PERSBERICHT
Nummer: 179 MJS
Datum: 8 juni 2005
Einde subsidie FSU project wegens niet halen doelen
Op basis van een evaluatie van het FSU-project "1 loket voor belangenbehartigers" hebben GS besloten dat de financiering voor dit project niet wordt gecontinueerd. De belangrijkste reden hiervoor is dat het Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgrechtigden de gestelde doelen niet of slechts deels heeft behaald. Daarnaast gaat het om een tijdelijke subsidie en wanneer die subsidie nogmaals toegekend wordt, brengt dit rechtsongelijkheid en een voorkeursbehandeling met zich mee. Tot slot geeft de provincie aan dat ze niet verantwoordelijk is voor (curatief) arbeidsmarktbeleid. Dit beleid wordt uitgevoerd door gemeenten (UWV's), reïntegratiebureaus en CWI's.
Het project van FSU bestond uit het oprichten van een gezamenlijk steunpunt met spreekuur voor lokale belangenbehartigers zoals cliëntenraden, WAO belangengroepen, vakbondsafdelingen en ouderenbonden. Het doel van dit steunpunt was het bundelen van krachten en het versterken van de onderhandelingspositie van de belangenbehartigers om zo de positie van uitkeringsgerechtigden te versterken. Hiervoor heeft FSU vanaf 2001 in totaal E238.000 subsidie gekregen. De subsidie was bedoeld als startsubsidie waarna FSU met externe cofinanciering op eigen benen moest kunnen staan.
In de Statencommissie van 15 juni wordt over dit GS besluit gesproken. In de Statenvergadering van 22 juni besluiten de Staten of ze akkoord gaan met het niet continueren van de subsidie.
Het evaluatierapport is toegevoegd.
Evaluatie FSU project '1 loket van belangenbehartigers'
| |
| | | |Gebruikte Afkortingen in deze tekst
CWI Centrum voor Werk en Inkomen
FSU Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden WAO Wet Arbeidsongeschiktheid
WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning (gaat waarschijnlijk per 1-1-2006 in) WVG Wet Voorziening Gehandicapten
WW Werkloosheids Wet
WWB Wet Werk en Bijstand
Provincie Fryslân, mei 2005
Inhoudsopgave
Inleiding
1. De organisatie FSU 3
2. Het Project '1 Loket van belangenbehartigers' 4
3. Evaluatie FSU 5
4. Opzet evaluatie Provincie 6
4.1 CWI's in relatie tot opgezette loketten 6 4.2 Reactie CWI's 7
4.3 Reactie gemeenten 9
4.4 Relatie met het provinciaal Arbeidsmarktbeleid 11 4.5 Relatie '1 loket' met betrekking tot reguliere producten 12
5. Conclusies 13
6. Algehele Conclusie en Advies 14
Bijlagen
Bijlage 1: Projectevaluatie door het FSU
Inleiding
Vier en een half jaar geleden jaar gaven Provinciale Staten toestemming voor een tijdelijke subsidie aan het door FSU ingediende project '1 Loket van Belangenbehartigers'. In deze evaluatie komt na een uitleg over de organisatie FSU, de inhoud van het Project '1 Loket van belangenbehartigers' aan de orde. Daarna zullen de bevindingen uit het Evaluatierapport over het project, zoals de FSU het aanleverde, aan de orde komen. Vervolgens zal de opzet van de evaluatie, zoals de provincie die uitvoerde, aan de orde komen. Hierbij komt de realisatie tussen de opgezette loketten en de CWI's aan de orde en wordt een reactie van de CWI's weergegeven, evenals een reactie van de gemeenten. Vervolgens wordt de relatie met het provinciaal Arbeidsmarktbeleid belicht en de relatie tussen dit project '1 loket' en de reguliere producten van het FSU beschreven. Tenslotte worden conclusies getrokken en een advies over de vervolgfinanciering van dit project gegeven.
1. De organisatie FSU
Het Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (FSU) heeft als doel het behartigen van de belangen van uitkeringsgerechtigden en gehandicapten, alsmede het versterken van hun positie in het stelsel van sociale zekerheid. Voorheen bestonder er twee organisaties: het WAO-Beraad (later FSU) en het Platform Uitkeringsgerechtigden Friesland (PUF). Het WAO-beraad heeft haar naam reeds in 2002 omgevormd naar FSU. Met ingang van 1 januari 2004 is het FSU gefuseerd met het PUF en hebben zij de gezamenlijke naam FSU aangenomen. De provincie heeft zich stimulerend ten aanzien van deze fusie opgesteld. Zij heeft tijdens en na het traject van de fusie de budgetten van beide instellingen (FSU en PUF) ongemoeid gelaten.
Het FSU is het provinciale samenwerkingverband van zelforganisaties van uitkeringsgerechtigden en gehandicapten en vertegenwoordigt 16 aangesloten organisaties. Sociale zekerheid en reïntegratie vormen de twee werkterreinen van het FSU. De actieve vrijwilligers van de deelnemende organisaties en Steunpunten vormen de belangrijkste schakel met de doelgroep.
Het FSU heeft voor het uitvoeren van de centrale taakstelling -belangenbehartiging door en voor uitkeringsgerechtigden en gehandicapten- de volgende kerntaken:
-verstrekken van voorlichting en informatie;
-geven van deskundigheidsbevordering t.b.v. kaderleden van belangenorganisaties;
-signaleren van structurele knelpunten en ontwikkelen van verbeteringsvoorstellen;
-ondersteunen/coördineren van advieswerk en hulpverlening aan aangesloten organisaties;
-ontwikkelen van projecten.
Voor het leveren van producten op deze vijf kerntaken ontvangt het FSU een jaarlijkse (geïndexeerde) provinciale subsidie van rond de E 130.000,= Naast de producten die het FSU levert voor de structurele subsidie van E 130.000,=, ontwikkelt zij ook met regelmaat tijdelijke projecten. Het FSU doet voor deze tijdelijke projecten een aanvraag op tijdelijke subsidiegelden van de provincie. De provincie wijst een dergelijke aanvraag soms af en een soms toe. De redenen voor afwijzing dan wel toekenning verschillen per aanvraag.
2. Het project '1 Loket van Belangenbehartigers' In 2000 doet het toenmalig WAO-beraad (latere FSU) een aanvraag voor bovenstaand project. In de projectomschrijving staat het volgende geschreven: "Vanaf het jaar 2001 gaan de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) van start. Burgers kunnen bij deze centra terecht voor uitkeringen, arbeidsbemiddeling, scholing en (werk)voorzieningen. Het FSU wil stimuleren dat lokale belangenorganisaties met elkaar een gezamenlijk Steunpunt met spreekuur oprichten. Het Steunpunt zal ook een lokale cliëntenraad bemensen. Financiering van de spreekuren gebeurt door de betreffende gemeente. Maar de inrichting van de 1 loketsamenwerking blijft een speciale investering, met name in de vorm van overleg met de lokale belangenorganisaties en de CWI-organisaties. Bedoeling is om de bestaande spreekuur/adviespunten van belangenorganisaties lokaal te laten fuseren om op deze manier een tegenhanger van het officiële loket te ontwikkelen. Deze alternatieve loketten gaan uit van de belevingskant en bieden informele steun, gebaseerd op eigen ervaringen en praktijkgerichte kennis."
Provinciale Staten hebben in hun vergadering van 20 december 2000 besloten om voor het project 'Eén loket van belangenbehartigers' een subsidie te verlenen van maximaal E 163.360,=. Dit bedrag is destijds gereserveerd en vastgelegd voor de jaren 2001, 2002 en 2003 en met een jaarlijks bedrag van E 54.453,63 bevoorschot. Daarbij is als eis gesteld om tot uitbetaling in de jaren 2002 en 2003 over te gaan en dat het FSU de activiteiten van het project op zou nemen in haar productbegroting. Dit is het FSU per beschikking d.d. 15 januari 2001 meegedeeld.
Het FSU heeft vervolgens het project opgestart en de provincie mondeling en schriftelijk (bij middel van de jaarverslagen) verslag gedaan van de voortgang. In het jaar 2003 heeft het FSU aangegeven dat zij met betrekking tot 2004 graag nog 1 jaar verlenging van het project wilden. Provinciale Staten hebben met een motie in de Statenvergadering van november 2003 deze verlenging ingewilligd. In deze motie staat het volgende gesteld: "Hiervoor wordt in het jaar 2004 een eenmalige subsidie van E 56.000,= beschikbaar gesteld. In het jaar 2004 wordt door FSU en de provincie bekeken hoe het netwerk na 2004 verder kan werken."
Vervolgens kostte het veel inspanning om de subsidie voor 2004 toe te kennen. De reden hiervoor was dat het FSU de jaarstukken over 2002 te laat en deels onrechtmatig (niet goedkeurende accountantsverklaringen) aanleverde. Een lang proces van gesprekken, uitzoeken, nieuwe stukken, nieuwe accountantsverklaringen, bevoorschotting en een uiteindelijke toekenning volgde. In de beschikking d.d. 28 september 2004 staat het volgende vermeldt: "Voor het project 'Een loket van belangenbehartigers' is door Provinciale Staten in de vergadering van 17 december 2003 een eenmalige subsidie toegekend van E 56.000,= voor het jaar 2004. Het project 'Een loket van belangenbehartigers' rekenen wij dus niet tot het productplan 2004 maar zal als eenmalige subsidie worden beschouwd." Door al deze strubbelingen is in het jaar 2004 door FSU en provincie niet bekeken hoe het netwerk na 2004 verder kan werken.
Bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en om binnen een redelijke termijn tot een zorgvuldige besluitvorming te komen, hebben Provinciale Staten in hun vergadering van 15 december 2004 besloten voor de periode van 1 januari 2005 tot 1 mei 2005 eenmalig een bijdrage beschikbaar te stellen van maximaal E 19.000,=. Van het FSU werd verwacht dat zij vóór 1 maart 2005 een korte evaluatie van het project 1 loketfunctie schreef. Daarbij heeft de provincie een vijftal zaken aangegeven die zij geëvalueerd wenste te zien: a. hoe het project tot nu toe heeft gefunctioneerd; b. op welke wijze is voldaan aan de in aanvang gestelde intenties; c. op welke wijze heeft het project support gekregen van bedrijven, gemeenten, CWI's en reïntegratiebureau's; d. of voortzetting noodzakelijk is en onder welke voorwaarden; e. op welke wijze de resultaten van het project bewaard kunnen blijven voor de toekomst. Het FSU heeft deze evaluatie conform afspraak aangeleverd (zie bijlage).
3. Evaluatie FSU
De evaluatie komt tot de algemene aanbeveling dat: 'Om het opgebouwde netwerk aan Steunpunten, waarin tal van organisaties samenwerken en waarbij vele tientallen vrijwilligers in de provincie zijn betrokken, te kunnen blijven garanderen, dit blijvende en structurele ondersteuning zal moeten krijgen'. De vijftal zaken worden als volgt beantwoord:
a. op welke wijze het project tot nu toe heeft gefunctioneerd, geeft het FSU aan dat zij middels een estafetteaanpak, praktische ondersteuning en procesmatige ondersteuning tot een zestal goed lopende loketten is gekomen en dat 3 loketten in oprichting zijn; b. op welke wijze aan de in aanvang gestelde intenties is voldaan, geeft het FSU aan de gestelde doelen gedeeltelijk (omslag in denken en handelen bij beleidsmakers en uitvoerders) of grotendeels (provinciaal netwerk lokale cliëntenraden, versterking positie uitkeringsgerechtigden, afstemming en samenwerking lokale cliëntenraden) is bereikt; c. op de vraag over support van bedrijven, CWI's, gemeenten etc. geeft het FSU een uitgebreide lijst (blz. 18-19) van bijdragen. In totaal hebben zij over de jaren 2001 tot en met 2005 een bedrag ter hoogte van E 168.148,67 van derden ontvangen; d. en e. op de vraag of voortzetting van het project noodzakelijk is en hoe resultaten bewaard kunnen blijven voor de toekomst, geeft het FSU aan dat provinciale ondersteuning van het netwerk van steunpunten nodig is; het daadwerkelijk laten samenwerken van belangorganisaties, een sterke onderhandelingspartner zijn voor instanties als CWI, UWV, Reïntegratiebedrijven, Arbodiensten, Sociale diensten etc. en de ondersteuning organiseren door regionale welzijnsorganisaties en gemeenten, vraagt een stevige en continue investering. Voor behouden van het opgebouwde netwerk aan steunpunten, de Sociale zekerheid op de agenda's van het lokale welzijnswerk te krijgen en om een sterke participatie van organisaties binnen de steunpunten te kunnen garanderen vraagt het FSU om een ophoging van de basissubsidie met E 56.000,=.
Voor de volledige evaluatie van het FSU, wordt u verwezen naar de bijlage: de Project evaluatie '1Loket van belangenbehartigers', op verzoek van de provincie opgesteld door het FSU.
4. Opzet evaluatie Provincie
De afdeling Zorg en Welzijn heeft de volgende aanpak gehanteerd om tot een aanbeveling met betrekking tot het project '1 loket' te komen: . overzicht feiten met betrekking tot de in Fryslân aanwezige CWI's en de door het FSU gerealiseerde loketten; . weergave van de gesprekken met vier gemeenten waar een loket is gerealiseerd en één gemeente waar een loket in oprichting is; . weergave van de gesprekken met vier CWI's en hun ervaringen met het project '1 loket'; . beschrijving relatie met het Provinciaal Arbeidsmarktbeleid; . beschrijving relatie tussen '1 loket' en de huidige structureel gefinancierde FSU-producten; . conclusies en advies.
4.1 CWI's in relatie tot opgezette loketten
In Fryslân zijn er 7 CWI's:
Buitenpost (voor Achtkarspelen, Kollumerland e.o.) Dokkum (voor Ameland, Dantumadeel, Dongeradeel en Schiermonnikoog) Franeker (voor Franekeradeel, Harlingen, Het Bildt, Menaldumadeel, Terschelling en Vlieland) Heerenveen (voor Heerenveen, Ooststellingwerf, Skarsterlân en Weststellingwerf) Leeuwarden (voor Boarnsterhim, Ferwerdeadiel, Leeuwarden, Leeuwarderadeel en een deel van Tytsjerksteradiel) Drachten (voor Opsterland, Smallingerland en een deel van Tytsjerksteradiel) Sneek (voor Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Littenseradiel, Nijefurd, Sneek, Wunseradiel en Wymbritseradiel)
Het FSU geeft aan dat in de volgende zes gemeenten steunpunten zijn opgezet: Franeker
Heerenveen
Skarsterlân
Dokkum
Drachten
Opsterland (telefonische navraag leert dat dit genoemde steunpunt niet een eigen vestiging kent, maar onderdeel is van het steunpunt Drachten) Het FSU schrijft dat in de regio's Leeuwarden, Tytsjerksteradiel en Sneek het nog niet tot de oprichting van een steunpunt is gekomen. De regio Buitenpost wordt niet genoemd door het FSU.
| |CWI's in Fryslân |'1 Loket' door FSU | |1 |Buitenpost (Achtkarspelen, Kollumerland e.o.) | X | |2 |Dokkum (Ameland, Dantumadeel, Dongeradeel en |Dokkum | | |Schiermonnikoog) | | |3 |Franeker (Franekeradeel, Harlingen, Het Bildt,|NoordOost Fryslân | | |Menaldumadeel, Terschelling en Vlieland) | | |4 |Heerenveen (Heerenveen, Ooststellingwerf, |Heerenveen | | |Skarsterlân en Weststellingwerf) |Skarsterlân | |5 |Leeuwarden (Boarnsterhim, Ferwerdeadiel, |X (i.o.) | | |Leeuwarden, Leeuwarderadeel en een deel van | | | |Tytsjerksteradiel) | | |6 |Drachten (Opsterland, Smallingerland en een |Smallingerland incl. | | |deel van Tytsjerksteradiel) |Opsterland | |7 |Sneek (Bolsward, Gaasterlân-Sleat, |X (i.o.) | | |Lemsterland, Littenseradiel, Nijefurd, Sneek, | | | |Wunseradiel en Wymbritseradiel) | | | | |Tytsjerksteradiel ( | | | |i.o.) |Opmerkelijk is dat het FSU in andere (meer) gemeenten een loket heeft opgezet dan dat er CWI's zijn. Nu zijn er loketten in zowel in Smallingerland als in Opsterland en ook zowel in Heerenveen als in Skarsterlân. Ook zijn er pogingen ondernomen om loketten in Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Bolsward van de grond te krijgen (zie evaluatie FSU). Tevens zijn er drie CWI-regio's waar geen enkel loket functioneert. Verwarrend is dat elk loket een eigen naam voert. Dit zorgt niet voor provincie-brede herkenning van de '1 loket'-gedachte. Het FSU had juist door één loket per CWI-regio een extra coördinerende taak kunnen oppakken, maar heeft dat niet gedaan. Daarmee zijn ze versnipperd aan het werk gegaan en hebben mogelijk daardoor het beoogde resultaat niet gehaald.
4.2 Reactie CWI's
De dienst heeft telefonisch contact gehad met de 4 CWI's die een '1 loket' in hun gemeente hebben, te weten de gemeenten Drachten, Heerenveen, Franeker en Dokkum. De gesprekken zijn gevoerd met de vestigingsmanagers danwel de teamcoördinatoren. Aan hen is gevraagd hoe het project tot nu toe heeft gefunctioneerd (vraag a) en of het CWI inzicht heeft in de aard van de hulpvragen die zijn gedaan. Ook is gevraagd op welke wijze is voldaan aan de in aanvang gestelde intenties (vraag b). Aangezien geen enkele CWI een financiële bijdrage heeft geleverd, is dit onderwerp niet aan de orde gekomen. Wel is gevraagd of de betreffende CWI een passief danwel actief beleid heeft gevoerd ten aanzien van het verstrekken van de folders van het FSU. Tenslotte is gevraagd of het CWI voortzetting van het project noodzakelijk acht (vraag d).
A.) Hoe heeft het project tot nu toe gefunctioneerd?: Het project '1 Loket van belangenbehartigers' is niet bij alle betrokkenen bekend en de meningen erover verschillen.
De CWI's Drachten, Heerenveen en Dokkum geven aan het project te kennen, maar niet te weten hoe het project functioneert. CWI Franeker gaf aan het project niet te kennen. Wel zijn alle CWI's bekend met het FSU. Het FSU heeft twee maal per jaar overleg met de directie van CWI-Noord Nederland en de uit deze gesprekken opgedane informatie wordt doorgespeeld naar alle CWI's.
Aard Hulpvragen
Aan de start van het project "Een loket van belangenbehartigers": zijn er verscheidene doelen benoemd. Eén van die doelen was: Versterking van de positie van uitkeringsgerechtigden en gehandicapten in Friesland en hun zelforganisaties. Het project moet hen in staat stellen een actieve, initiatiefrijke partij te zijn. Het FSU stelt: 'Uit de cijfers blijkt dat steeds meer mensen in een vroegtijdig stadium de weg naar het lokale Steunpunt hebben gevonden en zij kregen hierdoor de ondersteuning die zij nodig hadden in hun contacten met instanties.' De evaluatie van het FSU geeft bij elk steunpunt aan hoeveel hulpvragen er in een bepaald jaar bij een betreffend steunpunt zijn gedaan. Deze hulpvragen worden echter niet toegelicht of uitgesplitst naar aantal en inhoud. De genoemde aantallen zijn hierdoor en door pricacy-regels niet te controleren. Verder geldt dat het FSU de inhoud van de hulpvragen niet heeft teruggekoppeld naar de CWI's, gemeenten en provincie. Aan de CWI's is gevraagd of zij zicht hadden op en de aard van de hulpvragen waarbij het FSU een rol speelt. De CWI's geven aan dat de hulpvragen volgens hen kunnen variëren van vragen als 'Weet u waar het CWI is? ' tot hulp bij het invullen van de formulieren. De CWI's Franeker en Heerenveen geven aan dat zij cliënten, die moeite hebben met het invullen van de formulieren, doorverwijzen naar het FSU (middels het verstrekken van de folder). Opgemerkt dient te worden dat de CWI's zelf verantwoordelijk zijn voor ondersteuning bij het invullen van formulieren. Opmerkelijk is dat alle CWI's aangeven dat, waar zij tot op heden in conflict met een cliënt zijn geweest, het FSU in geen van die gevallen een cliënt-ondersteunende rol op zich heeft genomen.
Folders
Alle CWI's geven aan dat zij de folders van het FSU zowel passief (liggen op de balie en in de rekken) alswel actief (meegeven aan cliënten) verstrekken. Ook geven zij aan dat het FSU regelmatig controleert of zij de folders actief meegeven.
Arbeidsadviseur
CWI-Drachten geeft aan dat de minister van Sociale Zaken, op advies van de landelijke cliëntenraad, heeft besloten tot het instellen van een Onafhankelijk Arbeidsadviseur bij alle CWI's. Op alle CWI's in Fryslân is een dergelijk Arbeidsadviseur (in deeltijd) werkzaam en vervult een ombudsfunctie. Personen met klachten kunnen zich melden bij deze adviseur. CWI-Heerenveen geeft aan dat de arbeidsadviseur meer gericht is op reïntegratie-trajecten. Het FSU is meer gericht op ondersteuning bij het inkomensdeel van de uitkering. Mogelijk dat de arbeidsadviseurs een deel van de problemen, die anders bij het FSU-Loket terecht zouden zijn gekomen, overnemen.
B.) Op welke wijze is voldaan aan de in aanvang gestelde intenties? Alle CWI's zijn onbekend met de in aanvang gestelde intenties.
Het FSU beschrijft dat één van de doelen van het project is: 'een verandering van denken en handelen bij beleidsmakers en uitvoerders ten aanzien van de positie van uitkeringsgerechtigden en gehandicapten. Deze omslag zal moeten resulteren in wederzijds begrip en een dienstverlening die niet de regelgeving maar de situatie van de (hulp)vrager als uitgangspunt neemt'. Alle CWI's geven aan dat zij tot op heden geen terugkoppeling van mogelijke leermomenten hebben gezien. Juist een dergelijk product zou waardevol zijn voor de werking van het CWI. Dat het FSU dit tot op heden niet heeft gedaan ervaren zij als slecht.
D) Acht u voortzetting noodzakelijk?
Hierop antwoordden twee CWI's te weten Franeker en Heerenveen voorzichtig positief. Door het laagdrempelig karakter kan het project '1 Loket' mogelijk voor een bepaalde groep cliënten een belangrijke voorziening zijn. CWI Drachten en CWI Dokkum geven aan dat zij het belang van voortzetting niet zien.
Conclusie CWI's
Het FSU heeft ervoor gekozen om in haar project '1 Loket' de op te richten loketten niet te koppelen aan een specifieke CWI. Hierdoor zijn in sommige CWI-regio's geen loketten en in andere regio's twee loketten opgericht. Het elk loket een 'eigen' naam geven, zorgt niet voor provincie-brede herkenning van de '1 loket'-gedachte. Door deze versnipperde aanpak hebben ze mogelijk het beoogde resultaat niet gehaald. In de vier regio's waar wel een loket is, zijn drie CWI's bekend met het project. De voornaamste connectie met '1 Loket' bestaat uit het passief en actief verstrekken van folders over het project. Alle CWI's geven aan dat zij, met betrekking tot een conflict, de cliënt-ondersteunende rol van het FSU niet hebben ervaren. Mogelijk neemt de onafhankelijke arbeids-adviseur een deel van de problemen, die anders bij het FSU-Loket terecht zouden zijn gekomen, over. Twee CWI's zien een meerwaarde van het project voor een bepaalde groep cliënten. Twee CWI's zien het belang van voortzetting niet in. Het FSU heeft tot op heden de opgedane ervaringen in de loketten niet teruggekoppeld naar de CWI's. Dit wordt door de CWI's als een gemiste kans ervaren.
4.3 Reactie Gemeenten
De dienst heeft telefonisch contact gehad met de gemeente Dokkum, Sociale Zaken Noordwest Fryslân, Heerenveen, Skarsterlân,Smallingerland (inclusief Opsterland), en Sneek. Alle gesproken ambtenaren waren beleidsmedewerkers Sociale Zaken met de gemeentelijke cliëntenraad danwel cliëntenplatform in hun takenpakket. Aan de ambtenaren is gevraagd hoe het project tot nu toe heeft gefunctioneerd (vraag a). Ook is gevraagd op welke wijze is voldaan aan de in aanvang gestelde intenties (vraag b). Vervolgens is gevraagd welke financiële bijdrage de desbetreffende gemeente heeft geleverd ter ondersteuning aan het project (ter controle van vraag c en het gestelde financieel overzicht, bijlage 2). Tenslotte is gevraagd of de gemeente voortzetting van het project noodzakelijk acht (vraag d).
A.) Hoe heeft het project tot nu toe gefunctioneerd?: Het project '1 Loket van belangenbehartigers' is bij alle betrokkenen bekend, de meningen erover verschillen.
De gemeente Smallingerland (inclusief steunpunt Opsterland) geeft aan dat zij geen goed zicht heeft op hoe het steunpunt functioneert, maar er is wel een relatie met het FSU. In de cliëntenraad wordt veel over het FSU gesproken. Smallingerland geeft aan dat de individuele ondersteuning die aan de cliënten wordt geboden in zijn algemeenheid van belang is. Het '1 loket-project' is hen echter niet bekend en kunnen zij derhalve niet goed beoordelen.
In Sneek is een mogelijk steunpunt, in samenwerking met alle gemeenten in de Zuidwesthoek, nog in oprichting en niet gelieerd aan de cliëntenraad. Zij weten dat de cliëntenraad voor trainingen gebruik maakt van het FSU. Onbekend zijn de plannen met betrekking tot het 1-loket project.
De gemeente Heerenveen is bekend met het project De Barones (werknaam in Heerenveen), maar was niet op de hoogte van de inzet van het FSU hierin. Zij geven aan dat de belangenbehartigende functie van De Barones werkt, maar zien graag een meer integrale samenwerking met de aanwezige cliëntenraden op het gebied van de WWB, WVG en CWI.
De gemeente Skarsterlân geeft aan dat het FSU een welkome en noodzakelijk spreekuurfunctie vervult voor alle uitkeringsgerechtigden (dus niet alleen WWB, maar ook WAO en WW) in de gemeente. Het spreekuur van de FSU (1 loket) vormt een aanvulling op de ook aanwezige cliëntenraad, die niet op individuele gevallen in gaat. Het FSU neemt privézaken wel op en geeft daarnaast ook voorlichting over de WWB, WMO, reïntegratie etc. Het FSU werkt veel samen met de cliëntenraad. Daarnaast is het loket vaak open en goed toegankelijk. Wel geeft de gemeente aan niet precies te hebben begrepen dat het hier een exclusief project van het FSU betrof. Meer duidelijkheid over het project zien zij als wenselijk.
De Dienst Sociale Zaken Noord-West Fryslân (Franeker, Harlingen, Vlieland, Terschelling, Menaldumadeel, Leeuwarderadeel, Ferwerderadiel en het Bildt) geeft aan gelukkig te zijn met het project van FSU. Zij nemen letterlijk het woord 'loftrompet' in de mond als hen naar het functioneren van het project wordt gevraagd. Zij geven aan dat zij al over een vorm van cliëntenparticipatie beschikten; het cliëntenplatform in de vorm van een WVG-Koepel en een WWB-Koepel. De Koepels zijn inspraakorganen aan de voorkant die zich bezighouden met beleidsontwikkeling op het gebied van de WVG en de WWB. Het 1loket-project echter houdt zich ook bezig met persoonlijke problemen en klachten van cliënten, dat acht de Dienst SoZa NW belangrijk. De beide koepels hebben een convenant afgesloten met het FSU en in gezamenlijkheid bemensen zij de steunpunten in het werkgebied. Dit werkt goed, aldus de Dienst SoZa NW-Fryslân.
De gemeente Dongeradeel is bekend met het FSU en ook met het project '1 Loket'. Zij geven aan niet veel van dit project te hebben vernomen. Dit kan volgens hen op twee manieren worden verklaard. Mogelijk functioneert het erg goed, is er geen ruzie en zijn er geen problemen dus horen ze er niet veel van. Maar ook mogelijk is dat het project niet veel presteert en dat de reden is dat ze er weinig van horen.
Adviesvragen
De evaluatie van het FSU geeft bij elk steunpunt aan hoeveel hulpvragen er in een bepaald jaar bij een betreffend steunpunt zijn gedaan. Deze hulpvragen worden echter niet toegelicht of uitgesplitst naar categorie. Aan de gemeenten is gevraagd of zij inzicht hebben in het soort vragen dat bij '1 loket' wordt gesteld. De gemeenten, evenals de CWI's, geven aan geen idee te hebben welke categorie vragen de boventoon voert in hun gemeente. Het FSU heeft hen daarin geen inzicht geboden en zij zien dit als een gemiste kans.
B.) Op welke wijze is voldaan aan de in aanvang gestelde intenties? Sneek geeft aan geen inzicht te hebben in de intenties. Zij stellen dat het project nu niet functioneert. Smallingerland zegt geen inzicht te hebben in hoe het project functioneert. De gemeente Heerenveen doet de aanbeveling om het project meer te integreren met de cliëntenraden. Daarnaast zou zij meer informatie willen over het project, zaken als wie voert het uit, hoe, met welke middelen, met welke betrokkenen, etc. De gemeente Skarsterlân is gelukkig met het project en tevreden over het realiseren van de gestelde intenties. Wel geven ook zij aan dat de informatievoorziening over het project beter zou kunnen. De Dienst Sociale zaken NoordWest Fryslân steekt de loftrompet over het project. Zij voldoen aan de gestelde intenties. De gemeente Dongeradeel geeft aan dat als zij niks horen van het project, zij ook niet weten of het project aan de gestelde intenties voldoet.
C.) Op welke wijze heeft het project support gekregen van de betrokken gemeente? Sneek geeft aan dat zij geen subsidie beschikbaar hebben gesteld voor het project. Het FSU heeft hier wel een gesprek over gevoerd met hen, dit heeft tot op heden nog niet tot financiering geleid.
Smallingerland geeft aan dat de financiering, zoals de FSU die opvoert in haar evaluatie, correct is. Dit geldt ook voor de Dienst Sociale Zaken NoordWestFryslân evenals voor de gemeenten Heerenveen, Skarsterlân en Dongeradeel. Dit wil zeggen dat de gemeenten waar het project loopt zoals opgezet, alle gemeenten ook bijdragen in de kosten van het loket. Een groot deel van de door het FSU opgevoerde co-financiering wordt bevestigd door de gemeenten.
D) Acht u voortzetting noodzakelijk?
Hierop antwoordden twee gemeenten met een goed lopend, te weten Noordwest Fryslân en Skarsterlân, loket volmondig JA. De gemeente Heerenveen heeft wat reserves en geeft aan dat wat hen betreft de informatie voorziening met betrekking tot het project duidelijker moet zijn. Ook wordt meer integratie met cliëntenraden als advies meegegeven. De gemeenten Smallingerland en Sneek geven aan dat zij niet voldoende op de hoogte zijn van het project en derhalve geen oordeel kunnen vellen over noodzakelijke voortzetting. De gemeente Dongeradeel geeft aan vrijwel niets van het project te hebben gemerkt. Zij vragen zich af wat de bijdrage in het geheel is geweest. Wat hen betreft vindt het project geen doorgang.
Conclusie gemeenten
Drie gemeenten geven aan geen inzicht te hebben in de intenties van het project. Doordat zij ook niet of nauwelijks geïnformeerd worden door het FSU, vellen zij een negatief oordeel over het halen van de intenties van het project. Vijf van de zes gemeenten geven aan dat zij meer informatie hadden willen hebben over het project, zaken als wie voert het uit, hoe, met welke middelen, met welke betrokkenen, etc. Eén gemeente geeft aan zeer tevreden te zijn over het project en het halen van de intenties. Alle gemeenten geven aan niet op de hoogte te zijn van de hoeveelheid en inhoudelijkheid van de adviesvragen die aan het FSU worden gesteld. Zij bevestigen allen de door het FSU beschreven bijdragen aan het project.
De voortgang van het project wordt door twee gemeenten ondersteund. Zij geven aan de meerwaarde van dit project voor de individuele cliënten te zien en te hopen op voortgang. Twee gemeenten zijn gematigd positief maar hebben reserves. De precieze rol en functie van het project is niet altijd duidelijk geweest, evenals de rol van het FSU erin. Eén gemeente geeft aan niet voldoende op de hoogte te zijn om een oordeel te kunnen vellen. Een zesde gemeente is voorstander van beëindiging van het project.
4.4 Relatie met het provinciaal Arbeidsmarktbeleid De provincie heeft op de arbeidsmarkt geen formele functie of wetgevende taak. De betrokkenheid bij het beleidsterrein komt voort uit de algemene bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de Friese economie en het welzijn en de welvaart van de burgers binnen het bestuursgebied. Doordat de provincie geen directe taakstelling, financiële belangen of wetgevende rol heeft, is zij bij uitstek in staat impulsen te geven aan een samenhangend en vernieuwend arbeidsmarktbeleid. Het provinciaal arbeidsmarktbeleid heeft daarom een voorwaardescheppend en pro-actief karakter. Het curatief arbeidsmarktbeleid, waaronder reïntegratie en bemiddeling van niet-werkende werkzoekenden, is geen verantwoordelijkheid van de provincie. Deze taak wordt uitgevoerd door partijen die hiervoor direct verantwoordelijk zijn te weten de gemeenten, het bedrijfsleven (UWV's) en van overheidswege ingestelde instanties voor de bemiddeling tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (reïntegratieburo's) en CWI's. Al deze organisaties hebben een uitvoerende taak en hebben een direct belang bij de uitvoering.
Het werk van het FSU heeft in zoverre een relatie met het arbeidsmarktbeleid dat er vanuit ervaren knelpunten van individuele uitkeringsgerechtigden mogelijk verbeterpunten naar voren kunnen komen voor het reïntegratiebeleid en de bemiddeling van werkzoekenden naar werk door gemeenten, UWV, CWI's en reïntegratiebedrijven. In dit verband zijn spreekuren met cliënten van belang en de adviezen van de FSU aan de clientenraden. De vraag is of het project "1 loket van belangenbehartigers" daar specifiek voor nodig is, of dat deze taak ook in het reguliere product spreekuurwerk (zie onder) kan worden opgenomen (voorzover dit nog niet het geval is).Onduidelijk is het verschil tussen "spreekuurwerk" en "1-loket".
CWI's hebben geen financiële middelen om deel te kunnen nemen in projecten van anderen, maar zij zijn soms wel bereid om bij te dragen in de vorm van huisvesting. Zeker als er voor de CWI's ook relevante resultaten te verwachten zijn van een project. (In het geval van de loketten van de FSU zou terugkoppeling van de ingewonnen informatie of een klantvriendelijkheids-onderzoek een dergelijk concreet resultaat kunnen zijn). Daarnaast wordt opgemerkt dat er een duidelijke trend is waar te nemen om steeds verschillende "loketten" op arbeidsmarktterrein in een zogenaamd bedrijfsverzamelgebouw BVG) bijeen te brengen (gemeente, CWI, uitzendbureau's e.d.). Het zou voor de hand liggen als de loketten van het FSU zich zouden aansluiten bij zo'n BVG.
De provincie heeft een aanjagende houding gekozen en het FSU is in de gelegenheid gesteld een netwerk van loketten op te zetten. Het FSU heeft dit niet in de gewenste vorm volbracht en heeft ook niet erg adequaat ingespeeld op de ontwikkelingen. Er is geen enkele garantie dat bij voortzetting van de subsidiemiddelen de ontbrekende steunpunten alsnog van de grond komen en ook de meerwaarden van die loketten (ten opzichte van de situaties waar geen loket is) is niet erg duidelijk. Vanuit Arbeidsmarktbeleid kan geconcludeerd worden om de subsidie voor het project "een loket van belangenbehartigers" niet voort te zetten.
4.5 Relatie project '1 loket' met betrekking tot reguliere producten FSU Het FSU levert de provincie negen producten en ontvangt daarvoor een jaarlijkse subsidiebijdrage van rond de E130.000,=. Op het gebied van belangenbehartiging levert het FSU voor het jaar 2005 de volgende drie producten:
- Provinciaal steunpunt Cliëntenparticipatie E 12.000,= Dit product adviseert en ondersteunt cliëntenraden. Cliëntenraden geven aan hier behoefte aan te hebben. Zoals bovenstaand stuk ook al aangeeft, houden cliëntenraden zich bezig met beleidsadvisering in algemene zin en niet met individuele gevallen. Dit product vormt dan ook geen overlap met het project '1 loket van belangenbehartigers'.
- Ondersteuning spreekuurwerk E 44.500,=
De ondersteuning van het spreekuurwerk heeft als doel het in stand houden en verbeteren van het spreekuurwerk en de onderlinge samenwerking door organisatorische en inhoudelijke ondersteuning. Het FSU-team verzorgt directe steun en advisering aan de spreekuren en stimuleert dat er plaatselijke faciliteiten voor het spreekuur komen. Dit spreekuurwerk gaat met name in op de persoonlijke klachten en problemen van mensen met een uitkering (WWB, WAO, WW, reïntegratiebudget). Een aantal gemeenten en CWI's spreekt in hun evaluatie enthousiast over de persoonlijke benadering van de spreekuren (in tegenstelling tot de mogelijkheden van de cliëntenraden). Dat enthousiasme lijkt op dit product, ondersteuning spreekuurwerk, te slaan. Het project '1 loket' richt zich op de organisatie en strategisch opereren vanuit de bestaande spreekuurpunten, op het vinden van koppelingen met bestaande cliëntenraden, zoeken van partners in welzijn en zorg (m.b.t. de naderende WMO), P.R. voeren en netwerken. Binnen het project '1 loket' is geen ruimte gereserveerd voor de ondersteuning van de medewerkers. Die taak komt namelijk aan de orde in dit product (ondersteuning spreekuurwerk).
- Deskundigheidsbevordering E 22.000,=
Met dit product bevordert het FSU de deskundigheid van haar eigen vrijwilligers (zoals de spreekuurhouders). Het project '1 Loket van belangenbehartigers' lijkt een verlengstuk te zijn van het regulieren (en structureel gefinancierde) product 'Ondersteuning Spreekuurwerk'. De vraag zou gesteld kunnen worden of de functies van het project '1 loket' onder het product 'ondersteuning spreekuurwerk' opgenomen hadden moeten worden.
5. Conclusies
1. Geen verantwoordelijkheid Provincie
De provincie heeft op de arbeidsmarkt geen taakstelling, financiële verantwoordelijkheid of wetgevende taak. Het curatief arbeidsmarktbeleid en inkomensbeleid is de verantwoordelijkheid van en wordt uitgevoerd door gemeenten, het bedrijfsleven (UWV's) en instanties voor de bemiddeling tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (reïntegratieburo's) en CWI's.
2. Versnippering loketten
Het FSU heeft in andere (meer) gemeenten een loket opgezet dan dat er CWI's zijn. Door één loket per CWI-regio had het FSU een extra coördinerende taak kunnen oppakken. Daarbij komt dat ook aansluiting bij een BVG (BedrijfsVerzamelGebouw), hetgeen voor de hand zou liggen, niet is gerealiseerd. Hierdoor is er sprake van versnippering en heeft het FSU mogelijk het beoogde resultaat niet gehaald.
3. Naamgeving loketten
Elk loket voert een eigen naam. Dit schept verwarring en bevordert een provincie-brede herkenning van de '1 loket'-gedachte niet.
4. Aard hulpvragen
De evaluatie van het FSU geeft bij elk steunpunt aan hoeveel hulpvragen er in een bepaald jaar bij een betreffend steunpunt zijn gedaan. Deze hulpvragen worden echter niet toegelicht of uitgesplitst naar categorie. De genoemde aantallen zijn hierdoor, en door pricacy-regels niet te controleren. Verder geldt dat het FSU de inhoud van de hulpvragen niet heeft teruggekoppeld naar de CWI's, gemeenten en provincie.
Een aantal CWI's stuurt mensen die moeite met het invullen van de formulieren hebben, door naar het FSU. Opgemerkt dient te worden dat de CWI's zelf verantwoordelijk zijn voor ondersteuning bij het invullen van formulieren. Alle CWI's geven aan dat, waar zij tot op heden in conflict met een cliënt zijn geweest, het FSU in geen van die gevallen een cliënt-ondersteunende rol op zich heeft genomen. Terwijl dit als een vereiste kan worden gezien om één van de doelstellingen, namelijk versterking van de positie van de uitkeringsgerechtigde, te realiseren.
5. Onafhankelijk Arbeidsadviseur
Alle CWI's hebben sinds 1 januari 2005 een (deeltijd) arbeidsadviseur in huis. Mogelijk neemt deze onafhankelijk adviseur een deel van de problemen, die anders bij het FSU-Loket terecht zouden zijn gekomen, over. De vraag kan gesteld worden welke meerwaarde het FSU-loket heeft, waar verwijzing naar de onafhankelijk arbeidsadviseur de oplossing van hetzelfde probleem kan bieden.
6. Regulier product spreekuurwerk
Het project '1 Loket van belangenbehartigers' lijkt een verlengstuk te zijn van het reguliere (en structureel gefinancierde) product 'Ondersteuning Spreekuurwerk'. Dezelfde vraag die voor de onafhankelijk arbeidsadviseur is gesteld kan hier worden gesteld, namelijk of de taken van het project '1 loket' ook in het reguliere product spreekuurwerk kunnen worden opgenomen.
7. Informatievoorziening
De precieze rol en functie van het project is voor de CWI's en de gemeenten niet duidelijk geweest, evenals de rol van het FSU erin. Vijf van de zes gemeenten en alle CWI's geven aan dat zij meer informatie hadden willen hebben over het project, zaken als wie voert het uit, hoe, met welke middelen, met welke betrokkenen, etc. Gesteld kan worden dat alle betrokkenen, waarvoor het project '1 loket' was opgezet, niet of nauwelijks geïnformeerd werden door het FSU.
8. Terugkoppeling leermomenten
Het FSU beschrijft dat één van de doelen van het project is: 'een verandering van denken en handelen bij beleidsmakers en uitvoerders ten aanzien van de positie van uitkeringsgerechtigden en gehandicapten. Deze omslag zal moeten resulteren in wederzijds begrip en een dienstverlening die niet de regelgeving maar de situatie van de (hulp)vrager als uitgangspunt neemt'. Zowel gemeenten als CWI's geven aan dat zij tot op heden nog nooit een terugkoppeling van mogelijke leermomenten hebben gehad.
6. Algehele Conclusie en Advies
Op basis van bovenstaande conclusies
De provincie heeft een aanjagende houding gekozen en het FSU in de gelegenheid gesteld een netwerk van loketten op te zetten. De provincie concludeert dat de in aanvang gestelde doelen: 'een goed functionerend provinciaal netwerk van lokale samenwerkingverband van belangenbehartigers' en 'verandering van denken en handelen bij beleidsmakers' in een periode van vier jaar niet zijn gehaald. Hiermee is het doel: 'versterking van de positie van uitkeringsgerechtigden' ook maar ten dele gehaald. Op die plekken waar het loket naar behoren heeft gefunctioneerd, is mogelijk de positie van de individuele uitkeringsgerechtigde versterkt. Opmerkelijk is echter dat alle CWI's aangeven dat, waar zij tot op heden in conflict met een cliënt zijn geweest, het FSU in geen van die gevallen een cliënt-ondersteunende rol op zich heeft genomen. Terwijl dit als een vereiste kan worden gezien om één van de doelstellingen, namelijk versterking van de positie van de uitkeringsgerechtigde, te realiseren.
Bovenstaande conclusies met betrekking tot de versnippering van de loketten, de naamgeving van de loketten, aard van de hulpvragen, het aanwezig zijn van een onafhankelijk arbeidsadviseur, de informatievoorziening, de terugkoppeling van leermomenten en de relatie met het reguliere product spreekuurwerk leiden allen tot een negatief advies met betrekking tot het vervolgen van financiering voor het project '1 loket van belangenbehartigers'. Deze conclusies leiden ertoe dat er geen garantie is dat bij voortzetting van de subsidiemiddelen de in aanvang gestelde doelen wél zullen worden gehaald. De huidige resultaten rechtvaardigen een jaarlijkse structurele subsidie van E 56.000,= niet. Geadviseerd wordt om het project niet verder te financieren.
Op basis van de verantwoordelijkheid van de Provincie De provincie heeft op de arbeidsmarkt geen verantwoordelijkheid. Het curatief arbeidsmarktbeleid en inkomensbeleid is de verantwoordelijkheid van en wordt uitgevoerd doorgemeenten, het bedrijfsleven (UWV's) en van instanties voor de bemiddeling (reïntegratieburo's) en CWI's. In dit verband geldt dat twee gemeenten uitgesproken positief zijn over '1 loket', één gemeente geeft aan niet voldoende op de hoogte te zijn van het project en velt derhalve geen oordeel, drie gemeenten zijn negatief over het project. Van de CWI's zijn er twee gematigd positief en twee negatief.
De co-financiering, zoals de FSU die opvoert in haar evaluatie, wordt bevestigd door de gemeenten. Dit betekent dat zij jaarlijks zo rond de E 35.000,= aan financiering voor dit project weet te genereren. Geadviseerd wordt om het project niet verder te financieren vanuit provinciale bronnen.
Rechtsongelijkheid
Van meet af aan is zowel van de zijde van het FSU als van Provinciale Staten gesproken over het tijdelijke project '1 loket van belangenbehartigers'. Het FSU heeft tijdens de looptijd van het project niet naar de provincie gecommuniceerd dat zij het project structureel gefinancierd wenst te zien. Tijdens het thans lopend proces van hervorming budgetfinanciering, is het voor geen één instelling mogelijk om een structurele verhoging van subsidie te verkrijgen. Bij het toekennen van structureel geld, voor dit project van FSU, geeft dit rechtsongelijkheid naar andere organisaties. Geadviseerd wordt dit project niet structureel te financieren vanuit provinciale bronnen, gezien de precedentwerking en rechtsongelijkheid die hieruit voortvloeit.
---- --