Ministerie van Algemene Zaken


10-06-2005, NOS, Met het oog op morgen, R.1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,

OVER. DE ECONOMIE EN HET KABINETSBELEID

WALLAART:
Op welke datum gaan we 'het zoet' proeven?


BALKENENDE:
Je kunt niet zomaar een datum prikken. Als we het hebben over het prepensioen. U weet dat die maatregelen, daar zit ook een overgangskarakter in. Dat zijn zaken die te maken hebben met de lange termijnontwikkeling. Je kunt niet zomaar zeggen: 'Je voert nu de maatregel in en volgend jaar heb je het resultaat'. Zo ligt het niet.

WALLAART:
Valt het u niet een beetje tegen dat we nog steeds niet een omslag zien in de economie?


BALKENENDE:
De hervormingen hebben te maken met een lange termijnkarakter. Sommige zaken spelen op korte termijn en sommige zaken hebben een veel langere implementatieperiode.

WALLAART:
U zelf sprak eind 2004 de pers toe en toen zei u: 'Ik zie allemaal lichtpuntjes. We zien tekenen van herstel'. De afgelopen week zagen we ze één voor één weer in duigen vallen. Het CPB, DNB, de Rabobank, allemaal stelden ze de groei naar beneden bij.


BALKENENDE:
Laat ik een concreet voorbeeld noemen. U weet, het kabinet heeft gezegd: 'We hebben zo'n achterstand opgelopen ten opzichte van andere concurrerende landen. Het is noodzakelijk om even de pas op de plaats te maken.' Dat is ook nodig en we hebben gezien dat de concurrentiepositie niet die achterstand meer heeft die we hadden opgelopen. Dat is trouwens ook de analyse van de heer Wellink. Met andere woorden, het is goed dat we dat hebben gedaan. Alleen wat we nu zien is iets wat niet zoveel heeft te maken, of helemaal niets te maken heeft met het kabinetsbeleid. Wanneer we het hebben over een hogere olieprijs, die is van groot belang voor de ontwikkeling van de wereldhandel. Als die wereldhandel slechter is dan hebben we daar ook een nadeel van.

WALLAART:
Dat klopt. Maar de hogere olieprijs, daar heeft iedereen wel mee te maken. Als we kijken naar de ons omringende landen in Europa: we bungelen echt stijf onderaan met de Italianen. Hoe kan dat toch?


BALKENENDE:
Dat is juist het punt wat we hebben gezegd: 'Sinds 1996-97 hebben we steeds achterstand opgelopen.' Het ging aanvankelijk erg goed in de jaren '90. Wat hebben we toen gezien? Het was heel moeilijk voor werkgevers om mensen te krijgen. De lonen zijn omhoog gegaan. Dat heeft geleid tot een situatie dat we een behoorlijke achterstand hebben opgelopen. In 2000-2001 ging de economie omslaan. Dat was behoorlijk fors. We hebben een enorme omslag gekregen. Dat betekent dat ook dit kabinet met hervormingen moest komen op het moment dat de economische ontwikkeling duidelijk aan het omslaan was. Hadden we dit niet moeten doen? Nee, het is goed dat we dat hervormingsbeleid hebben doorgevoerd. Dat was ook nodig.

WALLAART:
Hoe ziek is Nederland nu?


BALKENENDE:
Als we met elkaar vooruit willen, dan is dat juist een teken dat we niet ziek zijn. We hebben natuurlijk conflicten gehad vorig jaar, geen misverstand. We hebben demonstraties gehad.

WALLAART:
Maar de cijfers zijn nog steeds slecht.


BALKENENDE:
Ja, maar de werkgevers en werknemers hebben wel tegen elkaar gezegd: 'Er is een noodzaak van hervormingen. We kijken naar de economische ontwikkeling, naar de werkloosheid.' Dat is gewoon zo. Die cijfers doe ik niets aan af, maar dat betekent dus ook dat je beleid dat noodzakelijk is, dat je daar ook mee doorgaat. Dat is de reden. Het beleid ten aanzien van hervormingen moet worden doorgezet.

WALLAART:
Daar zei Wellink ook nog wat over. Die zei: 'Ja, het moet inderdaad doorgaan, maar ik geloof best dat mensen moe zijn van al die veranderingen'. Bent u het daarmee eens?


BALKENENDE:
In het beleid is het altijd een combinatie van daadkracht - datgene dat nodig is moet je doen - maar tegelijkertijd ook oog hebben voor draagvlak. Dat hebben we natuurlijk gezien de afgelopen tijd. Geen misverstand.

WALLAART:
Denkt u dat de mensen de veranderingen moe zijn?


BALKENENDE:
Wanneer mensen niet alleen kijken naar de belangen op de korte termijn, maar als je ook nadenkt over jouw kinderen en kleinkinderen en hoe hun toekomst is, dan krijg je toch een hele andere dimensie. Ik weet heel goed als je aan mensen vraagt, neem bijvoorbeeld de vut: 'Zeg nu eens eerlijk, kun je de regelingen laten zoals ze nu zijn?', dan weten mensen heel goed: 'We kunnen niet alles laten zoals het is'.

WALLAART:
U bent politicus. U moet die pijnlijke boodschap aan de man brengen. Slaagt u daar nog wel in?


BALKENENDE:
Natuurlijk is het zo dat het makkelijker is om met een 'goed weer verhaal' te komen in de zin van: we hebben zoveel meevallers, we kunnen extra uitdelen. Dat kunnen wij niet.

WALLAART:
Komt dat over?


BALKENENDE:
Als je te maken hebt met moeilijke maatregelen, dat wordt je niet altijd in dank afgenomen. We hebben vaak gezien dat wanneer de maatregelen worden genomen, dat je op korte termijn niet direct daarvoor de waardering ondervindt. Dat gold voor Lubbers, dat gold voor Kok.

WALLAART:
Deze week. De nieuwe ziektekostenwet. Een groot politiek succes voor uw kabinet. Toch liggen er 500.000 protestbrieven van mensen die het niet zien zitten. Wat zegt u tegen die half miljoen brievenschrijvers?


BALKENENDE:
Dan zeg ik ook: 'We praten al een hele tijd in Nederland over verandering in de zorg. We weten dat het nodig is.' Als we zouden zeggen: 'Er komt een verandering aan, dat moeten we maar niet doen'. Wat gebeurt er dan? Dan hebben we een systeem waarvan we nu weten dat we dat niet kunnen handhaven.

WALLAART:
Maar toch, 500.000 brievenschrijvers. Europese Grondwet, 62% tegenstemmers. Vorig jaar 300.000 demonstranten op het Museumplein. Hoe komt het toch dat u niet doorkomt?


BALKENENDE:
Ik vind dat niet fair in uw vraagstelling. Het is ook niet correct. Wanneer we het hebben over het Grondwettelijk verdrag, dat was niet een kwestie van het kabinet. Dat gold ook voor de PvdA, Groenlinks en veel maatschappelijke organisaties. Dat probleem lag veel en veel dieper.

WALLAART:
Van al die grote hervormingen van dit kabinet krijgt u altijd een grote maatschappelijke tegenreactie. Heeft u een communicatieprobleem?


BALKENENDE:
U gaat helemaal voorbij aan wat ik net zeg. Vorig jaar hebben we een fors conflict gehad met de vakbeweging. Maar uiteindelijk zijn we er wel uit gekomen, want er is een sociaal akkoord gekomen. En wat was de conclusie van bijvoorbeeld iemand als Doekle Terpstra die toen voorzitter was van het CNV? Die was toen blij dat we die afspraak konden maken. Hij zegt: 'De noodzaak van hervormingen is onomstreden, maar gelukkig nu met draagvlak'. Kortom, laten we gewoon de zaken in de goede proporties zien.

WALLAART:
Bent u niet bang dat die korte termijnpijn overslaat naar de politiek?


BALKENENDE:
Ik vind dat als je in de politiek verantwoordelijkheid draagt, dan moet je datgene doen wat in het belang is van je land, voor de kortere en de langere termijn. Het is makkelijk om zaken maar niet te bespreken. Dan zeg ik: 'Zo zit ik niet in elkaar en dat zou niet goed zijn ook'.

WALLAART:
Precies. Maar kijk eens naar deze week? De VVD vraagt zich hardop af of de hervorming van de WAO nog wel nodig is nu het goed gaat met de instroomcijfers. Dan is het toch een teken dat het een beetje begint over te slaan naar de politiek?


BALKENENDE:
Dat zal dan volgende week blijken in het debat over de WAO in de Tweede Kamer. Het is zo dat we eerder hebben gezien dat wanneer je nu alleen maar zou letten op de instroomcijfers in de WAO, dan weten we dat op de langere termijn je zult zien dat de ontwikkeling weer anders is. Dat is in het verleden ook zo gegaan. De vraag is of het huidige WAO-stelsel voldoende geschikt is voor de toekomst. Meer oog voor het stimuleren dat mensen weer arbeidsgeschikt raken. Daarin schiet het huidige systeem tekort. Daarom zijn die veranderingen nodig.

WALLAART:
En dus moet minister Zalm de komende dagen een soort vormingswerk verrichten en de fractie van de VVD duidelijk maken dat die hervorming nodig is?


BALKENENDE:
Dat er stevig wordt gediscussieerd is prima. Dat hoort bij het debat. Ik hoop dat de partijen zich volgende week constructief opstellen en zich niet alleen maar blind staren op de verminderde instroom nu. Je moet ook aan morgen denken.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)