Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum 8 juni 2005
Behandeld Mw. Eveline Vrind
Kenmerk DVF-PJ/101/05
Telefoon 070-3484285
Blad 1/2
Fax 070-3486167
Bijlage(n) eveline.vrind@minbuza.nl
Betreft Samenstelling Koninkrijksdelegatie naar de 60e
Zitting van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties
Vanaf 13 september a.s. zal de Algemene Vergadering der Verenigde Naties te New York in 60ste zitting bijeenkomen.
Ik zou het op prijs stellen indien er, zoals gebruikelijk, voor een periode van drie weken vier Kamerleden in de delegatie zitting zouden willen nemen, waarvan één lid van de Eerste Kamer en drie leden van de Tweede Kamer. Daarbij vraag ik echter Uw aandacht voor het volgende:
Het begin van de Algemene Vergadering - van 14 tot en met 16 september 2005 - zal bestaan uit de Top ter bespreking van de resultaten van de afspraken van de Millennium Summit, gevolgd door de 'ministeriële week' - van 17 tot en met 28 september 2005.
In die periode is er sprake van een grote werklast voor onze Permanente Vertegenwoordiging, zowel vanwege de intensieve programma's van de aanwezige Nederlandse bewindslieden, als vanwege het feit dat de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger een centrale en daarmee tijdrovende rol speelt in het onderhandelingsproces van de Top. Derhalve is er tussen 14 en 28 september 2005 weinig mogelijkheid voor het opzetten van een solide programma voor, en adequate begeleiding van, de Kamerleden. Ook de relevante onderdelen van de VN, waarmee de Kamerleden afspraken zullen hebben, zijn in die periode slechts summier op gewenst niveau beschikbaar.
Daarom zou het op hoge prijs worden gesteld als de Kamerleden - evenals vorig jaar het geval was - hun aanwezigheid zouden concentreren in de daarop volgende periode, nl. van maandag 3 oktober tot en met vrijdag 21 oktober 2005, omdat in die periode zowel een solide en breed programma kan worden opgezet als door de Permanente Missie de gewenste ondersteuning kan worden verleend.
Hoewel ik parlementsleden een eventueel gewenste deelname aan de Top 2005 niet zou willen onthouden, leert de ervaring dat - als gevolg van een limitering van het aantal zitplaatsen in de vergaderzalen - delegatieleden die niet de regering vertegenwoordigen de toegang tot de interessante evenementen de facto onmogelijk wordt gemaakt.
Ik hoop op uw begrip voor dit alles, in het licht van de noodzaak om de gang van zaken in New York zo soepel mogelijk te laten verlopen en tegelijkertijd aan de Kamerleden service op een zo hoog mogelijk niveau te kunnen bieden.
De kosten van deelname, uitgezonderd meerkosten die het gevolg kunnen zijn van afwisseling, zullen conform de geldende regelingen voor rekening van mijn departement komen.
Gezien het belang van een goede voorbereiding voor de Kamerleden die aan deze zitting zullen deelnemen, verzoek ik u mij uw voordracht, conform de brief van de Minister-President van 9 september 1976, nr. 252914, in overleg met de voorzitter van de Eerste Kamer, vóór 1 juli a.s. kenbaar te maken.
De voorzitter van de Eerste Kamer heb ik een gelijkluidende brief gezonden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Buitenlandse Zaken