Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
AV/CAM/05/43492
Onderwerp Datum Contactpersoon
Vierde Nota van wijziging Invoeringswet 10 juni 2005
WMW
./. Hierbij bied ik u aan de vierde nota van wijziging inzake de vaststelling van regels voor overgangs-
en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers
(Invoeringswet Wet medezeggenschap werknemers).
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
29 945 Vaststelling van regels voor overgangs- en invoeringsrecht voor de
totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers (Invoeringswet
Wet medezeggenschap werknemers)
Vierde nota van wijziging
... ontvangen .. .... 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel XLIV C wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XLIV D
Indien het bij geleidende brief van 12 december 2001 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met het verschaffen
van openbaarheid over de hoogte van inkomens van topkader, bestuurders en
toezichthouders van ondernemingen aan de ondernemingsraad (Wet Harrewijn)
(Kamerstukken 28 163) tot wet wordt verheven en in werking treedt, komt
artikel 6:6 van de Wet medezeggenschap werknemers met opschrift te luiden:
Recht van de ondernemingsraad op informatie over beloningsverhoudingen
Artikel 6:6
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op ondernemingen waarin in de regel ten
minste 100 personen werkzaam zijn.
2. Dit artikel is niet van toepassing op:
a. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan een van de
bestuurders of commissarissen een natuurlijke persoon is die een direct of indirect
belang heeft in de rechtspersoon overeenkomstig artikel 4.6 van de Wet op de
inkomstenbelasting 2001, of
b. de rechtspersoon waarop de artikelen 396 of 397 van titel 9 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn.
3. De ondernemer verstrekt, mede ten behoeve van de bespreking van de algemene
gang van zaken van de onderneming, ten minste eenmaal per jaar aan de
ondernemingsraad schriftelijk informatie over de hoogte en inhoud van de
arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende groep van de in de
onderneming werkzame personen.
4. De ondernemer verstrekt daarbij tevens schriftelijke informatie over de hoogte en
inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken met het bestuur dat
de rechtspersoon vertegenwoordigt en het totaal van de vergoedingen, dat wordt
verstrekt aan het toezichthoudend orgaan, bedoeld in artikel 6:11, tweede lid.
5. Ten aanzien van het derde en vierde lid wordt inzichtelijk gemaakt met welk
percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot
elkaar en tot die van het voorgaande jaar.
6. Indien een groep als bedoeld in derde lid, het bestuur of het toezichthoudend
orgaan, bedoeld in het vierde lid, uit minder dan 5 personen bestaat, is het mogelijk
om voor de toepassing van deze leden twee of meer functies samen te voegen, zodat
een groep van ten minste 5 personen ontstaat.
3
7. De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk in kennis te
stellen van belangrijke wijzigingen die in deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en
afspraken worden aangebracht.
Toelichting
Door de Tweede Kamer is op 2 juni 2005 het initiatiefwetsvoorstel van de leden
Vendrik en Verburg tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband
met het verschaffen van informatie over de hoogte van inkomens van het topkader,
bestuurders en toezichthouders van ondernemingen aan de ondernemingsraad (Wet
Harrewijn) aanvaard (Kamerstukken 28 163). Aangezien de Kamer met het
aanvaarden van deze wetswijziging uitdrukkelijk de bedoeling heeft het wettelijk
regime op dit punt voor langere tijd aan te passen en te verbeteren, neemt de
regering de inhoud van deze wetswijziging zonder meer over in het voorstel van Wet
medezeggenschap werknemers. Daartoe strekt deze nota van wijziging.
Het initiatiefwetsvoorstel zal zoals uitdrukkelijk bij de behandeling en de stemming
naar voren is gebracht, door beide indieners zelf in de Eerste Kamer worden
verdedigd. Het is ook om deze reden dat het kabinet heeft besloten tot een nota van
wijziging van de Invoeringswet Wet medezeggenschap werknemers en niet tot een
nota van wijziging van de Wet medezeggenschap werknemers.
Voor de inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar hetgeen tijdens de behandeling
van het genoemde initiatiefwetsvoorstel is uitgewisseld.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid