Erasmus MC


02-06-2005: Nieuwe methode ontwikkeld om bepaalde vorm van aderverkalking op te sporen
Belangrijke veroorzaker hart- of herseninfarct traceerbaar

Afgelopen jaar zijn in Nederland meer dan 25.000 mensen gestorven aan een hersen- of hartinfarct veroorzaakt door het plotseling scheuren van een 'vetbobbeltje' in de vaatwand. De meeste van hen hadden geen idee dat ze deze vorm van aderverkalking hadden. De afdeling Biomedische Technologie van het Thoraxcentrum Erasmus MC heeft een methode ontwikkeld om deze kwetsbare aderverkalkingsplekken te kunnen onderscheiden van 'normale' aderverkalkingsplekken. Dit biedt perspectief voor de behandeling ervan. Deze methode wordt beschreven door Johannes Schaar in zijn proefschrift 'Palpografie', waarop hij 10 juni 2005 promoveert aan het Erasmus MC in Rotterdam.

Bij adververkalking ontstaat een vernauwing van de aderen doordat weefsel zich ophoopt aan de binnenkant van de vaatwand. Dit weefsel, ook wel plaque genoemd, bestaat soms uit kalk, soms uit bindweefsel en soms uit vet. In het laatste geval bestaat het gevaar dat het dunne vliesje dat het vet nog van het bloed scheidt plotseling scheurt, vergelijkbaar met een rijpe puist die open springt. Dit vet komt in de bloedbaan terecht, wat leidt tot een chemische reactie die weer een acute hart- of herseninfarct tot gevolg heeft, al dan niet fataal. Met de nieuwe methode die Schaar beschrijft, kan voor het eerst onderscheid gemaakt worden tussen 'normale' plaque en deze 'vettige' plaque. Via een catheter wordt met ultrageluid de hardheid van de plaque gemeten. Een 'vettige' plaque is zachter. Uit het onderzoek blijkt dat patiënten met duidelijke symptomen van hartfalen meer van deze 'vettige' plaques in hun vaatwanden hebben. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat een intensivering van behandeling met medicijnen als cholesterolremmers leidt tot een significante vermindering van het aantal 'vettige' plaques.

Tot dusverre was het niet mogelijk deze kwetsbare plekken op te sporen. Patiënten konden daarom nog niet specifiek worden behandeld. De nieuwe Rotterdamse opsporingstechniek biedt mogelijkheden voor vervolgonderzoek naar het ontwikkelingspatroon van deze 'vettige' plaques en naar de behandeling ervan. Op korte termijn starten dan ook twee grote klinische studies binnen 40 centra over de hele wereld.