Uitstoot scheepvaart beter in beeld
De provincie Zuid-Holland heeft TNO en de Milieudienst Rijnmond DCMR laten meten wat de bijdrage van schepen is op de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied. Op de Nieuwe Waterweg bij de Maeslantkering, de Oude Maas bij Heerjansdam en op de Noord is de concentratie van stikstofdioxide en fijn stof langs de oevers gemeten met een speciaal meetinstrument. Dit kon de schoorsteenpluim van elk schip 'zien'. Uit het onderzoek blijkt dat de concentratie stikstofdioxide overeenkomt met waarden uit eerdere berekeningen. Dit bevestigt dat scheepvaart als een belangrijke bron moet worden beschouwd. Verder komt naar voren dat de fijn stof concentratie ongeveer de helft lager ligt dan aangenomen.
Over de actuele uitstoot van de scheepvaart is weinig bekend. De provincie berekent al enkele jaren de uitstoot en de bijdrage van de scheepvaart aan de lokale luchtkwaliteit. Hierbij wordt uitgegaan van metingen die ongeveer 15 jaar geleden zijn gedaan. Deze metingen worden door iedereen gebruikt. Er is geen duidelijkheid over de betrouwbaarheid van deze waarden voor echte emissies van schepen vandaag en in de praktijk.
De berekende stikstofdioxidebijdrage van de scheepvaart langs de oevers is aanzienlijk, tot 25% van de concentratie op de meest belaste locaties. Dit is vergelijkbaar met de uitstoot langs een autosnelweg. Daarom wilde de provincie voor stikstofdioxide en fijn stof de bijdrage van de scheepvaart meten. Door de nu gemeten waarden kon worden berekend wat de uitstoot van elk schip was wanneer er gelijkmatig wordt gevaren en wat de bijdrage aan de concentratie van alle schepen zou zijn. "Al met al bevestigen de voorlopige resultaten van de uitgevoerde metingen dat scheepvaart een belangrijke bron van luchtverontreiniging is, zeker voor uitstoot van stikstofoxiden. Om de luchtkwaliteitproblematiek op te lossen en normen te halen zullen ook bij de scheepvaart maatregelen nodig zijn om de emissies terug te dringen", aldus gedeputeerde Erik van Heijningen.
Unieke metingDe metingen zijn in Nederland voor het eerst uitgevoerd en hebben een experimenteel karakter. Daarom was een gedegen voorbereiding noodzakelijk. Voor fijn stof moest een elektronisch zoeksysteem worden ontwikkeld en bleek alleen de kleinste fractie geschikt om de bijdrage van de schepen terug te kunnen vinden in de metingen. Voor stikstofdioxide waren de pieken wel duidelijk te herkennen boven de achtergrond. Om de schepen automatisch te detecteren zijn deze met een bewegingsgevoelige camera vastgelegd. De camera werd verder gebruikt om het aantal passerende schepen te tellen, als controle op de radartellingen die het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat uitvoeren. Ook kon er informatie over het type schip uit worden afgeleid.
Verder zijn er in de omgeving van de waterwegen een aantal oriënterende metingen gedaan. Zo kon op meer plaatsen de concentratie over langere perioden worden bepaald.
De gemeente Rotterdam is actief bij het onderzoek betrokken, omdat het inzicht kan bieden in de oplossingsrichtingen voor een betere luchtkwaliteit in de regio. Het onderzoek geeft echter nog geen totaalbeeld van de effecten van scheepvaart op de luchtkwaliteit op alle locaties. De gemeente heeft daarom DCMR en TNO opdracht gegeven voor een vervolgonderzoek in de omgeving van de havenbekkens. Dit zal zijn afgerond voor het einde van het jaar. Zo wordt de bijdrage van schepen aan de concentratie fijn stof en stikstofoxiden in het Rijnmondgebied volledig in beeld gebracht.
Bron: afdeling Communicatie, telefoon 070 - 441 66 22
Provincie Zuid-Holland