Ministerie van Buitenlandse Zaken

amerbrief inzake informatievoorziening Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
DEN HAAG

2594 AC Den Haag

|Datum |8 juni 2005                         |Auteur|Mw. drs. B. M. Karel|
|Kenmer|DIE-209/05                          |Telefo|070 348 48 76       |
|k     |                                    |on    |                    |
|Blad  |1/7                                 |Fax   |070 348 40 86       |
|Bijlag|2                                   |E-ma|die-in@minbuza.nl        |
|e(n)  |                                    |il  |                         |
|Betref|Informatievoorziening aan de Tweede |                             |
|t     |Kamer over nieuwe                   |                             |
|      |Commissievoorstellen                |                             |
|C.c.  |                                    |                             |
|                                            |                            |
Zeer geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):


1. Mededeling van de Commissie aan de Raad: Een Europese toekomst voor Kosovo
2. Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma "Burgers voor Europa" ter bevordering van een actief Europees burgerschap

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï
Fiche 1: Mededeling over een Europese toekomst voor Kosovo Titel:
Mededeling van de Commissie aan de Raad: Een Europese toekomst voor Kosovo


Datum Raadsdocument: nog niet bekend
Nr Raadsdocument: nog niet bekend
Nr. Commissiedocument: COM (2005) 156 final (20 april 2005) Eerstverantwoordelijk ministerie: Buitenlandse Zaken i.o.m. FIN, EZ, JUS en DEF

Behandelingstraject in Brussel: COWEB, RAZEB.

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Vanuit de internationale gemeenschap is ten aanzien van Kosovo vanaf 1999 consequent aangegeven dat een discussie over de uiteindelijke politieke status van Kosovo pas aan de orde is, als eerst aan een aantal door de Verenigde Naties opgestelde standaarden is voldaan. Het gaat hierbij onder meer om standaarden op het gebied van wetgeving, goed bestuur en economische hervormingen, vastgelegd in het "Kosovo Standards Implementation Plan". Halverwege 2005 zal de internationale gemeenschap zich buigen over de vraag wat de stand van zaken is met betrekking tot de vooruitgang in Kosovo op het gebied van deze standaarden. Formeel beschouwt Servië Kosovo nog steeds als een provincie van Servië. De rechtsgrondslag voor het internationale optreden in Kosovo is VN VR-resolutie 1244. Daarin is vastgelegd dat de provincie tijdelijk door de VN wordt bestuurd. Op deelgebieden wordt verantwoordelijkheid overgedragen aan een Kosovaars voorlopig zelfbestuur, voor zover het gebieden betreft die geen relatie hebben met soevereiniteitskwesties.

In de voorliggende mededeling, "A European future for Kosovo", geeft de Commissie op verzoek van de Raad Externe Betrekkingen van 21 februari jl., een beeld van haar huidige en toekomstige inspanningen om bij te dragen aan de implementatie van VR-resolutie 1244. De Commissie concentreert zich daarbij vooral op de economische aspecten van de ontwikkelingen in Kosovo, de opbouw van bestuurlijke capaciteit, hulpverlening door de Commissie en de regionale aspecten van ontwikkelingen in Kosovo. De relatie van de EU met Kosovo is thans voornamelijk vastgelegd in de Europese Partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Kosovo en krijgt voorts vorm door de verantwoordelijkheid van de EU voor de economische pijler van UNMIK en door het Stabilisation and Association Process Tracking Mechanism (STM) dat door de EU wordt gebruikt om Kosovo qua ondersteuning te behandelen als entiteit onder het Stabilisatie en Associatie Proces. Daarnaast hebben diverse EU lidstaten, waaronder Nederland, en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Solana, een ambassadekantoor geopend in Pristina om directer in contact te kunnen treden met het Kosovaars voorlopig zelfbestuur. De meeste ter plaatse aanwezige landen hebben ook een ontwikkelingsprogramma voor Kosovo.

In de nabije toekomst zal de Commissie haar inspanningen vooral concentreren op steun aan:
- het implementeren van een degelijk fiscaal systeem en financiële controle- en audit- mechanismen;
- voltooiing van de privatisering van coöperatieve bedrijven en van herstructurering van staatsbedrijven;
- faciliteren van de verdere ontwikkeling van het MKB;
- douane en belastingdiensten in lijn brengen met die van de EU;
- de ontwikkeling van een statistisch systeem in samenwerking met Eurostat, mede in het licht van de aanstaande census in Kosovo (bevolking en huizen). Voorts zal de Commissie zich inspannen om het Kosovaarse zelfbestuur te adviseren hoe het beste gebruik gemaakt kan worden van handelspreferenties van de EU en hoe Kosovo kan deelnemen aan regionale initiatieven op het gebied van milieu, energie, transport, luchtvaart en telecommunicatie. De Commissie blijft in de toekomst technische assistentie bieden om de bestuurlijke capaciteit van Kosovo te versterken en om de verbetering van wetgeving, politie en justitie te ondersteunen. De Commissie zal daarbij toezien op het belang van de rol van vrije media. De Commissie tekent bij haar toekomstplannen aan dat, gezien de zwakke fiscale positie van Kosovo, de donoren de komende jaren nog aanzienlijke bijdragen zullen moeten leveren. De Commissie geeft zelf aan te onderzoeken of Kosovo macro-financiële steun kan ontvangen en roept daarnaast donoren op hun bilaterale bijdragen te verhogen.

Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t., het betreft een mededeling.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité: nee

Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t.

Consequenties voor de EU-begroting: geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Strikt genomen geen, de Commissie spreekt in de mededeling echter wel de wens uit dat lidstaten in de toekomst een grotere financiële bijdrage aan de inspanningen van de EU in Kosovo zullen leveren.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): geen.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:
Kosovo komt in aanmerking voor ODA. De Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking in Kosovo beslaan momenteel bijna E 4 miljoen per jaar en maken deel uit van de 'regionale benadering voor de Westelijke Balkan'.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Het Nederlands belang m.b.t. Kosovo is een gedeeld belang met andere EU-lidstaten: zorgdragen voor een politieke oplossing voor de status van Kosovo, die de stabiliteit in Kosovo en in de regio verhoogt. Gestimuleerd moet worden dat de economische ontwikkeling van Kosovo gelijke tred houdt met de landen in de regio. Kosovo moet daarvoor toegang hebben tot vergelijkbare voorzieningen die worden aangeboden aan omringende landen in hun proces van toenadering tot de EU.

Gelet op de precaire statuskwestie en de erbarmelijke staat van de economie, is donor-moeheid contraproductief voor het voorliggende proces en de gedane investeringen door de donorgemeenschap. De Commissie zal daarom voldoende middelen voor Kosovo moeten reserveren wanneer het CARDS -programma voor Kosovo vervalt en Kosovo zal moeten concurreren met de landen van de westelijke Balkan in het nieuwe financieringsinstrument IPA .

Het Commissierapport geeft verder niet aan hoe overlap met andere internationale actoren zal worden voorkomen, zoals met de OVSE inzake capaciteitsopbouw. Ook zal de Commissiestrategie moeten aansluiten op de herstructureringsplannen van de VN-missie in Kosovo, UNMIK . Internationaal overleg t.b.v. afstemming van de agenda's is daarom geboden tussen de Commissie, de Policy Unit, de OVSE, de Raad van Europa, de NAVO en VN (UNMIK en DPKO ). Daarin zal de VN de leiding moeten nemen.

Fiche 2: Besluit over het programma 'Burgers voor Europa' ter bevordering van een actief Europees burgerschap Titel:
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma "Burgers voor Europa" ter bevordering van een actief Europees burgerschap


Datum Raadsdocument: 20 april 2005
Nr. Raadsdocument: 8154/05
Nr. Commissiedocument: COM (2005) 116
Eerstverantwoordelijk ministerie: OCW in nauwe samenwerking met BZK i.o.m. FIN en BZ

Behandelingstraject in Brussel:
Raadswerkgroep Cultuur (Cultuurcomité), Raad Onderwijs, Jeugd en Cultuur. De horizontale aspecten van dit voorstel, dat deel uitmaakt van het pakket voorstellen in het kader van de Financiële Perspectieven 2007-2013, worden behandeld in de Ad Hocgroep Financiële Perspectieven en de RAZEB.

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Dit voorstel maakt deel uit van het pakket voorstellen in het kader van de nieuwe Financiële Perspectieven 2007-2013. De Commissie publiceerde vorig jaar februari 2004 een overkoepelende mededeling over de financiële vooruitzichten (COM 2004/487), waarin « burgerschap » als één van de prioriteiten van de Commissie werd benoemd. Over deze overkoepelende mededeling is het parlement separaat geïnformeerd door middel van een Kamerbrief betreffende "Reactie op voorstellen van de Commissie inzake de nieuwe Financiële Perspectieven 2007-2013" (Kamerstuk 2003-2004, 21501-20, nr. 259 TK).

Het communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap ("civic participation") bood gedurende drie jaar (2004-2006) een rechtsgrondslag voor subsidies ter bevordering van een actief Europees burgerschap. Het voorgestelde programma "Burgers voor Europa" verzekert een follow-up van dit laatste programma en opent de weg naar nieuwe activiteiten ter bevordering van Europees burgerschap voor de jaren 2007-2013. Het stelt zich ten doel het 'gat' tussen de burger en de EU te dichten. Het programma richt zich dan ook op het betrekken van de Europese burger bij Europese integratie en het bevorderen van een Europese identiteit onder de Europese bevolking.

De Commissie heeft drie hoofddoelstellingen geformuleerd:
1. burgers de mogelijkheid geven om door interactie en participatie bij te dragen aan het opbouwen van een steeds hechter Europa, verenigd in en verrijkt door culturele diversiteit;
2. bevorderen van een Europese identiteit gebaseerd op gemeenschappelijke waarden geschiedenis en cultuur;
3. versterken van het wederzijds begrip tussen Europese burgers door culturele diversiteit te respecteren en te stimuleren en een bijdrage te leveren aan een interculturele dialoog.

In praktische termen stelt het programma zich ten doel om op het lokale en regionale niveau burgers uit de lidstaten dichter bij elkaar te brengen, onder meer door grensoverschrijdende interculturele uitwisselingelingen tussen de burgers te stimuleren in town-twinningprojecten (stedenbandprojecten).

Het programma bestaat uit drie actielijnen:

1. "Actieve burgers voor Europa" (ca. 40% van het totale budget) Deze actielijn moet grensoverschrijdende projecten tussen gemeenten in Europa mogelijk maken door gebruikmaking van "town-twinning" (stedenbanden/jumelages) van gemeenten. Daarnaast biedt deze actielijn de mogelijkheid voor burgers om zelf grensoverschrijdende initiatieven te ontwikkelen (citizens' projects);


2. "Actieve 'civil society' voor Europa" (ca. 30% van het budget) Deze lijn voorziet in de structurele ondersteuning van Europese onderzoeksinstituten en biedt zowel structurele als incidentele ondersteuning aan (Europese) maatschappelijke organisaties, die zich richten op de bevordering van Europees burgerschap (non-gouvernementele organisaties, vakbonden en denktanks);


3. "Samen voor Europa" (ca. 15% van het budget) Deze actielijn biedt steun voor grensoverschrijdende activiteiten met grote zichtbaarheid en publieksbereik, onderzoek naar Europees burgerschap (Eurobarometer) en informatievoorziening hierover.

Rechtsbasis van het voorstel: artikelen 151 en 308 EG

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Co-decisie, waarbij de Raad met eenparigheid van stemmen besluit (cf. procedure artikel 151 EG). Overkoepelende besluitvorming over het gehele pakket voorstellen in het kader van de Financiële Perspectieven 2007-2013 geschiedt door de Europese Raad met unanimiteit.

Instelling nieuw Comitologie-comité:
Het bestaande beheerscomité i.h.k.v. het communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap, zal de beheerstaken voor het nieuwe programma "Burgers voor Europa" op zich nemen.

Subsidiariteit en proportionaliteit:
Subsidiariteit: Positief. De in het programma voorgestelde acties zijn aanvullend aan die van de acties uitgevoerd door de lidstaten, i.h.b. op het gebied van cultuur, onderwijs en burgerparticipatie. De gekozen primaire doelstellingen van het programma lenen zich goed voor een aanpak op Communautair niveau. Proportionaliteit: Positief. Het voorgestelde optreden van de Unie gaat niet verder dan wat nodig is om de genoemde doelstelling te bereiken.

Consequenties voor de EU-begroting: E 235 miljoen in de periode 2007-2013. Wat betreft de financiering zal rekening gehouden moeten houden met de nieuwe Financiële Perspectieven 2007-2013 (FP's). Nederland gaat een voorlopige inhoudelijke discussie niet uit de weg, maar heeft een algemeen voorbehoud ten aanzien van de financiële aspecten van de voorstellen die de periode van de nieuwe FP's betreffen. De voorstellen worden beoordeeld aan de hand van het Nederlandse standpunt m.b.t. de nieuwe FP's, i.h.b. een reëel constant uitgavenkader van max 1% BNI en het principe 'nieuw-voor-oud', alsmede toetsing op toegevoegde waarde van EU-uitgaven en subsidiariteit.

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Geen: eventuele budgettaire consequenties zullen worden opgevangen binnen de begrotingen van verantwoordelijke departementen.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): n.v.t.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden: n.v.t.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland heeft een algemeen voorbehoud ten aanzien van de financiële aspecten van de voorstellen die de periode 2007-2013 van de nieuwe FP's betreffen (zie ook hierboven Consequenties voor de EU-begroting). De financiële enveloppe van het programma bedraagt in de periode 2007-2013 in totaal E 235 miljoen. Dit is een absolute toename ten opzichte van 2006 met E 95 miljoen en een percentuele stijging van ongeveer 60%. Ten aanzien van deze stijging geldt van wat de ministerraad hierover op 3 september 2004 heeft bepaald, in het bijzonder een reëel constant uitgavenkader van maximaal 1% BNI en het principe 'nieuw-voor-oud', alsmede toetsing op toegevoegde waarde van EU-uitgaven en subsidiariteit. Bovengenoemd besluit houdt in dat de financiële enveloppe voor dit programma reëel constant dient te blijven.

Nederland staat inhoudelijk in beginsel positief tegenover het voorstel. Het programma sluit aan bij de inspanningen tijdens het Nederlandse voorzitterschap om de betrokkenheid van burgers bij Europa te bevorderen en de ambitie de burger beter te informeren over samenwerking binnen de Europese Unie.

Dit neemt niet weg dat Nederland belangrijke inhoudelijke kanttekeningen heeft bij de opzet van het programma "burgers voor Europa":


- Het programmavoorstel en de impact assessment, die als bijlage bij het programma is gevoegd, gaan niet in op de vraag of interculturele uitwisselingen en grensoverschrijdende (stedenband) projecten daadwerkelijk bijdragen tot meer belangstelling voor Europese integratie en de ontwikkeling van een gevoel van Europese identiteit. Nederland zal de Commissie vragen dit uitgangspunt nader te toetsen en toe te lichten;
- Er kan meer duidelijkheid komen over de doelgroep van dit programma. De Commissie zet deze nu wel erg breed en vaag neer;
- Het programma kan meer en strengere eisen formuleren voor de beoogde (uitwisseling)projecten. NL zal de CIE kritisch bevragen over de gekozen kanalen van uitvoering.


-----------------------
Community Assistance for Reconstruction, Development and Stabilisation Instrument for Pre-accession
United Nations Mission in Kosovo
Department for Peace Keeping Operations


---- --