Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DN. 2005/1771
datum: 08-06-2005
onderwerp: Implementatie Natuurbeschermingswet 1998
Bijlagen: 1
Geachte Voorzitter,
De Eerste Kamer heeft 18 januari 2005 het wetsvoorstel tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 aanvaard. De wet is inmiddels gepubliceerd in Staatsblad 2005, 195. De voorbereiding van de invoering van de wet is in volle gang. In deze brief informeer ik u over de stand van zaken, alsmede over de implementatie van Natura 2000 in Nederland (de Vogel- en Habitatrichtlijnen). Ook geef ik aan hoe ik wil omgaan met de zorgen in de samenleving en bij uw Kamer over de consequenties van de wetgeving.
Ik geef ook gevolg aan verschillende eerdere toezeggingen aan uw Kamer over de begrenzing van Natura 2000-gebieden, het opstellen van beheersplannen en het analyseren van jurisprudentie, waaronder de moties Snijder-Hazelhoff en Jager (28171, nr. 45) en Jager (Jager 28171, nr. 41).
In deze brief ga ik achtereenvolgens in op de voorgenomen datum van inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet 1998 en de planning in hoofdlijnen op weg naar die inwerkingtreding. Tevens stel ik u op de hoogte van een recent arrest van het Hof van Justitie betreffende de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijnen in Nederland en van lopend onderzoek naar de juridische implementatie van de richtlijnen in verschillende lidstaten.
Datum van inwerkingtreding Natuurbeschermingswet 1998
Voor een verantwoorde invoering van de wet vind ik het van groot belang dat de betrokken organisaties (Rijk, provincies, andere overheden, sectoren, maatschappelijke organisaties) op het moment van inwerkingtreding in staat zijn de verantwoordelijkheden te nemen die de nieuwe wet voor hen met zich meebrengt. Dit vereist dat er duidelijkheid is over de doelstellingen van het natuurbeleid in de aangewezen Natura 2000-gebieden en de consequenties daarvan voor het beheer en voor de relatie met andere gebruikers in of nabij die gebieden. Concreet betekent dit dat op het moment van inwerkingtreding op de volgende punten duidelijkheid moet bestaan:
* het beleidskader voor de formulering van de instandhoudingsdoelstellingen en een eerste uitwerking van de doelen op landelijk en op gebiedsniveau;
* de kaders voor de aanwijzingsbesluiten en de beheersplannen;
* de taakverdeling tussen Rijk en provincie met betrekking tot vergunningverlening (AMvB artikel 16 en 19d), inclusief afspraken over de bijbehorende financiële middelen; en
* een nadere interpretatie van de regelgeving, in de vorm van aanvullende handreikingen Natuurbeschermingswet.
Ik heb met de provincies overleg gevoerd over de implementatie van de Natuurbeschermingswet 1998. Zij zijn met mij van mening dat, gegeven de huidige voorbereidingen en planning, op 1 oktober 2005 duidelijkheid gegeven kan worden over de vier bovenstaande punten. Ik ben dan ook van plan de Natuurbeschermingswet 1998 per 1 oktober in werking te laten treden en heb met de provincies nadere afspraken gemaakt over de tussenstappen die tot 1 oktober gezet gaan worden.
Planning tot 1 oktober 2005
De planning op weg naar 1 oktober kan grofweg in de volgende componenten worden onderverdeeld:
* Uiterlijk 1 juni 2005 zal ik zorgdragen voor een duidelijke taakverdeling tussen Rijk en provincies. Hiertoe heb ik met de provincies afspraken gemaakt over een voorstel voor de verdeling van de vergunningverlenende bevoegdheid tussen Rijk en provincies. Op basis daarvan heb ik een Algemene Maatregel van Bestuur uitgewerkt en aan de Kamer voorgelegd.
* Uiterlijk 1 juli zal ik 2005 zorgdragen voor een 'Contourennotitie' met daarin een helder uitgewerkt beleidskader voor de Natura 2000-gebieden, in het bijzonder ten aanzien van de instandhoudingsdoelstellingen op nationaal niveau, de aanwijzingsbesluiten en de beheersplannen (zie ook de bijlage bij deze brief voor een nadere toelichting).
* Uiterlijk 1 september is een nadere concretisering per gebied beschikbaar, op basis waarvan vanaf september 2005 gesprekken worden gevoerd met provincies.
