Gemeente Delft onderzoek inburgering in Delft: goed ingeburgerde allochtonen is toegenomen

Uit een onderzoek naar inburgering in Delft over de afgelopen vier jaar blijkt dat het aantal goed ingeburgerde allochtonen met 7 % is toegenomen ten opzichte van hetzelfde onderzoek in 2000. Vooral in de leeftijdscategorie tot 35 jaar is de verbetering zichtbaar. Opvallend is dat de inburgering van vrouwen achterblijft bij die van mannen maar wel verbetert. In het onderzoek zijn taal, werk en contact indicatoren voor de mate van inburgering.

In 2000 lag het percentage goed ingeburgerde allochtonen in Delft op 34 %. Dit jaar is dat 41%. Dat blijkt uit het onderzoek naar inburgering dat in opdracht van de gemeente Delft door Intomart voor de tweede keer is uitgevoerd. De indicatoren om de mate van inburgering vast te stellen zijn taalvaardigheid (brief schrijven, ondertiteling lezen, nieuws volgen, spreken), een baan en Nederlandse vrienden. De stijging is deels te verklaren door de verbeterde inburgering van allochtonen uit Afghanistan, Iran, Irak, Somalië en overig Afrika hoewel zij achterblijven bij de allochtonen uit Oost-Europa, Vietnam en overige niet-westers allochtonen.

Over het algemeen geldt: hoe langer in Nederland, hoe meer ingeburgerd. Vrouwen scoren slechter dan mannen en ook allochtonen uit het Midden-Oosten en Afrika die al langer dan 6 jaar in Nederland wonen blijven achter in de resultaten. Contact met het Centraal Punt Oudkomers, de bezoekvrouwen een ook Nederlandse buren blijken positief van invloed te zijn op de mate van inburgering. Ook leeftijd is van invloed: het aantal goed ingeburgerde allochtonen is in de leeftijdsgroep tot 35 jaar met 12 % gestegen ten opzichte van 1% stijging in de groep 36 jaar en ouder.

Vier jaar geleden is het eerste onderzoek naar inburgering uitgevoerd. Dit onderzoek is nu herhaald met (grotendeels) dezelfde vragen, dezelfde methode zodat vergelijking mogelijk is. In totaal zijn er 396 face-to-face-gesprekken gevoerd.

Voor de redactie

Nadere informatie bij: Sharon Buys, Communicatie gemeente Delft, tel. 260 29 75.

INBURGERING IN DELFT
2000 - 2005

Intomart GfK
Beleidsonderzoek

In opdracht van de
Gemeente Delft

Hilversum, maart 2005
11894/JaB/AS

Ó Intomart GfK, Hilversum

Deze publicatie en de daarin vermelde resultaten zijn uitsluitend bestemd voor de opdrachtgever en de door hem gemachtigden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt worden via druk, fotokopie, microfilm, scannen of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Intomart GfK en de in dit document vermelde opdrachtgever. Bij publicatie van (delen van) het rapport, de daarin vervatte gegevens of verwijzing daarnaar, bijvoorbeeld in de nieuwsmedia of vakliteratuur, is vooraf schriftelijke toestemming van Intomart GfK en de opdrachtgever nodig. Over dit rapport en de werkzaamheden die tot het rapport hebben geleid is te allen tijde informatie in te winnen bij drs. Jan Both, telefoon: +31 35 6258 411, of bij de gemeente Delft.

.INHOUD
Pagina


1. INLEIDING

1.1 Achtergrond, doelstelling en onderzoeksvragen 4
1.2 Steekproef, opzet en veldwerk 4

1.3 Vragenlijst 5

1.4 Leeswijzer 5


2. RESULTATEN


2.1 De inburgering tussen 2000 en 2005 6
2.2 De situatie in Nederland anno 2005 11
2.3 Samenvatting van de antwoorden op de open vragen 13
2.4 Conclusies en aanbevelingen 13

BIJLAGEN:


1. Samenstelling indicator inburgering

2. Overzicht antwoorden op open vragen

3. De gehanteerde vragenlijst

1. INLEIDING


1.1 Achtergrond, doelstelling en onderzoeksvraag In opdracht van de Gemeente Delft heeft Intomart GfK voor de tweede keer een face-to-face onderzoek uitgevoerd naar de inburgering van allochtonen in de gemeente Delft. Het vorige onderzoek is in 2000 uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is een antwoord te krijgen op de volgende vragen:
1. Is de inburgering ten opzichte van 2000 verbeterd, verslechterd of gelijk gebleven?
2. Hoe is het momenteel met de groepen allochtonen gesteld op de terreinen wonen, zorg en participatie en is er onderscheid naar mate men is ingeburgerd?


1.2 Steekproef, opzet en veldwerk
De bruto steekproef is gestratificeerd getrokken uit een adressenbestand met 1.612 namen en adressen van 18 jaar en oudere allochtonen, verblijvende in de gemeente Delft. Er zijn netto 396 gesprekken volgens een quotaschema waarbij in 16 cellen per cel ongeveer 25 gesprekken werden gevoerd. De 16 cellen zijn de resultante van 4 categorieën naar de regio van herkomst gecrost met 4 categorieën naar verblijfsduur in Delft. Het veldwerk is face-to-face uitgevoerd door Anket. De veldwerkperiode liep van december 2004 tot medio februari 2005.

Responsoverzicht:
gesprek gevoerd396
autochtoon16
voelt zich geen allochtoon7
weigering78
ziek7
meermalen niet thuis465
vakantie5
terug naar land van herkomst5
verhuisd21
onbekend op dit adres18
postadres13
retour post53
totaal benaderd1.084


1.3 Vragenlijst
De vragenlijst is korter dan in 2000 en beperkt zich tot de meest relevante variabelen. Naast persoons- en huishoudkenmerken werden de volgende onderwerpen aan de orde gesteld: · de taalvaardigheid
· de gezondheidszorg
· de participatie in de samenleving
· wonen, opvoeding en onderwijs
· werk en integratie in Delft
Daarnaast werden enkele vragen gesteld naar het welbevinden van allochtonen in het Delft van nu. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 3.


1.4 Leeswijzer
De resultaten van dit onderzoek worden vergelijkenderwijs met de resultaten van 2000 gepresenteerd in de vorm van een managementsamenvatting. Hierbij vormt de mate van inburgering de rode draad. Voor de resultaten in detail en van de andere variabelen wordt verwezen naar het bijbehorende tabellenrapport.


2. RESULTATEN


2.1 De inburgering tussen 2000 en 2005
De mate van inburgering is een afhankelijke variabele, een variabele die kan worden beïnvloed. In 2000 is met de data van toen een inburgeringsindicator ontwikkeld. In deze indicator staan drie variabelen centraal: beheersing van de Nederlandse taal, het hebben van werk en het hebben van Nederlandse vrienden. Deze drie variabelen laden hoog op één en dezelfde factor en hadden een acceptabele betrouwbaarheid (alpha=.65).

De drie variabelen zijn tot één afhankelijke variabele samengevoegd die wij TWC (Taal, Werk en Contact) hebben genoemd. De variabele Taal is samengesteld uit vier (sub)variabelen, namelijk een Nederlandse brief kunnen schrijven, de Nederlandse ondertitels van films kunnen lezen, het nieuws op de Nederlandse televisie kunnen volgen en thuis (ook) Nederlands spreken. Werk en Contact (het hebben van Nederlandse vrienden) zijn geen samengestelde variabelen. Aan de variabele TWC hebben we drie waarden toegekend: een hoge, een midden en een lage waarde. Een respondent die in TWC-hoog terechtkomt, kan als ingeburgerd worden beschouwd. Deze respondent beheerst de Nederlandse taal op voldoende wijze, heeft werk en Nederlandse vrienden. Een respondent in TWC- laag geeft aan dat deze respondent nog niet of nauwelijks is ingeburgerd. In de middencategorie zitten respondenten die enigszins zijn ingeburgerd (zie ook tabel 2.1). Niet alle respondenten kunnen in de nieuwe variabele TWC worden gepast door ontbrekende antwoorden. Zo is 'thuis Nederlands spreken' niet aan alleenstaande respondenten gevraagd. Uiteindelijk konden 266 van de 396 geïnterviewde respondenten in de variabele TWC worden gevoegd. In de bijlage wordt de constructie van de indicator nader toegelicht.

Deze indicator is op gelijke wijze samengesteld als in 2000. De volgende tabel laat de vergelijking tussen 2000 en 2005 zien.

Tabel 2.1 Inburgeringsindicator in 2000 en 2005 in percentages

TWC-waarde hoogTWC-waarde middenTWC-waarde laag 2000: n=234 2005: n=26634% 41%35% 30%31% 30%
Taal++-+++--
Werk+++---+-
Contact+-+++---

In 2005 zijn significant meer allochtonen ingeburgerd dan in 2000. Het percentage 'goed ingeburgerde' allochtonen is als geheel genomen significant gestegen van 34% in 2000 naar 41% in 2005.

In de volgende tabellen is de inburgering in 2005 te zien naar regio van herkomst, aantal jaren in Nederland en aantal jaren woonachtig in Delft. Tussen haakjes worden de percentages van 2000 weergegeven

Tabel 2.2 Inburgering naar regio van herkomst in percentages

N=TWC HOOG %TWC midden %TWC laag %
Afghanistan, Iran, Irak61 (65)31 ( 8)28 (31)41 (61) Somalië, overig Afrika66 (36)39 (14)32 (44)29 (42) Oost-Europa, Vietnam54 (61)50 (49)43 (38) 7 (13)
Overig niet-westers85 (69)45 (45)21 (36)34 (19)

De algehele stijging van de mate van inburgering is voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de mate van inburgering van allochtonen uit Afghanistan, Iran, Irak, Somalië en overig Afrika. De mate van inburgering van deze allochtonen is sinds 2000 significant gestegen. Desondanks blijven deze allochtonen ten opzichte van de allochtonen uit Oost-Europa, Vietnam en de 'overig niet-westerse' allochtonen nog achter. De allochtonen uit Oost-Europa en Vietnam zijn het meest ingeburgerd (50%). Tabel 2.3 Inburgering naar aantal jaren in Nederland in percentages

n=TWC HOOG %TWC midden %TWC laag %
0-2 jaar66 (30)39 (17)22 (33)38 (50)

3-5 jaar47 (50)43 (18)30 (34)28 (48)
6-9 jaar61 (81)25 (32)36 (44)39 (24)
10+ jaar92 (71)53 (55)30 (27)16 (18)

Opvallend is de stijging van de mate van inburgering van de allochtonen die 5 jaar of korter in ons land zijn. Dit in tegenstelling tot de allochtonen die tussen 6 en 10 jaar in Nederland zijn. Zij zijn het minst goed ingeburgerd. Het best ingeburgerd (53%) zijn de allochtonen die 10 jaar of langer in Nederland verblijven.

Tabel 2.4 Inburgering naar aantal jaren in Delft in percentages

N=TWC HOOG %TWC midden %TWC laag %
0-2 jaar85 (79)38 (18)34 (28)39 (54)

3-5 jaar65 (50)40 (30)29 (50)31 (20)
6-9 jaar61 (48)31 (37)39 (44)31 (19)
10+ jaar53 (55)60 (58)28 (25)12 (16)

De conclusies die hierboven voor tabel 2.3 worden getrokken, gelden ook voor tabel 2.4. Ook bij het aantal jaren dat men woonachtig is in Delft wordt zichtbaar dat de allochtonen die tussen 6 en 10 jaar in Delft verblijven, evenals de allochtonen die 6 tot 10 jaar in Nederland verblijven, het minst goed zijn ingeburgerd (31%). Allochtonen die 10 jaar of langer in Delft verblijven zijn het meest ingeburgerd (60%).

Als de groep allochtonen die 6 tot 10 jaar in Delft verblijft, nader wordt beschouwd, blijkt het volgende: 43 procent van de allochtonen die 6 tot 10 jaar in Delft verblijft, komt uit Afghanistan, Irak en Iran. Deze allochtonen zijn in vergelijking met de andere groepen allochtonen ook het minst ingeburgerd (zie tabel 2.2). Bovendien hebben mensen uit Afghanistan, Irak en Iran ook minder vaak werk en zijn het veelal vluchtelingen die als groep het minst zijn ingeburgerd (zie tabellenrapport).

In onderstaande tabel wordt de mate van inburgering vergelijkenderwijs tussen 2000 en 2005 afgezet tegen variabelen die significante verschillen tussen 2000 en 2005 laten zien.

Tabel 2.5 Inburgering naar significante variabelen in percentages

KenmerkenTWC hoogTWC midden TWC laag
Jaar200020052000200520002005
Gemiddeld percentage344135303130
Vluchteling263037333737
Hereniger354429283628
Man506328192217
Vrouw222741373736
35 jaar of jonger284043292931
36 jaar of ouder434440301726
Verblijfsduur 2mnd-5jr253938263735
Verblijfsduur 5-20 jr474533342021
Voelt zich achtergesteld362936352836
Voelt zich niet achtergesteld316036253315
Kan niet met arts overleggen1396218170
Kan wel met arts overleggen374640312323
Geen contact met autochtone ouders 261722255257
Wel contact met autochtone ouders383843471912
Volgt geen cursus voor betere baan 34 45 31 273528Volgt wel cursus voor betere baan38335438830Geen lid zelforganisatie324135283331Wel lid zelforganisatie424540391816Geen lid vereniging met Nederlanders333333323435Wel lid vereniging met Nederlanders42674922911

Groepen die significant meer zijn ingeburgerd dan vier jaar geleden zijn onder meer: · Respondenten die vanwege gezinshereniging naar Nederland zijn gekomen · Mannen
· Respondenten die 35 jaar of jonger zijn
· Respondenten die minder dan 5 jaar in Delft wonen · Respondenten die zich niet achtergesteld voelen · Respondenten die wel met de arts kunnen overleggen · Respondenten die geen cursus voor een betere baan volgen · Respondenten die geen lid van een zelforganisatie zijn · Respondenten die wel lid zijn van een vereniging met Nederlanders

Hieruit lichten wij twee variabelen voor een nadere toelichting: achtergesteld voelen, het volgen van een cursus en wel of geen lid zijn van een vereniging waar ook autochtonen lid van zijn.

Achtergesteld voelen
18 Procent vindt zich in grote mate achtergesteld. Dit zijn vooral: · Personen uit Irak, Iran en Afghanistan (27%) · Personen die tussen 6 en 10 jaar in Nederland en Delft zijn (beiden 30%) · Vluchtelingen (29%)
· Personen die volgens de TWC-berekening niet zijn ingeburgerd (35%)

Hierbij moet wel worden vermeld dat het overgrote deel van de allochtonen zich in mindere mate, nauwelijks of niet achtergesteld voelt.

Het volgen van een cursus of studie
Verondersteld mag worden dat juist allochtonen die geen betaald werk hebben, een cursus of studie volgen om een baan of een (andere) betere baan te kunnen krijgen. 28 Procent volgt een dergelijke cursus; bij allochtonen die geen baan hebben is dat 32% en allochtonen die wel een baan hebben is dat 25%. Dit is echter geen significant verschil. Ook allochtonen die nauwelijks of niet zijn ingeburgerd, volgen vaker een cursus dan allochtonen die wel zijn ingeburgerd (32% versus 25%), maar ook dit verschil is niet significant. Bovendien is het zo dat naarmate men korter in Delft verblijft men vaker een cursus of studie volgt, maar ook hier is van werkelijke significante verschillen geen sprake.

Het wel of geen lid zijn van een vereniging waar ook autochtonen lid van zijn. Zowel allochtonen die geen lid van een zelforganisatie zijn als allochtonen die lid van een vereniging zijn waar ook autochtonen lid van zijn, zijn beter ingeburgerd. Bovendien zijn minder allochtonen lid van een zelforganisatie dan lid van een vereniging waar ook autochtonen lid van zijn, namelijk 18% tegen 25%.

De laatste tabel die wordt gepresenteerd, laat de kenmerken zien die onderling significant verschillen naar de mate van inburgering.

Tabel 2.6 Mate van inburgering in 2005 in percentages

Kenmerken TWC hoogTWC middenTWC laag
Christen51 (43)37 (49)11 ( 9)
Moslim27 (27)27 (34)46 (39)
Gehoord van centraal punt Oudkomers493219
Niet gehoord van centraal punt Oudkomers402931
Gehoord van Bezoekvrouwen602812
Niet gehoord van Bezoekvrouwen353035
Met de meeste Ned. buren opschieten49 (42)31 (40)20 (19) Minder of niet met Ned. buren opschieten31 (20)28 (33)40 (46)

Christelijke allochtonen zijn meer ingeburgerd dan moslim allochtonen. Allochtonen die gehoord hebben van het punt Oudkomers en Bezoekvrouwen zijn meer ingeburgerd dan allochtonen die van beide niet hebben gehoord. Daarnaast zijn allochtonen die met hun Nederlandse buren kunnen opschieten meer ingeburgerd dan allochtonen die dat niet kunnen.


2.2 De situatie in Nederland anno 2005

Acceptatie door Nederlandse buren
Naarmate men langer in Nederland verblijft, heeft men het gevoel dat men door alle of de meeste van de Nederlandse buren wordt geaccepteerd. Gemiddeld zegt 69% door de Nederlandse buren te worden geaccepteerd; bij de respondenten die minder dan 2 jaar in Nederland verblijven is dat 57% en bij de respondenten die 5 jaar of langer in Nederland wonen vindt 79% dat. Het merendeel van de respondenten die 6 jaar of langer in Nederland wonen, vindt dat deze situatie niet veranderd dan wel verslechterd is (niet veranderd: 41%, verslechterd: 53%). Goed ingeburgerde allochtonen laten een positiever beeld zien. Van de ingeburgerde groep zegt nu 79% dat zij door hun Nederlandse buren worden geaccepteerd tegenover 56% van de niet of nauwelijks ingeburgerde allochtonen.

Opkomen voor zichzelf en mening geven
Deze resultaten verschillen nauwelijks met die van 2000. Wel is het zo dat ingeburgerde allochtonen in 2005 veel minder moeite hebben met het geven van hun mening en het voor zichzelf opkomen dan niet-ingeburgerde allochtonen, namelijk 80% versus 52%. 48 Procent zegt dat deze situatie niet is veranderd, 33% vindt dat het is verslechterd en 15% spreekt van een verbetering. Er worden wat dit betreft geen significante verschillen aangetroffen tussen de inburgeringsgroepen.

Huidige situatie in Nederland van invloed op inburgering? 46 Procent van de allochtonen weet niet of de huidige situatie in Nederland van invloed is op de inburgering, 22% vindt dat de huidige situatie de inburgering positief beïnvloed en 21% zegt dat er van negatieve beïnvloeding sprake is. 7 Procent vindt dat er helemaal geen beïnvloeding plaatsvindt. Opvallend is dat niet-ingeburgerde allochtonen vaker vinden dat er positieve beïnvloeding plaatsvindt (33%) en dat ingeburgerde allochtonen vaker niet weten (55%) welke gevolgen de huidige situatie in Nederland heeft op de inburgering.

De samenstelling van de bevolking in de buurt
Negen van de tien allochtonen vindt de bevolkingssamenstelling in de buurt waar ze wonen prima. Maar de meerderheid (n=28) van de allochtonen die dat niet vinden (n=20), zeggen dat er teveel buitenlanders wonen.

Werk
Ongeveer de helft van de ondervraagde allochtonen heeft werk. Opvallend is dat vier van de tien van deze werkende allochtonen geen hulp heeft gehad bij het vinden van werk. En eveneens vier op de tien heeft werk dat onder het niveau ligt van het werk dat zij deden in het land van herkomst.

Acceptatie
De acceptatie in de samenleving en de beleving hiervan is tamelijk positief. Driekwart zegt dat hun buren hun manier van leven accepteren; eveneens driekwart vindt het niet moeilijk om voor zichzelf op te komen en zeven van de tien werkenden voelt zich niet achtergesteld op hun werk. Wel vindt ongeveer 30% van de ondervraagde allochtonen dat het klimaat wat dit betreft de afgelopen vijf jaar verslechterd is, maar ruim 40% vindt dat juist niet.

2.3 Samenvatting van de antwoorden op de open vragen

Verslechtering van acceptatie
De mensen die hebben aangegeven dat de acceptatie in de Nederlandse samenleving de afgelopen jaren is verslechterd, is gevraagd hierop een toelichting te geven. De verslechtering heeft vooral te maken met het politieke klimaat, de veranderde houding van burgers en politici na de aanslagen van 11 september en met de economische situatie, waardoor allochtonen extra moeilijk aan een baan komen. De andere opmerkingen die gemaakt zijn, zijn over het algemeen hierop terug te voeren. Woorden als moslimhaat, racisme, gebrek aan respect, intolerantie, spanning en extremisme geven een beeld van hoe de huidige situatie wordt beleefd. Invloed huidige situatie op inburgering
De huidige situatie rondom inburgering wordt door veel allochtonen als negatief bestempeld. Er wordt vooral opgemerkt dat er de afgelopen jaren meer naar de groep allochtonen wordt gekeken i.p.v. het individu. Individuele allochtonen ondervinden daar hinder van. Het algemene beeld is negatiever geworden en daardoor ook het beeld van ieder individu. Een deel van de allochtonen is van mening dat de politiek bepalend is voor die beeldvorming en dat politici de negatieve houding jegens allochtonen voeden, door wetten snel te veranderen of door uitlatingen in de media. Hierdoor zijn Nederlanders minder snel geneigd hun steentje bij te dragen aan de inburgering van allochtonen. En dat terwijl inburgering pas tot stand komt als Nederlanders daar op zijn minst voor open staan. Aan de andere kant wordt er door de gebeurtenissen meer werk gemaakt van inburgering. Er wordt nu veel geïnvesteerd in cursussen. Allochtonen geven aan dat ze dat een positieve ontwikkeling vinden. Ook andere activiteiten om de inburgering een duw te geven worden gewaardeerd. Maar allochtonen geven ook aan dat het uiteindelijk vooral aan henzelf ligt. Om in te kunnen burgeren is het nodig daar zelf het belang van in te zien en er zelf voor te zorgen onderdeel te worden van de Nederlandse samenleving.

2.4 Conclusies en aanbevelingen

De inburgering in Delft vordert. Er zijn nu significant meer ingeburgerde allochtonen in Delft dan vier jaar geleden, tenminste als het de taalvaardigheid, het werken en het hebben van Nederlandse vrienden betreft. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de allochtonen uit het Midden-Oosten en Afrika.

Ondanks dit positieve resultaat zijn er enkele groepen minder ingeburgerd. De eerste groep betreft vluchtelingen die al enige jaren hier wonen. Deze groep is voornamelijk uit het Midden-Oosten en Afrika afkomstig, verblijft 6 jaar of langer in Nederland, heeft meer dan gemiddeld geen Nederlandse vrienden en weinigen uit deze groep hebben werk. De tweede groep zijn de vrouwen die in vergelijking met de mannen, minder taalvaardig zijn, minder vaak werk en weinig of geen Nederlandse vrienden hebben.

Daarnaast zijn de volgende conclusies interessant. Het merendeel van de allochtonen vindt het sociale klimaat in Nederland niet verslechterd maar er is een substantieel deel (ongeveer 30%) dat dit wel vindt en noemt hierbij de veranderde houding van de burgers en politici na 11 september en de moord op Van Gogh. Deze respondenten vinden ook dat dit de inburgering negatief beïnvloedt. De allochtonen geven wel aan dat zij het extra werk dat wordt gemaakt om de inburgering te doen slagen, waarderen.

BIJLAGE 1

Samenstelling indicator
inburgering

SAMENSTELLING INDICATOR INBURGERING

De indicator TWC is een variabele die kan worden beïnvloed. Vier variabelen bleken in de in 2000 geconstrueerde correlatiematrix sterk samen te hangen. Deze variabelen zijn: · het beheersen van de Nederlandse taal (construct van 4 variabelen) · het hebben van werk (één variabele)
· het hebben van Nederlandse vrienden en kennissen (één variabele)

De eerste stap in de analyse is te zien of de drie variabelen TWC één construct vormen en als één factor (eigenlijk één variabele) kunnen worden beschouwd. Dit hebben we gedaan met het toepassen van een factoranalyse op deze drie variabelen. De uitkomst was positief. Alle drie variabelen laden hoog op dezelfde factor en de factor toont een hoge betrouwbaarheid (alpha=0,65).

Dit betekent dat de drie variabelen tot één afhankelijke variabele kunnen worden samengetrokken en als indicator voor inburgering kan worden geaccepteerd. De indicator noemen wij TWC (Taal, Werk en Contact). Aan deze variabele hebben we drie waarden toegekend: een hoge, een midden en een lage waarde. Een respondent die in TWC-hoog terechtkomt kan vanuit de inhoud van de indicator (Taal, Werk en Contact) als 'ingeburgerd' worden beschouwd.

Ter bepaling van een respondent op de TWC-schaal zijn de drie onderliggende factoren afzonderlijk in beschouwing genomen. Als een respondent op alle drie onderliggende variabelen een positieve (+waarde) scoort, komt deze respondent in TWC-hoog terecht. Respondenten met een +waarde voor twee onderliggende factoren komen in TWC-midden terecht en respondenten met 0 of 1 +waarde komen in TWC-laag terecht.

Eén van de onderliggende factoren, namelijk Taal, bestaat uit 4 variabelen: het schrijven van een Nederlandse brief, de ondertitels op de televisie kunnen lezen, het nieuws op de televisie kunnen volgen en thuis (ook) Nederlands spreken. Als op 3 of 4 antwoorden op de variabelen positief zijn, scoort deze respondent een plus op de nieuwe variabele Taal, bij 2 maal een positief antwoord krijgt de respondent een plus/min op de nieuwe variabele Taal en bij elke andere mogelijkheid een min.

Twee voorbeelden

Respondent A scoort het volgende:

Taal variabelenWerkNederlandse vriendenTotaal scoreTWC
+++

+

+

-
Score = +Score = +Score = ++++Hoog

Respondent B scoort het volgende:

TAAL variabelenWerkNederlandse vriendenTotaal scoreTWC
+-+

-

+

-
Score = -Score = -Score = +- - +Laag
BIJLAGE 2

Overzicht antwoorden
op open vragen
In één van de vorige vragen gaf u aan dat u zich minder geaccepteerd voelt dan een aantal jaren geleden. Kunt u aangeven waardoor dit komt? Verslechtering van acceptatie door:
11 september (20x genoemd)
politiek klimaat (20x genoemd)
economische situatie (19x genoemd)
moord Theo van Gogh (4x genoemd)
terrorisme (4x genoemd)
minder respect/tolerantie (4x genoemd)
door de media (3x genoemd)
voelt zich niet veilig (3x genoemd)
moslimhaat (2x genoemd)
Pim Fortuyn (2x genoemd)
extremisme (2x genoemd)
moslims erg negatief bekeken. Moeten zich constant bewijzen (bus, supermarkt, werk zoeken) (2x genoemd) het is moeilijk goed en leuk werk te vinden veel buitenlanders
na 11 sept Nederlanders racistisch
moslimhaat na moord Pim Fortuyn
na 11 sept zijn veel dingen verslechterd
oorlog in Irak
strengere maatregelen tegen buitenlanders
spanning tussen christenen en moslims
meer criminaliteit
toenemende agressie
slechte opvoeding en contacten tussen allochtonen en autochtonen individuen als groep aangesproken
mensen durven niet meer voor hun mening uit te komen Nederlanders zijn bang voor andere rassen. We moeten meer praten met elkaar na 11 september en Theo van Gogh denken Nederlanders dat de islam een slecht geloof is, maar heeft niet met geloof maar met de persoon te maken mislukt integratiebeleid
we zijn geïsoleerd.
na 11 september zijn mensen botter geworden

Denkt u dat de situatie van dit moment in Nederland de inburgering van de allochtonen in Delft (en uzelf) positief, negatief of niet beïnvloedt? Toelichting op negatief beïnvloed:
Politiek
Dankzij de politiek voelen allochtonen zich achtergesteld Te moeilijk om een verblijfsvergunning te krijgen. De wetten veranderen te snel In lokale krant van Delft lees ik genoeg artikelen van sommige partij-vertegenwoordigers die druk uitoefenen tegenover autochtonen i.v.m. de inburgering Subsidies voor zelforganisaties worden verminderd, migranten worden niet als gelijkwaardige gesprekspartners gezien

Geen cursus
Mondriaan heeft me afgewezen voor studie niveau 3. Ik heb alleen niveau 2 (2x genoemd) Ik heb geen recht om een cursus te volgen
Moeilijk contact met mensen (Nederlandse taal) Moeilijk contact met de sociale dienst

Geen hulp
Ik ben psychisch en niemand wil me helpen
Kent een vriendin die inmiddels 6 mnd in Nederland woont; krijgt geen hulp, geen huisarts, tandarts, geen studie Gemeente helpt ons niet aan werk. Wel studie gedaan, maar toch nog thuis Mensen die net uit het buitenland komen krijgen minder goede kansen dan voorheen

Samen
Kan beter, we moeten samen kunnen leven
Door het blijven bestaan van zwarte wijken (zwart en wit moeten meer door elkaar wonen) Interesse en meer contact zou mij meer aantrekken om in te burgeren

Generaliseren
Allochtonen (vooral vrouwen) voelen zich onzekerder. Door autochtonen over 1 kam geschoren Door de Nederlanders
Reacties/gedragingen (bijv. in winkels) van Nederlanders zijn verslechterd Door de media (3x genoemd)
10 Jaar in Nederland en ik heb niks bereikt (school en economie) Integratie moet van beide kanten komen. Er wordt te negatief over buitenlanders gesproken Bang dat de incidenten van de afgelopen tijd de mening van autochtonen over allochtonen veranderen Last van negatieve sfeer
Culturele kloof tussen respondent en Nederlanders Ik vervreemd van de Nederlandse samenleving, voelde me voorheen meer Nederlands Door gebeurtenissen in de wereld (o.a. oorlog) heeft Nederlander minder begrip voor buitenlanders Nederlanders hebben een negatief beeld van allochtonen, dat heeft een slechte invloed

Overig
Economische situatie in Nederland is veranderd en iemand (= groep) moet de schuld krijgen, maar dat is niet anders dan in andere landen Soms doen ze anders, soms doen ze gewoon
Ze proberen iedereen te dumpen, eigenlijk willen ze van ons af De fouten die in het verleden zijn gemaakt, kunnen niet op korte termijn worden opgelost Regels zijn strenger opgesteld voor allochtonen Inburgeringsproject is meer theorie dan praktijk Door de situatie van afgelopen tijd zijn er negatieve dingen gebeurd. Marokkaanse jongeren halen veel kattenkwaad uit Er is weinig liefde en respect

Toelichting op positief beïnvloed:
Studie/cursussen
Verplichte inburgering is positief (6x genoemd) Cursus Nederlands (5x genoemd)
Gemeente Delft helpt alle buitenlanders vooral qua school (3x genoemd) Alle buitenlanders hebben cursussen gekregen, heeft positief geholpen (2x genoemd) Buitenlanders hebben alle rechten (vooral tot studie) gekregen

Andere activiteiten
Gemeente organiseert veel activiteiten zoals de Club van 100, inburgering CPO en BWD De gemeente helpt ons nu veel
Veel buurthuizen
Ik doe mee aan de vergadering van de WMC groep

Nieuw beleid is goed
Door komst van Rita Verdonk zijn er wetten ingevoerd die veel voordelen hebben voor allochtonen De huidige situatie is goed voor de integratie Het is goed voor de jonge generatie, niet voor de ouderen Alle gebeurtenissen hebben een positieve invloed op de integratie

Positieve en actieve houding
Respondent gaat mee met de samenleving
Aanpassing
Het is belangrijk
Als je hier wilt wonen en leven moet je de waarden en normen kennen Ik word geaccepteerd en doe mee

Overig
Alle buitenlanders, vooral Marokkanen zijn goed geïntegreerd Marokkanen proberen hun best te doen om goed te integreren in de Nederlandse samenleving

Toelichting op niet beïnvloed:
gemeente Delft heeft tot nu toe niets gedaan aan allochtonen geen vertrouwen/geen motivatie
succesvolle inburgering is vooral een zaak van elke allochtoon zelf Ik ben wereldpersoon, ik kan mij goed aanpassen

Anders, namelijk:
respondent heeft leven opgebouwd in Nederlandse samenleving.

BIJLAGE 3

De gehanteerde vragenlijst

VRAGENLIJST INBURGERING DELFT 2005
11894

ENQ.: NEEM OVER VAN HET CONTACTBLAD:
Respondentnummer: ........................... Steekproefcode: ......….. Landcode: …………

ALGEMEEN


1. Hoe lang woont u al in Nederland?

............… jaar


2. Hoe lang woont u al in Delft?

............… jaar


3. Om welke reden(en) bent u naar Nederland gekomen? (ENQ.: MEER ANTWOORDEN MOGELIJK)

1 Ik moest vluchten uit mijn land

2 Ik heb familie in Nederland

3 Ik heb de Nederlandse nationaliteit

4 Voor een gezinshereniging/gezinsvorming
5 Ik zocht werk of wilde gaan studeren

6 Ik kreeg hier werk en stond ingeschreven voor een studie
7 Anders, namelijk:
..............................………………………………………………….


4. Wat is de samenstelling van uw huishouden? (ENQ: SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK)

1 Woont alleen

2 Woont alleen met ouders

3 Woont alleen met kinderen

4 Woont samen met partner

5 Woont samen met partner en kinderen

6 Woont met ander(e) familie

7 Woont met vriend of vriendin

8 Woont in studentenhuis

9 Anders, namelijk:
..............................………………………………………………….


5. INDIEN RP KINDEREN HEEFT (zie vraag 4: code 3, 5 en event. 9): Hoeveel kinderen heeft u die bij u thuis wonen?

........... kind(eren)


6. Hoe oud is (zijn) dit (deze) kind(eren)? Kind 1: ....... jaar
Kind 2: ....... jaar
Kind 3: ....... jaar
Kind 4: ....... jaar
Kind 5: ....... jaar
Kind 6: ....... jaar
Kind 7: ....... jaar
Kind 8: ....... jaar
Kind 9: ....... jaar


7. Welke religie heeft u?

1 Christelijk (hervormd, gereformeerd, katholiek)
2 Moslim

3 Hindoe

4 Boeddhist

5 Joods

6 Andere, namelijk .........………

7 Geen


8. Wat is uw leeftijd?

............. jaar


9. (ENQ: CODEER GESLACHT RESPONDENT)

1 Man

2 Vrouw


10-11. VRAAG 10 EN 11 ZIJN VERVALLEN

NEDERLANDSE TAAL
12. Als u een Nederlandse brief schrijft aan een officiële instantie, bijvoorbeeld een sollicitatiebrief, wie schrijft dan deze brief?

(ENQ: SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK)

1 RP zelf zonder hulp van anderen

2 RP zelf met hulp van anderen

3 RP laat anderen deze brief helemaal schrijven
4 Anders, namelijk:

---

13. Kunt u de Nederlandse ondertitels van films op de televisie lezen?
1 Ja, goed

2 Ja, een beetje

3 Nee

14. Kunt u het nieuws op de Nederlandse televisie volgen?
1 Ja, goed

2 Ja, een beetje

3 Nee

15. INDIEN RP EEN PARTNER EN/OF THUISWONEND(E) KIND(EREN) HEEFT (zie vraag 4): Welke taal spreekt u thuis?

1 (Bijna) alleen Nederlands

2 (Bijna) alleen andere taal

3 Twee talen

16. ALLEN
Heeft u Nederlandse taalles gehad of volgt u momenteel les in de Nederlandse taal?
1 Taalles gehad

2 Volgt momenteel taalles bij Mondriaan

3 Taalles bij een ander instituut

4 Heeft niet gevolgd en volgt momenteel niet

17. Heeft u veel, weinig of geen Nederlandse vrienden en kennissen?
1 Veel

2 Weinig

3 Geen

ZORG


18. ALLEN:
Heeft u momenteel een vaste huisarts?
NAAR VRAAG 20

2 Nee


19. INDIEN RP GEEN VASTE HUISARTS HEEFT (vraag 18 code 2): Waarom heeft u geen vaste huisarts?
NAAR VRAAG 22
NAAR VRAAG 22
NAAR VRAAG 22


20. INDIEN RP WEL EEN VASTE HUISARTS HEEFT (vraag 18 code 1): Kunt u met uw huisarts goed overleggen?
NAAR VRAAG 22

2 Nee


21. INDIEN RP MET HUISARTS NIET GOED KAN OVERLEGGEN (vraag 20 code 2): Waarom kunt u met uw huisarts niet goed overleggen?
1 Ik kan moeilijk of niet met hem/haar praten
2 Hij/zij begrijpt niet wat ik bedoel

3 Mijn huisarts is een vrouw

4 Mijn huisarts is een man

5 Anders, namelijk: ............………………

22. ALLEN:
Heeft u momenteel een vaste tandarts?
NAAR VRAAG 24
2 Nee

23. INDIEN RP GEEN VASTE TANDARTS HEEFT (vraag 22 code 2): Waarom heeft u geen vaste tandarts?

1 RP heeft geen tandarts nodig

2 RP kan geen tandarts vinden

3 Anders, namelijk: .......................……….


24. ALLEN:
Heeft u zelfstandig wonende hulpbehoevende ouders of oudere familieleden?
1 Ja
NAAR VRAAG 26

25. INDIEN RP HULPBEHOEVENDE OUDERS/OUDERE FAMILIELEDEN HEEFT (vraag 24 code 1): Worden deze mensen verzorgd door Maatzorg of worden ze verzorgd door familieleden of kennissen?


1 Door Maatzorg

2 Door familieleden of kennissen

3 Door beiden

4 Anders

5 Weet niet


26. INDIEN RP (EEN) KIND(EREN) HEEFT VAN 4 JAAR OF JONGER (zie vraag 6): Kent u het Consultatiebureau?

1 Ja

2 Nee

PARTICIPATIE


27. Heeft u wel eens van de wijkagent gehoord?
1 Ja

2 Nee


28. Heeft u wel eens van de Stichting Vluchtelingenwerk in Delft gehoord?
1 Ja

2 Nee


29. Bent u lid van een organisatie van landgenoten (Zelforganisatie)?
1 Ja

2 Nee

30. Bent u lid van een vereniging, waar ook autochtone Nederlanders lid van zijn? (Bijvoorbeeld een sport- of een buurtvereniging of een bewonersvereniging)
1 Ja
NAAR VRAAG 32


31. INDIEN RP LID VAN EEN VERENIGING (vraag 30 code 1): Bent u bestuurslid van een vereniging of stichting waar ook autochtone Nederlanders in zitten?
1 Ja

2 Nee


32. ALLEN:
Komt u weleens in het buurthuis?

1 Ja

2 Nee

33. Verricht u momenteel vrijwilligerswerk?
1 Ja

2 Nee


34. Heeft u weleens van het Centraal Punt Oudkomers gehoord?
1 Ja

2 Nee


35. Heeft u weleens van de Bezoekvrouwen gehoord?
1 Ja

2 Nee

WONEN


36. Waarom woont u in Delft?
(ENQ: MEER ANTWOORDEN MOGELIJK)

1 Omdat ik hier of in de buurt/omgeving werk kreeg aangeboden
2 Omdat ik hier werk hoopte te vinden

3 Omdat mijn partner in Delft woonde

4 Omdat mijn kind(eren) in Delft woonde(n)
5 Omdat ik hier een woning kon vinden

6 Omdat familie hier al woonde

7 Omdat hier vrienden al woonden

8 Anders, namelijk: .............................………..........


37. In wat voort soort woning woont u?

1 Huurwoning

2 Koopwoning


38. Kent u de Woonkrant (Beter Wonen)?

1 Ja
NAAR VRAAG 41


39. INDIEN RP DE WOONKRANT KENT (vraag 38 code 1): Leest u de woonkrant weleens?

1 Ja
NAAR VRAAG 41


40. INDIEN RP DE WOONKRANT LEEST (vraag 39 code 1): Begrijpt u de Woonkrant?

1 Ja

2 Nee


41. ALLEN:
Bent u momenteel op zoek naar een andere woning?
1 Ja
> NAAR VRAAG 43


42. INDIEN RP OP ZOEK IS NAAR EEN ANDERE WONING (vraag 41 code 1): Op welke manier zoekt u een andere woning? (ENQ: MEER ANTWOORDEN MOGELIJK)

1 Woonbon invullen

2 Via internet

3 Via een makelaar

4 Anders, namelijk: .....................…………………………..


43. ALLEN:
Heeft u Nederlandse buren (Nederlanders die bij u in de buurt wonen)?
1 Ja
NAAR VRAAG 45


44. INDIEN RP NEDERLANDSE BUREN HEEFT (vraag 43 code 1): Kunt u goed met uw Nederlandse buren opschieten?
1 Ja, met de meesten wel

2 Ja, met sommigen wel/sommigen niet

3 Nee, met de meesten niet

4 Weet niet


45. ALLEN:
Vindt u de samenstelling van de bevolking in uw buurt prettig? (samenstelling = aantal allochtonen in verhouding tot aantal autochtonen) NAAR VRAAG 47

2 Nee


46. INDIEN RP DE SAMENSTELLING BEVOLKING NIET PRETTIG VINDT (vraag 45 code 2): Waarom vindt u deze samenstelling niet prettig?
(ENQ: SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK)

1 Teveel buitenlanders

2 Teveel Nederlanders

3 Anders, namelijk: ..............................……..... OPVOEDING / ONDERWIJS

47. INDIEN RP THUISWONENDE KINDEREN HEEFT (zie vraag 5): Als u (opvoedkundige) problemen met uw kind(eren) heeft, waar gaat u dan als eerste naar toe? (ENQ: MEER ANTWOORDEN MOGELIJK)

1 De leraren van de school

2 De wijkagent/politie

3 Zelforganisatie

4 Huisarts

5 Opvoedingsspreekuur

6 Buurthuis

7 Bezoekvrouwen

8 JGZ team

9 Schoolarts/GGD

10 Andere persoon of instelling


48. INDIEN RP THUISWONENDE KINDEREN HEEFT (zie vraag 5): Bezoekt/bezoeken uw kind/kinderen weleens de bibliotheek?
1 Ja

2 Nee


49. ALLEN (zie ook vraag 5):
Heeft u schoolgaande kinderen?

1 Ja
NAAR VRAAG 58


50. INDIEN RP SCHOOLGAANDE KINDEREN HEEFT (vraag 49 code 1): Kunt u met de docenten van uw kinderen goed overleggen over de vorderingen van uw kinderen?
1 Ja

2 Nee


51. Bezoekt u weleens de ouderavonden of rapportbesprekingen op de school van uw kinderen?
1 Ja

2 Nee


52. Zit u in de ouderraad of de medezeggenschapsraad van de school van uw kinderen?
1 Ja

2 Nee


53. Moeten uw kinderen huiswerk maken?

1 Ja
NAAR VRAAG 56


54. INDIEN DE KINDEREN HUISWERK HEBBEN (vraag 53 code 1): Hebben ze bij het huiswerk hulp nodig?

1 Ja altijd

2 Ja soms
NAAR VRAAG 56


55. INDIEN KINDEREN SOMS OF ALTIJD HULP NODIG BIJ HUISWERK (vraag 54 code 1 of 2): Helpt u uw kinderen zelf of gaan ze naar een instelling die die hulp geeft, bijvoorbeeld een huiswerkcursus of huiswerkbegeleiding?


1 Zelf

2 Huiswerkcursus of -begeleiding

3 Zowel zelf als huiswerkcursus

4 Geen van deze


56. Praat u weleens met autochtone Nederlandse ouders van de klasgenoten van uw kinderen?
1 Ja

2 Nee


57. INDIEN RP KINDEREN HEEFT VAN 0-4 JAAR (zie vraag 6): Maakt u gebruik van een Kinderopvang/Voorschool voor uw kleine kinderen?
1 Ja

2 Nee

WERK


58. ALLEN:
Heeft u momenteel betaald werk?

1 Ja
NAAR VRAAG 62


59. INDIEN RP BETAALD WERK HEEFT (vraag 58 code 1): Wat is uw arbeidssituatie? Is dat:

1 een eigen onderneming

2 een vaste voltijds baan

3 een tijdelijke voltijds baan

4 een vaste parttime baan

5 een tijdelijke parttime baan

6 een combinatie van deze mogelijkheden


60. Heeft u hulp gehad bij het vinden van werk? Zo ja, van wie?
1 Ja, van CWI

2 Ja, van uitzendbureau

3 Ja, andere hulp, namelijk van: ...............…..……...
4 Nee, geen hulp gehad


61. Heeft u momenteel een baan op hetzelfde niveau als in uw land van herkomst?
1 Ja, op hetzelfde niveau

2 Nee, op een lager niveau

3 Nee, op een hoger niveau

4 RP had geen baan in land van herkomst

5 Anders, namelijk .............................…………......


62. ALLEN:
Volgt u momenteel in Nederland een cursus of studie waarmee u een baan of een andere of betere baan kunt krijgen?


1 Ja
NAAR VRAAG 64


63. INDIEN RP EEN CURSUS/STUDIE VOLGT (vraag 62 code 1): Kunt u met uw docenten goed overleggen over uw vorderingen met uw studie of cursus?
1 Ja

2 Nee

BELEVING


64. INDIEN RP NEDERLANDSE BUREN HEEFT (vraag 43 code 1): Accepteren uw Nederlandse buren (Nederlanders die bij u in de buurt wonen) de manier waarop u leeft?


1 Ja, allemaal/de meesten wel

2 Ja, sommigen wel/sommigen niet

3 Nee, allemaal/de meesten niet

4 Weet niet


65. INDIEN RP 5 JAAR OF LANGER IN NEDERLAND WOONT (zie vraag 1): Heeft u het gevoel dat dit in de afgelopen 5 jaar is verbeterd of verslechterd?
1 Nee, is niet veranderd

2 Ja, is verslechterd

3 Ja, is verbeterd

66. ALLEN:
Soms is het moeilijk om in een andere samenleving zoals in Nederland voor uzelf op te komen en uw mening te durven geven. In welke mate heeft u het daar moeilijk mee?


1 Zeer moeilijk

2 Moeilijk

3 Niet zo moeilijk

4 Helemaal niet moeilijk


67. INDIEN RP 5 JAAR OF LANGER IN NEDERLAND WOONT (zie vraag 1): Heeft u het gevoel dat dit in de afgelopen 5 jaar is verbeterd of verslechterd?
1 Nee, is niet veranderd

2 Ja, is verslechterd

3 Ja, is verbeterd


68. ALLEN:
In welke mate voelt u zich in Nederland achtergesteld?
1 In grote mate

2 In minder grote mate

3 Nauwelijks of niet


69. INDIEN RP 5 JAAR OF LANGER IN NEDERLAND WOONT (zie vraag 1): Heeft u het gevoel dat dit in de afgelopen 5 jaar is verbeterd of verslechterd?
1 Nee, is niet veranderd

2 Ja, is verslechterd

3 Ja, is verbeterd

70. ALLEN:
Voelt u zich op uw werk geaccepteerd?

1 Ja altijd

2 Ja meestal

3 Soms wel soms niet

4 Nee niet altijd

5 Nee nooit


71. INDIEN RP 5 JAAR OF LANGER IN NEDERLAND WOONT (zie vraag 1): Heeft u het gevoel dat dit in de afgelopen 5 jaar is verbeterd of verslechterd?
1 Nee, is niet veranderd

2 Ja, is verslechterd

3 Ja, is verbeterd

72. INDIEN RP OP 1 OF MEER VAN DE VRAGEN 65, 67, 69 OF 71 code 2 'JA, VERSLECHTERD' HEEFT GEANTWOORD: In één of meer van de vorige vragen gaf u aan dat u zich minder geaccepteerd voelt dan een aantal jaren geleden. Kunt u aangeven waardoor dit komt?

(ENQ: soort antwoorden zouden kunnen zijn: politiek klimaat, Pim Fortuyn, 11 sept. 2001, moslimhaat, extremisme - MAAR U MAG HET ANTWOORD NIET BEINVLOEDEN EN NIET VOORZEGGEN!) NOTEER HET ANTWOORD HIERONDER - IN HET NEDERLANDS


73a. ALLEN:
Denkt u dat de situatie van dit moment in Nederland de inburgering van de allochtonen in Delft positief, negatief of niet beïnvloedt?


1 Positief

2 Negatief

3 Niet

4 Weet niet


73b. Geldt dat ook voor uzelf?

1 Ja, zeker

2 Ja, enigszins

3 Nee

4 Weet niet


73c. Kunt u uw antwoord kort toelichten?
NOTEER HET ANTWOORD HIERONDER - IN HET NEDERLANDS

TOT SLOT:

74a. De Gemeente Delft heeft een Internetpanel waarbij burgers hun mening kunnen geven over allerlei zaken die in Delft spelen. Zou u hieraan deel willen nemen?


1 Ja, en ik heb (toegang tot) een PC
EINDE GESPREK
EINDE GESPREK


74b. Mag ik dan uw e-mail adres noteren?

.................................…………..@…………………………………

DIT WAREN ALLE VRAGEN, HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING. BIJLAGE 3

Spontaan genoemde antwoorden

Vraag 03: Om welke reden(en) bent u naar Nederland gekomen?


- Ziekte

- Politie

- Vakantie en toen hier gebleven

Vraag 07: Welke religie heeft u?


- Ezidi

- Bablist (Mandaens?)

- Mindaisme (Sabiet)

- Russisch Orthodox
Vraag 12: Als u een Nederlandse brief schrijft aan een officiële instantie, bijvoorbeeld een sollicitatiebrief, wie schrijft dan deze brief?


- Schrijft geen (Nederlandse) brieven (5x)

Vraag 19: Waarom heeft u geen vaste huisarts?


- Geen geld

- Wacht op mijn verblijfsvergunning

- Is tijdelijk, voor 1 jaar in Nederland
- Heeft nog niet gezocht

Vraag 21: Waarom kunt u met uw huisarts niet goed overleggen?


- Taalprobleem (4x)

- Te zakelijk, ongeïnteresseerd, ondeskundig
- Nog nooit geweest

Vraag 23: Waarom heeft u geen vaste tandarts?


- Geen geld

- Niet verzekerd

- Uitgeschreven

- Geen verblijfsvergunning

- Ik ben niet op de hoogte

- Moet nog op zoek

- Bezoek tandarts bij gelegenheid

- Kan geen tandarts vinden maar heeft er ook geen nodig
- Geen behoefte

Vraag 36: Waarom woont u in Delft?


- Kwam met familie (4x)

- Kwam met ouders (2x)

- Makkelijk

- Omstandigheden

- Kan geen ander huis vinden

- Burenruzie

- Hebben deze woning toegewezen gekregen
- Via COA, wij zijn asielzoekers

- Via COA Ministerie of via A.Z.C.

Vraag 42: Op welke manier zoekt u een andere woning?


- Nog niet actief (2x)

- Heeft net een woonpas aangevraagd

- Alleen invullen in dezelfde flat of een van de sterplaten
- Op TV

- Via Teletekst

- Heeft al een huis gevonden

Vraag 46: Waarom vindt u deze samenstelling niet prettig?


- Kent niemand (2x)

- Kent niemand behalve landgenoten

- Nederlanders en buitenlanders moeten gemengd bij elkaar wonen
- Voelt zich niet prettig

Vraag 60: Heeft u hulp gehad bij het vinden van werk? Zo ja, van wie?


- Kliq

- Krant

- Vrouwenwerk

- Werkplan