Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen UR: nr 044, 6 juni 2005

GEMEENTEN HEBBEN NOG WEINIG OOG VOOR SOCIALE GEVOLGEN VAN NIEUWBOUW IN OUDE WIJKEN

Gemeenten hebben soms onvoldoende oog voor de sociale gevolgen van nieuwbouwplannen in bestaande wijken, de zogeheten inbreidingsplannen. Geitenweitjes, trapveldjes en jeu de boules-banen en dat soort openbare ruimten zijn heel belangrijk voor het buurtleven. Het opofferen daarvan verzwakt het gemeenschapsgevoel in de wijk, constateren onderzoekers in een rapport van de Wetenschapswinkel van Wageningen UR. Zij schreven dat in opdracht van de Buurtvereniging Hoogstede-Klingelbeek in Arnhem. De gemeente wil op de open plekken in deze landelijke wijk een groot aantal woningen bouwen, terwijl de onderzoekers aanbevelen deze plekken gedeeltelijk ongemoeid te laten en bij de inrichting van het gebied rekening te houden met de bestaande sociaal-ruimtelijke kwaliteiten.

Fysieke ingrepen in de woonomgeving of de stad hebben altijd sociale gevolgen, schrijven ir Mirjam Koedoot en dr Henk de Haan in hun rapport In de Buurt van de Stad. Stedebouwkundigen en beleidsmakers houden daar rekening mee, vooral als het gaat om probleemwijken. In dit geval constateren de onderzoekers echter dat die kennis frappant genoeg ontbreekt. Zij verklaren dat uit het feit dat Hoogstede-Klingelbeek, niet als probleemwijk wordt gezien. Inbreiding in deze hechte buurt verzwakt niet alleen het gemeenschapsgevoel in de wijk, maar brengt ook nog eens een grote groep nieuwe bewoners met zich mee. Dat hoeft op zich niet bij voorbaat een verslechtering van het buurtklimaat te betekenen, maar zet wel de sterke sociale interactie en de sociale samenhang in de wijk op het spel, zeggen Koedoot en De Haan.

De onderzoekers pleiten ervoor om plekken waar de buurtbewoners elkaar ontmoeten, zoals de geitenwei, de moestuin, de wijngaard, de jeu de boules baan en het trapveldje geheel ongemoeid te laten. Daarbij wijzen zij op nog een essentieel aspect, het persoonlijke stempel van de buurtbewoners op deze collectieve plekken. De Haan en Koedoot wijzen op het gevaar dat planners en beleidsmakers ertoe neigen bij een grote opknapbeurt van een wijk de bestaande openbare ruimte 'netjes' te maken en naar moderne maatstaven deze wordt 'opgeruimd' en 'gladgestreken'. Dat gaat ten koste van het persoonlijke stempel, terwijl juist het eigen, kleinschalige en lokale karakter van de wijk behouden zou moeten blijven, vinden de onderzoekers.

Aanbieding
Op vrijdag 10 juni a.s. biedt de Buurtvereniging Hoogstede-Klingelbeek het rapport aan aan wethouder Van Bodegraven van de gemeente Arnhem. De bijeenkomst in het Oolgaardthuis aan de Klingelbeekseweg begint om 11.45 uur.