* Vanaf 1 september zal mijn ministerie samen met de provincies betrokken partijen informeren over de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998. We zullen in ieder geval nog voor de inwerkingtreding één nationale en regionale voorlichtingsbijeenkomsten organiseren, met name gericht op de juridische consequenties van inwerkingtreding van de wet (vergunningverlening). Daarnaast komen voor 1 oktober aanvullende handreikingen beschikbaar, onder andere over de Habitattoets (afwegingskader artikel 6 Habitatrichtlijn) en de beheersplannen.
* Ik vind het belangrijk dat we snel juridische duidelijkheid creëren door alle Natura 2000-gebieden formeel aan te wijzen. Ik zet me er voor in de aanwijzingsbesluiten zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van de wet te publiceren. Ik realiseer me dat dit een veel hoger tempo is dan de Europese Commissie van ons vraagt. Maar ik vind dit noodzakelijk, mede omdat uw Kamer en maatschappelijke organisaties al enkele jaren aandringen op duidelijkheid over de consequenties van de aanwijzing van Natura-2000 gebieden. Randvoorwaarde is wel maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. Met het oog op een zorgvuldige voorbereiding van deze aanwijzingsbesluiten zal ik dan ook na de zomer voorbereidende gesprekken met provincies, VNG, Unie van Waterschappen en maatschappelijke organisaties plannen.
* Ook zal ik uiterlijk 1 oktober 2005 afspraken maken met de rijksbeheerders en provincies over het opstellen van de beheersplannen voor alle Natura 2000-gebieden.
Bescherming van Natura 2000-gebieden die nog niet formeel zijn aangewezen
Voor de goede orde wijs ik er in het verlengde van mijn brief van 27 januari jongstleden nogmaals op dat Natura-2000 gebieden die nog niet formeel zijn aangewezen, zoals de Habitatrichtlijngebieden, op dit moment op grond van jurisprudentie onder de rechtstreekse werking van de Habitatrichtlijn vallen. Dit betekent dat bij besluiten van alle overheden een passende beoordeling conform artikel 6 lid 3 van de richtlijn vereist is indien er mogelijk significante effecten op natuur optreden. Om de overheden hierbij te ondersteunen heeft mijn ministerie een handreiking gepubliceerd en een helpdesk ingericht.
Arrest Hof van Justitie
Op 14 april jongstleden heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaak C-441/03 van de Europese Commissie tegen Nederland uitgesproken dat Nederland zijn implementatieverplichtingen met betrekking tot de Vogel- en Habitatrichtlijnen niet is nagekomen. Dit was in de mondelinge en schriftelijke voorbereiding van deze zaak al door de Nederlandse regering erkend. Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 zal de noodzakelijke implementatie wel zijn gerealiseerd.
De Europese Commissie heeft het wetsvoorstel als voldoende beoordeeld.
Vergelijking Nederlandse implementatiepraktijk met andere lidstaten
Binnen Nederland en andere lidstaten wordt gevraagd of de implementatiepraktijk tussen de lidstaten vergelijkbaar is, met name of er sprake is van een 'level playing field' als het gaat om de toepassing van het beschermingsregime. Ik vind het een belangrijk punt dat binnen de EU op vergelijkbare wijze gewerkt wordt en dat de sociaal-economische consequenties van Natura 2000 op evenredige wijze in Europa worden gedragen.
Momenteel wordt in opdracht van mijn ministerie onderzoek gedaan naar de implementatiepraktijk in andere lidstaten. Onderzocht wordt hoe landen artikel 6 van de Habitatrichtlijn hebben geïmplementeerd. Ook wordt de Nederlandse en internationale jurisprudentie met betrekking tot de Habitatrichtlijn onderzocht (uitvoering motie-Geluk). Ik zal de resultaten van deze onderzoeken benutten bij de verdere implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijnen in Nederland. Ik zal de Tweede Kamer hierover zo spoedig mogelijk nader informeren.
Tot slot
Zoals uit deze brief blijkt, vindt de komende weken op meerdere sporen uitwerking plaats van de Europese verplichtingen met betrekking tot Natura 2000. Voor de zomer wil ik in hoofdlijnen duidelijkheid bieden aan betrokken overheden, beheerders, sectoren en overige belanghebbenden met eerdergenoemd beleidskader voor instandhoudingsdoelen, aanwijzingsbesluiten én beheersplannen. Ik zal de Tweede Kamer daarover op dat moment ook nader informeren.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Bijlage - Voorzet voor een beleidskader voor de voorbereiding implementatie Natura 2000
© Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit