Ministerie van Algemene Zaken

|Aan de voorzitter van de Tweede Kamer | |

|Postadres      |               |     |der Staten-Generaal                  |
|Postbus 20001                   |     |                                     |
|2500 EA  Den Haag               |     |                                     |
|Bezoekadres    |               |     |                                     |
|Binnenhof 19, Den Haag          |     |                                     |
|Contactpersoon |               |     |         |                           |
|                                |     |         |                           |
|E-mail         |               |     |         |                           |
|                                |     |         |                           |
|Telefoon       |               |     |         |                           |
|070 35641 00   |               |     |         |                           |
|Fax            |Datum          |Kenmerk        |Onderwerp                  |
|070 356 46 83  |8 juni 2005    |05M475370      |Verzoek uit regeling van   |
|               |               |               |werkzaamheden 2 juni 2005  |
|                                                                             |
De voorbije weken heeft zich een discussie ontsponnen over de vraag of het wenselijk is dat er een debat plaatsvindt over wetenschap en religie en welke taak de overheid daarbij kan of mag vervullen. Uw kamer heeft verzocht hierover bij brief te worden geïnformeerd. Hierbij kom ik, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan dit verzoek tegemoet.

De actuele aanleiding voor dit op zichzelf niet nieuwe debat ligt in een weblog van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarin zij aangeeft dat zij het van belang vindt dat leerlingen met verschillende religies of levensbeschouwing elkaar beter leren verstaan. Zij gaf daarbij aan dat bijvoorbeeld de 'intelligent design gedachte' hierbij een van de denkbare thema's is, omdat deze theorie de scheppingsgedachte en de evolutieleer met elkaar verbindt.

Het debat binnen zowel wetenschap als religie over de relatie tussen deze twee zou naar de mening van het kabinet kunnen bijdragen aan een beter begrip tussen verschillende religieuze en niet-religieuze bevolkingsgroepen die ons land rijk is.

Juist op scholen zijn er mogelijkheden om kinderen met totaal uiteenlopende religieuze of levensbeschouwelijke achtergronden met elkaars overtuigingen of culturele gewoonten kennis te laten maken. Wanneer kinderen ontdekken dat er meer is dat hen bindt dan dat hen scheidt, acht het kabinet dat van grote waarde en bevorderlijk voor het respectvol met elkaar omgaan in de samenleving.

Het stimuleren van debat kan daarbij helpen. Debat leidt tot méér kennis en kennis leidt tot méér begrip. Het onderwijs moet jongeren voorbereiden op discussies die ook in de samenleving spelen.

Dit is de reden waarom de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft aangegeven dat zij wil verkennen hoe en waar een dergelijk debat kan bijdragen aan de ontmoeting tussen jongeren van verschillende culturen en religies binnen het onderwijs. Deze gedachte van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werd door het kabinet in zijn beraad van 27 mei jl. onderschreven. Op grond daarvan heb ik in mijn wekelijkse persconferentie de opmerking gemaakt dat een algemeen debat over religie en wetenschap zinvol kan zijn.

Het debat zou wat het kabinet betreft niet behoren te gaan over de vraag wat wel of niet 'waar' is, of om een keuze tussen de ene theorie of de andere of welke ontstaansverklaring van de mens dan ook. Vanuit het oogpunt van scheiding tussen kerk en staat past het kabinet hier geen inhoudelijk oordeel. Het debat over de ontstaanstheorieën van de mens kan in de ogen van het kabinet daarom het beste worden overgelaten aan de religieuze gemeenschappen, aan wetenschappers van uiteenlopende disciplines en uiteraard aan het onderwijsveld zelf.

De aan het begin van deze brief opgeworpen vraag, die ook centraal stond in het mondelinge vragenuur van 24 mei jl., wordt door het kabinet bevestigend beantwoord: het is vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijk dat er een debat plaatsvindt over wetenschap en religie. De taak en rol die de overheid daarbij kan vervullen kan uitsluitend een stimulerende zijn. Iedere suggestie als zou er vanuit de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gesteld worden dat er zou moeten worden ingegrepen in de lesstof of het curriculum kan daarom niet anders dan berusten op een misverstand.

DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende