De indicatieve kracht van de Conjunctuurtest industrie
Macro-economische stemmingsindicatoren, zoals het producenten- en
consumentenvertrouwen, zijn een belangrijk onderdeel van de
conjunctuurberichtgeving. Ze geven een snelle indicatie van de
beweging van verwante kwantitatieve variabelen. De relatie tussen het
vertrouwen van industriële producenten en de productie van de
industrie is hiervan een goed voorbeeld. In een recent onderzoek zijn
de Conjunctuurtest en de omzetstatistiek met elkaar vergeleken om meer
inzicht te verkrijgen in de informatiewaarde van de Conjunctuurtest.
De Conjunctuurtest
De Conjunctuurtest industrie is een maandelijkse enquête van het CBS
onder circa 1 600 bedrijven in de industrie. De bedrijven krijgen
kwalitatieve vragen voorgelegd over de recente ontwikkelingen van een
aantal economische variabelen. De uitkomsten worden vaak weergegeven
in de vorm van het saldo tussen positieve en negatieve antwoorden. Met
behulp van deze gegevens wordt onder meer het producentenvertrouwen
berekend. Tussen deze stemmingsindicator en de ontwikkeling van de
totale industriële productie blijkt een duidelijk verband te bestaan.
Productie industrie en producentenvertrouwen
Productie industrie en producentenvertrouwen
Vergelijking kwalitatieve en kwantitatieve gegevens op bedrijfsniveau
Behalve op macro-economisch niveau kunnen verbanden tussen
kwalitatieve en kwantitatieve variabelen ook op bedrijfsniveau worden
bestudeerd. In de Conjunctuurtest wordt de bedrijven onder andere
gevraagd naar de gerealiseerde productie in de afgelopen maand. Ze
hebben drie antwoordmogelijkheden: het niveau van de productie is
vorige maand toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen. Er wordt dus
slechts een kwalitatief oordeel verkregen over de richting waarin de
productie van een bedrijf zich de vorige maand heeft ontwikkeld.
Kwantitatieve gegevens over productie zijn niet bekend op
bedrijfsniveau. Daarom is het oordeel over de gerealiseerde productie
op bedrijfsniveau vergeleken met wat bedrijven opgeven in de
omzetstatistiek. Als aan een aantal voorwaarden is voldaan, zijn de
omzetgegevens een goede benadering voor de productie. De verkochte
producten moeten in de loop van de tijd niet te veel in prijs
veranderen en de bedrijven moeten de omzet regelmatig factureren. Uit
de vergelijking tussen de Conjunctuurtest en de omzetstatistiek over
de periode januari 2001 tot en met november 2003 blijkt dat voor
58 procent van de bedrijven de kwalitatieve antwoorden logisch zijn.
Hieronder wordt allereerst verstaan dat de gemiddelde
omzetontwikkeling van de omzetten die horen bij alle toegenomens die
een bedrijf in deze periode in de Conjunctuurtest rapporteert
daadwerkelijk positief is. Bovendien is voor alle afgenomens het
gemiddelde van alle bijbehorende omzetontwikkelingen negatief. En voor
de categorie gelijk gebleven ligt bij deze groep bedrijven de
gemiddelde omzetontwikkeling tussen de gemiddelde omzetontwikkelingen
die horen bij alle toegenomens en alle afgenomens.
Meer dan de helft van de bedrijven kan dus vaak al zeer kort na afloop
van een verslagmaand betrouwbaar aangeven welke kant het opgaat. De
resterende 42 procent van de bedrijven antwoordt niet logisch en is
ruis. Hieronder valt bijvoorbeeld de 11 procent van de bedrijven die
voor elke verslagmaand gelijk gebleven antwoordt en daarmee geen grote
rol speelt bij de saldoberekening van stemmingsindicatoren.
Percentage bedrijven waarvoor conjunctuurtestdata en omzetdata
gemiddeld dezelfde richting hebben, naar branche
Percentage bedrijven waarvoor conjunctuurtestdata en omzetdata
gemiddeld dezelfde richting hebben, naar branche
Overeenkomst data het grootst bij drukkerijen en uitgeverijen
Het percentage ondernemingen waarvoor de resultaten van de
Conjunctuurtest logisch zijn lijkt afhankelijk van de industrietak
waarin het bedrijf opereert. Van alle branches van de industrie scoren
de drukkerijen en uitgeverijen het best. Voor gemiddeld 71 procent van
deze bedrijven komen de antwoorden overeen met de richting van de
omzetmutatie. Hekkensluiter is met 41 procent de overige
transportmiddelenindustrie hoewel hierbij de kanttekening moet worden
geplaatst dat in deze branche de omzet niet altijd een goede
benadering is voor productie.
Percentage bedrijven waarvoor conjunctuurtestdata en omzetdata
gemiddeld dezelfde richting hebben, naar bedrijfsgrootte
Percentage bedrijven waarvoor conjunctuurtestdata en omzetdata
gemiddeld dezelfde richting hebben, naar bedrijfsgrootte
Het percentage bedrijven waarvoor antwoorden op de vraag naar de
gerealiseerde productie logisch zijn, zou ook afhankelijk kunnen zijn
van de grootte van het bedrijf. Voor kleine bedrijven zijn
productieontwikkelingen van de afgelopen maand misschien beter in te
schatten. De uitkomsten leveren hier echter geen harde indicatie voor.
Het percentage logische antwoorden voor de gerealiseerde productie
ligt voor verschillende bedrijfsgroottes dicht bij elkaar. Voor
bedrijven van 200500 personen wijkt het percentage het meest af van
het gemiddelde: het verschil is 8 procent in positieve zin.
Vergelijking omzet en conjunctuurtestdata op macroniveau
Als meer dan de helft van de bedrijven al zeer kort na afloop van een
maand de richting van de omzetontwikkeling in die maand kan aangeven,
hoe sterk is dan het verband op macroniveau? De resultaten van de
vraag naar de gerealiseerde productie van alle individuele bedrijven
worden gebruikt voor de berekening van de macro-economische
stemmingsindicator saldo gerealiseerde productie. Hierbij wordt het
percentage gedaald afgetrokken van het percentage gestegen. De
antwoorden van de circa 1 600 bedrijven uit de Conjunctuurtest worden
daarbij gewogen met de gemiddelde omzetwaarde. Zo was voor 18 procent
van de ondernemingen in november 2004 het oordeel over de
gerealiseerde productie toegenomen ten opzichte van oktober en voor
15 procent was de gerealiseerde productie afgenomen. Het saldo van
deze twee percentages is plus 3. Het geeft aan in welke richting de
industriële productie op macro-economisch niveau zich volgens de
resultaten van de Conjunctuurtest heeft ontwikkeld. Net als de
resultaten van individuele bedrijven kan deze indicator worden
vergeleken met de omzet.
Omzet industrie en saldo gerealiseerde productie
Omzet industrie en saldo gerealiseerde productie
Er is sprake van een duidelijk verband. In de periode begin
1997eind 2004 liep de gerealiseerde productie gemiddeld 1 maand voor
op de omzetontwikkeling. Dit is in overeenstemming met de manier
waarop de vraag naar de gerealiseerde productie in de Conjunctuurtest
gesteld wordt: er wordt immers gevraagd naar een oordeel over de
ontwikkeling van de productie van de vorige maand.
De bron van dit macro-economische verband ligt op microniveau. Volgens
de eerder besproken vergelijking tussen Conjunctuurtest en omzet kan
meer dan de helft van de bedrijven al zeer kort na afloop van de
verslagmaand de richting van de omzetontwikkeling goed aangeven. Deze
bedrijven zijn de drijvende kracht achter de goede, snelle eerste
indicatie die de stemmingsindicator geeft.
Het Engelse rapport waarop dit artikel is gebaseerd is te vinden op de
website van het CBS.
Zie voor meer cijfers, publicaties, methoden en begrippen over de
conjunctuur de themapagina Conjunctuurgegevens.
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2005
Bronvermelding is verplicht.
Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan.
CBS