Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: VD. 2005/1609
datum: 07-06-2005
onderwerp: Vragen van het lid Atsma over diermeel en destructie

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Atsma (CDA) over de mogelijke illegale import van diermeel en over het destructiebeleid.


1
Hebt u kennisgenomen van de recente radio-uitzendingen over de mogelijk illegale import en de verwerking van diermeel en over het destructiebeleid? Wat is uw oordeel over de geuite verwijten en beschuldigingen in de richting van uw ministerie?

De jegens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geuite verwijten en beschuldigingen in de radio-uitzendingen van Argos (6 mei jl.) en De Ochtenden (9 mei jl.) missen mijns inziens alle grond.
Het radioprogramma Argos van 6 mei ging voornamelijk over invoer van diermeel en stromen van diermeel in de jaren negentig van de vorige eeuw. Destijds golden ten aanzien van handel en verwerking van diermeel in Nederland en Europa andere voorschriften dan heden ten dage.
In mijn brief van 16 januari 2003 (Kamerstukken 2002-2003, 24 668, nr. 87) aan de Tweede Kamer heb ik u laten weten dat bij reguliere controles in Nederland geen schendingen van in- en uitvoerverboden geconstateerd zijn. Naast deze reguliere controles heeft de Algemene Inspectiedienst (AID) in 2001 nader onderzoek uitgevoerd, over de periode 1996-1999, naar bedrijven die werkzaam waren in de diermeelsector en ook bij dit onderzoek zijn geen strafbare feiten geconstateerd. Ook in het reguliere onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) naar de mogelijke aanwezigheid van diermeel in diervoeders is de laatste jaren geen verontreiniging met diermeel gebleken.
In de uitzending van 9 mei werd mij verweten dat ik de Tweede Kamer onjuist zou hebben geïnformeerd over de rijksbijdrage aan Rendac. Ik ga daarop in, in mijn antwoord op vraag 4.


2
Is het waar dat import van diermeel uit landen van de EU zonder specifieke controle mogelijk is? Is er zicht op de bestemming van het diermeel? Hoe zit het met de import van en de controle op diermeel van buiten de EU?

Op grond van Europese voorschriften mag diermeel worden ingevoerd uit andere lidstaten van de Europese Unie, indien de minister van LNV daarvoor voorafgaand zijn toestemming heeft verleend. Voor de invoer uit andere lidstaten van verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van categorie 3-materiaal en categorie 2-materiaal (mits met een bepaalde verwerkingsmethode behandeld) is bij ministeriële regeling1 generiek toestemming verleend. Daarbij dient elke zending vooraf door de lidstaat van oorsprong te worden gemeld aan de VWA, onder vermelding van onder andere de bestemming. Op basis hiervan voert de VWA bestemmingscontroles uit. De invoer uit andere lidstaten van diermeel afkomstig van categorie 1-materiaal is vooralsnog niet toegestaan. De invoer uit derde landen van diermeel afkomstig van categorie
1-materiaal is volgens Europese voorschriften niet toegestaan. De invoer uit derde landen van diermeel afkomstig van categorie
2-materiaal is voor bepaalde doeleinden toegestaan, evenals de import van verwerkte dierlijke eiwitten, afkomstig van categorie 3-materiaal. Als voorwaarden voor deze invoer gelden onder andere dat het product afkomstig is uit een land dat voorkomt op een door de Europese Gemeenschap opgestelde lijst en dat het product vergezeld wordt van een officieel gezondheidscertificaat. Elke zending wordt bij een buitengrens inspectiepost (BIP) door de bevoegde autoriteit gecontroleerd en ook in dit geval voert de VWA bestemmingscontroles uit.


3
Is er sprake van een illegaal circuit op het terrein van de aanvoer en de verwerking van diermeel? Zo ja, welke aanwijzingen heeft u daarvoor?

Ik heb geen aanleiding om aan te nemen dat er een illegaal circuit bestaat op het terrein van de aanvoer en de verwerking van diermeel. Monitoringsgegevens en onderzoek door zowel de AID als de VWA geven geen grond voor de gedachte van een illegaal circuit (zie ook de beantwoording bij vraag 1).


4
Is het waar dat er een veel hogere rijksbijdrage naar Rendac/Sonac is gegaan dan uit de cijfers van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit blijkt? Om welke geldstromen ging het in dit verband de afgelopen jaren?

Hoewel de redactie van De Ochtenden beschikte over alle relevante cijfers, bevat het programma op het punt van de betalingen van het ministerie van LNV aan Rendac in de afgelopen jaren een aantal onjuistheden. De betalingen van het ministerie van LNV aan Rendac moeten worden onderscheiden in twee typen: enerzijds de overheidsbijdrage aan destructie van kadavers, zodat Rendac bij veehouders lagere tarieven in rekening kan brengen (dit betreft dus eigenlijk een indirecte betaling aan veehouders), en anderzijds de betaling aan Rendac voor verleende diensten aan LNV. Betalingen van beide typen worden in het programma toegeschreven aan de overheidsbijdrage aan destructie van kadavers.

De overheidsbijdrage aan destructie betrof, zoals ook aan de Tweede Kamer meegedeeld, in de afgelopen jaren jaarlijks tussen de 17 en 20 miljoen euro. De betalingen voor verleende diensten betroffen ten eerste betalingen voor het onschadelijk maken van kadavers die zijn ontstaan bij dierziekten als MKZ (2001 en 2002, 14 miljoen euro) en AI (2003 en 2004, 19 miljoen euro). Ten tweede heeft Rendac een essentiële bijdrage geleverd aan de vernietiging van de omvangrijke voorraad diermeel, die ontstond toen in 2000 een Europees verbod op het gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten in diervoeders werd afgekondigd. In dit verband is in totaal aan Rendac 53 miljoen euro betaald (voornamelijk opslag- en verbrandingskosten). Dit is conform de betreffende begroting (zie Kamerstukken 2001-2002, 24 668, nr. 73).


5
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aangekondigde pilots bij andere destructiebedrijven?

Op dit moment bevinden de drie projecten binnen het Programma alternatieve verwerking slachtafval, waarover ik u informeerde met mijn brief van 11 november 2004 (Kamerstukken 2004-2005, 27 495, nr. 27), zich in de fase van de aanvraag van de benodigde vergunningen op grond van de Wet milieubeheer.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


1 Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften, Staatscourant 5 september 2003, nr. 171 / pag. 11