D66

Schriftelijke inbreng van de D66-fractie ten behoeve van het schriftelijk overleg over de brief van de minister voor vreemdelingenzaken en integratie inzake aanvullende maatregelen Antillianen en Arubanen (26283)

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister voor vreemdelingenzaken en integratie van 13 mei jl. inzake aanvullende maatregelen Antillianen en Arubanen. Zij benadrukken dat de toelatingsregeling ook op aandringen van bijna 2/3 van de Kamer tot stand is gekomen.

Proportionaliteit
Zoals de leden ook al in het algemeen overleg van 17 mei jl. te kennen hebben gegeven, benadrukken de leden van de D66-fractie dat het met heel veel Antilliaanse jongeren goed gaat en dat de uitwisseling van personen binnen het Koninkrijk een verrijking voor de Nederlandse samenleving is. Dat laat onverlet dat het met een deel van deze jongeren niet goed gaat: door allerlei redenen, waaronder schooluitval, slechte economische perspectieven en de verlokkingen van (drugs)criminaliteit dreigt er een groep te ontstaan met weinig perspectief op een normaal leven. De Sociale Vormingsplicht die de Antilliaanse autoriteiten thans in voorbereiding hebben, is in de ogen van deze leden een goede manier om te voorkomen dat deze kwetsbare jongeren definitief afglijden. Deze leden vinden het dan ook logisch dat Nederland probeert te voorkomen dat Nederland een ontsnappingroute wordt voor deze Sociale Vormingsplicht. Dit maakt dat de thans voorliggende maatregelen in de ogen van de D66-fractie proportioneel zijn. Zien deze leden het goed dat ook uit jurisprudentie blijkt het maken van onderscheid tussen Antilliaanse / Arubaanse en andere Nederlanders op zich niet in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en met het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR)?
De Sociale Vormingsplicht lijkt deze leden adequaat flankerend beleid te zijn om te bewerkstelligen dat risico- en probleemjongeren niet verder afglijden in de criminaliteit. Zij vragen de minister hoe vanuit de Antillen op dit in hun ogen toch valide argumenten over proportionaliteit van de toelatingsregeling wordt gereageerd.

Uiterste redmiddel tegen verloedering steden / wijken In de ogen van de leden van de D66-fractie staat -conform het VN-verdrag inzake de Rechten van het kind-- het belang van het kind / de jongere voorop. In de eerste plaats moet dus worden voorkomen dat kwetsbare jongeren in een kansloze situatie terechtkomen. Daarnaast vinden deze leden de in onderhavige brief voorgestelde maatregelen ook nodig om te kunnen inzetten in de strijd tegen ongewenst gedrag in Nederlandse steden. Een cumulatie van Antilliaanse en (in mindere mate) Arubaanse jongeren die niet investeren in hun toekomstkansen door deel te nemen aan onderwijs of werk leiden in sommige Nederlandse steden tot ongewenste situaties. Deze leden vinden de ontzegging van voortzetting van het verblijf in Nederland een gepaste uiterste maatregel voor hen die kennelijk niet bereid zijn in hun eigen toekomst te investeren en bovendien de maatschappij schade berokkenen.

Voogdijregeling
De leden van de D66-fractie dringen al enige tijd aan op een sluitende voogdijregeling voor in Nederland verblijvende of naar Nederland vertrekkende Antilliaanse jongeren. Deze leden vragen of in plaats van controle van jongeren op binnenkomende vluchten op schiphol, controle op vertrekkende vluchten uit de Antillen niet veel meer voor de hand ligt?

De leden van de D66-fractie informeren op welke wijze de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschappen in Nederland wordt aangesproken en betrokken bij de integratie en begeleiding van Antilliaanse en Arubaanse jongeren in Nederland?

9-6-2005 15:40