675 ¤ 209,58
¤ 16.676 ¤ 16.900 ¤ 215,91
¤ 16.901 ¤ 17.125 ¤ 222,34
¤ 17.126 ¤ 17.350 ¤ 228,87
¤ 17.351 ¤ 17.575 ¤ 235,50
¤ 17.576 ¤ 17.800 ¤ 242,22
¤ 17.801 ¤ 18.025 ¤ 249,04
¤ 18.026 ¤ 18.250 ¤ 255,96
¤ 18.251 ¤ 18.475 ¤ 262,99
¤ 18.476 ¤ 18.700 ¤ 270,10
¤ 18.701 ¤ 18.925 ¤ 277,32
¤ 18.926 ¤ 19.375 ¤ 288,33
¤ 19.376 ¤ 19.825 ¤ 303,36
¤ 19.826 ¤ 20.275 ¤ 318,78
¤ 20.276 ¤ 20.725 ¤ 334,59
¤ 20.726 ¤ 21.175 ¤ 350,80
¤ 21.176 ¤ 21.625 ¤ 367,41
¤ 21.626 ¤ 21.925 ¤ 381,54
De basishuur is de normhuur plus ¤ 14,28
Directoraat-Generaal Wonen
Kantooradres: Rijnstraat 8, 2515 XP DEN HAAG
Postbus 30941, 2500 GX DEN HAAG
Telefoon (070) 339 39 39
Web-site: www.vrom.nl
Directie : Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling : Uitvoering, Unit Bijzondere Regelingen
Registratie-
nummer : MG 2005 - 7
Datum : 27 april 2005
Strekking : Informatie
Telefoon-
nummer : 070 - 339 22 07
Aan : Het College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp : Rendementen gesubsidieerde woningbouw april 2005
Geacht College,
Deze circulaire voorziet in de publicatie van de rendementen gesubsidieerde woningbouw voor de
maand april 2005.
De rendementen gesubsidieerde woningbouw, opgenomen in deze circulaire zijn alleen van
toepassing op beschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Voor toekenningen die na 1 januari 1992 op grond van het Besluit woninggebonden Subsidies (BWS,
gepubliceerd in het Staatsblad 1991, nummer 440) zijn afgegeven en waarbij een
rijksrekenpercentage is gehanteerd, wordt verwezen naar de artikelen 28, 32, eerste lid, en 38 en
naar punt 4 (met uitzondering van het gestelde onder lid b) van de bijlagen V en VI bij het BWS.
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, Regeling geldelijke steun huurwoningen in
proefgemeenten normkostensysteem 1986 en Regeling geldelijke steun huurwoningen
normkostensysteem 1988 (art.1 bijgaande beschikking)
Ten aanzien van deze drie regelingen wordt uitsluitend het rendement gepubliceerd ten behoeve van
renteconversies voor het tweede en enig volgend tijdvak van 10 jaren.
Voor de maand april 2005 heb ik aldus het rendement, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder b van de
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, respectievelijk artikel 18, eerste lid, onder b van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, respectievelijk
artikel 56, onder b van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988,
bepaald.
../2
- 2 -
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 (art.2 bijgaande beschikking)
Het rendement voor het vaststellen van de looptijd van de jaarlijkse bijdrage wordt normatief
vastgesteld. Voor de berekening van het rendement is aangesloten bij de methodiek in de Regeling
geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988. Uitgegaan wordt van het dagelijks door
MoneyView te Amsterdam bekend gemaakte rendementspercentage op staatsobligaties met een
resterende looptijd van vijf tot acht jaar. De verstrekte gegevens zijn een voortzetting van voorheen de
CBS-dagrendementen en komen onder eigen verantwoordelijkheid van MoneyView tot stand volgens
de CBS-methodologie.
Evenals bij de NKS-regeling wordt het desbetreffende dagpercentage verhoogd met het in bijgaande
beschikking vermelde opslagpercentage. De som wordt naar boven afgerond op 0,125 procent. Met
het aldus berekende normatieve rentepercentage kan de looptijd van de jaarlijkse bijdragen worden
bepaald. Het bovengenoemde opslagpercentage als bedoeld in artikel 28b van deze regeling is, met
de inwerkingtreding van het Besluit Woninggebonden Subsidies per 1-1-1992, niet meer relevant.
Echter op grond van artikel 55, lid 3 van de RGSVH'87 wordt een rentevergoeding verstrekt over de
per 1-1-1991 ingevoerde korting van 20% op de bevoorschotting op de bijdrage ineens. Het
rentepercentage dat voor de berekening van de rentevergoeding wordt gehanteerd, is het rendement
op staatsobligaties met een resterende looptijd van 5 tot 8 jaar, verhoogd met de in bijgaande regeling
opgenomen opslag.
Overeenkomstig de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde in
maximaal 30 jaar bereikt. Door stijging van de rente kan deze termijn worden overschreden. Indien dit
het geval is, wordt het percentage van de jaarlijkse bijdrage verhoogd. In onderstaand overzicht zijn
bij de verschillende rentepercentages behalve de looptijden tevens de percentages van de jaarlijkse
bijdragen vermeld.
Overzicht 1: looptijd jaarlijkse bijdragen * bij verschillende rentepercentages
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
6,000 16 jr. 10 7,500 20 jr. 10 9,000 27 jr. 10
6,125 16 jr. 10 7,625 20 jr. 10 9,125 28 jr. 10
6,250 17 jr. 10 7,750 20 jr. 10 9,250 30 jr. 10
6,375 17 jr. 10 7,875 21 jr. 10 9,375 30 jr. 10,059
6,500 17 jr. 10 8,000 21 jr. 10 9,500 30 jr. 10,168
6,625 17 jr. 10 8,125 22 jr. 10 9,750 30 jr. 10,278
6,750 18 jr. 10 8,250 22 jr. 10 9,875 30 jr. 10,387
6,875 18 jr. 10 8,375 23 jr. 10 10,000 30 jr. 10,498
7,000 18 jr. 10 8,500 24 jr. 10 10,125 30 jr. 10,608
7,125 19 jr. 10 8,625 24 jr. 10 10,250 30 jr. 10,719
7,250 19 jr. 10 8,750 25 jr. 10 10,375 30 jr. 10,830
7,375 19 jr. 10 8,875 26 jr. 10
* in het laatste jaar is de jaarlijkse bijdrage gelijk aan de restant bijdrage
../3
- 3 -
Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 (art.3 bijgaande beschikking)
Voorts heb ik het in artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984
bedoelde rentepercentage bepaald dat geldt van 16 april 2005 t/m 15 mei 2005. Dit rentepercentage
is van kracht voor toelatingsbeschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven. Conform de
gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde van de bijdragen in maximaal
30 jaren bereikt.
Indien de ontwikkeling van het rentepercentage zodanig is dat deze termijn zou worden overschreden,
wordt de jaarlijkse bijdrage bovenwaarts bijgesteld.
Als gevolg daarvan is de jaarlijkse bijdrage voor die woningen, waarvan de contante waarde is of
wordt vastgesteld op ¤ 18.604,99 en waarvoor het transport van de notariële akte zal plaatsvinden in
de periode van 16 april 2005 t/m 15 mei 2005, vastgesteld op ¤ 1.633,61.
Het in artikel 3 van bijgaande beschikking genoemde percentage wordt ook gebruikt ten behoeve van
de uitvoering van de rijksrekenrentetoets.
Vermenigvuldigingsfactoren
Maandelijks wordt een opgave verstrekt van de vermenigvuldigingsfactoren. Behalve voor woningen,
gesubsidieerd met de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975 zal ook bij woningen,
gebouwd met de Regeling geldelijke steun huurwoningen proefgemeenten normkostensysteem 1986
en de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 een aanpassing van de
variabele exploitatiekosten dienen plaats te vinden.
Overeenkomstig artikel 24 van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, artikel 25 van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986 en artikel 52
van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 worden de percentages
gegeven, waarmee de onderscheidene variabele exploitatiekosten dienen te worden vermenigvuldigd.
De vermenigvuldigingsfactoren voor de maand maart 2005 zijn vermeld in onderstaand overzicht.
Overzicht 2: vermenigvuldigingsfactoren
Aanvang
exploitatiejaar
2005
Kosten van
onderhoud,
algemeen beheer en
administratie
Belastingen Premie voor de
storm- en
brandverzekering
Huurderving
1 2 3 4 5
maart 2005 0,9954 0,9280 1,0291 1,0380
../4
- 4 -
Publicatie MG digitaal
"Met ingang van januari 2005 wordt door het Directoraat-Generaal Wonen van het ministerie van
VROM gestart met "MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar,
derhalve per 1 juli 2005, de MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Dit geldt overigens
niet voor MG's waarin specifiek om medewerking van de geadresseerde wordt gevraagd. Gedurende
het komende halfjaar kunt u zich aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt dit doen
door in te loggen op www.minvrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u zich
kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de VROM-site wordt
geplaatst een waarschuwingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk is of niet
en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wilt veranderen kan
dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor u belangrijke
MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande adreswijziging."
Voor eventuele nadere informatie of toelichting kunt u contact opnemen met de Directie Informatie,
Beheer en Subsidieregelingen, Unit Bijzondere Regelingen.
Telefoon (070 - 339 2207)
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling Uitvoering
Unit Bijzondere Regelingen
Nr. IBSU 2005036650
Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, april 2005.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, en artikel 18, vierde
lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, en gelet
op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, en voorts gelet op artikel 17,
tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 alsmede gelet op artikel 28b van de
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;
B E S L U I T :
Artikel 1
Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en
een bijdrage ineens dan wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun
huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem
1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt, bedraagt
het rendement in de maand april 2005, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de
aanvang van elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 3,75 procent.
Artikel 2
Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de
gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel i. van die regeling, stelt op 16 april 2005, doch niet
later dan 15 mei 2005 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van die regeling
0,680 procent.
Artikel 3
Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en
waarvan in het tijdvak aanvangende met 16 april 2005 en eindigende met 15 mei 2005 de notariële akte
tot levering, bedoeld in artikel 89, boek 3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het
rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun
eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,50 procent.
- 2 -
- 2 -
Artikel 4
Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde
opslagpercentage is gelijk aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig
voor de genoemde periode.
Den Haag, 27 april 2005
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directoraat-Generaal Wonen
Kantooradres: Rijnstraat 8, 2515 XP DEN HAAG
Postbus 30941, 2500 GX DEN HAAG
Telefoon (070) 339 39 39
Web-site: www.vrom.nl
Directie : Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling : Uitvoering, Unit Bijzondere Regelingen
Registratie-
nummer : MG 2005 - 8
Datum : 26 mei 2005
Strekking : Informatie
Telefoon-
nummer : 070 - 339 22 07
Aan : Het College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp : Rendementen gesubsidieerde woningbouw mei 2005
Geacht College,
Deze circulaire voorziet in de publicatie van de rendementen gesubsidieerde woningbouw voor de
maand mei 2005.
De rendementen gesubsidieerde woningbouw, opgenomen in deze circulaire zijn alleen van
toepassing op beschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven.
Voor toekenningen die na 1 januari 1992 op grond van het Besluit woninggebonden Subsidies (BWS,
gepubliceerd in het Staatsblad 1991, nummer 440) zijn afgegeven en waarbij een
rijksrekenpercentage is gehanteerd, wordt verwezen naar de artikelen 28, 32, eerste lid, en 38 en
naar punt 4 (met uitzondering van het gestelde onder lid b) van de bijlagen V en VI bij het BWS.
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, Regeling geldelijke steun huurwoningen in
proefgemeenten normkostensysteem 1986 en Regeling geldelijke steun huurwoningen
normkostensysteem 1988 (art.1 bijgaande beschikking)
Ten aanzien van deze drie regelingen wordt uitsluitend het rendement gepubliceerd ten behoeve van
renteconversies voor het tweede en enig volgend tijdvak van 10 jaren.
Voor de maand mei 2005 heb ik aldus het rendement, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a van de
Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, respectievelijk artikel 18, eerste lid, onder a van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, respectievelijk
artikel 56, onder a van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988,
bepaald.
../2
- 2 -
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 (art.2 bijgaande beschikking)
Het rendement voor het vaststellen van de looptijd van de jaarlijkse bijdrage wordt normatief
vastgesteld. Voor de berekening van het rendement is aangesloten bij de methodiek in de Regeling
geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988. Uitgegaan wordt van het dagelijks door
MoneyView te Amsterdam bekend gemaakte rendementspercentage op staatsobligaties met een
resterende looptijd van vijf tot acht jaar. De verstrekte gegevens zijn een voortzetting van voorheen de
CBS-dagrendementen en komen onder eigen verantwoordelijkheid van MoneyView tot stand volgens
de CBS-methodologie.
Evenals bij de NKS-regeling wordt het desbetreffende dagpercentage verhoogd met het in bijgaande
beschikking vermelde opslagpercentage. De som wordt naar boven afgerond op 0,125 procent. Met
het aldus berekende normatieve rentepercentage kan de looptijd van de jaarlijkse bijdragen worden
bepaald. Het bovengenoemde opslagpercentage als bedoeld in artikel 28b van deze regeling is, met
de inwerkingtreding van het Besluit Woninggebonden Subsidies per 1-1-1992, niet meer relevant.
Echter op grond van artikel 55, lid 3 van de RGSVH'87 wordt een rentevergoeding verstrekt over de
per 1-1-1991 ingevoerde korting van 20% op de bevoorschotting op de bijdrage ineens. Het
rentepercentage dat voor de berekening van de rentevergoeding wordt gehanteerd, is het rendement
op staatsobligaties met een resterende looptijd van 5 tot 8 jaar, verhoogd met de in bijgaande regeling
opgenomen opslag.
Overeenkomstig de gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde in
maximaal 30 jaar bereikt. Door stijging van de rente kan deze termijn worden overschreden. Indien dit
het geval is, wordt het percentage van de jaarlijkse bijdrage verhoogd. In onderstaand overzicht zijn
bij de verschillende rentepercentages behalve de looptijden tevens de percentages van de jaarlijkse
bijdragen vermeld.
Overzicht 1: looptijd jaarlijkse bijdragen * bij verschillende rentepercentages
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
rijksrekenrente / looptijd /
jaarlijkse bijdrage (in %)
6,000 16 jr. 10 7,500 20 jr. 10 9,000 27 jr. 10
6,125 16 jr. 10 7,625 20 jr. 10 9,125 28 jr. 10
6,250 17 jr. 10 7,750 20 jr. 10 9,250 30 jr. 10
6,375 17 jr. 10 7,875 21 jr. 10 9,375 30 jr. 10,059
6,500 17 jr. 10 8,000 21 jr. 10 9,500 30 jr. 10,168
6,625 17 jr. 10 8,125 22 jr. 10 9,750 30 jr. 10,278
6,750 18 jr. 10 8,250 22 jr. 10 9,875 30 jr. 10,387
6,875 18 jr. 10 8,375 23 jr. 10 10,000 30 jr. 10,498
7,000 18 jr. 10 8,500 24 jr. 10 10,125 30 jr. 10,608
7,125 19 jr. 10 8,625 24 jr. 10 10,250 30 jr. 10,719
7,250 19 jr. 10 8,750 25 jr. 10 10,375 30 jr. 10,830
7,375 19 jr. 10 8,875 26 jr. 10
* in het laatste jaar is de jaarlijkse bijdrage gelijk aan de restant bijdrage
../3
- 3 -
Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 (art.3 bijgaande beschikking)
Voorts heb ik het in artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984
bedoelde rentepercentage bepaald dat geldt van 16 mei 2005 t/m 15 juni 2005. Dit rentepercentage is
van kracht voor toelatingsbeschikkingen die voor 1 januari 1992 zijn afgegeven. Conform de
gehanteerde uitgangspunten in de regeling wordt de contante waarde van de bijdragen in maximaal
30 jaren bereikt.
Indien de ontwikkeling van het rentepercentage zodanig is dat deze termijn zou worden overschreden,
wordt de jaarlijkse bijdrage bovenwaarts bijgesteld.
Als gevolg daarvan is de jaarlijkse bijdrage voor die woningen, waarvan de contante waarde is of
wordt vastgesteld op ¤ 18.604,99 en waarvoor het transport van de notariële akte zal plaatsvinden in
de periode van 16 mei 2005 t/m 15 juni 2005, vastgesteld op ¤ 1.633,61.
Het in artikel 3 van bijgaande beschikking genoemde percentage wordt ook gebruikt ten behoeve van
de uitvoering van de rijksrekenrentetoets.
Vermenigvuldigingsfactoren
Maandelijks wordt een opgave verstrekt van de vermenigvuldigingsfactoren. Behalve voor woningen,
gesubsidieerd met de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975 zal ook bij woningen,
gebouwd met de Regeling geldelijke steun huurwoningen proefgemeenten normkostensysteem 1986
en de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 een aanpassing van de
variabele exploitatiekosten dienen plaats te vinden.
Overeenkomstig artikel 24 van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, artikel 25 van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986 en artikel 52
van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 worden de percentages
gegeven, waarmee de onderscheidene variabele exploitatiekosten dienen te worden vermenigvuldigd.
De vermenigvuldigingsfactoren voor de maand april 2005 zijn vermeld in onderstaand overzicht.
Overzicht 2: vermenigvuldigingsfactoren
Aanvang
exploitatiejaar
2005
Kosten van
onderhoud,
algemeen beheer en
administratie
Belastingen Premie voor de
storm- en
brandverzekering
Huurderving
1 2 3 4 5
april 2005 0,9936 0,9280 1,0291 1,0380
../4
- 4 -
Publicatie MG digitaal
"Met ingang van januari 2005 wordt door het Directoraat-Generaal Wonen van het ministerie van
VROM gestart met "MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar,
derhalve per 1 juli 2005, de MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Dit geldt overigens
niet voor MG's waarin specifiek om medewerking van de geadresseerde wordt gevraagd. Gedurende
het komende halfjaar kunt u zich aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt dit doen
door in te loggen op www.minvrom.nl/mg. U wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u zich
kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u telkens als er een MG op de VROM-site wordt
geplaatst een waarschuwingsmail. U kunt vervolgens zelf bezien of de MG voor u belangrijk is of niet
en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken. Indien u uw gegevens wilt veranderen kan
dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van verzekerd, dat u alle voor u belangrijke
MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede gepaard gaande adreswijziging."
Voor eventuele nadere informatie of toelichting kunt u contact opnemen met de Directie Informatie,
Beheer en Subsidieregelingen, Unit Bijzondere Regelingen.
Telefoon (070 - 339 2207)
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling Uitvoering
Unit Bijzondere Regelingen
Nr. IBSU 2005036656
Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, mei 2005.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, en artikel 18, vierde
lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, en gelet
op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, en voorts gelet op artikel 17,
tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 alsmede gelet op artikel 28b van de
Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;
B E S L U I T :
Artikel 1
Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en
een bijdrage ineens dan wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun
huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem
1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt, bedraagt
het rendement in de maand mei 2005, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de
aanvang van elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 3,75 procent.
Artikel 2
Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform
de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de
gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel i. van die regeling, stelt op 16 mei 2005, doch niet
later dan 15 juni 2005 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van die regeling
0,704 procent.
Artikel 3
Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en
waarvan in het tijdvak aanvangende met 16 mei 2005 en eindigende met 15 juni 2005 de notariële akte tot
levering, bedoeld in artikel 89, boek 3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het
rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun
eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,40 procent.
- 2 -
- 2 -
Artikel 4
Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde
opslagpercentage is gelijk aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig
voor de genoemde periode.
Den Haag, 26 mei 2005
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Directoraat-Generaal Wonen
Directie Beleidsontwikkeling
Cluster Stedelijke Vernieuwing
Rijnstraat 8
Postbus 30941
2500 GX Den Haag
Colleges van Burgemeesters en Wethouders
www.vrom.nl
Opsporing onrechtmatige bewoning met
bestandsvergelijkingen
Datum Kenmerk
MG-2005-09
Geacht College,
A. Inleiding
Bij MG 2001-14 bent u geïnformeerd over de mogelijkheden voor gemeenten om gegevens uit te wisselen,
onder andere ten behoeve van de opsporing van onrechtmatige bewoning. Recentelijk heb ik de
publicaties van de VROM-inspectie en de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (d.d. 9 maart 2005)
over dit onderwerp onder uw aandacht gebracht.
Met deze circulaire doe ik een dringend beroep op u om, indien particuliere verhuurders daarom
verzoeken, (delen van) het woningbestand van die verhuurders langs de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens (GBA) te leggen om deze te toetsen op onrechtmatige bewoning. Tevens wil ik hierbij
het belang van een zorgvuldige registratie van gegevens over personen, adressen en woningen
benadrukken.
B. Mogelijkheden gebruik GBA voor particuliere verhuurders
Voor de aanpak van onrechtmatige bewoning wordt onder andere gebruik gemaakt van bestandsvergelijking
met de GBA. Met het oog op de noodzakelijke privacybescherming van burgers mogen door
gemeenten echter niet zomaar persoonsgegevens uit de GBA worden verstrekt aan particuliere
organisaties. Wel biedt de Wet GBA reeds mogelijkheden om op gemeentelijk niveau gegevens te
verstrekken aan woningcorporaties (artikelen 96 en 100). Gemeenten kunnen bij of krachtens verordening
regelen dat GBA-gegevens worden verstrekt aan woningcorporaties. (MG 2001 - 14).
In verband met de Europese Richtlijn voor de bescherming van persoonsgegevens van 24 oktober 1995,
die in de Wet GBA is geïmplementeerd, kunnen particuliere verhuurders geen gegevens verstrekt krijgen
uit de GBA. Gemeenten kunnen echter wel zelf de gegevens van particuliere verhuurders vergelijken met
de gegevens uit de GBA. Ik verzoek u hierover afspraken te maken met particuliere verhuurders en actief
gebruik te maken van deze mogelijkheid om onrechtmatige bewoning op te sporen.
Ministerie van VROM MG-2005-09 Pagina 2/2
C. Belang zorgvuldige registratie
Een probleem bij het gebruik van bestandsvergelijking voor de bestrijding van onrechtmatige bewoning is
eventuele bestandsvervuiling. Dit treedt met name op omdat inwoners zich bij een eerste registratie of bij
een verhuizing niet laten inschrijven op het juiste adres. Daarvoor kunnen uiteenlopende redenen zijn.
Indien gegevens niet (meer) overeenkomen met de werkelijke situatie, wordt bestijding van onrechtmatig
bewoning moeilijker.
Essentieel is dat alle gemeentelijke diensten er gezamenlijk voor zorgen dat de gegevenshuishouding van
een gemeente zoveel mogelijk overeenkomt met de werkelijkheid. Daarvoor is het noodzakelijk dat
gemeentelijke diensten bij de uitvoering van hun taken altijd gebruik maken van de GBA en
geconstateerde afwijkingen doorgeven aan de GBA. Het programma Stroomlijning Basisgegevens en de
modernisering van de GBA is hierop gericht. Bereikt dient te worden dat de GBA door alle gemeentelijke
diensten als basisregistratie kan en dus moet worden gebruikt en dat alle gemeentelijke diensten mogelijke
onjuistheden in de gegevens kunnen en dus moeten doorgeven aan de GBA.
Verder is het zo dat gemeenten diverse instrumenten (kunnen) inzetten om inschrijving op een bepaald
adres zoveel mogelijk te verifiëren. Indien er twijfel bestaat over inschrijving op een bepaald adres, vragen
gemeenten de burger om bewijsstukken, bijvoorbeeld een huur- of koopcontract, een verklaring van de
verhuurder of van de hoofdbewoner van de woning. Gemeenten kunnen ook vergelijkingen maken met
gegevens uit andere bestanden, zoals eigen woningregistraties of bestanden van woningcorporaties of
particuliere verhuurders. Daarnaast kunnen gemeenten altijd een adres ter plekke controleren.
Samenwerking tussen de verschillende diensten is hierbij onontbeerlijk en het meest vruchtbaar.
Ik roep gemeenten hierbij op te zorgen voor een goede en betrouwbare registratie van personen, adressen
en woningen.
D. Slot
Deze MG-circulaire zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze MG-circulaire is tevens geplaatst op de internetsite van VROM (www.vrom.nl/mg) en is aldaar te
downloaden. Zoals reeds eerder aan u is gemeld in mijn brief van 1 februari 2005, kenmerk DBO
2005000290, inzake verhuiskostenvergoeding, makelen, verslaglegging over inkomens, en het aankopen
van grond, is het Directoraat-Generaal Wonen van mijn ministerie met ingang van januari 2005 gestart met
"MG-digitaal". Dit houdt in, dat na een invoeringsperiode van een half jaar, derhalve per 1 juli 2005, de
MG's niet meer als drukwerk zullen worden verzonden. Vanaf eerstgenoemde datum kunt u zich
aanmelden als abonnee van deze "MG-digitaal". U kunt dit doen door in te loggen op www.vrom.nl/mg. U
wordt vanzelf verwezen naar een menu waar u zich kunt opgeven als abonnee. Na aanmelding ontvangt u
telkens als er een MG op de VROM-site wordt geplaatst een attenderingsmail. U kunt vervolgens zelf
bezien of de MG voor u belangrijk is of niet en kunt u deze als pdf-bestand downloaden en afdrukken.
Indien u uw gegevens wilt veranderen kan dit via hetzelfde menu. Op deze wijze bent u er steeds van
verzekerd, dat u alle voor u belangrijke MG's krijgt, ook na bijvoorbeeld een verhuizing en de daarmede
gepaard gaande adreswijziging.
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer