Partij van de Arbeid


Den Haag, 8 juni 2005


Vragen van de leden Tjon A Ten, Straub en Koenders (allen PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken, van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen en van Justitie


over onderwijs aan in het buitenland gedetineerde Nederlanders


(naar aanleiding van persbericht Stichting Educatie achter buitenlandse tralies )


1.


Bent u het met ons eens dat veel Nederlandse minderjarige gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, vaak slecht geschoold zijn en in buitenlandse gevangenissen geen adequaat onderwijs kunnen volgen dat ze juist zo hard nodig hebben voor hun terugkeer in de (Nederlandse) maatschappij na de afloop van de detentie?


2.


Onder welk ministerie valt de verantwoordelijkheid voor de implementatie van het recht op onderwijs (zoals vastgelegd in diverse verdragen) aan in het bijzonder Nederlandse minderjarigen in buitenlandse gevangenissen?


3.


Is hier een taak weggelegd voor de reguliere, Nederlandse reclassering? Welke?


4.


Hoe beoordeelt u in dit opzicht het werk van de Stichting Educatie achter buitenlandse tralies ?


5.


Bent u bereid om, mede gelet op het groeiende aantal in het buitenland gedetineerde en slecht opgeleide Nederlanders, faciliteiten te creëren of te ondersteunen gericht op het geven van onderwijs, eventueel schriftelijk of via ICT technologie, aan de groep gedetineerde Nederlanders die na hun detentie willen terugkeren naar Nederland, in het bijzonder die onder 18 jaar?


PERSBERICHT van de Stichting Educatie achter buitenlandse tralies


Ongeveer 2.300 Nederlanders zitten opgesloten in buitenlandse gevangenissen. Bijna allemaal mensen die moeite hebben om deel te nemen aan onze Nederlandse samenleving en grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Een gedeelte kan geen Nederlands lezen of schrijven en ander deel komt nauwelijks aan het niveau basisschool. Na vele jaren komen deze mensen al s vrij mens terug in de Nederlandse samenleving en moeten daarin hun plaats weer vinden.


Om de kans op succesvolle herintreding te vergroten en daardoor herhaling van delinquentie te voorkomen is het kunnen volgen in de buitenlandse gevangenis van taalonderwijs en basiseducatie van groot belang. De nieuw opgerichte Stichting "Educatie achter buitenlandse tralies" voorziet daarin.


Van de ongeveer 2.300 Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zitten, komt ongeveer 60% oorspronkelijk niet uit Nederland. Zij komen oorspronkelijk uit Suriname, Indonesië, de Nederlandse Antillen, Marokko, Turkije, diverse Afrikaanse landen, etc. Allemaal hebben zij nu de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning. Ongeveer 20% kan de Nederlandse taal nauwelijks lezen of schrijven; nog eens 20% heeft het eindniveau van ons basisonderwijs niet behaald.


Van degenen die wel oorspronkelijk Nederlander zijn heeft overigens ook zo'n 40% maar weinig onderwijs gevolgd.


Gemeenschappelijk hebben ze de grootste moeite om zich in de Nederlandse samenleving staande te houden, hadden voor hun arrestatie geen werk, geen inkomen of en uitkering, er zijn meestal flinke schulden. Er is een groot tekort aan cognitieve en sociale vaardigheden.


Hun verblijf in de buitenlandse gevangenis vergroot deze problemen. Als je bent aangewezen op pen en papier om contact met Nederland te onderhouden, hoe moet dat dan als je geen Nederlands kunt lezen en schrijven? Als je de vaardigheden mist, hoe ga je binnen de beperkende regels van de gevangenis dan om met schuldeisers, je huurhuis die eigenlijk opgezegd moet worden? Maar ook speelt het probleem dat in een buitenlandse gevangenis zowel het personeel als de andere gedetineerde een vreemde taal spreken. Hoe moet je dan, toch al met zoveel beperkingen, duidelijk maken dat je problemen hebt en hulp nodig hebt?


Ook van deze mensen eindigt de gevangenschap een keer; ook zij komen eens terug naar Nederland en moeten weer een plaatsje in de maatschappij verwerven.


Om hun kans op herintreding in de Nederlandse samenleving te vergroten en daarmee de kans op herhaling van criminaliteit te beperken is het van groot belang om deze gedetineerden al tijdens hun verblijf in de buitenlandse gevangenis Nederlands taalonderwijs en basiseducatie (taal, rekenen, maatschappijoriëntatie) te laten volgen. Een begin te laten maken met het volgen van de theoretische delen van lager gericht beroepsonderwijs.


Dat heeft zowel grote voordelen tijdens het gevangenschap in het buitenland als bij terugkeer.


Door het volgen van onderwijs worden de communicatiemogelijkheid binnen de gevangenis maar ook met begeleiders in Nederland groter. Doordat de gedetineerde Nederlander wordt uitgedaagd zich op zijn toekomst te richten wordt de psychische schade door de gevangenschap beperkt. Door het onderwijs neemt de gedetineerde kennis van de Nederlandse maatschappij en haar gewoonten, de normen en waarden, de cultuur waardoor integratie meer kans van slagen maakt. Door verkleining van de achterstand op onderwijsgebied wordt de kans op daadwerkelijke deelname aan de samenleving en op e arbeidsmarkt groter.


Kortgeleden is de Stichting "Educatie achter buitenlandse tralies" opgericht.


Deze Stichting biedt de in buitenlandse gevangenissen zittende Nederlanders afstandsonderwijs aan en koppelt voor de begeleiding aan elke studerende gedetineerde een vrijwilliger-onderwijscoach.


Zowel onderwijsmateriaal, studiecoaches als de wijze van trajectbegeleiding is specifiek voor deze doelgroep en hun omstandigheden ontwikkeld en beproefd.


Elke week melden zich bij de nieuwe Stichting inmiddels gemiddeld 4 nieuwe kandidaat-studenten aan.


De Stichting zet het werk op structurele basis voort zoals dat is ontwikkeld binnen een pilotproject dat met subsidie uit Brussel uit het Europees Sociaal Fonds is uitgevoerd. Dat project werd in november afgerond; op dat moment waren er in totaal 240 deelnemers actief aan het studeren.


"Educatie achter buitenlandse tralies" werkt nauw samen met de Nederlandse Ambassades en Consulaire posten en de Unit Buitenland van de Nederlandse Reclassering die beiden verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van in het buitenland gedetineerde Nederlanders.


De Stichting moet vooralsnog subsidies ontberen en zoekt naarstig naar fondsen, sponsors en donateurs die haar belangrijke werk willen ondersteunen. Belangrijk voor de gedetineerden, voor hun directe omgeving maar vooral ook voor de Nederlandse samenleving. Want ook deze gedetineerden komen vroeg of laat terug in de Nederlandse samenleving. We kunnen ze daarom maar beter goed voorbereiden op hun noodzakelijke inburgering en reïntegratie; dat voorkomt veel mogelijke ellende en schade.


Interesse?


Bent u geïnteresseerd in het werk van de Stichting "Educatie achter buitenlandse tralies" of wilt u haar materieel of financieel ondersteunen, neem dan contact op met: Frans Lemmers, (franslemmers@hetnet.nl)


Zie: Persbericht van de Stichting Educatie achter buitenlandse tralies .