CDA

08-06-05
Europa moet platteland duidelijkheid bieden
Het Europees Parlement heeft op 7 juni in plenaire zitting de Kaderverordening Platteland gestemd. Lambert van Nistelrooij, woordvoerder voor de Commissie Regionale Ontwikkeling heeft erop gewezen dat het platteland duidelijkheid verdient. Lambert van Nistelrooij : 'Het valt op dat ook een deel van de boeren en tuinders in het Nederlandse referendum tegen de Grondwet hebben gestemd. Er is meer dan márkt, márkt, márkt; het gaat ook om sociaal beleid en leefbaarheid op het platteland. In de Kaderverordening Platteland wordt met de drie financieringsassen een nieuw beleid mogelijk gemaakt.' Centraal staat de regionale ontwikkeling. In Nederland liggen voldoende regionale plannen voor. Door de reconstructie van de veehouderij is naast een versterking van het agrarische ondernemerschap ook volop aandacht voor vernieuwingen op het platteland. 'Concurrentiekracht, land en milieubeheer en plattelandsvernieuwing komen hierin goed tot hun recht. Juist de integraliteit spreekt ons aan.", aldus Albert-Jan Maat. Lambert van Nistelrooij : "Er bestaat geen tegenstelling tussen land-en tuinbouw en overige functies zoals natuurbeheer, plattelandstoerisme en nieuwe functies die bijvoorbeeld door ICT mogelijk worden gemaakt.' Innovatiedoelstellingen zoals afgesproken in de doelstellingen van Lissabon en Göteborg worden voldoende gehonoreerd. Dit geldt zowel op bedrijfsniveau als voor de verwerkende industrie in de gehele foodkolom. Nederland heeft hiervoor een uitstekende uitgangspositie. In de uitvoering is een flexibele toepassing van de subsidieplafonds en uitwisseling tussen de drie financieringsassen noodzakelijk. Belangrijk is de Europese meerwaarde van het nieuwe landbouwbeleid, zoals nu wordt vastgelegd. Renationalisatie van beleid, nu of in 2013 is een verkeerd signaal: het zal leiden tot minder Europa en minder herkenbaarheid van Europa op het platteland. Dit zou gezien de ervaring met het referendum in Nederland contraproductief zijn. Het is zaak dat de financiële voorstellen, zoals verwoord in het EP-voorstel van R. Böge, snel door de Europese Raad worden overgenomen. Dit voorstel van het Europees Parlement stelt 87,25 miljard voor de periode 2007-2013 voor. Het Luxemburgse voorzitterschap gaat uit van 73-75 miljard.