Gemeente Amsterdam

Burgemeester over zelfwerkzaamheid

Durven loslaten

8 juni 2005
---
webmaster `De complexe problemen in de huidige maatschappij kunnen alleen het hoofd worden geboden als de overheid het niet alleen doet, maar burgers in staat stelt mee te doen' met deze woorden besloot burgemeester Cohen zijn toespraak tijdens de conferentie Amsterdammers doen `t samen, die op 7 juni werd gehouden in het Scheepvaartmuseum.

Minister-president Balkenende gaf als reactie op een aantal concrete voorbeelden van actieve inzet van burgers een korte reflectie op de Amsterdamse praktijk. Hij gaf aan dat om vertrouwen tussen overheid en samenleving te herstellen de overheid moet durven loslaten.

Speech van de burgemeester

Deze conferentie werd gehouden in het kader van de actielijn "Stimuleren zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers" van Agenda 2006. Daarbij werd een verbinding gelegd met het thema burgerschap. De speech van de burgemeester is hier beschikbaar.

Toespraak BM bij de conferentie Burgerschap en Empowerment, dinsdag 7 juni 16.00, Scheepvaartmuseum.

"Verachting of verwachting?"

Dames en heren,

Van harte welkom hier in het Amsterdamse Scheepvaartmuseum. Het doet mij deugd u in groten getale hier te zien, de onderwerpen die wij vandaag bespreken verdienen onze volle aandacht.

We hebben het vandaag over empowerment en burgerschap. Twee begrippen die aan allerlei interpretaties onderhevig zijn en die nog meer associaties oproepen. Burgerschap doet veel Amsterdammers in eerste instantie denken aan fatsoensrakkerij, zo is uit onderzoek gebleken. Bij empowerment wordt ­afhankelijk van de leeftijd- vaak gedacht aan emancipatiebewegingen. Deze associaties zijn niet volledig onjuist, maar dekken ­zoals vandaag zal blijken ­ niet de lading. Om deze dag in te leiden wil ik beginnen met het schetsen van een kader. Ik wil met u de aanleiding voor deze conferentie doornemen en ik zal beide begrippen toelichten aan de hand van enkele Amsterdamse voorbeelden. Vervolgens zal Pieter Winsemius ingaan op de noodzaak van inzet van burgers bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Pas daarna begint het echte werk en komt de praktijk aan bod. Na reflectie hierop door premier Balkenende spreken wij aan de dinertafel verder over actuele vragen die op oplossing wachten.

Dames en heren,

Sinds het begin van het millennium is het vertrouwen in de overheid gedaald. Was in 2000 nog 65 procent van de bevolking tevreden over het functioneren van de overheid, in 2002 was dat nog maar 35 procent. De overheid loopt tegen problemen aan die écht opgelost moeten worden. Maatschappelijke problemen als jeugdzorg, vroegtijdig schoolverlaten en toenemende agressie in het onderlinge sociale verkeer blijken taai en weerbarstig. In haar handhavingstaken ziet de overheid zich steeds geconfronteerd met hetzelfde dilemma. Te strikte handhaving roept weerstand op van de eigengereide
---

Nederlandse burger, maar zodra er iets mis gaat heeft de overheid verzaakt. Het lukt

de overheid niet om de hooggespannen verwachtingen waar te maken.

Het wantrouwen in de overheid vertaalt zich in tal van negatieve gevolgen. Wantrouwen leidt tot een ervaren gebrek aan legitimiteit van wetgeving en een instabiel en onvoorspelbaar politiek systeem. Het recente referendum heeft dit schrijnend aangetoond: tweederde van de Nederlanders voelden zich niet vertegenwoordigd door 85% van de volksvertegenwoordigers. Als wetgeving niet als legitiem wordt ervaren versterkt dit de gedachte dat er regels zijn waar je je niet aan hoeft te houden.

Wantrouwen in de overheid vertaalt zich paradoxaal genoeg ook in een mindere geneigdheid om zelf iets voor de maatschappij te doen. "Waarom zou ik een papiertje oprapen als de gemeente de straat niet schoonhoudt?".

We hoeven niet te twijfelen aan de inzet en de capaciteiten van politici en ambtenaren, overal om ons heen zien wij mensen zich keihard inspannen om de stad een beetje mooier te maken, en de boel bij elkaar te houden. We werken hard aan het slimmer maken van de overheid, er wordt ontzettend veel bereikt. En dus moeten we concluderen: hoeveel de overheid ook doet: zonder hulp en inzet van burgers gaat het niet. De overheid kan het niet alleen.

De oplossing moet gezocht worden in twee richtingen. Zeker, de overheid moet beter presteren, maar tegelijkertijd alleen maar beloven wat ze waar kan maken. Daarnaast moet er op een andere manier worden omgegaan met de verdeling van verantwoordelijkheid tussen burger en overheid. De overheid moet beter gebruik maken van de kennis en kracht in de samenleving. Er is veel meer zelforganiserend vermogen in wijken en buurten dan waar een beroep op wordt gedaan. Dit aanspreken is de kern van empowerment. Empowerment is de strategie van de overheid om burgers, bedrijven en hun organisaties in staat te stellen gezamenlijk politieke en maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Niet boven of los van de samenleving, maar naast en met de samenleving. Het gaat dus niet om een
---

terugtredende overheid, maar om een actieve en slimme overheid, die burgers

betrekt bij het bereiken van die maatschappelijke doelstellingen.

Een zeer inzichtelijke beeldspraak komt van Marcel van Dam, die wees op het verschil tussen een kruispunt en een rotonde. "Bij het stoplicht kijkt de overheid voor je uit, bij een rotonde moet je zelf uitkijken. De overheid legt instinctief kruispunten aan, maar kan vaak beter rotondes aanleggen.

De Amsterdamse Dienst Onderzoek en Statistiek heeft dit weekeinde Amsterdammers bevraagd over empowerment. De helft van de Amsterdammers vindt het een goed idee van de overheid om burgers meer verantwoordelijkheid te geven. Als redenen werd genoemd dat burgers meer betrokken zouden worden, meer verantwoordelijkheid zouden voelen en meer inspraak zouden hebben. Bijna een kwart is neutraal. Één op de vijf Amsterdammers vindt het verschuiven van verantwoordelijkheden van de overheid naar de burger een slecht idee.

Zo dadelijk zal een aantal voorbeelden van empowerment in Amsterdam uitgebreid de revue passeren. Ik zal deze ­ en enkele anderen- nu in het kort toelichten, en daarbij proberen te benoemen wat de onderliggende mechanismen zijn. Het adviesbureau XPIN heeft hierover een publicatie uitgegeven, deze wordt uitgedeeld zodat u er thuis nog eens rustig over kunt doorlezen.

Aan empowerment liggen in feite drie categorieën mechanismen ten grondslag. Empowerment kan gerealiseerd worden door:

1. het activeren van netwerken 2. het geven van instrumenten en 3. slim toezicht.

De eerste categorie, het activeren van netwerken wordt inmiddels op veel plaatsen met succes toegepast. Denk aan projecten zoals Goal, waar de heer Ramadan u zo dadelijk meer over zal vertellen. In het project Goal worden jongeren die een risico vormen voor zichzelf of hun omgeving gekoppeld aan een mentor, een rolmodel.
---

Door het contact met de mentor komt een geheel nieuw netwerk beschikbaar, en ook

voor de omgeving kan het als stimulans werken om meer betrokken te zijn.

Een tweede voorbeeld van activeren van netwerken: de Eigen Kracht Conferenties, waar de heer Van Lieshout dieper op in zal gaan. Bij Eigen Kracht Conferenties worden bijeenkomsten georganiseerd rond families in crisissituaties. De familie wordt- ondersteund door een bemiddelaar- zelf aangezet tot het vinden van oplossingen. In 78% van de gevallen blijkt dat de familie in staat is zelf tot oplossingen te komen, in plaats van te escaleren naar duurdere en minder effectieve vormen van maatschappelijke opvang of zelfs justitiële trajecten. De overheid speelt in deze categorie van empowerment vaak de rol van makelaar, de voornaamste taak ligt in het bij elkaar brengen of "matchen" van partijen.

De tweede categorie van empowerment betreft het geven van instrumenten.

Het gaat hier niet zo zeer om andere dan de gebruikelijke instrumenten, het gaat zoals altijd vooral om voorlichting of informatie, en om middelen, zoals geld of training en begeleiding. Het verschil zit hem er in dat deze instrumenten anders worden toegepast. Ik zal daar een paar voorbeelden van geven.

Het geven van middelen ligt als instrument van empowerment het meest voor de hand. Een goed voorbeeld is het buurtbudget in stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer. Mevrouw Wladimiroff vertelt hier zo meteen meer over, de essentie is dat bewoners zelf beslissen over besteding van middelen voor leefbaarheid en veiligheid. Het geld kan worden besteed aan uiteenlopende zaken, van buurtfeesten tot fietsenrekken.

Maar zoals ik al zei gaat het niet alleen om geld. Het kan ook gaan om training, begeleiding, huisvesting of apparatuur. Bij het Project Buurtbemiddeling, wat mevrouw Frieling zal toelichten, gaat het vooral om het aanbieden van opleidingen. Dit project richt zich op bemiddeling bij conflicten tussen burgers, bijvoorbeeld burenruzies. De politie is nauw betrokken bij de opzet van het project en buurtregisseurs worden ingelicht over het project, zodat zij bij bepaalde conflicten een beroep kunnen doen op de bemiddelaars.
---

De derde categorie van empowerment betreft slim toezicht: het inschakelen van burgers en bedrijven bij handhaving. Kracht en kennis benutten uit de samenleving betekent ook dat we die benutten voor toezicht.

Een goed voorbeeld van slim toezicht is het Project Wildplakken Aangepakt. In Stadsdeel Zeeburg wordt de energie niet gericht op de wildplakkers, maar worden de adverterende bedrijven in hun portemonnee gepakt. Voor illegaal plakken kunnen zij een boete krijgen die oploopt tot 20.000 euro. Burgers kunnen op 4 manieren wildplakken melden, de reinigingspolitie controleert dagelijks en het illegaal geplakte reclamemateriaal wordt direct verwijderd.

Een tweede voorbeeld uit de praktijk is het Adoptieplan Afvalcontainers. In stadsdeel Zeeburg ­ wederom - is het mogelijk om één of meer afvalcontainers te adopteren. Het idee is ontstaan uit ergernis over de grote hoeveelheid vuil en grofvuil die voortdurend naast de containers werd gezet. Het stadsdeel haalt na melding zo snel mogelijk het vuil weg, en in ruil daarvoor houden de Adoptiebewoners de omgeving van de container schoon. Ik heb begrepen dat het voorbeeld navolging vindt in stadsdeel De Baarsjes.

Nog een voorbeeld, waar nog over gedacht wordt: Waarom niet als het gaat om brandveiligheidseisen de horeca zelf verantwoordelijk maken?

De branche zou dan verantwoordelijk gemaakt worden voor zelfcontrole, de overheid hoeft alleen de controleurs te controleren en veilige zaken krijgen een vignet. Steekproefsgewijs worden ook nog de zaken zelf ter controle bezocht.

En tenslotte, ook in de Contracten met de Samenleving in stadsdeel De Baarsjes is er sprake van slim toezicht. Hier worden harde en doordachte afspraken gemaakt met buurtbewoners, overlastgevende jongeren en hun ouders, waarbij bijvoorbeeld buurtvaders in staat worden gesteld om zelf toezicht te organiseren. Flavia Reil vertelt ons er zo het fijne van.

Dames en heren,
---

Ik kom bij het tweede onderwerp van mijn betoog. Empowerment heeft naast een betere verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en maatschappij nog een doel, en dat is goed burgerschap. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat niet alleen de overheid gewantrouwd wordt, Nederlanders hebben ook steeds minder vertrouwen in de samenleving. Door individualisering, globalisering en immigratie staat de sociale cohesie onder druk. Steeds vaker klinkt onvrede door over het gebrek aan onderlinge betrokkenheid en sociale samenhang, neemt de ergernis over asociaal en hufterig gedrag toe, en is confrontatie met andere bevolkingsgroepen niet voor iedereen vanzelfsprekend, laat staan een verrijking.

In oktober 2003 heeft de dienst Onderzoek en Statistiek de Amsterdamse bevolking ondervraagd over onfatsoenlijk gedrag op straat. 87% ergert zich wel eens aan onfatsoenlijk gedrag van andere bewoners op straat en in openbare gelegenheden. Tegelijkertijd verwacht acht van de tien Amsterdammers dat het effect zal hebben als men zich inzet om de omgangsvormen in Amsterdam te verbeteren. Het woord burgerschap mag dan op weerstand stuiten, het begrip burgerschap leeft wel degelijk.

In 2004 heeft de Amsterdamse gemeenteraad na een initiatief van huidig wethouder Maij over stadsetiquette vastgesteld dat Amsterdams Burgerschap als doel heeft dat meer mensen betrokken raken bij elkaar en bij hun stad. In mijn optiek bestaat burgerschap uit 6 dimensies: maatschappelijke- en politieke betrokkenheid, kennis van de rechtstaat, kennis van fatsoensnormen, economische zelfstandigheid en cultuuroverdracht.

Waar burgerschap en empowerment elkaar raken? Bij het zelforganiserend vermogen van de samenleving. Als netwerken worden geactiveerd, versterkt dit de betrokkenheid bij de directe omgeving. Als de overheid met activering in het achterhoofd instrumenten verschaft leidt dit tot een grotere betrokkenheid bij elkaar, maar ook tot een herbevestiging van regels die je met elkaar afspreekt. Als bewoners samen besluiten over de besteding van hun buurtbudget, doen zij ervaring op in
---

politieke participatie en het sluiten van compromissen. Door slimme handhaving

wordt de ervaren legitimiteit van regels vergroot. Dit leidt weer tot een natuurlijker acceptatie van regels. Hiermee wordt kennis over fatsoensnormen en indirect ook kennis over de rechtstaat bevorderd. En door slimmere handhaving kan de overheid ook nog eens zijn energie beter richten op de onverbeterlijke Amsterdammers.

Dames en heren,

Ik ga afronden met een korte samenvatting. De overheid werkt hard, bereikt veel, maar niet genoeg. De complexe problemen in de huidige maatschappij kunnen alleen het hoofd worden geboden als de overheid het niet alleen doet, maar burgers in staat stelt mee te doen. In staat stelt om de kennis, kracht en het zelforganiserend vermogen in de samenleving te organiseren. De in staat stellende overheid is niet een terugtredende overheid, maar een actieve, creatieve en slimme overheid, die een beroep doet op de vermogens van zijn burgers.

Ik dank u voor uw aandacht.


---